Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Transcriptie

1 Handleiding Assessment Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Opleiding Academie voor Lichamelijke Opvoeding Bachelor of Sport and Physical Education Domein Bewegen, Sport en Voeding Februari 2013

2 Inhoud Introductie 3 1. De Assessmentprocedure Samenstellen van het beoordelingsportfolio 1.2 Inleveren van het beoordelingsportfolio 1.3 Uitvoeren van het assessmentgesprek 1.4 Feedback en beoordeling 1.5 Beoordelingscriteria 2. Instructies voor het samenstellen van het beoordelingsportfolio Zelfevaluatie 2.2 Opbouw van het beoordelingsportfolio 3. Het assessmentgesprek 8 Bijlage Checklist portfolio 9 Handleiding Assessment Startbekwaamheid, hoofdfase 3, ALO,

3 Introductie Met behulp van een beoordelingsportfolio en een assessmentgesprek wordt in hoofdfase 3 getoetst of je beschikt over de competenties van de Opleiding Academie voor Lichamelijke Opvoeding in het zogenaamde startbekwaamheidsassessment. In deze handleiding vind je alle informatie die je nodig hebt om deel te kunnen nemen aan dit assessment. Deel 1 van deze handleiding beschrijft de gehele assessmentprocedure zodat je weet wat er van je verwacht wordt. In deel 2 vind je de instructies voor het samenstellen van het beoordelingsportfolio. Bij deze instructies hoort de bijlage Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid. Deel 3 gaat in op het assessmentgesprek. Wij wensen je veel succes met het assessment! Handleiding Assessment Startbekwaamheid, hoofdfase 3, ALO,

4 1. De assessmentprocedure De procedure bestaat uit de volgende stappen. 1. Samenstellen van het beoordelingsportfolio door de kandidaat 2. Inleveren van het beoordelingsportfolio 3. Uitvoeren van het assessmentgesprek 4. Feedback & oordeel van de assessoren 5. Beoordelingscriteria 1.1. Samenstellen van het beoordelingsportfolio Een belangrijke inspanning die je levert is het maken van het beoordelingsportfolio. Dit portfolio bestaat uit: een ingevulde zelfevaluatie over de competenties, beroepstaken en deeltaken bewijs in de vorm van beroepsproducten voorzien van ingevulde STARR formulieren waarmee je wilt aantonen dat je de betreffende competentie met beroeps en deeltaken beheerst. Jouw beoordelingsportfolio vormt de basis voor het assessmentgesprek. Het is daarom van belang dat dit portfolio volledig is en dat het een representatief beeld geeft van jouw beroepsproducten en kwaliteiten. Je maakt het portfolio volgens een vaste structuur. Zie voor verdere instructies m.b.t. het samenstellen van het portfolio deel 2 van deze handleiding Inleveren van het beoordelingsportfolio Het inleveren verloopt volgens een specifiek inleverprotocol. Dit protocol wordt nog geplaatst op intranet. Bij het inleveren van je beoordelingsportfolio wordt meteen gecheckt of jouw portfolio volledig is en voldoet aan de vereiste structuur zoals beschreven in paragraaf 2.2. van deze handleiding. Zo ja, dan kun je deelnemen aan het assessmentgesprek. Zo nee, dan kun je niet deelnemen aan het assessmentgesprek Voeren van het assessmentgesprek De volgende stap is het voeren van een assessmentgesprek met twee assessoren. Het gesprek duurt ongeveer 45 minuten en is er op gericht om vast te stellen of je voldoet aan de eindtermen voor de opleiding zoals die zijn uitgewerkt in de zelfevaluatie. De informatie in jouw beoordelingsportfolio vormt de basis om dit gesprek te voeren. De assessoren vragen door op de beroepsproducten met de STARR formulieren die je hebt aangeleverd aan de hand van de beroeps en deeltaken en beoordelingscriteria in de zelfevaluatie. Handleiding Assessment Startbekwaamheid, hoofdfase 3, ALO,

5 1.4. Feedback en beoordeling Op basis van het beoordelingsportfolio en het assessmentgesprek wordt beoordeeld of je voldoet aan de eisen zoals die gelden voor het afronden van de opleiding. De assessoren leggen de beoordeling vast op een beoordelingsformulier. Per competentie wordt aangegeven of je deze volledig, gedeeltelijk of niet hebt aangetoond. Alle competenties dienen als volledig aangetoond beoordeeld te zijn, voor het behalen van het assessment. 1.5.Beoordelingscriteria Beoordeling vindt plaats op de mate waarin je m.b.t. de gevraagde beroeps en deeltaken (zie het document Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid ): 1) methodisch handelt, d.w.z. dat je in de beroepspraktijk gebruik maakt van relevante concepten, modellen en theorieën en dit kunt verantwoorden 2) werkt vanuit een visie, d.w.z. dat je een visie hebt op het beroep van vakdocent LO waarbij je een relatie legt met maatschappelijke ontwikkelingen zoals actieve leefstijl, pestgedrag op scholen, etc. 3) effectief communiceert en samenwerkt, d.w.z. dat je toegankelijk, sensitief, responsief en overtuigend bent in je communicatie (mondeling en schriftelijk) en in je samenwerking met betrokken doelgroepen (leerlingen, ouders, collega s en andere samenwerkingspartners). 4) gericht bent op je professionele ontwikkeling, d.w.z. dat je a. systematisch reflecteert op je ervaringen (aanpak en resultaat); b. sterke en minder sterke kanten van je eigen handelen daarin kunt benoemen op basis van ontvangen/gevraagde feedback en c. dit alles kunt vertalen naar acties voor voortgaande professionele ontwikkeling. Handleiding Assessment Startbekwaamheid, hoofdfase 3, ALO,

6 2. Instructies voor het samenstellen van het beoordelingsportfolio 2.1 Zelfevaluatie Het portfolio maakt jouw stage en leerervaringen zichtbaar. Om je daarbij te ondersteunen zijn alle competenties van de opleiding uitgewerkt in het document Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid. Het document Zelfevaluatie vormt de leidraad bij het samenstellen van het beoordelingsportfolio. Hierin wordt geïnventariseerd over welke kennis en ervaring je beschikt op het gebied van de competenties. Elke competentie is op dezelfde wijze uitgewerkt: een korte omschrijving van de competentie; een beschrijving van de beroeps en deeltaken die bij deze competentie behoren; bewijsvoering met beroepsproducten voorzien van een STARR formulier, met een maximum aantal per competentie; beoordeling: de wijze waarop de beroeps en deeltaken beoordeeld worden door de assessoren. Instructies per onderdeel van de vragenlijst 1. Elke competentie start met een zelfevaluatie in de vorm van beroepstaken en deeltaken. Je geeft per deeltaak aan of je deze zelden of nooit, soms, vaak of bijna altijd uitvoert. 2. Per competentie voeg je maximaal drie beroepsproducten toe, waarmee je aantoont dat je de betreffende competentie met beroeps en deeltaken beheerst. Elk product voorzie je van een STARR formulier. Deze formulieren vind je achterin het document Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid. Een STARR formulier heeft betrekking op een product uit de beroepspraktijk dat gekoppeld is aan een of meerdere beroeps en deeltaken. We noemen dit beroepsproducten. Je vindt hier per competentie voorbeelden van in het document Zelfevaluatie onder het kopje bewijsvoering. Deze geven je een denkrichting, maar als je over andere, betere voorbeelden beschikt om de gevraagde beroeps en deeltaken aan te tonen, dan maak je daar een STARR formulier over. NB!Zorg ervoor dat je beroepsproducten met de bijbehorende STARR formulieren samen alle beroeps en deeltaken dekken. 3. Onder het kopje beoordeling zie je waarop je beoordeeld wordt. Handleiding Assessment Startbekwaamheid, hoofdfase 3, ALO,

7 Aandachtspunten bij het samenstellen van het portfolio Het is mogelijk hetzelfde beroepsproduct op te voeren voor meerdere beroeps en deeltaken binnen een competentie. Zo kun je bijvoorbeeld de deeltaken 1, 2, 3 en 4 beschrijven in hetzelfde STARR formulier dat bij dat ene beroepsproduct hoort. Indien je hetzelfde beroepsproduct bij verschillende competenties uit de zelfevaluatie wilt gebruiken (bijvoorbeeld document x voor competentie 1 en competentie 4 ) dan moet je wel twee keer een STARR formulier invullen. Het beroepsproduct moet dan namelijk vanuit het perspectief van de beide competenties bekeken en beschreven worden. Uit de beschrijving in het STARR formulier moet duidelijk worden waarom jij dit een goed bewijs vindt voor de betreffende beroeps en deeltaken: *Leg dus een relatie met de beroeps en deeltaken uit de zelfevaluatie en met de beoordelingscriteria. *Zorg ervoor dat jouw eigen betrokkenheid bij het beroepsproduct duidelijk is: welke activiteiten heb jij uitgevoerd? Waarom heb jij voor deze aanpak gekozen? *Maak in je STARR formulier zoveel mogelijk inzichtelijk welke specifieke kennis en vaardigheden (concepten, modellen, theorieën) je hebt toegepast. Heb je meerdere beroepsproducten om een (of meer) beroeps en deeltaken aan te tonen, kies dan het beste en meest complexe voorbeeld. Let er op dat je het maximum aantal genoemde STARR formulieren niet overschrijdt. 2.2 Opbouw beoordelingsportfolio Je portfolio is opgebouwd uit drie delen en heeft de volgende opbouw: I Algemeen 1. Titelblad 2. Inhoudsopgave (competenties, zelfevaluatie en STARR formulieren zijn opgenomen) 3. Actueel CV 4. Motivatie met betrekking tot keuzes van de soort stage (eind, minor) en de stageplek 5. Inspiratiebronnen en toelichting op de keuze II Behaalde resultaten 6. SIS resultaten lijst 7. Beoordeling van het assessment hoofdfase 2/ plan van aanpak hoofdfase 3 i III Bewijzen 8. Zelfevaluatie, beroepsproducten en STARR formulieren: Per competentie: a. ingevulde zelfevaluatie. b. een uitgewerkt STARR formulier, met direct daarachter het beroepsproduct/bewijs waarop de STARR betrekking heeft. 7.Beoordelingen: Eindstage: Beoordeling eindstage (bijlage 2 uit Stagegids Eindstage ) Afstudeeronderzoek: Beoordeling en de samenvatting uit het onderzoeksverslag Handleiding Assessment Startbekwaamheid, hoofdfase 3, ALO,

8 3. Het assessmentgesprek Door het maken van je portfolio ben je goed voorbereid op het assessmentgesprek. Je hebt immers voor alle competenties een of meerdere beroepsproducten voorzien van een STARR formulier opgenomen in je portfolio. Hiermee wil je aantonen dat je de betreffende competentie met beroeps en deeltaken beheerst. In het assessmentgesprek vragen assessoren door op de beroepsproducten en STARR formulieren die je in jouw portfolio hebt opgenomen. Er wordt per competentie met name ingegaan op: de aanpak die je hanteert bij de uitvoering van taken en werkzaamheden; de problemen die je daarbij signaleert en hoe je daarmee bent omgegaan; de kennis en vaardigheden die je daarbij nodig hebt; hoe je omgaat met 'niet standaard' situaties; de resultaten die je hebt bereikt; hoe je terugkijkt op de wijze waarop je taken en werkzaamheden uitvoert: wat kun je goed, wat zou je verder kunnen ontwikkelen? De assessoren stellen dergelijke vragen om te achterhalen of je de vereiste beroeps en deeltaken hebt uitgevoerd volgens de beoordelingscriteria die in de zelfevaluatie staan, namelijk: de mate waarin je 1. methodisch handelt; 2. werkt vanuit een visie; 3 effectief communiceert en samenwerkt; 4. gericht bent op je professionele ontwikkeling. Deze criteria zijn in paragraaf 1.5 nader toegelicht. Het is handig als je eventuele andere voorbeelden van beroepsproducten in gedachten houdt, die je niet in jouw portfolio hebt opgenomen. Zo kun je in het gesprek aantonen dat je m.b.t. een bepaalde competentie ervaring hebt in meerdere situaties. Denk bijvoorbeeld aan: Wat is de meest complexe situatie die ik heb meegemaakt, en waarom was die complex? In hoeverre was die situatie anders dan het voorbeeld dat ik in mijn portfolio heb opgenomen? Wat kan ik daarmee aantonen? En ook: Wanneer lukte het me niet goed om deze taak uit te voeren? En waar zat dat in? NB! Neem een eigen exemplaar van het portfolio mee naar het gesprek. Het assessmentgesprek duurt ongeveer 45 minuten. Direct na afloop van het assessmentgesprek overleggen de assessoren over hun bevindingen en koppelen dit even later mondeling terug. Vervolgens leggen de assessoren hun beoordeling formeel vast op een beoordelingsformulier. De beoordeling is daarmee definitief. Handleiding Assessment Startbekwaamheid, hoofdfase 3, ALO,

9 Bijlage 1 Checklist portfolio 1. Voor alle competenties die je moet aantonen, zijn beroepsproducten en STARRformulieren toegevoegd. 2. Het aantal beroepsproducten met STARR formulieren overschrijdt het maximaal aantal niet. 3. De beroepsproducten die je opneemt zijn producten die je niet eerder in de opleiding hebt ingeleverd. 4. Indien je een beroepsproduct voor twee of meer competenties uit de zelfevaluatie opneemt, dan is telkens een nieuw STARR formulier ingevuld: het beroepsproduct is vanuit het perspectief van de betreffende competentie bekeken. 5. Beroepsproducten zijn zo actueel mogelijk. 6. Het portfolio is opgebouwd volgens de instructies in par. 2.2 van deze handleiding en bevat alle daargenoemde onderdelen. 7. De inhoudsopgave volgt de opbouw uit 2.2. Ook zijn in de inhoudsopgave de afzonderlijke competenties, zelfevaluaties, beroepsproducten en STARR formulieren te vinden. 8. Het voorblad van het portfolio voldoet aan de criteria uit de Taal en schrijfwijzer pagina 17. Daarnaast voeg je je telefoonnummer toe Je zorgt ervoor de je naam en studentnummer ook op de zijkant van je hard copy zichtbaar zijn. 10. De lay out is overzichtelijk en verzorgd. Documenten zijn goed leesbaar (o.a. qua lettertype en puntgrootte). Het geheel voldoet aan de taal en schrijfwijzer Het portfolio is op A4 formaat en zoveel mogelijk dubbelzijdig. 12. Je levert het portfolio in volgens de inleverprocedure. Deze is te vinden bij de informatie over het assessment. Handleiding Assessment Startbekwaamheid, hoofdfase 3, ALO,

10 i Voor de studenten die studiejaar hun eindassessment doen geldt dat zij de beoordeling van het 3 e jaars assessment niet hoeven toe te voegen. Studenten hebben deze beoordeling namelijk niet zelf. De beoordeling is al gearchiveerd. Handleiding Assessment Startbekwaamheid, hoofdfase 3, ALO,