Inhoud MARCEL STORME, ONZE LEERMEESTER FRANS BOUCKAERT, OPRICHTERSAANSPRAKELIJKHEID EN HUWELIJKSVERMOGENSRECHT

Transcriptie

1 Inhoud MARCEL STORME, ONZE LEERMEESTER V FRANS BOUCKAERT, OPRICHTERSAANSPRAKELIJKHEID EN HUWELIJKSVERMOGENSRECHT l I. Inleiding 3 II. De schuldenregeling in het nieuwe huwelijksvermogensrecht 4 A. Contributio 4 B. Obligatio 6 C. Verrekening van de schulden 8 III. Oprichtersaansprakelijkheid 9 A. Wie is oprichter? 9 B. Grondslag van de Oprichtersaansprakelijkheid Art. 35, 1e, 2e, 3e, 4e, tweede lid, 5e en 6e, Vennootschappenwet Art. 35, 4e, eerste lid, Vennootschappenwet 15 IV. Besluit 18 MICHEL BOUTE, ENKELE PROBLEMEN BETREFFENDE INTERNATIONALE RECHTSHULP IN STRAFZAKEN 19 CHRISTIAN DE WULF, DE SCHENKING VAN HAND TOT HAND 31 I. Vereisten voor de geldigheid van de schenking Het contract De traditio 36 II. Bijzondere gevallen Schenking langs een bankrekening 41 a. Storting van een geldsom op de bankrekening van de begiftigde 42 b. Bankoverschrijving

2 c. Overschrijving door de schenker op de bankrekening van een derde ten voordele van de begiftigde Schenking van titels op naam Overdracht van een geldsom om een goed te verwerven. 50 a. De begiftigde betaalt de verkoper 51 b. De schenker betaalt de verkoper rechtstreeks 52 III. Bijzondere bedingen Vrijstelling van inbreng Voorbehoud van vruchtgebruik Schenking onder last 57 IV. Het bewijs Het bezit vertoont geen gebreken 61 a. De eiser houdt voor dat er geen handgift gedaan werd 61 b. De eiser vordert op grond van de handgift Het bezit is gebrekkig 63 V. De schenking van hand tot hand in het fiscaal recht Registratierechten Successierechten 68 Slot 70 RAPHAËL DIERKENS, RECHT IN DE BRANDING 71 CHRISTIAN ENGELS, DE WERKING EN DE VEREFFENING VAN HUWELIJKSVERMOGENSSTELSELS INGEVOLGE HET OVERGANGSRECHT VAN DE WET VAN 14 JULI I. Inleiding ' 87 II. De werking van de 'gemengde stelsels' (toepassingstabellen) 87 A. Het primair huwelijksvermogensrecht Zonder verklaring van handhaving Met verklaring van handhaving 88 B. Het secundair huwelijksvermogensrecht Algemene bepalingen Wettelijke gemeenschap (wettelijk stelsel) 89 a. Zonder verklaring van handhaving 89 b. Met verklaring van handhaving Overeenkomsten die het wettelijk stelsel kunnen wijzigen 90

3 a. De gemeenschap tot de aanwinsten beperkt 90 b. Gemeenschap met uitsluiting van alle tegenwoordige en toekomstige goederen 91 c. Gemeenschap met beding waarbij onroerende goederen als roerend goed worden ingebracht d. Gemeenschap met beding van scheiding van schulden 92 e. Bevoegdheid aan de vrouw verleend om haar inbreng vrij en onbelast terug te nemen 93 f. Bedongen vooruitneming 94 g. Bedingen waarbij aan de echtgenoten een ongelijk aandeel in de gemeenschap wordt toegekend h. Algemene gemeenschap 95 i. Bepalingen aan de acht voorafgaande afdelingen gemeen 95 j. Overeenkomsten waarbij de gemeenschap van goederen wordt uitgesloten 96 k. Dotaal stelsel 97 III. De vereffening 98 A. Inleiding 98 B. De drie verefreningstheorieën De theorie van de retroactiviteit 98 a. Inhoud 98 b. Juridische grondslagen 99 c. Kritiek 100 d. Voordeel 102 e. Nadelen De theorie van de continuïteit 103 a. Inhoud 103 b. Juridische grondslagen 103 c. Kritiek 104 d. Voordeel 105 e. Nadelen De theorie van de ontbinding 107 a. Inhoud 107 b. Juridische grondslagen 109 c. Voordeel 110 d. Nadelen 110 C. Besluit

4 JOHAN ERAUW, HET NIEUWE RECHT VAN VOORAFNEMING IN DE INTERNATIONALE ERFENISSEN (art. 912 B. W.) Inleiding I. Vroeger II. Nu III. Besluit WILLEM M. KLEIN, ENKELE ASPECTEN VAN HET (GEZAMENLIJK) VERMOGEN VAN DUURZAAM SAMENLEVENDEN I. Inleiding II. Kent de niet-huwelijkse samenleving ook een vermogensgemeenschap? III. Vermogensrechtelijke gevolgen van duurzaam samenwonen. 141 IV. De invloed van een z.g. samenlevingscontract V. Wanneer vangt de partner-goederengemeenschap aan? VI. Ontstaanswijze van de goederengemeenschap der partners VII. Levering en eigendomsverkrijging VIII. Verkrijging (voor anderen) van roerende goederen IX. Levering aan een echtgenoot/partner en herkomst van de bestede gelden X. De normatieve wilsleer bij verkrijging van goederen met gezamenlijke gelden XI. De goederengemeenschap en contracten op naam XII. Slotbeschouwing CLAUDE RENARD, RÉFLEXIONS A FIN DE DISCUSSION SUR L'APPARTENANCE A LA COMMUNAUTÉ DES REVENUS DES BIENS PROPRES 153 # MARCEL STORME. VAN INTERNATIONAAL MAAR EUROPEES PROCESRECHT 165 I. Het internationaal procesrecht 167 ü. Het Europees procesrecht 169

5 A. Het Executieverdrag 169 B. Het Europees Gemeenschapsrecht Voortdurende interactie van nationaal en Europees procesrecht De Europese rechtsbescherming is bovendien nog steeds afhankelijk van de efficiëntie van de nationale procesrechtsregels 173 C. De Europese Conventie voor de Rechten van de Mens Besluit 176 EDGARD VAN HOVE, VAN BESLOTEN NAAR INTERNATIONAAL TESTAMENT 179 I. Oorsprong, leven en dood van het besloten testament 181 II. Oorsprong van het internationaal testament en zijn dualiteit 183 III. Besloten testament en internationaal testament als onderhandse akten 184 IV. De notariële faze in het besloten testament en in het internationaal testament 185 V. Bewijskracht van het besloten testament en van het internationaal testament 187 VI. Uitvoering van besloten en internationale testamenten 191 A. Het opsporen van het testament 191 B. De neerlegging van het testament 191 C. De inbezitstelling van de algemene legataris 192 VII. Besluit 193 # PIERRE WATELET, LE NOTARIAT BELGE ET LES GRANDS POUVOIRS CONSTITUTIONNELS 195 LIJST DER INTEKENAARS 209