2 VOORWOORD Door middel van deze schoolgids willen we de ouders/verzorgers van onze huidige leerlingen en de ouders/verzorgers die op zoek zijn naar een basisschool voor hun kind een indruk geven van wat de Fuut te bieden heeft. Deze gids wordt eens per twee jaar herzien en is geldig voor de jaren 2015 en 2016. U vindt er informatie over: - de doelstellingen en de werkwijze van onze school - de ondersteuning aan leerlingen - de contacten met ouders - wettelijke regelingen. Wij hopen dat u onze schoolgids met belangstelling zult lezen en dat u zich een goed beeld kunt vormen van onze school. Hopelijk krijgt u het gevoel dat De Fuut de juiste school is voor uw kind. Wat in deze gids staat mag u van ons verwachten en daar kunt u ons altijd op aanspreken. Deze schoolgids is tot stand gekomen in samenwerking met het team en de medezeggenschapsraad, vastgesteld door het bestuur en gecontroleerd door de inspectie. Bij deze schoolgids hoort een informatieboekje met een jaarkalender, waarin allerlei organisatorische zaken, zoals de schooltijden, vakanties, roosters en activiteiten voor één schooljaar staan. Aan het eind van elk schooljaar wordt een jaarverslag gemaakt. Hierin kunt u lezen wat we het afgelopen jaar gerealiseerd hebben. Mocht U nog vragen hebben, schroom dan niet om ons te bellen of langs te komen. Het spreekt vanzelf dat we u graag te woord staan om een nadere toelichting te geven. Namens het team en medezeggenschapsraad van De Fuut, Tineke Steur, directeur. Januari 2015
3 INHOUDSOPGAVE BASISSCHOOL DE FUUT bladzijde: 1. Schoolbeschrijving Het schoolgebouw Het schoolteam De identiteit Het bestuur De schooltijden Groepsindeling 2. Uitgangspunten, Doelstellingen Resultaten Missie en visie De sfeer op school Gedrag- en pestprotocol Individuele begeleiding Zelfstandig leren 21st Century Skills De kwaliteit van ons onderwijs De resultaten van ons onderwijs Uitstroom naar het voortgezet onderwijs Toekomstplannen 3. De leerstof Groep 1-2 Groep 3-8 Lezen Nederlandse taal Rekenen/wiskunde Wereldoriëntatie Engels Schrijven Creatieve vakken Bewegingsonderwijs Schoolzwemmen ICT 4. Ondersteuning aan kinderen De opvang van nieuwe leerlingen Het leerlingvolgsysteem Ondersteuning Leerlingbespreking Ondersteuningsteam Passend onderwijs & Samenwerkingsverband Leerlingdossier en onderwijskundig rapport Groepsverlenging 5. Speciale activiteiten Festiviteiten Weeksluiting Schoolreisje en werkweek Excursies Projecten Kunst Workshops Sport 5 5 6 6 6 7 8 8 9 9 10 10 12 14 15 15 16 18 18 20 21 22 23 23 24 24 25 25 26 26 27 27 27 28 28 28 29 29 30 30 30 30 31 31
4 6. Informatie voor ouders Informatieboekje met jaarkalender Nieuwsbrief Website Maxclass Schoolkrant Kijkavonden, tentoonstellingen Informatieavond Ouderavonden Koffieochtenden Spreekuur Klachten & schoolcontactpersoon 7. Informatie over de ontwikkeling van uw kind Rapporten Gespreksavond Voortgezet onderwijs Eindtoets 8. Ouderparticipatie Ouderhulp Hulp thuis Klassenouder Werkgroepen Medezeggenschapsraad Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Ouderraad Ouderbijdrage Sponsoring 9. Voor-, na- en tussenschoolse opvang Overblijf Voor- en naschoolse opvang 9. Praktische zaken Vakanties Leerplicht Verlof Inschrijving Toelating Time out Schorsing Verwijdering Aansprakelijkheid/ verzekering 10. Onze contacten Bestuur Basisscholen KANS Schoolbegeleidingsdienst Jeugd gezondheidsdienst van de GGD Voortgezet onderwijs 32 32 32 32 32 33 33 33 33 33 33 35 35 36 36 37 37 37 38 38 38 38 39 39 40 40 41 41 41 42 43 43 44 44 44 45 45 45 45 45 46
5 Hoofdstuk 1 SCHOOLBESCHRIJVING Het schoolgebouw De Fuut is één van de basisscholen op het scholeneiland. In januari 2015 heeft onze school ca. 180 leerlingen. Alle kinderen zijn gehuisvest in één gebouw. De school telt 8 groepen met gemiddeld 25 leerlingen. De school beschikt over: - negen leslokalen, waarvan er twee ingericht zijn voor kleutergroepen - een grote centrale hal, waarvan een deel gebruikt wordt als speellokaal voor de kleutergroepen - personeelsruimte - een kamertje waar apart met kinderen gewerkt kan worden In de komende tijd wordt voor de Fuut, twee andere scholen en een aantal andere instanties een nieuw gebouw ( brede school) ontwikkeld en gebouwd. De planning is dat we dit nieuwe gebouw aan de Pierebaan in het schooljaar 2016-2017 kunnen betrekken. Het schoolteam Op de Fuut werken ca. 10 leerkrachten, parttimers en fulltimers. Zij geven les in de verschillende groepen. Sommigen zijn gespecialiseerd in het werken zich met jonge kinderen, anderen met oudere. Naast hun lesgevende taak hebben de leerkrachten vaak nog andere taken in de school, bijvoorbeeld het coördineren van de ICT, vertegenwoordiger van het team in de ouderraad of lid van de medezeggenschapsraad, het leiden van een werkgroep (bibliotheek of één van de feesten). Naast de groepsleerkrachten zijn er vakleerkrachten voor muziek en lichamelijke oefening voor de kinderen van de groepen 3 t/m 8. De intern begeleider heeft als taak de ondersteuning voor de leerlingen te coördineren. Er is een onderwijsassistent aanwezig om ondersteuning te geven in de groepen en/of met kleine groepen kinderen te werken o.l.v. de groepsleerkracht.
6 Voor de ondersteunende taken zijn een administratrice en een conciërge en een aanwezig. De directeur geeft leiding aan het geheel. In het informatieboekje zijn de namen te vinden en staat vermeld in welke groepen zij les geven. We zorgen ervoor dat elke groep hoogstens met twee vaste groepsleerkrachten te maken heeft. We geven ook ieder jaar enkele stagiaires de mogelijkheid om het vak te komen leren bij ons. De identiteit Het bestuur De schooltijden De Fuut is een basisschool, waar een ieder van harte welkom is. Wij zijn een openbare school, wat wil zeggen dat we niet vanuit één bepaalde opvatting werken, maar binnen ons onderwijs aandacht besteden aan meerdere levensbeschouwelijke, godsdienstige en maatschappelijke waarden. Op deze manier willen we onze leerlingen begrip en respect bijbrengen voor de cultuur en levensbeschouwing van een ieder. Dit houdt ook in dat we leerlingen niet weigeren op grond van levensbeschouwelijke, godsdienstige of culturele achtergrond. Ieder op onze school heeft dezelfde rechten, wat tot uiting komt in de omgang met de kinderen, de ouders, de medezeggenschap en het personeelsbeleid. (Deze doelstellingen van het openbaar onderwijs worden wettelijk bewaakt door de overheid) Sinds 1 januari 2004 valt de Fuut onder het bestuur van de Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland & Oostzaan (SPOOR). Onder deze stichting vallen een twintigtal openbare scholen in de regio. De schooltijden op onze school zijn als volgt: s morgens van 8.30 12.00 uur s middags van 13.00 15.00 uur alleen s woensdags van 8.30 12.15 uur Op vrijdagmiddag zijn alle kinderen van de groepen 1 t/m 4 vrij. In de groepen 1 t/m 4 hebben de kinderen minimaal 880 uur les per jaar, in de groepen 5 t/m 8 ca. 1000 uur. In acht jaar is totaal 7520 uur. Elke dag hebben de kinderen tijdens de ochtenduren een korte pauze en spelen de groepen 3 t/m 8 in twee groepen een kwartier buiten. Voor of na deze pauze kunnen de kinderen iets drinken en/of eten. Tussen 12.00 en 13.00 uur kunnen de kinderen op school overblijven o.l.v. gediplomeerde overblijfouders of naar huis gaan om daar te eten
7 Groepsindeling Op onze school zijn de kleutergroepen heterogeen samengesteld. Dit betekent dat in een kleutergroep 4, 5 en 6 jarige kleuters samen in een groep zitten. In de groepen 3 t/m 8 zitten de kinderen van gelijke leeftijden bij elkaar in een groep. Regelmatig wordt er in gemengde groepen gewerkt. Zo werken bijv. de groepen 3 & 4 samen in circuits, werken 5 & 6 en 7 & 8 tijdens workshops samen, helpen groep 7 en 8 bij het lezen in groep 3 en 4. Tijdens projecten zijn er activiteiten voor de groepen 1 t/m 8 samen.
8 Hoofdstuk 2 UITGANGSPUNTEN EN DOELSTELLINGEN Wij willen dat al onze leerlingen met plezier naar school komen en zoveel mogelijk leren. Daarom werken we aan een fijne sfeer in de klassen en doen we er alles aan om uit uw kind te halen wat erin zit. Het zelfstandig leren met behulp van individuele taakkaarten, in circuits en creatieve workshops is hierbij een essentieel onderdeel. U als ouder speelt een belangrijke en stimulerende rol bij het leren van uw kind. SAMEN SPELEN, SAMEN LEREN SAMEN WERKEN, SAMEN CREEEREN Visie De sfeer op school Bovenstaande willen we bereiken door in ons werk met kinderen uit te gaan van de volgende belangrijke punten: We begeleiden de kinderen in hun totale ontwikkeling, waarbij we de sociaal-emotionele en de cognitieve ontwikkeling zoveel mogelijk gelijkwaardig aan bod laten komen. Daarbij werken we ook aan de motorische en creatieve ontwikkeling De kinderen komen met plezier naar school om met elkaar te spelen, te werken en te leren We leren de kinderen dat ze verantwoordelijk zijn voor hun eigen gedrag en medeverantwoordelijk voor de sfeer in de groep en op school We hebben aandacht voor verschillen in ontwikkeling, talenten en leerwijzen van kinderen en stemmen ons onderwijs daarop af. We werken aan een steeds grotere mate van zelfstandigheid bij de kinderen. Het zelfstandig leren m.b.v. taakkaarten en het gebruik van coöperatieve werkvormen zijn hier enkele middelen voor We bereiden de kinderen voor op vaardigheden voor de 21 eeuw, de 21 st Century Skills : samenwerken, ict geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, communiceren, sociale en culturele vaardigheden, probleemoplossend vermogen We betrekken ouders bij het vaststellen van het onderwijsaanbod voor de kinderen We vinden het belangrijk dat uw kind leert en zich ontwikkelt in een veilige en vertrouwde omgeving. De goede sfeer binnen de groep is belangrijk voor het gevoel van veiligheid en een voorwaarde voor een evenwichtige ontplooiing. Dit betekent dat we alert zijn op discriminatie en pesten. We besteden veel aandacht aan hoe we met elkaar om gaan, werken en spelen. Hiertoe hebben we regels en afspraken opgesteld
9 voor de school en worden aan het begin van het schooljaar samen met de kinderen de klassenregels opgesteld. Om een veilige en vertrouwde sfeer in school te creëren: - leren we de kinderen dat ze verantwoordelijk zijn voor hun eigen gedrag en mede verantwoordelijk voor de sfeer in de groep - steken we meer energie in het belonen van goed gedrag dan het straffen van ongewenst gedrag - organiseren we allerlei speciale activiteiten (zie hoofdstuk 5) - maken we gebruik van een methode voor de sociale en emotionele vorming Gedrag- en pestprotocol Individuele begeleiding In alle groepen wordt aandacht besteed aan goed gedrag en is bekend dat pesten niet wordt getolereerd. We hebben hierover afspraken, die vermeld staan in het gedrag- en het pestprotocol.( beide staan op de website) Bij ongewenst gedrag en pesten nemen we als school contact op met de betrokken ouders, om samen tot een oplossing te komen met als doel het pesten te stoppen. Het is belangrijk dat school geïnformeerd wordt als hiervan sprake is. We sluiten zoveel mogelijk aan bij de individuele mogelijkheden van ieder kind. Steeds wordt ervan uitgegaan, dat elk kind aan het eind van de basisschool kennis en vaardigheden moet hebben opgedaan, die nodig zijn voor het vervolgonderwijs op een school voor voortgezet onderwijs, dat past bij het kind. Kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Op school stimuleren we de kinderen en dagen ze uit om steeds nieuwe zaken te verkennen en te ontdekken met allerlei verschillende werkvormen (coöperatieve werkvormen genoemd). Als de ontwikkeling wat minder vanzelfsprekend verloopt, bieden we hulp. Alle kinderen krijgen basisstof aangeboden voor de cognitieve vakken (taal, lezen en rekenen). Om deze basisstof te verwerken heeft niet ieder kind evenveel uitleg en tijd nodig. Bij het uitleggen van nieuwe leerstof houden we rekening met de behoefte van kinderen. De kinderen, die weinig uitleg en weinig oefening nodig hebben, kunnen sneller zelfstandig aan de slag met hun werk. Na de basisstof werken zij individueel verder aan verrijkings-, en verdiepingsstof of aan een extra programma voor taal, lezen of rekenen. De leerlingen die meer uitleg nodig hebben, krijgen in een kleine groep aparte instructie en maken eventueel een deel van de oefenstof samen met de leerkracht. Kinderen die moeite hebben met een bepaald leerstofonderdeel, kunnen met aangepaste of andere leerstof en / of materialen werken.
10 Zelfstandig leren Zelfstandig werken/ leren neemt een steeds belangrijkere plaats in op onze school. Tijdens de lessen verwerken de kinderen de leerstof na de instructie zoveel mogelijk zelfstandig. Daarnaast werken de kinderen minimaal twee keer per week aan hun individuele taakkaart met verschillende opdrachten en activiteiten. Ze bepalen zelf de volgorde waarin aan deze taken gewerkt wordt, leren hun tijd zo goed mogelijk in te delen en leren samen te werken, verantwoordelijkheid te nemen, te plannen en oplossingen te zoeken. Dit zal het zelfvertrouwen van kinderen verhogen. Tijdens het zelfstandig werken biedt de leerkracht hulp aan individuele of groepjes kinderen. HET ZELFSTANDIG LEREN IN GROEP 1 EN 2 Eén keer per week gaan de kleuters, als ze op school komen, direct aan het werk m.b.v. het keuzebord. Op dat bord hangen de afbeeldingen van de verschillende activiteiten waaruit ze kunnen kiezen, bijv. bouwhoek, spellenkast, huishoek, leeshoek, tekenen, zand/watertafel, werkblad. Alle kinderen hebben een eigen plaatje dat ze onder een activiteit hangen, zodat ze zelf ook zien welke kinderen en hoeveel kinderen een bepaald onderdeel hebben gekozen. Ook zijn er voor de oudsten verplichte werkjes, die op een taakkaart staan, die ze in de tijd voor zelfstandig leren moeten doen. Ze hebben daar ruimschoots gelegenheid voor. Zo leren ze hun tijd al wat in delen. Ze leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun werk. De kinderen leren eerst zelf de opdracht uit te voeren. Daarna kunnen ze ook uitleg vragen aan klasgenoten of aan de leerkracht. De kinderen vullen zelf op hun taakkaart in wat ze hebben gedaan. Tijdens het zelfstandig leren kan de leerkracht haar eigen plaatje op het bord hangen. Dat betekent dat zij met één of meer kinderen aan het werk is. Op deze momenten gebruikt de leerkracht een pop/knuffel. Deze pop neemt een taak van de leerkracht over als zij met kinderen aan het werk is. Bij de pop kan iets neergelegd of verteld worden door de kinderen. De kinderen leren op deze wijze de aandacht van de leerkracht uit te stellen. Na een poosje gewerkt te hebben met het groepje kinderen, krijgen de andere kinderen de aandacht die ze nodig hebben. Die lijn van het zelfstandig leren wordt in alle groepen doorgetrokken met steeds meer uitbreiding van onderwerpen. De leerkracht kan zo afwisselend hulp verlenen aan kinderen met bepaalde leerbehoeften, bijv. op het gebied van leesvoorwaarden, vaardigheden die te maken hebben met het geheugen, het creatief taalgebruik, de concentratie, de sociale vaardigheid of technisch lezen. In hogere groepen kan hulp geboden worden bij de spelling, het lezen of het rekenen. We breiden deze momenten steeds meer uit. 21st Century Skills We willen onze leerlingen vaardigheden bij brengen die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in de 21 e eeuw. Op de huidige en toekomstige arbeidsmarkt zien we andere banen ontstaan, waarin een beroep wordt gedaan op onderstaande vaardigheden:
Samenwerken en communiceren Leerlingen leren samen te werken met medeleerlingen en/of volwassenen binnen en buiten het klaslokaal of de school. Het gaat om de kwaliteit van het samenwerken, leerlingen hebben gedeelde verantwoordelijkheid voor het werk. Ze leren hierbij vaardigheden als onderhandelen, taken verdelen, luisteren naar ideeën en kennis van anderen. Ze hebben elkaar nodig om tot een product te komen. Samenwerken kan face-to-face plaatsvinden of m.b.v. technologie Kennisconstructie Het leren bevat activiteiten waarin leerlingen nieuwe informatie en inzichten kunnen combineren met wat ze al weten door bijv. het doen van onderzoek, evalueren en interpreteren van kennis en informatie. Ict geletterdheid Tijdens het leren wordt gebruik gemaakt van activiteiten waarin ict een belangrijke rol speelt door bijv. het gebruik van computers, laptops, camera s, media wijsheid, kritisch zijn. Informatie wordt opgezocht op internet, vaardigheden worden aangeleerd. Probleemoplossend vermogen en creativiteit De activiteiten richten zich hierbij op het zoeken van oplossingen voor een nieuw probleem. Planmatig werken en kritisch denken Leerlingen zijn verantwoordelijk voor eigen planning, leren te evalueren en reflecteren op hun leerproces en leerproduct. 11
12 De kwaliteit van ons onderwijs Moderne lesmethoden, leermiddelen en werkvormen Alle scholen verschillen in meer of mindere mate van elkaar. Ze verschillen in sfeer, werkwijzen en resultaten. De kwaliteit van een school hangt voor een groot deel af van de mensen die er werken en hoe ze dat doen. Van de leerkrachten wordt verwacht dat ze zich volledig inzetten en werken aan een prettige sfeer. Alleen daarmee is de kwaliteitszorg echter niet bepaald. We proberen onze kwaliteit op de volgende manieren te verbeteren: - door te werken met moderne methoden en leermiddelen, waaronder ict middelen en digiborden - door met het team aan bijscholing te doen - door effectief gebruik van lestijd - door de resultaten van de leerlingen, de groepen en de school te evalueren en te verbeteren - door ieder kind die begeleiding te geven die hij/zij nodig heeft - door de kinderen op het voortgezet onderwijs te volgen - door ouders en kinderen te betrekken bij het onderwijs In het jaarverslag verantwoorden wij ons over deze zaken. In onze school wordt lesgegeven met behulp van moderne lesmethoden en leermiddelen, waaronder passende ICT middelen en gebruiken we verschillende werkvormen om aan de kerndoelen te voldoen. De methoden geven leerstof voor de kinderen die extra uitdaging nodig hebben en extra oefenstof voor weer andere kinderen. Ieder jaar stellen we een vakgebied centraal om vernieuwingen in te voeren door o.a. het aanbod aan te passen en/of de methode te vervangen. Zo hebben we het afgelopen jaar de methoden voor rekenen & wiskunde, Engels en begrijpend lezen vernieuwd. De komende jaren zullen we het taalonderwijs en de zaakvakken ( aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkennis) evalueren en de nodige vernieuwingen doorvoeren. Naast het gebruik van moderne lesmethoden en leermiddelen, wordt leerstof aangeboden en geoefend met digiborden, computers, tablets e.d. Internet is een niet meer weg te denken bron voor informatie. Met nieuwe coöperatieve werkvormen worden leerlingen uitgedaagd, leren ze initiatief te nemen en samen te werken. Ieder kind benut zijn eigen talenten.
13 Nascholing leerkrachten Effectieve leertijd Evaluatie Goede, moderne methoden zijn belangrijk. Ze staan en vallen echter met de leerkracht die ze gebruikt. Zij moeten er voor zorgen dat de materialen en methoden zinvol en op de meest adequate manier worden gehanteerd. Daarom besteden we veel aandacht en energie aan overleg en samenwerking, stimuleren we nascholing voor de leerkrachten en volgen we studiedagen en cursussen voor het hele team. Op deze manier proberen we de ontwikkelingen in het onderwijs op de voet te volgen en onze deskundigheid te vergroten. Voor de komende jaren is onze nascholing gericht op: - passend onderwijs, het aanbod van ons onderwijs goed laten aansluiten bij de behoefte van uw kind(eren). Onderwerpen als dyslexie, dyscalculie, (hoog) begaafdheid, concentratieproblemen, adhd, (zie hiervoor het ondersteuningsplan van school op onze website) - gebruik van ICT middelen - begeleiding van kinderen op sociaal en emotioneel gebied Om een optimale ontwikkeling van de kinderen mogelijk te maken, willen we de lestijd die we hiervoor hebben effectief gebruiken. De leerkrachten zorgen voor een goed werkklimaat, waarin de kinderen alle tijd kunnen benutten om de leerstof te verwerken. Tevens zorgen we ervoor dat er zo weinig mogelijk lesuitval plaatsvindt. We houden ons als school aan de leerplichtwet en bij afwezigheid van leerkrachten zoeken we naar een goede vervanging c.q. opvang, zodat kinderen niet naar huis gestuurd hoeven te worden. Ons onderwijs en de resultaten worden geëvalueerd door het team, het bestuur, de inspectie en de ouders. Voor het meten van de kwaliteit van ons onderwijs maken we gebruik van een tevredenheids onderzoek d.m.v.: -een ouder enquête -een leerling enquête -een leerkracht enquête Deze worden eens per drie jaar afgenomen. Jaarlijks vindt een evaluatie plaats van de leerresultaten door de inspectie. Één keer in de vier jaar komt de inspectie op bezoek voor een groot onderzoek van het onderwijs op de Fuut. Verslagen hiervan kunt u terugvinden op de website van de inspectie. (http://toezichtkaart.owinsp.nl/zoekresultaat#5) Met het bestuur wordt jaarlijks de voortgang besproken. De resultaten van de enquêtes en evaluaties worden met de medezeggenschapsraad besproken en bekend gemaakt in bijv. de nieuwsbrief en in het jaarverslag.
14 De resultaten van ons onderwijs Om de resultaten van de leerlingen en ons onderwijs te bepalen maken we gebruik van toetsen en evaluaties. Al enige jaren werken we met een leerlingvolgsysteem van het CITO voor alle groepen (zie ook hoofdstuk 4). Met deze toetsen kunnen we objectief de voortgang van de kinderen bepalen en het aanbod daarop af te stemmen. Bovendien geeft het ons een totaalbeeld van de prestaties van onze school in vergelijking met andere scholen. Op grond van die gegevens zijn we niet alleen in staat kinderen adequaat te helpen, maar kunnen we ook gefundeerd werken aan ons onderwijs. Resultaten januari 2014 DMT Inspectie norm School resultaat groep 3 21 33,6 groep 4 48 57,3 groep 5 66 77,5 groep 6-85,3 groep 7-101,2 Begrijpend lezen Inspectie norm School resultaat groep 3 - - groep 4-14 groep 5 25 28,6 groep 6 32 31,1 groep 7 45 48,2 Spelling Inspectie norm School resultaat groep 3-111,8 groep 4-118,6 groep 5-127,4 groep 6-132,6 groep 7-141,8 Rekenen & wiskunde Inspectie norm School resultaat groep 3-32,1 groep 4 50 55,4 groep 5 71 75,4 groep 6 84 85,8 groep 7 98 106,3 De resultaten van afgelopen schooljaren voor groep 8 waren als volgt: Groep 8 Inspectie norm Resultaat 2012-2013 Resultaat 2012-2013 Resultaat 2013-2014 DMT - 106,6 108,1 A 107,5 A Begrijpend lezen 55 56,8 72 A+ 68,9 A+ Spelling - 144 146,2 A+ 148,4 A+ Rekenen &Wiskunde 110 115,5 123 A+ 124,4 A+
15 Uitstroom naar het voortgezet onderwijs Het percentage kinderen dat naar de diverse scholen voor voortgezet onderwijs gaat en de resultaten van de toetsen wisselen van jaar tot jaar. De afgelopen jaren scoort onze school boven het landelijk gemiddelde. Uit onderzoek komt naar voren dat het succes in het voortgezet onderwijs vooral bepaald wordt door: * de capaciteiten van het kind, maar ook de inzet en werkhouding * de kwaliteit van de basisschool. Dat laatste betekent dat wij uit uw kind proberen te halen wat erin zit. In het volgende schema is te zien naar welke vormen van voortgezet onderwijs onze leerlingen uitstroomden. 2011 2012 2013 2014 Vwo ( gymnasium) 5 2 5 7 Havo/vwo 5 4 3 5 Havo 1 4 7 5 Vmbo- tl / havo 5 4 4 5 Vmbo-gemengd-theoretisch 4 5 3 2 Vmbo-beroeps 4 7 5 4 Totaal aantal lln. 24 26 27 28 Toekomstplannen Een school waar geen verandering meer plaatsvindt, staat stil en doezelt langzamerhand in. Onze school is steeds bezig de organisatie en het onderwijs te verbeteren. Plannen hiervoor zijn neergelegd in een meerjarenplanning. Zaken die we de eerstkomende jaren willen aanpakken zijn: het werken aan de 21st Century Skills het verder uitwerken van onderwijs op maat (Passend Onderwijs) - instructie geven die een kind nodig heeft - leerstof aanbieden op het niveau van het kind - werken met taakkaarten sociale vaardigheden van kinderen verbeteren het aanbod voor onze (hoog) begaafden het aanbieden van een uitdagende leeromgeving voor kinderen het taal- en rekenonderwijs optimaliseren het werken in circuits In het informatieboekje (dat u jaarlijks ontvangt) kunt u lezen welk onderdeel in het betreffende schooljaar uitgewerkt wordt.
16 Hoofdstuk 3 DE LEERSTOF Groep 1-2 De aanpak in de kleutergroepen verschilt van die in de andere groepen. Ook de inrichting van de lokalen en de manier van werken is anders. Spelenderwijs wordt er gewerkt aan: de sociale en emotionele ontwikkeling (weerbaarheid, sociale vaardigheden, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen) de taal-, lees- en rekenontwikkeling de creatieve ontwikkeling (muziek, drama, handvaardigheid) de lichamelijke en motorische ontwikkeling (dagelijks bewegingslessen in het speellokaal en/of buiten spelen) de cognitieve ontwikkeling In deze groepen wordt gewerkt met thema s. Kinderen krijgen verschillende activiteiten aangeboden waar ze aan mee kunnen doen. Sommige activiteiten worden samen met de leerkracht gedaan, aan andere kunnen ze zelfstandig werken. Het werken start meestal vanuit de kring. Hier begint de schooldag en hier keren de kinderen ook steeds weer terug. Vanuit de kring gaan kinderen spelen en werken in hoeken, aan tafels, in de speelzaal en op het plein met allerlei (ontwikkelings)materialen, ICT middelen, speelgoed en spelletjes. Bij de jongste kleuters, die pas op school zitten, ligt er veel nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Leren gebeurt vooral door spelen. Al spelend verkennen en ontdekken de leerlingen de wereld om zich heen. Na een aantal weken, als de kinderen gewend zijn en zich veilig voelen, worden ze uitgedaagd om mee te doen aan de opdrachten die door de leerkracht aangeboden worden zoals: knutselen, spelen met ontwikkelingsmateriaal. De kinderen leren om langer aan een activiteit te werken. Als de kinderen een jaartje ouder zijn gaan we steeds meer werken aan de verfijning van de motoriek, de taal-, reken- en functieontwikkeling. De leerkracht heeft daarbij een motiverende en sturende rol. Op een speelse manier krijgen de oudste kleuters activiteiten aangeboden die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven in groep drie. Naast het spel krijgen de kinderen opdrachten op papier (werkbladen). De meeste kinderen zitten twee tot tweeënhalf jaar in een kleutergroep. Na groep 2 wordt beslist of een kind toe is aan groep 3 (zie hoofdstuk 4).
17 DAGINDELING KLEUTERGROEPEN De school begint om 8.30 uur en eindigt om 12.00 uur. Op woensdag tot 12.15 uur. s Middags zijn op maandag, dinsdag en donderdag zijn de schooltijden van 13.00 uur tot 15.00 uur. Op woensdag- en vrijdagmiddag zijn de kinderen vrij. De deur is tien minuten voor aanvang van de les open. De activiteiten voor de dag, waaruit een keuze gemaakt wordt, zijn: * Voorlezen / vertellen * Gym / spel / drama * Werken met ontwikkelingsmateriaal * Muzikale vorming * Speel/werktijd * Beeldende expressie/knutselen * Taal-, lees- en rekenactiviteiten Al deze activiteiten vinden plaats rond een bepaald thema. Dit thema kan door de leerkrachten bedacht zijn, maar ook door de kinderen. De volgorde van de activiteiten is wisselend en staat vermeld op het activiteitenplan dat in de klas hangt. De kinderen kunnen dit zien op de dagritmekaarten. We beginnen meestal in de kring. De kinderen hebben even de tijd om elkaar te begroeten, met elkaar te praten en eventueel meegenomen materiaal te bekijken. In de kring kunnen de kinderen hun verhaal kwijt, bijvoorbeeld over wat ze in hun vrije tijd gedaan hebben; over iets dat ze hebben meegenomen. De kalender en de dagplanning worden besproken. Een andere mogelijkheid is dat we een kort gesprekje in de kring houden, een verhaal vertellen of voorlezen. We beginnen ook wel in de kring met muziek maken, zingen of een verjaardag vieren. Na de kring gaan de kinderen spelen en werken in de hoeken of aan tafels. Eén of twee groepjes kinderen werken onder directe begeleiding van de leerkracht. De overige kinderen werken zelfstandig aan tafel of in de hoeken met of zonder opdracht. Nadat de kinderen gespeeld en gewerkt hebben komen ze bij elkaar in de kring of aan tafel voor een korte drinkpauze. Na deze drinkpauze krijgen de kinderen gym of een spelles in de speelzaal of wordt er buiten gespeeld. ( zie ook filmpje op onze website)
gym spel handvdh muziek tekenen mv/gs verkeer natuur gesch. aard. engels rekenen taal schrijven lezen 18 Groep 3-8 In deze groepen komen veel verschillende vakken aan bod, waarbij het zwaartepunt voor ons ligt op de basisvakken lezen, taal en rekenen. Maar we doen natuurlijk meer. Er komen ook andere zaken aan bod, echter niet in ieder schooljaar hetzelfde of in dezelfde intensiteit. In onderstaande tabel wordt globaal aangegeven hoeveel tijd er per week aan de verschillende vakgebieden gemiddeld wordt besteed. 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 Gemiddeld aantal uren per vakgebied / per week Lezen Het voorbereidend lezen In de kleutergroepen vinden voorbereidende activiteiten plaats voor het lezen. Er wordt aandacht besteed aan: boekoriëntatie het verhaalbegrip de functie van geschreven taal de relaties tussen geschreven en gesproken taal de mondelinge communicatie de woordenschat ontluikende geletterdheid, waaronder letterkennis Het aanvankelijk lezen In groep 3 wordt voor het lezen de aanvankelijk leesmethode VEILIG LEREN LEZEN gebruikt. Bij deze methode leren de kinderen woorden lezen, waarbij gelijktijdig geleerd wordt uit welke letters de woorden bestaan. Met deze letters leren kinderen nieuwe woorden lezen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verschillende middelen en materialen, zoals wandplaten, grote voorleesboeken, letterdozen, leesboekjes, werkschriftjes, allerlei spelletjes en computerprogramma s. Bij de start van groep 3 wordt gekeken welke letterkennis en welk leesniveau de kinderen hebben om daar vervolgens op aan te sluiten. Sommige kinderen kunnen al lezen, anderen hebben extra begeleiding
19 nodig om het lezen onder de knie te krijgen. Kinderen werken dus op verschillende niveaus, met verschillende werkvormen in o.a. circuits. Technisch lezen Na het aanvankelijk lezen ligt in eerste instantie de nadruk vooral op het technisch lezen. Kinderen lezen individueel of in tweetallen met de boeken uit de schoolbibliotheek. Deze boeken zijn volgens de nieuwste AVI systematiek ingedeeld. M4 staat voor niveau midden groep 4, E6 staat voor eind groep 6 etc. Op deze wijze sluiten we goed aan bij het niveau van de kinderen. Om te kijken op welk niveau het kind het best kan oefenen, moeten de kinderen regelmatig een tekst lezen bij de leerkrachten (AVI toets). Tijdens de leeslessen geeft de leerkracht een korte instructie over leestechnieken en leest de leerkracht met individuele of groepjes kinderen. De kinderen uit groep 3 en 4 kunnen begeleiding krijgen van kinderen uit de hoogste groepen. Voor kinderen die veel moeite hebben met het technisch lezen, of dyslectisch zijn, worden aanvullende activiteiten gedaan o.l.v. de leerkracht. Begrijpend lezen In de hogere leerjaren komt de nadruk bij het leesonderwijs steeds meer te liggen op het begrijpend en studerend lezen. Vanaf groep 4 werken we met de methode NIEUWSBEGRIP. Bij deze methode worden wekelijks nieuwe teksten, passend bij de actualiteit op vier niveaus via internet aangeleverd. Bij elke les hoort een filmpje om de voorkennis bij de kinderen te peilen. In groep 4 worden de teksten en opdrachten samen met de leerkracht besproken en gemaakt, vanaf groep 5 werken de kinderen ook zelfstandig of in groepen aan de vragen en opdrachten die bij de teksten horen. Verschillende onderdelen van de lessen worden met de computer gemaakt. Leesbeleving Om kinderen plezier te laten beleven aan het lezen, wordt er veel voorgelezen, organiseren we leesprojecten, hebben we de beschikking over een uitgebreide bibliotheek met allerlei soorten boeken die op niveau ingedeeld zijn en doen we mee met een project rond de kinderboekenweek. De school doet mee met het voorleesontbijt en de nationale voorleeswedstrijd. Elke groep bezoekt jaarlijks een activiteit in de bibliotheek. Voor het leesonderwijs werken we met het dyslexieprotocol.
20 BIBLIOTHEEK Drie keer per week kunnen de leerlingen een boek lenen uit de schoolbibliotheek. Ook hiervoor komen ouders op school die bij het ruilen helpen en de administratie hiervan bijhouden. De leerlingen uit groep 3 starten na de Kerst met het lenen van boeken. Nederlandse Taal In groep 3 wordt het taalonderwijs, inclusief spelling, gecombineerd met het aanvankelijk lezen. In de kleutergroepen vallen de taalactiviteiten onder het voorbereidend lezen. Vanaf groep 4 maken we gebruik van de methode TAALJOURNAAL voor taal en TAAL OP MAAT voor spelling. In de methode TAALJOURNAAL: - wordt rekening gehouden met de verschillende leerstijlen van kinderen - neemt het zelfstandig werken/leren en samenwerken een belangrijke plaats in - wordt gedifferentieerd naar tempo, taalvaardigheid en interesse - komen alle taalonderdelen, zoals woordenschatontwikkeling, taalbeschouwing (waaronder ontleden), spreken, luisteren en schrijven aan bod De lessen woordenschatontwikkeling, taalbeschouwing, waaronder ontleden, zijn hoofdzakelijk groepsgebonden lessen, waarbij de leerkracht instructie geeft en de kinderen de leerstof verwerken. Voor de overige onderdelen werken de kinderen, individueel of in groepjes, twee à drie dagen per week aan keuzeactiviteiten. Bij die keuzeactiviteiten, werken de kinderen aan verschillende opdrachten met verschillende werkvormen voor taal. De resultaten worden gepresenteerd aan de klas. De lessen, die elk twee weken in beslag nemen, worden afgesloten met een toets en de eerder genoemde presentaties. In de methode TAAL OP MAAT worden elke week één of meerdere spellingscategorieën aangeboden. De regel wordt aangeleerd en geoefend met daarbij horende woorden. Elke categorie wordt ondersteund door klassenplaten en stickers. Om de woorden te oefenen maken de kinderen gebruik van een werkboek en ICT programma s. In de groepen 4 t/m 8 worden de onveranderlijke woorden aangeleerd. Vanaf groep 6 wordt gestart met de werkwoordspelling, die in de groepen 7 en 8 verder uitgebreid wordt. Als geheugensteun maakt ieder kind een spelling spiekschrift als naslagboekje. Elke week wordt er een dictee gegeven en na 4 weken volgt een controledictee.
21 Rekenen/Wiskunde In de kleutergroepen wordt aandacht besteed aan: de ruimtelijke oriëntatie ( plaats, tijd en richting) hoeveelheidsbegrippen, begrippen uit de rekentaal, ordening ( groeperen, classificeren, vergelijken en seriëren ) tellen ( akoestisch tellen, tellen van hoeveelheden en gestructureerd tellen) en getalbegrip meten, wegen en tijd Voor het Rekenonderwijs maken we vanaf groep 3 gebruik van de methode PLUSPUNT. Bij deze methode leren de kinderen dat er verschillende oplossingsmethoden, strategieën, zijn. Globaal komen de volgende rekenonderdelen per leerjaar aan bod: Groep 3: werken met rekenkundige begrippen, tellen en terugtellen tot 100, getalstructuur tot 20, herkennen en schrijven van de cijfers tot 20, optellen, het aftrekken, splitsen, aanvullen en samenvoegen tot 20, klokkijken, geldrekenen, meten Groep 4: inzicht in de telrij en getalstructuur tot 100, optellen en aftrekken tot 100, start tafels 1 t/m 10, klokkijken, meten, werken met geld Groep 5: inzicht in de getalstructuur tot 1000, optellen en aftrekken tot 1000, uitspreken en lezen van getallen tot 100.000, vermenigvuldigen (tafels tot 10), delen, met en zonder rest, voorbereidend cijferen, klokkijken, meten, inhoudsmaten, gewichten, geldsommen Groep 6: inzicht in de getalstructuur tot 10.000, verkennen van getallen t/m miljoenen, cijferend optellen en aftrekken, vermenigvuldigen, eenvoudige breuken, inzicht in metriek stelsel, werken met grafieken en tabellen Groep 7: inzicht in getalstructuur tot 1.000.000, cijferend rekenen, breuken, werken met procenten, metriek stelsel Groep 8: verdere uitbouw, toepassing van de geleerde reken- en wiskundestof In de klas wordt gewerkt met verschillende niveaus. Uitgangsgpunt is de basisstof. Iedereen krijgt dit aangeboden, maar met verschillende uitleg en oefenstof. Om de oefenen worden verschillende materialen gebruikt, waaronder oefenstof op de computer en andere ICT middelen. Voor de kinderen die meer aankunnen en meer uitdaging nodig hebben, compacten we de lesstof ( ze hoeven minder te oefenen ) en krijgen ze verdieping- c.q. verrijkingsstof aangeboden.
22 Wereldoriëntatie Op heel veel momenten wordt gesproken over de wereld om ons heen en brengen we kinderen kennis bij over het heden, verleden en de natuur van de aarde. In de groepen 1 t/m 4 gebeurt dit hoofdzakelijk in projectvorm. Vanaf groep 5 worden de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkennis in thema s aangeboden. Elk thema duurt één à twee weken. Voor de uitwerking van de thema s worden de onderstaande methoden als leidraad gebruikt. De uitwerking verschilt per thema waarbij de volgende activiteiten en passen: Woordvelden, mindmappen, presentaties, PowerPoint, prezi s en werkstukken maken, informatie opzoeken in boeken, op internet, interviews en onderzoek houden. Als afsluiting van een thema is er een presentatie, quiz of wordt een werkstuk, werkboekje gemaakt. Voor de verschillende thema s maken we gebruik van de volgende methoden: Aardrijkskunde (en topografie): GEOBAS Groep 5: kennismaking met Nederland Groep 6: Nederland Groep 7: Europa Groep 8: De wereld Geschiedenis : BIJ DE TIJD Vanaf groep 5 keren ieder jaar dezelfde zes tijdvakken in dezelfde volgorde terug. Deze zes tijdvakken zijn de prehistorie, de Romeinse tijd, de Middeleeuwen, de 16 e /17 e eeuw, de 18 e /19 e eeuw en de 20 e eeuw. De kennis van deze tijdvakken wordt ieder jaar verder uitgebreid. Bovendien wordt ieder jaar een geografische component toegevoegd: Nederland, Europa en tenslotte de wereld. Natuuronderwijs : NATUURLIJK De methode Natuurlijk biedt de kinderen basiskennis aan door begrippen die een centrale plaats innemen in de natuur, bijvoorbeeld voortplanting en ontwikkeling, diversiteit en mobiliteit, energie en kracht, licht, geluid en warmte, vloeistoffen en gassen en voeding. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden. Werkstukken en spreekbeurten Naast de uitwerking van de thema s voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkennis maken de kinderen vanaf groep 5 werkstukken. Voor het maken hiervan kunnen de kinderen gebruik maken van de schoolbibliotheek, waar ze informatieve boeken over de meest
23 gangbare onderwerpen kunnen lenen. Daarnaast wordt er steeds vaker informatie opgezocht via internet. Kinderen krijgen op school de tijd om aan hun werkstuk te werken. Vaak vinden ze het fijn om ook thuis iets te doen. Voor het leren maken van werkstukken zijn er speciale boekjes met werkbladen (informatieboekjes) aangeschaft. Vanaf groep 4 maken de kinderen hier gebruik van. Naast het maken van werkstukken, houden de kinderen vanaf groep 4 één of meerdere spreekbeurten. De onderwerpen variëren per groep. Om de kinderen te laten wennen mogen ze in groep 4 en 5 in tweetallen een spreekbeurt houden. Verkeer Engels Schrijven Voor verkeer maken we gebruik van verschillende bladen met opdrachten uitgegeven door Veilig Verkeer Nederland. KLAAR OVER groep 3 Stap vooruit van VVN groep 4 Op voeten en fietsen van VVN groep 5 en 6 Jeugdverkeerskrant van VVN groep 7 De bladen verschijnen twee keer per maand. In de groepen 4 t/m 6 worden allerlei gedragsregels aangeleerd. In groep 7 worden de verkeerslessen afgesloten met een theoretisch en praktisch verkeersexamen. Vanaf groep 5 wordt er Engels gegeven. We werken bij ons op school met de methode: HELLO WORLD. Met behulp van deze methode wordt de Engelse taal actief en passief eigen gemaakt. De thema s sluiten direct aan bij de belevingswereld van de kinderen. De leerlingen op De Fuut leren schrijven met de methode: PENNENSTREKEN. Deze methode sluit aan bij het voorbereidend en aanvankelijk schrijven in de kleutergroepen. In groep 3 wordt dagelijks geschreven. In de groepen 4 t/m 6 wordt gemiddeld één uur per week aandacht besteed aan het schrijfonderwijs. In de eerste leerjaren ligt de nadruk vooral op het methodisch schrijven. In de hogere leerjaren verschuift de aandacht naar het ontwikkelen van een eigen handschrift. Naast het methodisch schrijven wordt er in de methode ook veel gedaan aan het schrijven op tempo en het creatief schrijven.
24 Creatieve vakken In de eerste twee leerjaren op school is de creatieve vorming van de kinderen geïntegreerd in het totale programma. Vanaf groep 3 wordt gemiddeld drie uur per week expliciet aan de creatieve vakken besteed. Onder de creatieve vakken vallen: tekenen, handvaardigheid, muziek en drama. Voor deze vakgebieden wordt o.a. gebruik gemaakt van de methode MOET JE DOEN drama, tekenen, handvaardigheid, muziek. Deze vakken brengen evenwicht in het lesprogramma; niet alleen het leren heeft de nadruk, ook de creatieve vorming. Toch zien we deze vakken niet louter als ontspanning. Ook hier geven we les en proberen we een zo goed mogelijk resultaat na te streven. Het gaat dan ook om het aanleren van technieken voor de verschillende vakgebieden, die weer bij andere activiteiten gebruikt kunnen worden. Bij de creatieve vakken worden ieder jaar verschillende accenten gelegd. Op deze wijze komen in vier jaar alle culturele en erfgoedonderdelen aan bod. Workshops Voor de groepen 5 t/m 8 organiseren we op een aantal vrijdagmiddagen workshops. Tijdens deze workshops krijgen de kinderen technieken en activiteiten aangeboden die om een kleine setting vragen. Muzieklessen Voor de muzieklessen van de groepen 3 t/m 8 komt een muziekleerkracht van de muziekschool wekelijks een half uur muziekles geven. In groep 5 krijgen de kinderen lessen met een instrument. De instrumenten mogen mee naar huis, om thuis te oefenen. Dramalessen In alle groepen komt een aantal weken een dramadocent lessen verzorgen rond een bepaald thema. De lessen worden afgesloten met een voorstelling door en voor de kinderen van school. Onder leiding van de eigen groepsleerkrachten verzorgen alle groepen een voorstelling voor de kinderen en de ouders van de groep. Bewegings Onderwijs Kinderen hebben behoefte aan bewegen. In groep 1 en 2 staat het bewegingsonderwijs dagelijks op het programma. Er wordt in de klas, op het schoolplein of in het speellokaal gespeeld. Dit is vooral belangrijk voor hun lichamelijke ontwikkeling. Ook kunnen zij op deze manier hun energie kwijt. Elke dag gymmen de kleuters s morgens in het speellokaal. Bij mooi weer gaan de kinderen ook naar buiten. s Middags wordt er (als het weer het toelaat) buiten gespeeld. De kinderen uit de groepen 3 t/m 8 krijgen tweemaal per week bewegingsonderwijs van een vakleerkracht.
25 Zwemlessen Naast deze lessen krijgen de kinderen van de groepen 3 en 4 twee jaar zwemonderwijs in het zwembad in Monnickendam. Hiervoor wordt door de gemeente een eigen bijdrage gevraagd aan de ouders. SCHOOLZWEMMEN Doelstelling van het schoolzwemmen. -Het behalen van de diploma s A en B. -Voor kinderen die al in het bezit zijn van deze diploma s het bijbrengen van een goede zwemconditie. -Het aanleren van verschillende facetten van het zwemmen, zoals wedstrijdslagen, starten, kunstzwemmen, survivalzwemmen en reddend zwemmen. Hiervoor kunnen de kinderen het schoolbrevet I of II behalen. ICT Ict is binnen ons onderwijs geen doel op zich, maar een onderdeel van de schoolvisie en het schoolbeleid. Ict kan als middel fungeren om doelen te bereiken en integraal onderdeel van het leerproces. Kernpunten zijn: * Het gebruik van de ict apparaten en het digitale schoolbord als onderwijsmiddel om een les voor te bereiden en daadwerkelijk te geven. * Het gebruik van de ict apparaten ter verdieping en remediëring van oefenstof, door middel van bijvoorbeeld educatieve software of educatieve websites * Het gebruik van de ict apparaten bij de verwerking van de lesstof; * Het gebruik van de ict apparaten als tekstverwerker bij onder andere het maken van boekverslagen, presentaties en werkstukken; * De inzet van software gerelateerd aan de gebruikte onderwijsmethodes; * Het gebruik van de ict apparaten binnen het taal-, reken en leesonderwijs met als doel om kwaliteitsverbetering te realiseren. Om de kinderen optimaal gebruik te laten maken, worden specifieke ICT vaardigheden geoefend: het leren typen, knippen en plakken, foto s e.d. invoegen, powerpoints en prezi s maken, muziek maken e.d. Daarnaast besteden we aandacht aan mediawijsheid. De kinderen leren op een verantwoorde manier met de nieuwe media om te gaan.
26 Hoofdstuk 4 De opvang van nieuwe leerlingen Het leerlingvolgsyst eem ONDERSTEUNING AAN KINDEREN Kinderen, die leerplichtig zijn, kunnen op ieder gewenst moment, na overleg met de school van herkomst, instromen. Vierjarigen kunnen geplaatst worden op of rond de dag na hun vierde verjaardag of op de eerste dag na een vakantieperiode. Voordat uw kind vier jaar wordt mag hij/zij vier keer op school komen om kennis te maken met de leerkrachten en kinderen van de klas. De eerste twee keer mogen de ouders hierbij aanwezig zijn. De data hiervoor worden in overleg afgesproken. U ontvangt dan ook de folder Voor het eerst naar school, waarin allerlei zaken beschreven staan over de eerste schooldagen. Bij de vierjarigen ligt in de eerste periode de nadruk op het wennen aan het naar school gaan, het leren kennen van de leerkracht en de kinderen en de weg leren vinden in de groep. Als een kind een aantal weken in de groep zit, zal de leerkracht u uitnodigen voor een gesprek over uw kind. Leerkracht en ouders kunnen dan ervaringen uitwisselen over de eerste schoolweken. Kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Op school stimuleren we de kinderen en dagen ze uit steeds iets nieuws te leren. De ontwikkeling van uw kind houden we bij door: - observaties en (leer)gesprekken - portfolio s - dictees en toetsen die bij de methoden horen Daarnaast maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Dit leerlingvolgsysteem bestaat uit een aantal toetsen en observaties, die los staan van de gebruikte methoden. In de kleutergroepen en begin groep 3 maken we gebruik van observatielijsten van KIJK. Deze observaties betreffen de taalontwikkeling, het kringgedrag, de motoriek, het werkgedrag, omgang met leerkracht en klasgenootjes, het zelfvertrouwen enz. Deze lijsten worden twee keer per jaar ingevuld. Naast deze observatielijst worden bij de oudste kleuters toetsen voor taal en rekenen, die door het CITO ontwikkeld zijn, afgenomen. Vanaf groep 3 wordt twee keer per jaar de voortgang getoetst voor de basisvaardigheden: technisch en begrijpend lezen, spelling en rekenen & wiskunde. (CITO leerlingvolgsysteem) We vinden het echter ook belangrijk om te weten of uw kind zich prettig voelt op school. Dat een kind lekker in zijn vel zit is een van de eerste voorwaarden, waaraan voldaan moet worden, wil een kind iets kunnen leren. Daarom noteren alle leerkrachten van groep 3 t/m 8 twee keer per jaar, door middel van observaties, de ontwikkeling van het zelfvertrouwen, de omgang met kinderen en de leerkracht e.d.
27 Ondersteuning Op de Fuut worden verschillende vormen van ondersteuning gegeven. Basisondersteuning Deze ondersteuning wordt aan alle kinderen gegeven door de groepsleerkracht in de eigen groep. Tijdens het zelfstandig werken, heeft de leerkracht de handen vrij om met individuele of groepjes kinderen te werken. Leerlingen kunnen hierbij verlengde instructie krijgen, alles wordt extra herhaald in kleine stappen, verwerken leerstof samen met de leerkracht. Hier valt ook de instructie onder die kinderen nodig hebben om verdiepingsstof te kunnen maken. Extra ondersteuning Soms is het noodzakelijk om kinderen meer ondersteuning te geven. Om de begeleidingsbehoefte bepalen, kunnen kinderen uitgebreider besproken en/of onderzocht worden. De eigen leerkracht, de intern begeleider, of een externe zal dit onderzoek dan uitvoeren. Naar aanleiding hiervan worden afspraken gemaakt over de gewenste aanpak, aanpassingen of extra ondersteuning. Deze kan dan individueel of in kleine groepjes gegeven worden in of buiten de klas of school. Het geven van extra ondersteuning wordt altijd met ouders overlegd. Extra ondersteuning is onderverdeeld in: -ondersteuning met expertise die in school aanwezig is door bijv. intern begeleider, leerkracht binnen school met extra expertise. -ondersteuning met expertise van buiten de school door externe begeleider bijv. iemand vanuit het speciaal(basis) onderwijs. -extra ondersteuning door een speciale leerkracht op een speciale (basis) school. Voor deze laatste ondersteuning is een wettelijke toelaatbaarheidsverklaring nodig. ( zie ook: het Ondersteuningsprofiel en het Ondersteuningsplan op de website) Leerlingbesprekingen Ondersteunings team De interne begeleider bespreekt minimaal drie keer per jaar de ontwikkeling van alle kinderen met de groepsleerkracht. Er worden afspraken gemaakt over de (extra) ondersteuning die gegeven moet worden. Ondersteuning omdat een kind problemen heeft of omdat een kind een extra uitdaging nodig heeft. Daarnaast kunnen kinderen besproken worden tijdens leerlingbesprekingen met het team. Op school wordt gewerkt met een ondersteuningsteam. Dit team bestaat uit: de groepsleerkracht, de interne begeleider, de directeur, de externe schoolondersteuner vanuit de schoolbegeleidingsdienst ( vaak een orthopedagoog of psycholoog) en een schoolmaatschappelijk werker.
28 Het team kan uitgebreid worden met meerdere personen afhankelijk van de hulpvraag. In het ondersteuningsteam worden leerlingen besproken met speciale vragen op het gebied van leren en gedrag zoals: dyslexie, gedragsproblemen, hoogbegaafdheid. Voor bespreking van een kind in het ondersteuningsteam wordt schriftelijk toestemming gevraagd aan de ouders. Tevens worden de ouders uitgenodigd om aanwezig te zijn en mee te denken over de stappen die gezet moeten worden. Passend Onderwijs & Samenwerkingsverband Waterland Leerlingdossier en onderwijskundig rapport Groepsverlenging In onze regio werken basisscholen, scholen voor speciaal ( basis) onderwijs met elkaar samen in het samenwerkingsverband Waterland om Passend Onderwijs vorm te geven. Met ingang van 1 augustus 2014 hebben alle scholen samen de plicht om aan alle kinderen onderwijs te bieden op een school in hun directe omgeving. In het ondersteuningsplan van dit samenwerkingsverband is aangegeven hoe Passend Onderwijs in onze regio vorm krijgt en hoe de ondersteuning geregeld is. Op de website van het samenwerkingsverband kunt u meer lezen over dit ondersteuningsplan. Van elke leerling worden gegevens bewaard in een leerlingendossier. In dit dossier staan notities van besprekingen over leerlingen, van gesprekken met ouders, van speciale onderzoeken, de toets- en rapportgegevens en de plannen voor extra ondersteuning aan de leerlingen. Dit dossier is vertrouwelijk en kan na afspraak door ouders ingezien worden. Leerlingen die van school gaan krijgen een onderwijskundig rapport mee voor de nieuwe school. Daarin staat vermeld met welke methoden is gewerkt, hoever de leerling is gevorderd en welke begeleiding nodig is. Af en toe komen we tot de conclusie dat alle extra inzet onvoldoende effect heeft gehad. Om te voorkomen dat een kind zijn verdere schoolloopbaan steeds meer aangewezen is op extra hulp om de basisstof te kunnen volgen, kan besloten worden een leerling een aparte leerlijn te laten volgen. Dit kan betekenen dat een leerling een jaar langer in een groep blijft. Doel van deze groepsverlenging is altijd dat het kind daarna de basisschool gewoon kan afmaken. Groepsverlenging vindt hoofdzakelijk plaats in de onder- en middenbouwgroepen (groep 2, 3, 4). In deze groepen wordt namelijk de basis gelegd voor de verdere schoolloopbaan. Voor deze leerlingen worden aparte doelen opgesteld in het groepsbelang, die met de ouders worden besproken. De beslissing voor het volgen van een aparte leerlijn, of groepsverlenging wordt na overleg met ouders en het team door de directie genomen.