De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

Transcriptie

1 De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: Afstudeerfase Onderdeel: Meesterproefgesprek Rol van zorgverlener, regisseur, coach, ontwerper en beroepsbeoefenaar. 1

2 2

3 Algemene informatie Titel: Afstudeerfase: Meesterproefgesprek Studiejaar: Jaar: Studierichting: Verpleegkunde Jaar van uitgave: 21 Copyright: 21, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-Verpleegkunde. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en /of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de afdeling HBO-Verpleegkunde. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... Inleiding... Algemene informatie over het meesterproefgesprek... 6 Competenties en niveau... 6 Ingangseis meesterproefgesprek... 6 Uitvoering en planning meesterproefgesprek... 6 Voorbereiding Meesterproefgesprek... 6 Voorbeelden van stellingen... Uitvoering Meesterproefgesprek... 8 Planning meesterproefgesprek... 8 Beoordeling meesterproefgesprek... 8 Manier van beoordelen... 8 Herkansing... 9 Bijlage 1: Beoordelingsformulier Meesterproefgesprek... 1

5 Inleiding Dit blokboek beschrijft het laatste onderdeel van afstuderen van de opleiding Verpleegkunde van de Haagse Hogeschool voor het studiejaar 21/216: het meesterproefgesprek. Hierin toon je aan dat je een gesprekspartner op Hbo- niveau bent. Je hebt de kans om in dit gesprek te laten zien wie je als Hboverpleegkundige bent, wat je daarin belangrijk vindt, hoe je de beroepsrollen op Hbo-niveau toepast in combinatie met de dublin-descriptoren en waar je meester in bent. Jouw ontwikkeling tot verpleegkundige op Hbo-niveau staat centraal. Dit blokboek is bedoeld voor vierdejaars studenten van de Hbo-verpleegkunde, voor zowel de voltijd als de deeltijd, voltijd-duale en verkort-duale variant. Met je medestudenten kun je het meestergesprek oefenen onder begeleiding van je studieloopbaanbegeleider (SLB er). Ook is de werkplaats over de gehele afstudeerperiode een goede voorbereiding op dit gesprek. Wij wensen je veel plezier en succes met je meesterproefgesprek! Namens alle docenten van jaar.

6 Algemene informatie over het meesterproefgesprek Competenties en niveau In het meesterproefgesprek laat je als toekomstig verpleegkundige op Hbo- niveau zien dat je vanuit de integratie van de verpleegkundige beroepsrollen je functioneren kunt onderbouwen. Deze integratie van de beroepsrollen is namelijk een belangrijke toets voor het professioneel verplegen op bachelor niveau. Pool (2) geeft als kenmerk van een bachelor verpleegkundige dat deze kan verplegen met diepgang. Dit betekent het combineren van de beroepsinhoudelijke competenties met de bachelor competenties tot een geïntegreerd geheel. Het Hbo-niveau wordt in de Dublin descriptoren beschreven. Bovenstaande vormt het uitgangspunt met betrekking tot de integratie van de verpleegkundige beroepsrollen in het meesterproefgesprek. Ingangseis meesterproefgesprek De ingangseis om aan de meesterproef te mogen deelnemen is dat alle onderdelen van het majorgedeelte (exclusief de minoren) van de opleiding met een positief resultaat beoordeeld moeten zijn. Verder dienen de stellingen op de datum van de deadline ingeleverd te zijn. Uitvoering en planning meesterproefgesprek Voorbereiding Meesterproefgesprek Om in je meesterproefgesprek te laten zien dat jij je inmiddels ontwikkeld hebt tot een beginnend beroepsbeoefenaar op Hbo-niveau, die alle vijf de rollen van de Hbo-verpleegkundige beheerst en integreert, is een goede voorbereiding van belang. Ten eerste doe je dat gedurende het afstuderen door breed naar de gezondheidszorg te kijken en tegelijkertijd hier betekenis aan te geven als verpleegkundige en ook na te denken wat dat betekent voor de organisatie of regio waarin je werkt. De werkplaats is een werkvorm waarvan je optimaal gebruik kunt maken om je hierin te trainen. Ten tweede doe je dat een aantal weken voor het gesprek als volgt 1. Je bereidt een inleiding voor, waarin jij je presenteert aan de hand van de vijf beroepsrollen. Je kiest zelf de invulling waarvan je vindt dat die bij jou past. Dat kunnen de Proeven van Bekwaamheid 1 en 2 zijn maar ook andere voorbeelden waarvan jij vindt dat ze kenmerkend zijn voor jouw beroepsontwikkeling. Presenteer jezelf in een inleiding van enkele minuten als beginnend verpleegkundig beroepsbeoefenaar aan de hand van de vijf rollen, waarbij je ook alvast verwijst naar je stellingen. 2. Je formuleert vijf stellingen die betrekking hebben op jouw beroepsontwikkeling. De stellingen vormen de basis waarop je straks je verdediging gaat vormgeven. Om te borgen dat het gesprek over de breedheid van jouw beroepsontwikkeling zal gaan, dient: minimaal 1 stelling betrekking te hebben op het domein Zorg (rol zorgverlener en/of regisseur) minimaal 1 stelling betrekking te hebben op het domein Organisatie (rol coach en/of ontwerper) minimaal 1 stelling betrekking te hebben op het domein Beroep (rol beroepsbeoefenaar) 6

7 In de voorbereidende onderwijsgroepsbijeenkomsten wordt aandacht besteed aan je inleiding en bespreken jullie je eigen stellingen. Het is van belang om uitdagende stellingen te formuleren, waar niet iedereen het mee (on)eens zal zijn. Dan kun je namelijk ook jouw eigen positie in het gesprek goed beargumenteren en kan een discussie ontstaan. Denk daarom bij de formulering van de stellingen aan de volgende criteria. De stellingen: a) geven aanleiding tot discussie; b) maken meteen duidelijk waar de stellingen over gaan; c) zijn absoluut geformuleerd; d) zijn prikkelend en bevatten geen nuance; e) bevatten geen argumenten; f) zijn niet innerlijk tegenstrijdig. Het uitgangspunt daarbij is dat je voor de stellingen bent. Voorbeelden van stellingen Een aantal voorbeelden van stellingen zouden kunnen zijn: Domein zorg: 1. In het ziekenhuis moeten mantelzorgers betrokken worden in de zorgverlening voor patiënten met een CVA 2. Herstelgerichte zorg moet standaard worden toegepast in de GGZ. Domein organisatie: 1. E-health toepassingen kunnen de verpleegkundige zorg voor thuiswonende ouderen vervangen. 2. Zelfsturende teams zijn de toekomst voor het ziekenhuis. Domein Beroep: 1. Verpleegkundigen moeten verplicht worden om jaarlijks de griepprik te halen. 2. Elke verpleegkundige moet minimaal twee keer per jaar iets aan deskundigheidsbevordering doen in de vorm van een congres of bijscholing. Zorg ervoor dat je achter je stellingen staat, maak het echt je eigen stellingen. Dat helpt wanneer je de stellingen gaat bespreken. Je kunt je proeve 1 en proeve 2, naast je opgedane ervaring in de praktijk, gebruiken als inspiratiebronnen. Maak gebruik van literatuur om je stellingen te onderbouwen. Dat kunnen wetenschappelijke artikelen zijn, maar ook krantenartikelen, boeken, etc. Bereid je voor op welke manier je de volgende elementen kunt toepassen: Van micro naar macro, vanuit het verpleegkundig perspectief naar multidisciplinair perspectief, vanuit cliënten/patiënten perspectief naar organisatie of ander perspectief, van AGZ naar GGZ, van generalist naar specialist.

8 Uitvoering Meesterproefgesprek Het meesterproef gesprek duurt drie kwartier, waarin je naar aanleiding van je inleiding en stellingen in gesprek gaat met twee docenten en een extern deskundige. Het gesprek en de beoordeling wordt op audio opgenomen. De docent zal eerst de procedure kort uitleggen en de beoordelaars zullen zich kort introduceren. Daarna start jij met je inleiding en geef je aan welke stelling jij als eerste wilt bespreken. De docenten en extern deskundige bepalen welke 2 andere stellingen besproken worden. In totaal bespreek je drie stellingen. Per stelling zal ongeveer 1 a minuten worden besteed. De overige tijd wordt gebruikt voor de inleiding en de afronding van het gesprek. Bij het bespreken van alle stellingen krijg jij als eerste de gelegenheid om de stelling toe te lichten en argumenten te geven die deze stelling onderbouwen. Na deze uiteenzetting van argumenten krijgen de beoordelaars de ruimte om vragen te stellen en tegenargumenten te poneren. Planning Meesterproefgesprek Halverwege periode start je met de concrete voorbereiding op je meesterproefgesprek. In de groepsbijeenkomst krijg je feedback op je concept stellingen. Zorg dat je ze uiterlijk in week 6 hebt geformuleerd, zodat je ook feedback kunt krijgen van je docent en medestudenten. Op basis van de feedback, kun je ze aanpassen en op maandag voor. uur, dien je deze in te leveren via de mail, inclusief een korte introductie van je zelf. De externe deskundige ken je niet en misschien ook de docenten niet. Het is prettig voor hen om te weten wat je achtergrond is. Let op: Zorg ervoor dat je het document met je stellingen voorziet van je naam en studentnummer. Sla het document als volgt op: Achternaam_Voornaam_Stellingen. De toetsdata van de meesterproefgesprekken vind je in het OER. Het specifieke rooster voor deze Meesterproefgesprekken zal op BlackBoard worden geplaatst. Je dient je 6 weken voor het Meesterproefgesprek in te schrijven middels het formulier dat je op BlackBoard vindt. Let op: Neem je legitimatie mee naar de toets zodat je je kunt legitimeren. Beoordeling Meesterproefgesprek Manier van beoordelen Het Meesterproefgesprek wordt beoordeeld door drie onafhankelijke beoordelaars. Dat betekent dat de externe deskundige geen begeleider in de praktijk van je is in het afstudeerjaar en dat de docenten geen begeleiders van je afstudeerfase zijn. Na het meesterproefgesprek gaan de beoordelaars het beoordelingsformulier afzonderlijk invullen. Daarna komen de drie beoordelaars door middel van consensus tot een definitieve beoordeling. De uitslag van de beoordeling, uitgedrukt in een cijfer, hoor je kort na je meesterproefgesprek. De drie beoordelaars beoordelen het gesprek. Hierbij geldt dat iedere beoordelaar een even groot aandeel heeft in de eindbeoordeling. 8

9 Herkansing Slaag je niet voor dit gesprek, dan volgt eind augustus een herkansing. Daarna zijn de herkansingen elke periode in week 9 en/of 1. Tussendoor is het niet mogelijk om een meesterproefgesprek te herkansen. 9

10 Bijlage 1: Beoordelingsformulier Meesterproefgesprek Student: Studentnummer: Eindcijfer: Inhoud: 1. Geeft een inleiding op de stellingen en geeft een korte en heldere toelichting Gebruikt op de juiste wijze relevante theoretische kaders 1 3. Gebruikt actuele en relevante informatie 1. Gebruikt brede overstijgende beroepsvaardigheden, zoals redeneren, reflecteren, communiceren (sociaal communicatieve bekwaamheid). 1. Onderbouwt gemaakte keuzes 8 6. De vragen van de deskundigen worden helder en met onderbouwing beantwoord 1. Gebruikt meerdere kennisdomeinen 8 8. Gebruikt argumenten vanuit micro-, meso- en macro niveau. 1 TOTAAL INHOUD.PUNTEN 1

11 Houdingsaspecten: 9. Tempo in de verdediging is rustig en afgestemd op het opname vermogen van de luisteraar Student geeft ruimte tot het stellen van vragen Student kan op gelijkwaardige manier met de gesprekspartners van gedachten wisselen. 1 TOTAAL HOUDINGSASPECTEN PUNTEN Eindbeoordeling Aantal punten voor de inhoud Aantal punten voor de houdingsaspecten Totaal Cijfer Beoordelaars : Handtekening: Toelichting op de beoordeling 11