Reflectieverslag Afstuderen 10-6-2011 INHolland Robin van Leeuwen
Project. Titel: Reflectieverslag afstuderen Auteur. Naam: Robin van Leeuwen Studentgegevens: 436763 Adres: Hoevelakenseweg 178 Woonplaats: Terschuur Contactgegevens: 436763@student.inholland.nl Afstudeerbegeleider. Naam: Kiem Thé Instelling: Hogeschool INHolland Contactgegevens: Kiem.The@inholland.nl Opdrachtgever. Naam: Leo Verton Instelling: Para Medisch Centrum Leo Verton Adres: Boerhaavelaan 32a Plaats: Haarlem Contactgegevens: leo@fysioverton.nl Opleiding. Naam: Hogeschool INHolland Adres: Bijdorplaan 15 Plaats: Haarlem Studieloopbaanbegeleider. Naam: Kees Veldman Contactgegevens: Kees.Veldman@inholland.nl 2
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding... 4 Hoofdstuk 2. Doelstellingen... 5 2.1 Doelen.... 5 2.2 reflectie op doelen... 6 Hoofdstuk 3. Persoonlijk resultaat... 7 Hoofdstuk 4. Aandeel in afstudeerproject... 8 4.1 Het (samenwerkings)proces... 8 4.2 Bijdrage aan de inhoud.... 9 4.4 Contact met de opdrachtgever.... 9 Hoofdstuk 5. Verbeterpunten...10 5.1 Afstudeerpartner kiezen....10 5.2 Samenwerking....10 5.3 Onderzoek....10 5.4 Doelen voor verdere ontwikkeling....10 3
Hoofdstuk 1. Inleiding Dit reflectieverslag is geschreven in het kader van mijn afstudeerperiode bij Paramedisch Centrum Leo Verton. Deze opdrachtgever heeft mij de ruimte gegeven om mij als student te ontwikkelen tot een professional Sport & Bewegen. Door te reflecteren wordt er teruggekeken op de afgelopen periode. Belangrijk onderdeel van de reflectie is om te beoordelen of vooraf gestelde doelen behaald zijn en hoe het afstudeerproces is verlopen. Door te reflecteren op het proces kan ik in de toekomst eventueel mindere punten verbeteren. Punten die goed zijn gegaan kan ik meenemen in mijn ervaring en ontwikkeling. Uiteindelijk moet de reflectie ervoor zorgen dat ik als student bij een volgend project of opdracht een hoger niveau haal. 4
Hoofdstuk 2. Doelstellingen Het eerste onderdeel van de reflectie bestaat uit de evaluatie van vooraf opgestelde doelen. 2.1 Doelen. Aan de start van mijn afstudeerperiode heb ik de volgende doelen gesteld: 1. Tijdens de afstudeerperiode zal gewerkt worden aan de competenties onderzoeken, adviseren en ontwikkelen. Het doel is om deze competenties te laten voldoen aan het gewenste HBO niveau. 2. Het einddoel van de competentie onderzoeken is dat wij als professional in staat zijn om op methodische wijze onderzoek te doen naar de behoefte en mogelijkheden van doelgroepen en naar de kwaliteit van bestaande beweegprogramma s. Door het doen van literatuur onderzoek gaan wij de kwaliteit van beweegprogramma s analyseren. Aan de hand van verdiepend onderzoek worden de behoefte en mogelijkheden van de doelgroep onderzocht. 3. Het einddoel van de competentie adviseren is dat wij als professional in staat zijn om zowel mondeling als schriftelijk advies kunnen geven over mogelijkheden en implementatie van sport, beweeg en voorlichtingsprogramma s. Het resultaat van ons afstudeeronderzoek zullen wij adviseren aan de opdrachtgever. 4. Het einddoel van de competentie ontwikkelen is dat wij als professional in staat zijn om op methodische en didactische wijze sport- en beweegprogramma s te ontwikkelen. Aan de hand van de onderzoeksresultaten zullen wij een programma ontwikkelen waarbij de doelgroep intern gemotiveerd wordt om door te gaan met het programma. Doelen vervolgtraject. Na 10 weken is er een tussentijdse reflectie geweest. Op basis van deze reflectie zijn doelen bijgesteld: 1. Tijdens de afstudeerperiode zal ik één dagdeel per week besteden aan het begeleiden van klanten en het uitvoeren van beweegprogramma s. Dit zal bijdrage aan mijn ontwikkeling van de competentie uitvoeren. Tijdens het geven van begeleiding zal ik zowel verbaal als visuele instructies aan de deelnemers geven. De communicatie zal afgestemd zijn op de doelgroep (mensen met beperkingen moeten anders benaderd worden dan een persoon die geen beperkingen heeft. Ik zal me tijdens het begeleiden richten op doelgroepen die met een beperking willen sporten en bewegen. De beperkingen bij de doelgroep kunnen variëren, maar het begeleiden van deze doelgroep is voor mij een uitdaging. Met name het eventuele pijn aspect en het te behalen gezondheidsdoel spelen daarin mee. 2. Tijdens de afstudeerperiode zal ik onderzoek doen naar de implementatie van beweegprogramma s die aangeboden worden bij PMC Leo Verton. Voor het onderzoek zal ik een eigen opzet maken waarmee ik de beweegprogramma s ga onderzoeken. De onderzoeksopzet zal gebaseerd zijn op resultaten van de literatuurstudie. 3. Tijdens de afstudeerperiode zal ik ontwikkelingen binnen sport, bewegen en gezondheid signaleren. Dit ga ik doen door het lezen van vakliteratuur en nieuwe onderzoeken. De gesignaleerde ontwikkelen zal ik gebruiken in de ontwikkeling en uitvoering van beweegprogramma s. 5
2.2 reflectie op doelen In deze paragraaf beschrijf ik hoe ik mijn doelen heb behaald. Vooraf gestelde doelen. Tijdens de afstudeerperiode heb ik voldoende aan de competenties onderzoeken, adviseren en ontwikkelen gewerkt waardoor ik deze competenties beheers op het gewenste HBO niveau. Hiermee heb ik de eerste doelstelling behaald. Onderzoeken. De competentie onderzoeken heb ik ontwikkeld door voor mijn afstudeeronderzoek een eigen onderzoeksopzet te hanteren en uit te voeren. Gegevens heb ik met SPSS verwerkt. In de literatuur is onderzoek gedaan naar de effectiviteit van sport- en beweegprogramma s voor mensen met een chronische aandoening. Adviseren. Door de minor strategisch sportbeleid beheerste ik de competentie adviseren al op het gewenste niveau. Tijdens mijn stage heb ik desondanks aan deze competentie gewerkt omdat het belangrijk is deze te blijven ontwikkelen. Mijn advies voor de opdrachtgever heb ik verwerkt in mijn onderzoeksverslag en het eindproduct. Het resultaat van deze producten heb ik gepresenteerd aan mijn opdrachtgever. In het advies zijn de keuzes onderbouwt waardoor er meer begrip is voor de keuzes. Ook zijn actuele ontwikkelingen in de zorg verwerkt. Ontwikkelen. Mijn eindproduct die ontwikkeld is voor de opdrachtgever is gericht op de gezondheidsbehoefte van mensen met een chronische aandoening. Voor het toepassen van gedragsveranderingen zijn gedragsmodellen gebruikt. Hiermee voldoe ik aan de competentie ontwikkelen op het gewenste niveau. Doelen vervolgtraject. Begeleiding geven. Eén dagdeel per week heb ik begeleiding gegeven aan mensen die preventief aan het trainen waren. Dit bestond uit observeren van mensen, afnemen van fitheidtesten en in mindere mate trainingsschema s opstellen. Naarmate ik vaker begeleiding gaf merkte ik dat het contact met de mensen soepeler verliep. Ik merkte dat veel mensen het fijn vonden om steun te krijgen met betrekking tot hun beperkingen en het fijn vonden als hier positief op gereageerd werd. Het geven van begeleiding vond ik erg leerzaam. Naar ongeveer 8 weken voelde ik mij voldoende ingewerkt om echt goed begeleiding te kunnen geven. Helaas was toen de periode voor het geven van begeleiding al bijna voorbij. Implementatie beweegprogramma s. Aan de hand van een eigen onderzoeksopzet is onderzocht hoe beweegprogramma s van PMC Leo Verton geïmplementeerd konden worden. Dit heb ik gedaan door ervaringen van andere beweegprogramma s te onderzoeken en de wensen en behoefte van betrokkene te peilen. Ontwikkelingen in de gezondheidsmarkt. Tijdens de afstudeerperiode heb ik aan de hand van desk research geconstateerd dat de gezondheidsmarkt volop in ontwikkeling is. In de eerste lijns zorg zal meer samenwerking gaan ontstaan in de vorm van ketenzorg. Deze ontwikkelingen heb ik meegenomen in het advies voor de opdrachtgever. 6
Hoofdstuk 3. Persoonlijk resultaat In hoofdstuk 3 worden mijn ervaringen tijdens de afstudeerperiode beschreven en hoe ik aan mijn doelen heb gewerkt. Genomen stappen. Om mijn doelstellingen te behalen heb ik de volgende stappen genomen: Doelstellingen formuleren Per doelstelling plan van aanpak opstellen Tweewekelijkse reflectie met opdrachtgever Reflectie met SLB-er Actiepunten opstellen. Het belangrijkste aan de afstudeerperiode was het werken aan mijn competenties en het behalen van vooraf opgestelde doelstellingen. In hoofdstuk 2 heb ik beschreven hoe ik deze doelstellingen heb behaald. Om mijn doelstellingen te halen heb ik via een strakke planning gewerkt. In de planning zijn alle vooraf opgestelde doelen opgenomen. Zodat wanneer ik me aan de planning zou houden ik alle doelstellingen zou behalen. Ook zijn de vooraf opgestelde doelen besproken met de inhoudelijke begeleider. De begeleider diende in dat opzicht als procesbewaker en ondersteunde mij in het behalen van mijn doelen. Met de afstudeerbegeleider had ik elke 2 weken een evaluatiemoment. Tijdens deze evaluatie werd de voortgang besproken. Knelpunten werden besproken en er werd afgesloten met te nemen acties. Na 10 weken is er een tussentijdse reflectie geweest met mijn SLB-er. Tijdens deze reflectie werd gekeken of de afstudeerperiode volgens planning verliep en of gestelde doelen werden behaald. Naar aanleiding van dit gesprek zijn acties opgesteld om te zorgen dat alle doelen werden behaald. Omdat het afstuderen volgens planning verliep hoefde er weinig actiepunten te worden beschreven. Persoonlijk resultaat. Ik ben tevreden over de afgelopen afstudeerperiode. Door volgens een strakke planning te werken heb ik mijn competenties ontwikkeld en doelen behaald. Inmiddels beheers ik alle competenties op het gewenste niveau en ben ik bekwaam genoeg om in het werkveld zelfstandig actief te zijn. In 20 weken tijd heb ik veel geleerd over de gezondheidsmarkt en ontwikkelingen binnen de gezondheidsmarkt. Ik heb van dichtbij ervaren hoe de markt voor fysiotherapie aan het veranderen is. Ook heb ik ervaren hoe de zorg rondom mensen met een chronische aandoening aan het veranderen is. Naar mijn idee is de eerste lijns zorg over 10 jaar compleet veranderd waarin allerlei zorgaanbieders samenwerken en zorg verlenen. Omdat ik zelf wil doorstuderen voor fysiotherapeut waren deze ervaringen erg leerzaam voor mijn toekomst. Door bij een innovatief stagebedrijf af te studeren heb ik ervaren hoe het is om volgens de meest recente wetenschappelijke ontwikkelingen te werken en te blijven vernieuwen. Goede management en organisatie kwaliteiten zijn van belang om een bedrijf als PMC Leo Verton te runnen. Door samen te werken met Leo Verton heb ik geleerd hoe een goede manager omgaat met verschillende betrokkene. 7
Hoofdstuk 4. Aandeel in afstudeerproject In hoofdstuk 3 zal ik beschrijven wat mijn aandeel geweest is in het proces, de inhoud van de producten en de contacten met de opdrachtgever. 4.1 Het (samenwerkings)proces. Een aantal weken voor de afstudeerperiode zocht ik nog een afstudeerplek. Uiteindelijk kwam ik bij Leo Verton terecht. Het bleek dat ik niet de enige geïnteresseerde was voor een stageplek bij Leo. 2 medestudenten wilden daar ook afstuderen. Leo Verton bood ons alle drie aan een stageplek aan en zodoende hebben we besloten om gezamenlijk af te studeren. Ik had nog niet eerder met Kevin en Steven gewerkt waardoor ik niet wist wat hun werkwijze was, maar mijn verwachting was dat alle 4 e jaars studenten volwassenen genoeg zijn om verantwoordelijk en gemotiveerd te zijn. Aan het begin van het afstuderen kwam de werksfeer stroef op gang. Een ieder deed zijn eigen ding en er was weinig sprake van samenwerken. Desondanks werden afspraken wel nagekomen, maar de communicatie was niet goed genoeg. Dit kwam mede doordat we nog niet eerder met zijn drieën hadden samengewerkt. Na 5 weken was het daarom tijd voor een evaluatie met de groep. De werksfeer moest verbeterd worden en daar moesten we een plan voor bedenken. Naar mijn mening moest er teveel initiatief van mij komen en fungeerde ik teveel als projectleider. Door het maken van taak- en werkafspraken wilden we dit verbeteren. De afspraak was om elke week een planning en reflectie in te leveren en elke week was er iemand anders de voorzitter. Ook zijn we allemaal 2 dagen per week aanwezig bij het stagebedrijf. Door deze afspraken was er een betere werksfeer, maar nog niet goed genoeg. De afspraken werden nagekomen, maar vaak ook niet. Ook tijdens de aanwezigheid op de stage werd er niet productief gewerkt. Leo Verton bood ons veel vrijheid en daar is door sommige verkeerd mee omgegaan. Desondanks was de sfeer in de groep goed. Er was bereidheid om elkaar te helpen en begrip als iemand andere verplichtingen had. Voor mijn gevoel was ik de meest gemotiveerde student van de afstudeergroep (dit kwam misschien doordat ik zelf in de fysiotherapie wil gaan werken). Mijn motivatie was te merken in initiatieven die ik toonde en het werk dat ik deed. Doordat ik veel initiatief toonde namen de andere groepsleden misschien juist minder initiatief en verwachtte ze dat het wel van mij kwam. Ondanks dat ik veel initiatief toonde had ik het vertrouwen dat de andere groepsleden ook hun taken zouden uitvoeren. Na 10 weken was de eerste deadline en toen bleek dat de andere groepsleden te weinig werk hadden afgeleverd en een grote achterstand hadden. Ik schrok hier van, omdat er tegen mij werd verteld dat het goed ging. Op dat moment was het voor mij tijd om in te grijpen. In een evaluatie met de opdrachtgever is besloten dat we allen de komende weken individueel verder gingen werken. De opdrachtgever was het er mee eens dat ik teveel aan de rest moest trekken, dat mij dat hinderde, en dat de andere groepsleden verantwoordelijkheidsgevoel moesten krijgen over hun eigen taken. Die 6 weken daarna is er individueel verder gewerkt. Wel hebben we elkaar ondersteund waar nodig was. Al snel bleek dat Steven met zijn hoofd bij andere dingen zat en geen tijd in zijn opdracht besteedde. Daarom heeft hij uiteindelijk besloten om later af te studeren dan de rest. Kevin en ik zouden de opdracht met zijn tweeën afmaken. Kevin had duidelijk een andere werkwijze als mij waardoor het samenwerken moeizaam verliep. Er was sprake van samen werken in plaats van samenwerken. Desondanks was de groepssfeer nog steeds goed. Daarom had ik ook het vertrouwen dat wanneer ik op stage aan het werk was, Kevin zijn dingen thuis deed. Om me te verdiepen in zijn onderdeel wilde ik graag zijn producten inzien. Zijn producten en ideeën zagen er op dat moment goed uit. Door te brainstormen probeerde ik hem te helpen om verder te komen met zijn product. Een aantal weken later gingen we ons concept product gezamenlijk in elkaar zetten en wilden we er een verslag van maken. Op dat moment bleek dat Kevin zijn producten niet waren veranderd en hij een grote achterstand had opgelopen. Op dat moment ben ik geschrokken omdat hij naar mijn inziens 8
te weinig vorderingen had gemaakt. Met de wetenschap dat er rekening zou worden gehouden met de inbreng per student hebben we het verslag in elkaar gezet. Een week later hebben we de conceptversie op school besproken. Toen werd duidelijk dat we nog veel werk moesten verrichten, maar dit wisten we zelf ook. Tijdens dat gesprek werd duidelijk dat er niet individueel beoordeelt zou worden, maar dat we gezamenlijk een cijfer kregen. Ik vond dat op dat moment niet terecht omdat ik naar mijn inziens twee keer zoveel moeite en tijd heb genomen om een goed afstudeerproject af te leveren. Doordat de samenwerking niet verliep zoals het hoorde is er grotendeels zelfstandig gewerkt. Omdat ik beoordeelt worden op mijn eigen product en daar verantwoordelijk wilde zijn heb ik uiteindelijk besloten mijn afstudeeronderzoek individueel in te leveren. 4.2 Bijdrage aan de inhoud. Zoals in het samenwerkingsproces is beschreven is het project uiteindelijk gesplitst in twee aparte producten. Mijn gedeelte het in de markt brengen van beweegprogramma s heb ik individueel gemaakt. De inleiding en methode heb ik geschreven en vervolgens in samenwerking met Kevin verbeterd tot de uiteindelijke versie. Omdat het product in tweeën is gesplitst hebben we besloten de inleiding en methode hetzelfde te laten. Vervolgens komt per student in een apart product de resultaten en de conclusies. Dit is besloten omdat ik naar mijn idee een veel groter aandeel had in het geheel. Ondanks dat we uiteindelijk een eigen product hebben ingeleverd heb ik wel een bijdrage gehad aan het product van Kevin. We hebben gezamenlijk zijn literatuurstudie verbeterd en ook met betrekking tot zijn project onderdeel heb ik hem geprobeerd te helpen. Zo heb ik relevante literatuur gezocht waarmee hij verder kon en me veel verdiept in zijn onderdeel. Naar mijn idee heeft hij hier uiteindelijk te weinig gebruik van gemaakt. 4.3 Bijdrage aan eindproduct. Omdat naar aanleiding van een niet succesvolle samenwerking is besloten individueel af te studeren heb ik zelfstandig het eindproduct ontwikkeld. Wel hebben mijn medestudenten mij ondersteunt tijdens de ontwikkelingen van de eindproducten. Ik heb bijvoorbeeld een draaiboek gemaakt voor de organisatie van gezondheidsdagen bij PMC Leo Verton. Om het draaiboek te testen is er een pilot gezondheidsdag georganiseerd. Hierbij hebben mijn medestudenten mij geholpen bij de ondersteuning. 4.4 Contact met de opdrachtgever. De eerste weken van het afstudeerproject bestond voornamelijk uit het maken van de literatuurstudie. Dit werd vooral thuis of op school gedaan. Hierdoor was er te weinig contact met de opdrachtgever. Dit was niet goed van ons, omdat de opdrachtgever niet op de hoogte was waar we mee bezig waren. Ook hebben we de eerste weken te weinig gebruik gemaakt van de kennis van het stagebedrijf. Na 5 weken zijn er toen nieuwe afspraken gemaakt. We zijn minimaal 2 dagen per week aanwezig op stage en leveren wekelijks een planning en reflectie aan bij de opdrachtgever. Dit heb ik sindsdien elke week gedaan. In de planning die ik op maandag aanleverde stuurde ik met welke taken ik me bezig hield. Als ik daar hulp van de opdrachtgever bij nodig had gaf ik dit aan. Op elke vrijdag stuurde ik een reflectie met daarin een beschrijving wat ik de afgelopen week had gedaan en hoe dit verlopen is. Eén keer per twee weken hadden we een bijeenkomst met de opdrachtgever. Tijdens de bijeenkomst bespraken we onze ideeën en reflecteerde we gemaakte onderdelen. Door al deze stappen is naar mijn idee (ondanks een stroeve start) de communicatie naar de opdrachtgever goed geweest. 9
Hoofdstuk 5. Verbeterpunten Er zijn een aantal punten ter verbetering. In dit hoofdstuk zal ik punt voor punt beschrijven waarom het beter had gekund en hoe het beter had gekund. 5.1 Afstudeerpartner kiezen. Het eerste punt is het kiezen van afstudeerpartners. Je afstudeerpartner is erg belangrijk omdat je gezamenlijk gaat afstuderen. Mijn keuze van afstudeerpartner was meer gebaseerd op toeval. Ik en nog 2 medestudenten wilden bij hetzelfde stagebedrijf afstuderen en dus is er besloten om gezamenlijk de afstudeeropdracht uit te voeren. Ik had wel bij de afstudeerpartners in de klas gezeten, maar nog nooit mee samengewerkt. Hierdoor kwam ik er tijdens de afstudeerperiode achter dat het voor mijn geen goede samenwerkingspartners waren. In het vervolg is het van belang afstudeerpartners te kiezen waar je van weet hoe ze werken. In het beste geval is er al mee samengewerkt en weet je van elkaar hoe je te werk gaat. 5.2 Samenwerking. Uiteindelijk zijn we als afstudeergroep uit elkaar gegaan en hebben we apart een product ingeleverd. Dit geeft al aan dat de samenwerking niet goed is verlopen. Er was te weinig initiatief van meerdere partijen binnen de groep waardoor de samenwerking niet goed verliep. Hierdoor deed het ene groepslid meer als de ander. Er is getracht om hierover afspraken te maken, maar ondanks deze afspraken waren er geen initiatieven binnen de groep. Wanneer dit meerdere malen wordt aangegeven en er wordt niet op gereageerd wordt dit moeilijk om te verbeteren. Als groep hadden we wel meer gezamenlijk kunnen werken door op locatie af te spreken. Door het gezamenlijk werken op locatie zie je en spreek je elkaar en kun je zien en beoordelen wat er gebeurt. Wij hebben veel vrijheid gekregen tijdens het afstuderen, uiteindelijk is hier niet goed mee omgegaan. Dit kan verbeterd worden door op locatie meer samen te werken en minder vrijheid aan elkaar te geven. Desondanks vind ik het een moeilijk punt om te verbeteren omdat na een aantal keer aan te hebben gegeven dat het anders moet en er gebeurt niks mee dan houdt het op een gegeven moment op. 5.3 Onderzoek. In het onderzoek zijn een aantal punten ter verbetering. Naarmate je verder in een onderzoek zit kom je er preciezer achter welke informatie van belang is. Daarom heb ik de eerste periode van 10 weken veel tijd besteed aan informatie verzamelen. Vervolgens heb ik besloten nog een verdiepend onderzoek te doen. Uiteindelijk was de periode voor het verdiepende onderzoek krap. In het vervolg zal ik daarom eerder van start gaan met een verdiepend onderzoek. Onderzoeksmethode zoals het afnemen van een enquête nemen altijd veel tijd in beslag. Daarom is het van belang dat de enquêtes vroeg worden afgenomen en er voldoende tijd is voor afname. Ook is het belangrijk veel met ervaringsdeskundige te praten en doelen van de opdrachtgever duidelijk te hebben. In het begin van het onderzoek heb ik mij vooral gericht op de opdrachtgever en had ik ook meer tijd kunnen besteden aan andere ervaringsdeskundige. Dit kan in het vervolg gebeuren door een mailing rond te sturen of gewoon persoonlijk contact te leggen. 5.4 Doelen voor verdere ontwikkeling. Het afgelopen jaar is voor mij duidelijk geworden dat ik verder wil studeren. De richting die ik op ga is fysiotherapie. Ik kies voor deze studie omdat tijdens de opleiding is gebleken dat anatomie, fysiologie, aangepast bewegen en het ontwikkelen van beweegprogramma s mij erg aanspreken. Het liefst werk ik met mensen, die een beperking hebben, en die ik kan helpen om weer volledig te bewegen. Hier wil ik mij verder in gaan ontwikkelen door binnen een periode van 3 a 4 jaar mijn diploma fysiotherapie te gaan halen. Specifiek wil ik mij gaan ontwikkelen op het gebied van begeleiding geven en het ontwikkelen van trainingsprogramma s. Met de opleiding fysiotherapie zal ik dit realiseren. 10