Interline augustus 2010 CHEMOTHERAPIE casusschetsen
INTERLINE CHEMOTHERAPIE d.d. 31 augustus 2010 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding Deze werkafspraak met Interlineprogramma zijn gemaakt in 2010 met de Hardenbergse versie als startpunt. De werkgroep bestaat uit: Huisartsen: Marly Bolhuis, Dedemsvaart Linda Groot, Zwolle Paul Cost Budde, Wijhe Oncologen: Ellen Dompeling Metin Tascilar Generiek -> merk Granisetron Ondansetron tropisetron aprepitant capecitabine Kytril Zofran Novaban Emend Xeloda
Casusschets 1 Vrouw, 53 jaar, ovariumcarcinoom stadium IIIc (meta s in buik met ascites) krijgt combinatietherapie: preoperatief chemo (paclitaxel + carboplatine) en operatie. Vraag 1: Hoe zou u deze chemo-behandeling noemen? 1. Neo-adjuvant. 2. Adjuvant. Vraag 2: Hoe zou u de opzet van deze behandeling nu noemen? 1. Palliatief. 2. Curatief. Stel na 2 jaar krijgt zij een recidief, en als behandeling dezelfde chemokuur nogmaals. Vraag 3: Hoe zou u de opzet van deze behandeling noemen? 1. Palliatief. 2. Curatief.
Casusschets 2 2a Vrouw, 55 jaar, met een T-cel Non Hodgkin. Na 3 kuren chemo blijkt er een goede respons. De 4 e chemo is 3 weken geleden gegeven. Zij is op uw spreekuur omdat zij nu 39 C heeft. Zij hoest, geen sputum. Bij onderzoek: pulm: gb. Vraag 1: Wat kan er aan de hand zijn? 1. Luchtweginfectie met neutropenie 2. Luchtweginfectie zonder neutropenie Vraag 2: Welk beleid heeft uw voorkeur? 2b 1. Afwachten. 2. Antibioticumkuur. 3. Leuco s prikken. 4. Directe verwijzing internist. 5. Anders. Vrouw, 57 jaar, multiple myeloom. Geen behandeling momenteel, lijkt vrij rustig en stabiel. Komt op uw spreekuur vanwege koorts sinds gisteravond. Hoest, wat gekleurd sputum. Over de longen geen bijzonderheden te horen. Vraag 3: Welk beleid heeft uw voorkeur? 1. Afwachten. 2. Antibioticumkuur. 3. Leuco s prikken. 4. Directe verwijzing internist. 5. Anders.
Casusschets 3 3a Man, 68 jaar Diagnose: gemetastaseerd niet- kleincellig longca. Behandeling: palliatieve chemotherapie: gemcitabine/cisplatin Anti-emetica: Emend; Kytril en dexamethason. 6 dagen na toedienen kuur 1 meldt de patiënt zich met de volgende klachten op uw spreekuur: Continu een misselijk gevoel, weinig eetlust en matig drinken sedert 1 dag. Hij braakt niet. Vraag 1: Aan welke oorzaak of oorzaken denkt u? Vraag 2: Wat is uw advies? 1. Patiënt zelf laten overleggen met de oncologieverpleegkundige. 2. Hervatten aprepitant (Emend) of granisetron (Kytril). 3. Insturen of overleggen met internist of oncologieverpleegkundige. 4. Metoclopramide voorschrijven, zorgen voor goede vochtintake. 5. Anders. Twee dagen later meldt patiënt zich bij u met de mededeling dat hij sedert 2 dagen slecht drinkt. Vraag 3: Wat is uw advies? 1. Patiënt zelf laten overleggen met de oncologieverpleegkundige. 2. Hervatten aprepitant (Emend) of granisetron (Kytril). 3. Insturen of overleggen met internist of oncologieverpleegkundige. 4. Metoclopramide voorschrijven, zorgen voor goede vochtintake. 5. Anders.
3b Vrouw 35 jaar. Diagnose: mammaca rechts. Ziektegeschiedenis: mamma-amputatie ; 6 positieve lymfklieren. Moeder 20 jaar geleden overleden aan gemetastaseerd mammaca en was altijd doodziek van de chemotherapie. Behandeling: adjuvante chemotherapie. Bij de kuur krijgt ze granisetron (Kytril), dexamethason en aprepitant (Emend) gedurende 3 dagen. Patiënte meldt zich dag 5 na kuur 1. Zij is direct na de toediening continu aan het braken ondanks de medicatie. Voelt zich niet misselijk. Vraag 4: Wat is de oorzaak van het braken? 1. Toxiciteit van de chemotherapie. 2. Zwangerschap. 3. Psychische klachten. 4. Gastro-enteritis. Vraag 5: Welke medicatie schrijft u voor? 1. Aprepitant 2. Dexamethason. 3. Lorazepam. 4. Primperan. 5. Anders.
Casusschets 4 Mevrouw D. 55 jaar krijgt chemotherapie in combinatie met radiotherapie na een rectumcarcinoom. Nu komt ze op het spreekuur met diarree die is begonnen 10 dagen na de 3 e chemokuur. Vraag 1: Wat lijkt u de oorzaak? Bij onderzoek ziet u een matig zieke vrouw met een tensie van 120/60 pols 104/min r.a. haar buik is volledig soepel, met een normale peristaltiek. Ze heeft op dat moment geen koorts. Vraag 2: Welk advies geeft u haar, en welke controle afspraken maakt u? 1. Kweek afnemen, met kopie uitslag naar behandelend oncoloog. 2. Ciproxin voorschrijven. 3. ORS 4. Loperamide voorschrijven. 5. Afwachten.
Casusschets 5 Zelfde patiënte als casus 1: Vrouw, 53 jaar, ovariumcarcinoom stadium IIIc (meta s in buik met ascites) krijgt combinatietherapie: preoperatief chemo (paclitaxel + carboplatine) en operatie. Zij heeft nu, 4 dagen na de chemo, obstipatie. Vraag 1: kan er relatie met de chemo bestaan? 1. Ja 2. Nee Vraag 2: Hoe behandelt u dit? 1. U overlegt met de oncoloog / verpleegkundige. 2. U geeft een macrogol. 3. Anders.
Casusschets 6 Man, 68 jaar, Kahler. Behandeld met Melfalan, prednison in hoge dosering, thalidomide. Hij heeft nu 2 weken pijn in de mond, kan niet eten. In de mond ziet u felrood slijmvlies, geen wit beslag. Vraag 1: Waar denkt aan? 1. Mucositis t.g.v. de chemo 2. Candida 3. Anders Vraag 2: Hoe behandelt u dit? 1. Locaal 2. Systemisch Stel na 1 week is er nog geen effect. Vraag 3: Hoe behandelt u nu? Vraag 4: Indien patiënt veel pijn aangeeft, hoe behandelt u dat? 1. Locaal 2. Systemisch
Casusschets 7 Geeft u een oncologiepatiënt die een chemo moet ondergaan de griepspuit? En zoja: op welk moment?