VEERTIG JAAR INSTITUUT VOOR FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Em. ROGER DILLEMANS... xi DE WET VALKENIERS, EEN GEMISTE KANS? Prof. MIEKEN PUELINCKX-COENE...1 I. De bedoeling van de wet...1 II. Betekenis van de wet voor het erfrecht in het algemeen...4 III. Voorwaarden om een Valkeniersovereenkomst geldig te kunnen afsluiten...5 A. Welke (aanstaande) echtgenoten kunnen er beroep op doen?...6 B. Formele vereisten...11 IV. Inhoudelijke draagwijdte...12 A. Bedingen die de rechten van de langstlevende beperken...12 1. Welke rechten kunnen beperkt of afgestaan worden?... 12 2. Draagwijdte van de bedongen afstand...14 a. Afstand van alle erfrechten...14 i) Gevolgen wat de aanspraak op de concrete reserve betreft...14 Gevolgen wat de aanspraak op de abstracte reserve betreft...19 b. Afstand van enkel de reserveaanspraken...20 c. Afstand van het recht vroegere schenkingen door de andere huwelijkspartner te kunnen betwisten...21 i) Afstand van het recht inbreng van schenkingen te kunnen vragen...21 Afstand van het recht inkorting van schenkingen te kunnen vragen...23 B. Bedingen die de aanspraken van de langstlevende verhogen of wijzigen...27 1. Bedingen die de aanspraken van de langstlevende verhogen...27 2. Bedingen die de aanspraken van de langstlevende wijzigen...27 3. Bedingen die de reserveregeling wijzigen...28 V. Kan een geldig bedongen Valkeniersovereenkomst ongedaan gemaakt worden?...30 v
A. Via wijziging van het huwelijkscontract of van een vroegere wijzigingsakte?... 30 B. Via schenking of testament?...32 VI. Besluit...34 VRUCHTGEBRUIK VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT Prof. DR. ALAIN VERBEKE...37 I. Vruchtgebruik Erfrecht...38 A. Intestaats-vruchtgebruik...39 B. Reservatair vruchtgebruik...41 C. Clausulering...42 D. Onterving...43 II. Omzetting...44 A. Kenmerken...45 B. Welk vruchtgebruik?...48 C. Ontvankelijkheid...51 D. Ten gronde...53 E. Clausulering...60 III. Waardering...63 A. Waardering en finaliteit...63 B. Wettelijke waarderingscriteria...69 C. Waarderingsmethodes...74 D. Conclusie...79 INBRENG EN INKORTING Prof. DR. JOHAN DU MONGH...83 I. Inleiding De verdeling van de nalatenschap...83 II. Inbreng...84 A. Algemeen...84 B. Inbreng van onroerende goederen...88 1. Principe: inbreng in natura (art. 859 B.W.)...88 2. Uitzondering: inbreng door minderneming (art. 859-860 B.W.)...89 C. Inbreng van roerende goederen tussen bloedverwanten (art. 868 B.W.)...90 1. Het schattingsmoment van artikel 868 B.W....90 2. De ratio legis van artikel 868 B.W....91 3. Het geschonken roerend goed kreeg een meerwaarde Het écart tussen de schattingsmomenten uit artikel 868 en 922 B.W....92 vi
a. Algemeen...92 b. De Wet van 22 december 1998...94 c. Bedenkingen de lege ferenda over de artikelen 868 en 922 B.W....99 4. Giften van meer dan het erfdeel...104 D. Inbreng aan en door de langstlevende echtgenoot...106 1. Inbreng aan de langstlevende echtgenoot...106 a. Inbreng in natura...106 b. Inbreng door betaling van een geïndexeerde rente. 107 2. Inbreng door de langstlevende echtgenoot...112 a. Algemeen...112 b. Schenking van goederen vatbaar voor inbreng in natura...113 c. Schenking van goederen vatbaar voor inbreng door mindere ontvangst: inbreng in waarde...114 E. Inbreng van schulden...115 III. Inkorting...115 A. Het herstel van de voorbehouden nalatenschap de opname van de reserve...115 1. Algemeen eenheid van de erfboedel vaststelling van de reserve in waarde...115 2. Opname van de reserve uit de erfboedel via de verdeling...118 a. Bepaling van de reserve als pars hereditatis...118 b. Herstel van de nalatenschap ten opzichte van de reservatairen...119 i) Algemeen...119 Beschikkingen om niet met vrijstelling van inbreng aan reservataire erfgerechtigden: inkorting volgens de techniek van de inbreng.. 120 i Beschikkingen om niet in aanwezigheid van een langstlevende echtgenoot...128 iv) Beschikkingen om niet aan derden: inkorting.. 133 1 De vordering tot inkorting persoonlijke, individuele, deelbare en facultatieve vordering van de reservatairen...133 2 Tweeledig en zakelijk karakter van de vordering tot inkorting...137 3 Draagwijdte en nuanceringen van de inkorting in natura...138 4 Bijkomende nuancering van de inkorting in natura...143 IV. Besluit...150 vii
DE PROCEDURE VAN DE GERECHTELIJKE VERDELING Prof. JOHAN VERSTRAETE en JAN FACQ...155 I. Inleiding...155 II. Aanstelling van de notaris-vereffenaar...155 A. Gerechtelijk mandaat...155 B. Aanvaarding van de opdracht...156 C. Vereiste van strikte onpartijdigheid van de aangestelde notaris...157 D. De notaris-vereffenaar controleert zijn bevoegdheid...159 E. De boedelnotaris beschikt over alle bijkomende bevoegdheden om zijn opdracht naar behoren te kunnen vervullen.. 162 III. De notaris-vertegenwoordiger...162 IV. De notaris-raadgever...163 V. Diverse stadia in de gerechtelijke verdeling...165 A. Proces-verbaal van opening van werkzaamheden...165 1. Uitnodigingen...165 2. Betrokken partijen...166 3. Voorbeeld van uitnodiging...167 4. Verrichtingen bij de opening van werkzaamheden...168 a. Algemeen...168 b. Eventuele schorsing van de werkzaamheden...170 c. Opgelegde of overeengekomen termijnen?...171 d. Boedelbeschrijving?... 172 e. Over enkele (vaak) voorkomende betwistingen en de zgn. tussengeschillen...173 B. De zogenaamde tussengeschillen...178 C. Staat van vereffening...180 D. Proces-verbaal van zwarigheden...181 1. Uitnodiging...182 2. Belang...183 3. Bijeenkomst proces-verbaal van zwarigheden advies van de boedelnotaris...185 E. Varia...188 VI. Nabeschouwing...189 LE DROIT FRANÇAIS DES SUCCESSIONS : UNE AVANCÉE RÉFORMATRICE VERS LA MODERNITÉ Prof. Dr. FRÉDÉRIQUE FERRAND...193 I. Introduction...193 II. La loi du 23 juin 2006 : une réforme en largeur et en profondeur. 198 A. La réforme des libéralités...199 B. La réforme du droit des successions...202 viii
1. Simplification et accélération du règlement de la succession...202 2. Davantage de sécurité dans le règlement successoral... 203 3. L objectif de protéger l entreprise, entité économique.. 205 III. La liquidation des successions depuis la réforme française...206 A. Nature et régime du partage...207 B. Effet du partage et sanction de la lésion...212 1. Un classique : l effet déclaratif du partage...212 2. Suppression de la rescision du partage pour lésion...213 3. Maintien de l action en nullité du partage...213 IV. Conclusion...214 DE LANGSTLEVENDE VANUIT EUROPEES PERSPECTIEF Prof. Dr. WALTER PINTENS...217 I. Inleiding...217 II. Het erfrecht van de langstlevende echtgenoot...218 A. De Europese rechtsstelsels...218 B. Het Belgisch recht...228 III. Het erfrecht van de langstlevende partner...228 A. De Europese rechtsstelsels...228 B. Het Belgisch recht. De Wet van 28 maart 2007 op het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende...230 1. Situering...230 2. Beperking tot wettelijk samenwonenden...232 3. Kwalificatie van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende...235 4. Vruchtgebruik op het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende...237 a. Voorwerp...237 b. Waarborgen blote eigenaars...240 c. Omzetting van het vruchtgebruik...240 d. Inbreng...242 e. Passief van de nalatenschap...243 5. Recht op huur...244 6. Samenloop met erfgenamen...245 7. Geen reservatair erfrecht...246 8. Reserve van de ascendenten...246 9. Onderhoudsverplichtingen ten laste van de langstlevende wettelijk samenwonende...247 10. Evaluatie...248 IV. Wat brengt de toekomst?...249 V. Besluit...252 ix