Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid BEDUM

Vergelijkbare documenten
Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid HAREN

Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid VEENDAM

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Veiligheidsmonitor 2013

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden

Veiligheidsmonitor Gemeente Achtkarspelen

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt

Gemeenten + Wijken Index

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Veiligheidsmonitor Heemstede 2008

Blz. 9. Slachtofferschap Inbraak, fietsendiefstal, autocriminaliteit, beroving, vernieling, seksuele delicten, mishandeling. Blz.

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt

Leefbaarheid woonbuurt. Functioneren gemeente. Overlast in de buurt. Gemeente Leiden. significantie ( + = positief verschil; - = negatief verschil)

Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Politieregio Utrecht Tabellenrapport

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015)

Leefbaarheid en overlast in buurt

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

Monitor Veiligheid Resultaten van onderzoek naar de veiligheid onder de Deventer bevolking in 2009

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Hoe veilig is Leiden?

Tabel 1: Stellingen Fysieke voorzieningen en Sociale contacten in woonbuurt (%)

Hoe veilig is Noord-Holland Noord?

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Leefbaarheid en veiligheid

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

;/y;\ i&o. ^research. Hoe veilig is Heemstede? Integrale Veiligheidsmonitor Gemeente Heemstede Juni 2012

Hoe veilig is Katwijk?

LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN

Hoe veilig is Hof van Twente?

Hoe veilig zijn Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel?

Hoe veilig is Kapelle?

Toelichting bij "Tabellenboek", van Dimensus Monitor Veiligheid en Leefomgeving, 2014 IJsselstein 26 Juni 2014

Hoe veilig is Coevorden?

Hoe veilig is Leiden?

HOE VEILIG IS TYNAARLO?

Hoe veilig is Nijkerk?

Veiligheidsbeleving 2013 Utrecht vergeleken

Resultaten op in beeld. Bijlage in grafieken en tabellen

HOE VEILIG IS HEEMSTEDE?

Veiligheidsmonitor 2008 Hollands Midden

Leefbaarheid en veiligheid

Veiligheidsmonitor 2011

Leefbaarheidsmonitor 2011

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Leefbaarheid in Spijkenisse. Resultaten onderzoek over leefbaarheid en veiligheid onder inwoners van Spijkenisse

Politie Gelderland-Midden. Veiligheidsmonitor Gelderland-Midden 2009 Regiorapport

HOE VEILIG IS ELBURG?

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Hoe veilig is Veere? Veiligheidsmonitor gemeente Veere april 2014

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente Oisterwijk 2010

HOE VEILIG IS KATWIJK?

HOE VEILIG IS BLOEMENDAAL?

26% 36% 31% (helemaal) mee eens niet mee eens en niet mee oneens (helemaal) mee oneens

Hoe veilig is Noord-Holland Noord?

HOE VEILIG IS MOERDIJK?

HOE VEILIG IS HEERHUGOWAARD?

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Integrale Veiligheidsmonitor 2011

Grafiekenrapport Integrale Veiligheidsmonitor in Brabant

Veiligheidsbeleving 2015 Utrecht vergeleken

Hoe veilig is Tubbergen?

HOE VEILIG IS RHEDEN?

Keuze indicatoren voor rapportage Veiligheidsmonitor-Wijkpeiling Almere 2017

Hoe veilig is Noordenveld?

ONDERZOEK VEILIGHEID. Inwonerpanel Gemeente Dongen Onderzoek 9 Mei GfK 2014 Gemeente Dongen Onderzoek Veiligheid Mei

HOE VEILIG IS NOORD- BEVELAND?

VEILIGHEIDSMONITOR OMMEN 2016

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

HOE VEILIG IS HEERHUGOWAARD?

HOE VEILIG IS HEEMSTEDE?

Veiligheidsbeleving 2016 Utrecht vergeleken

Hoe veilig is Waddinxveen?

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM*

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Stichtse Vecht

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Veiligheidsmonitor 2011

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Cuijk. mevrouw M. Tan MSc mevrouw ir. J. Luijten

B A S I S V O O R B E L E I D

Gemeente Tiel. Veiligheidsmonitor april 2014

HOE VEILIG IS ROERMOND?

Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011

Monitor Veiligheid en Leefomgeving

B A S I S V O O R B E L E I D

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Waar staan de Drechtsteden?

Transcriptie:

Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid BEDUM

Veiligheidsmonitor 2011 Barometer voor lokale veiligheid Gemeente Bedum April 2012

Colofon Titel: Veiligheidsmonitor Groningen 2011, gemeente Bedum Datum: april 2012 Opdrachtgever: Gemeente Bedum Auteurs: Femke de Haan, Eddy de Tiège, Sjoukje van Dellen Adressen: Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen Postbus 2266 9704 CG Groningen www.cmogroningen.nl Copyright 2012, Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen. Voor zover het maken van kopieën is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912j het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1995, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze opgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich te wenden tot het Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen.

Inhoudsopgave Samenvatting 1 INLEIDING... 1 1.1 ACHTERGROND... 1 1.2 ONDERZOEKSOPZET... 1 1.3 INHOUD VAN HET RAPPORT... 2 1.4 LEESWIJZER... 3 Deel A: Leefbaarheid 2 LEEFBAARHEID WOONBUURT... 7 2.1 FYSIEKE VOORZIENINGEN... 7 2.2 SOCIALE COHESIE... 9 2.3 OORDEEL OVER DE WOONBUURT... 10 2.4 SAMENVATTING... 11 3 BELEVING BUURTPROBLEMEN... 13 3.1 FYSIEKE VERLOEDERING... 13 3.2 DREIGING EN SOCIALE OVERLAST... 14 3.3 OVERLAST VAN VERMOGENSDELICTEN... 16 3.4 VERKEERSOVERLAST... 17 3.5 OVERIGE OVERLAST... 18 3.6 BELANGRIJKSTE PROBLEMEN IN DE BUURT... 19 3.7 SAMENVATTING... 19 Deel B: Veiligheid 4 ONVEILIGHEIDSBELEVING... 23 4.1 ONVEILIGHEIDSGEVOELENS... 23 4.2 GEPERCIPIEERDE SLACHTOFFERKANS... 24 4.3 VOORZORGSMAATREGELEN EN PREVENTIEGEDRAG... 24 4.4 SAMENVATTING... 26 5 SLACHTOFFERSCHAP... 27 5.1 SLACHTOFFERSCHAP TOTAAL... 27 5.2 SLACHTOFFERSCHAP NAAR DELICTSOORT... 28 5.3 PLAATS VAN VOORVAL OF DELICT EN BEKENDHEID MET DADER... 30 5.4 SAMENVATTING... 30 6 AANGIFTEGEDRAG VAN BURGERS... 31 6.1 MELDING EN AANGIFTE... 31 6.2 MOTIEVEN AL DAN NIET MELDEN VAN VOORVALLEN... 32 6.3 SAMENVATTING... 33

7 CONTACTEN TUSSEN POLITIE EN BURGERS... 35 7.1 CONTACT MET POLITIE... 35 7.2 TEVREDENHEID POLITIEOPTREDEN... 36 7.3 SAMENVATTING... 38 Deel C: Politie en Gemeente 8 BEOORDELING FUNCTIONEREN POLITIE... 41 8.1 FUNCTIONEREN VAN POLITIE... 41 8.2 BESCHIKBAARHEID VAN POLITIE... 42 8.3 VERTROUWEN IN POLITIE... 44 8.4 INTERACTIE TUSSEN POLITIE EN BURGERS... 45 8.5 SAMENVATTING... 47 9 BEOORDELING FUNCTIONEREN GEMEENTE... 49 9.1 BEOORDELING GEMEENTELIJKE INZET... 49 9.2 SAMENVATTING... 50 BIJLAGE 1 AANVULLENDE TABELLEN... 51 BIJLAGE 2 VERANTWOORDING BETROUWBAARHEID... 53

Samenvatting Deze samenvatting laat de onderzoeksresultaten van de Veiligheidsmonitor Bedum voor de diverse thema s op hoofdlijnen zien. Aanvullende, meer gedetailleerde samenvattingen per onderwerp zijn opgenomen aan het einde van de betreffende hoofdstukken van deze rapportage. Onderzoeksmethode en respons Het onderzoek is in de periode van oktober tot november 2011 uitgevoerd. Voor de gemeente Bedum heeft CMO Groningen 500 inwoners van 15 jaar en ouder uitgenodigd een vragenlijst in te vullen. De steekproef is uit de Gemeentelijke Basis Administratie getrokken. De respondenten konden de vragen via het internet, schriftelijk of telefonisch beantwoorden. In totaal hebben 248 inwoners van Bedum aan de veiligheidsmonitor deelgenomen. Deel A: Leefbaarheid In het eerste deel van het rapport is beschreven hoe de inwoners oordelen over de leefbaarheid van hun woonbuurt en over hun perceptie van buurtproblemen. De beleving van de leefbaarheid van de eigen buurt is in de afgelopen jaren weinig veranderd. Indicatoren als de sociale cohesie en het oordeel over de woonomgeving laten in 2011 een score zien die vergelijkbaar is met de landelijke en provinciale score. Inwoners van Bedum ervaren in 2011 iets minder fysieke verloedering, dreiging, sociale overlast, overlast van vermogensdelicten en verkeersoverlast dan inwoners landelijk en provinciaal. De overlast van buurtproblemen is in 2011 niet wezenlijk veranderd ten opzichte van 2009. Als belangrijkste buurtprobleem wordt te hard rijden genoemd; bijna vier op de tien inwoners vindt dat dit probleem met voorrang zou moeten worden aangepakt. Deel B: Veiligheid In het tweede deel is de subjectieve veiligheid van de inwoners en het slachtofferschap van diverse delicten beschreven. De onveiligheidsbeleving is vergelijkbaar met 2009. In 2011 voelt 21% zich wel eens onveilig. Mensen voelen zich vooral onveilig op plekken waar jongeren rondhangen. Dit is iets lager dan in Nederland. Een op de zes inwoners van Bedum geeft aan slachtoffer te zijn geweest van één of meer delicten. Ten opzichte van 2009 is het slachtofferpercentage in Bedum gedaald (van 26% naar 16%). De inwoners zijn relatief het vaakst slachtoffer geworden van vandalismedelicten. Ruim zeven op de tien delicten vindt plaats binnen de gemeente; ruim zes op de tien gevallen vindt zelfs plaats in de eigen buurt. In 2011 werd circa 36% van de delicten door of namens de slachtoffers bij de politie gemeld. Van ruim een kwart van de delicten is daadwerkelijk aangifte gedaan via internet of door ondertekening van een document. Bijna twee van de drie delicten worden niet gemeld. De meest genoemde reden om een voorval niet te melden is dat het toch niet helpt. In Bedum geeft bijna een kwart van de inwoners aan in de afgelopen 12 maanden contact te hebben gehad met de politie in de gemeente. Dit is iets minder dan in de provincie Groningen en Nederland. Van deze inwoners zijn ruim zeven op de tien (zeer) tevreden over het laatste politiecontact. Dit is hoger dan in 2009. De meest genoemde reden voor ontevredenheid is dat de politie niets deed.

Deel C: Politie en gemeente Het laatste deel beschrijft hoe de inwoners de politie en gemeente beoordelen. In Bedum zijn vier op de tien inwoners (zeer) tevreden over het totale functioneren van de politie in de buurt. Iets minder dan de helft van de inwoners heeft vertrouwen in de politie en bijna één op de vijf vindt dat zij de criminaliteit succesvol bestrijdt. Het oordeel over de wederkerigheid van de relatie en het oordeel over de communicatie tussen de politie en burgers ligt gelijk aan het provinciaal en landelijk gemiddelde. In Bedum beoordelen inwoners de tevredenheid over het functioneren van de gemeente hetzelfde als voor de provincie Groningen en Nederland geldt. Er is hierin geen verandering opgetreden sinds 2009.

1 Inleiding 1.1 Achtergrond In het najaar van 2011 is voor de tweede keer in de provincie Groningen de Veiligheidsmonitor uitgevoerd. De Veiligheidsmonitor Groningen maakt onderdeel uit van een landelijke Integrale Veiligheidsmonitor (IVM). De monitor geeft inzicht in de beleving en ervaringen van bewoners en vormt een belangrijke aanvulling op politiegegevens. Het doel van de Veiligheidsmonitor is het monitoren van de subjectieve veiligheid van burgers en het functioneren van de politie en de gemeente inzake veiligheid. In de veiligheidsmonitor worden inwoners van de gemeente gevraagd naar leefbaarheid van de woonbuurt, beleving van de buurtproblemen, onveiligheidsgevoelens, preventiegedrag en ervaringen met veel voorkomende criminaliteit. Daarnaast worden inwoners gevraagd naar hun oordeel over het optreden van de politie en de gemeente op het gebied van veiligheid. Voorheen werden verschillende meetinstrumenten voor de veiligheidssituatie en leefbaarheid naast elkaar gebruikt 1. De Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) is ontstaan uit de samenvoeging van delen van deze instrumenten. De Veiligheidsmonitor is sinds 2006 op landelijk niveau jaarlijks uitgevoerd. Sinds het najaar van 2008 is het ook voor gemeenten en politieregio's mogelijk aan te sluiten bij de landelijke monitor. Gemeenten kunnen de monitor goed gebruiken als input voor het veiligheidsplan dat zij verplicht zijn op te stellen. In de provincie Groningen hebben in 2011 9 gemeenten deelgenomen aan de Veiligheidsmonitor 2. In 2009 namen 15 Groningse gemeenten deel aan de Veiligheidsmonitor. 1.2 Onderzoeksopzet De Veiligheidsmonitor Groningen is door twee partijen uitgevoerd. CMO Groningen heeft zorg gedragen voor de lokale uitvoering in 9 gemeenten in de provincie Groningen. Het landelijk en regionale deel van het onderzoek is uitgevoerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bureau veiligheidsmonitor (BVm) verzorgde de coördinatie, afstemming en methodologische begeleiding op lokaal niveau. Dankzij deze verregaande afstemming en het gebruik van een gestandaardiseerde vragenlijst zijn de lokale, regionale en landelijke uitkomsten vergelijkbaar. Opzet veldwerk en respons CMO Groningen heeft het onderzoek uitgevoerd in de periode september tot en met november 2011. Het CBS heeft een aselecte steekproef getrokken uit de Gemeentelijke Basisadministratie van 500 inwoners van 15 jaar en ouder (exclusief bewoners van instellingen, inrichtingen en tehuizen). 1 Dit waren de slachtofferenquêtes van CBS (POLS), de Politiemonitor Bevolking (PMB) en de Enquête Leefbaarheid en Veiligheid. 2 Deelnemende Groningse gemeenten: Bedum, Eemsmond, Haren, Pekela, Stadskanaal, Ten Boer, Veendam, Vlagtwedde, Oldambt. 1 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

De respondenten zijn middels een uitnodigingsbrief gevraagd de vragenlijst online of schriftelijke in te vullen. Aan alle non responders is tweemaal een herinneringsbrief gestuurd. Tenslotte is aanvullend telefonisch onderzoek gedaan; non responders waarvan het telefoonnummer beschikbaar was, zijn benaderd voor een telefonische afname van de vragenlijst. In de gemeente Bedum hebben in totaal 248 mensen meegedaan aan de Veiligheidsmonitor 2011. In totaal hebben 195 mensen (79%) via internet meegedaan, 37 (15%) schriftelijk en 14 (6%) telefonisch. De uitkomsten van het onderzoek zijn representatief voor de gehele gemeente. In bijlage 2 is een toelichting op de betrouwbaarheid van de cijfers opgenomen. 1.3 Inhoud van het rapport De voorliggende (tweede) rapportage van de Veiligheidsmonitor gemeente Bedum sluit inhoudelijk volledig aan bij de Veiligheidsmonitor 2009. Dit betekent dat de onderwerpen en de volgorde hiervan in beide jaren overeenkomen. Centraal in de rapportage staan de resultaten op basis van de Veiligheidsmonitor 2011. De uitkomsten van de gemeente Bedum zijn afgezet tegen de resultaten van 2009, andere deelnemende Groningse gemeenten, de provincie en landelijke gemiddelden. Het rapport geeft informatie over diverse aspecten van criminaliteit en veiligheid. De cijfermatige gegevens zijn in figuren en tabellen weergegeven. Aan het einde van ieder hoofdstuk is een korte samenvatting opgenomen. Het rapport geeft antwoord op de volgende onderzoeksvragen: 1. Wat is de huidige veiligheidssituatie in de gemeente? 2. Welke verschillen/trends zijn zichtbaar in de periode 2009 2011 op het gebied van leefbaarheid en veiligheid in de gemeente? 3. Wijkt de gemeente af van de andere Groningse gemeenten, de provincie Groningen en Nederland? Indicatoren In dit rapport worden de uitkomsten vaak weergegeven in de vorm van indicatoren (schaalscores). Deze indicatoren zijn gebaseerd op meerdere samenhangende vragen over hetzelfde onderwerp. Het CBS heeft de indicatoren samengesteld. De indicatoren zijn zo samengesteld dat de waarden kunnen lopen van 0 tot 10. Per indicator is in het rapport weergegeven of de waarde 10 staat voor de meest gunstige of de meest ongunstige score. De score is geen rapportcijfer. De absolute hoogte van het cijfer is minder interessant dan de relatieve hoogte. Gemeenten kunnen onderling worden vergeleken op de desbetreffende indicator. Een vergelijking tussen de verschillende indicatoren is echter niet mogelijk. Onderzoeksbureau CMO Groningen 2

1.4 Leeswijzer Het rapport is opgedeeld in drie delen. Het eerste deel, deel A, heeft betrekking op subjectieve ervaringen van de inwoners over hun woonomgeving. Hoofdstuk 2 gaat in op de leefbaarheid van de woonbuurt, terwijl de beleving van buurtproblemen in hoofdstuk 3 wordt besproken. Vervolgens gaat deel B in op de ervaren veiligheid. In hoofdstuk 4 staan diverse aspecten van onveiligheidsbeleving centraal. In hoofdstuk 5 wordt aandacht besteed aan slachtofferschap en het aantal ondervonden delicten. Hoofdstuk 6 gaat in op de aangiftebereidheid en meldingsbereidheid van burgers. In hoofdstuk 7 staat de tevredenheid met het politieoptreden bij het laatste voorval centraal. De laatste twee hoofdstukken vormen deel C en gaan in op het oordeel over de politie en gemeente. Hoofdstuk 8 gaat in op het functioneren en de beschikbaarheid van de politie. Het functioneren van de gemeente wordt in hoofdstuk 9 beoordeeld. 3 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

Onderzoeksbureau CMO Groningen 4

Deel A: Leefbaarheid 5 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

Onderzoeksbureau CMO Groningen 6

2 Leefbaarheid woonbuurt In dit hoofdstuk staat de leefbaarheid van de woonomgeving centraal. Het gaat hierbij om de mening van respondenten als buurtbewoners. In de paragrafen 2.1 en 2.2 wordt gekeken naar de fysieke voorzieningen (zoals onderhoud en voorzieningen voor jongeren) en de mate van betrokkenheid bij de woonbuurt (sociale cohesie). Daarnaast wordt beschreven in welke mate de bewoners zich persoonlijk hebben ingezet om de buurt te verbeteren. Tot slot wordt in paragraaf 2.3 het oordeel van de respondenten over de woonbuurt weergegeven. Voor zover mogelijk wordt bij de uitkomsten een vergelijking gemaakt met de Veiligheidsmonitor 2009, de overige deelnemende Groningse gemeenten, de provincie Groningen en Nederland in totaal. 2.1 Fysieke voorzieningen De aanwezigheid van fysieke voorzieningen en het onderhoud hiervan kan van invloed zijn op de leefbaarheid en het veiligheidsgevoel in de buurt. Daarbij gaat het om de aanwezigheid van goede verlichting, goed onderhouden wegen en plantsoenen en de aanwezigheid van goede voorzieningen. De respondenten hebben hun oordeel gegeven over de volgende vijf aspecten van de eigen woonbuurt: 1. In de buurt zijn de wegen, paden, pleintjes goed onderhouden 2. In de buurt zijn perken, plantsoenen en parken goed onderhouden 3. In de buurt is het buiten goed verlicht 4. In de buurt zijn goede speelplekken voor kinderen 5. In de buurt zijn goede voorzieningen voor jongeren Het meest tevreden is men over de verlichting (stelling 3); ruim 70 % van de inwoners vindt dat het in de eigen woonbuurt buiten goed verlicht is (figuur 2.1). Na de verlichting is men het meest tevreden over het onderhoud van wegen, paden en pleintjes (stelling 1). Een vrijwel dezelfde tevredenheid geldt voor het onderhoud van de perken, plantsoenen en parken (stelling 2). Inwoners van Bedum zijn het minst tevreden over de voorzieningen voor jongeren in de buurt; slechts 23% vindt dat er goede jongerenvoorzieningen zijn (stelling 5). Overigens heeft bijna een derde van de respondenten hierover geen mening. Over de aanwezigheid van speelplekken voor kinderen is ruim de helft (53%) tevreden. 7 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

Figuur 2.1: Stellingen fysieke voorzieningen, gemeente Bedum (helemaal) mee eens neutraal (helemaal) mee oneens weet niet / niet ingevuld stelling 1 64% 15% 20% 1% stelling 2 63% 16% 19% 2% stelling 3 70% 14% 15% 1% stelling 4 53% 17% 25% 5% stelling 5 23% 30% 40% 8% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Op basis van de bovengenoemde vijf stellingen is de indicator fysieke voorzieningen berekend. De schaalscore loopt van 0 tot 10, waarbij geldt: hoe hoger de score op deze indicator, hoe hoger de tevredenheid over de aanwezige voorzieningen. Onderstaande figuur toont de scores voor alle deelnemende gemeenten voor de jaren 2009 en 2011.De inwoners van Bedum scoren een gemiddelde van 5,8 op de indicator fysieke voorzieningen. Dit is precies dezelfde score als bij de vorige meting in 2009. Evenals in 2009 behoort Bedum bij de hoogst scorende gemeenten, al zijn de verschillen klein. Bedum wijkt nauwelijks af van het landelijke en provinciale (5,9 en 6,0). Figuur 2.1: Indicator fysieke voorzieningen 2009 2011 Haren Bedum Ten Boer Oldambt Eemsmond Veendam Stadskanaal Pekela Vlagtwedde 5,9 6,1 5,8 5,8 5,4 5,5 5,3 5,4 5,3 5,7 5,3 5,4 5,2 5,5 5,1 5 5 5,3 0 2 4 6 8 10 Onderzoeksbureau CMO Groningen 8

2.2 Sociale cohesie De leefbaarheid van een woonbuurt wordt niet alleen bepaald door de aanwezigheid van verschillende fysieke voorzieningen. Ook de sociale cohesie in de woonbuurt speelt hierbij een rol. De sociale cohesie heeft betrekking op de sociale contacten tussen buurtbewoners en de betrokkenheid bij de buurt. De respondenten zijn zes stellingen voorgelegd die te maken hebben met sociale cohesie: 1. De mensen kennen elkaar in de buurt nauwelijks 2. De mensen gaan in de buurt op een prettige manier met elkaar om 3. Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is 4. Ik voel me thuis bij de mensen die in de buurt wonen 5. Ik heb veel contact met andere buurtbewoners 6. Ik ben tevreden over de bevolkingssamenstelling in de buurt In Bedum vindt driekwart van de inwoners (75%) dat mensen in de buurt op een prettige manier met elkaar omgaan (stelling 2). Eveneens driekwart (76%) is tevreden over de bevolkingssamenstelling in de buurt (stelling 6). De meeste mensen (66%) voelen zich dan ook thuis in de eigen buurt (stelling 4). Stelling 1; de mensen in de buurt kennen elkaar nauwelijks scoort laag (15% is het hiermee eens). Men vindt in Bedum in bijna de helft van de gevallen dat de eigen woonbuurt gezellig is met veel saamhorigheid (stelling 3, 47% is het hiermee eens). Dat er veel contact met andere buurtbewoners is, beaamt een wat lager percentage, namelijk 41% (stelling 5). Figuur 2.3: Stellingen sociale cohesie, gemeente Bedum (helemaal) mee eens neutraal (helemaal) mee oneens weet niet / niet ingevuld stelling 1 15% 18% 65% 2% stelling 2 75% 18% 5% 3% stelling 3 47% 36% 15% 2% stelling 4 66% 25% 8% 1% stelling 5 41% 37% 21% 1% stelling 6 76% 17% 6% 2% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Op basis van de eerste vier stellingen is de indicator sociale cohesie in de woonbuurt berekend. De schaalscore loopt van 0 tot 10; een hogere score betekent meer sociale cohesie. Gemeente Bedum scoort op sociale cohesie een 6,7. Dit is dezelfde score als in 2009. In vergelijking met de overige Groningse gemeenten scoort Bedum ook hoog op sociale cohesie (verschillen zijn klein). De sociale cohesie scoort net iets hoger dan landelijk en provinciaal (beide 6,3). 9 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

Figuur 2.2: Indicator sociale cohesie 2009 2011 Ten Boer Bedum Eemsmond Vlagtwedde Haren Stadskanaal Oldambt Pekela Veendam 7 6,9 6,7 6,7 6,6 6,7 6,6 6,7 6,4 6,4 6,3 6,1 6,2 6,3 6,1 6,2 6 6,1 0 2 4 6 8 10 Bewonersparticipatie Sociale betrokkenheid bij de buurt komt ook tot uiting in de eigen inzet voor de buurt waarin men woont. In de vragenlijst is gevraagd of men in het afgelopen jaar zelf actief is geweest om de eigen buurt te verbeteren. Een vijfde deel van de inwoners van Bedum (21%) geeft aan het afgelopen jaar actief te zijn geweest om de eigen woonbuurt te verbeteren. Dit is iets meer dan het provinciale percentage van 17% en het landelijke percentage van 18%. 2.3 Oordeel over de woonbuurt Deze paragraaf geeft zicht op het oordeel van inwoners over de eigen woonbuurt. Aan respondenten is gevraagd rapportcijfers te geven voor drie aspecten van de woonomgeving: namelijk de woonomgeving zelf, de leefbaarheid in de woonomgeving en de veiligheid in de woonomgeving. In tabel 2.1 is te zien dat de inwoners van Bedum alle drie aspecten met een ruime voldoende beoordelen. Deze rapportcijfers wijken nauwelijks af van het landelijke en regionale gemiddelde. Bedum scoort voor woonomgeving en leefbaarheid bovengemiddeld vergeleken met de andere gemeenten en voor veiligheid gemiddeld. De cijfers zijn vrijwel gelijk aan die van 2009 (woonomgeving 7,6, leefbaarheid 7,5 en veiligheid 7,1). Tabel 2.1: Rapportcijfers woonomgeving, leefbaarheid en veiligheid woonomgeving leefbaarheid veiligheid Bedum 7,5 7,5 7,1 Eemsmond 7,4 7,4 7,3 Haren 7,9 7,8 7,5 Pekela 7,1 7,0 6,5 Stadskanaal 7,3 7,3 6,7 Ten Boer 7,6 7,6 7,4 Veendam 7,2 7,0 6,5 Vlagtwedde 7,6 7,4 6,9 Oldambt 7,2 7,1 6,8 Provinciaal 7,4 7,4 7,1 Landelijk 7,5 7,4 7,0 Onderzoeksbureau CMO Groningen 10

Oordeel ontwikkeling woonbuurt Het grootste deel van de inwoners van Bedum (72%) heeft het idee dat de situatie in hun buurt gelijk is gebleven ten opzichte van een jaar geleden. Ruim 8% van de inwoners zegt dat de woonbuurt er het afgelopen jaar op achteruit is gegaan en 15% is van mening dat de buurt erop vooruit is gegaan. Provinciaal is het deel van de respondenten dat van mening is dat de buurt gelijk is gebleven lager (66%). Gemiddeld zegt 14% van de inwoners van de provincie dat de buurt er op achteruit is gegaan en 15% vindt het omgekeerde, dat de buurt er op vooruit is gegaan. Landelijke percentages zijn vrijwel gelijk aan de provinciale (respectievelijk 67%, 14%, 14%). 2.4 Samenvatting Inwoners van Bedum scoren op de indicator fysieke voorzieningen (5,8) net onder het landelijke en provinciale gemiddelde (6,0 en 5,9). Zeventig procent van de inwoners vindt dat het in de buurt buiten goed verlicht is. Het minst tevreden is men over de aanwezigheid van voorzieningen voor jongeren. De sociale cohesie scoort in Bedum hoger dan landelijk en provinciaal. De inwoners zijn in ruime meerderheid positief over de manier waarop men in de buurt met elkaar omgaat (75%) en over de bevolkingssamenstelling in de buurt (76%). Eén op de vijf inwoners is het afgelopen jaar actief geweest om de eigen woonbuurt te verbeteren. Bedum scoort voor woonomgeving een rapportcijfer 7,5, voor leefbaarheid ook een 7,5 en voor veiligheid een 7,1 dit is vergelijkbaar met het provinciale en het landelijke gemiddelde. Veruit de meeste mensen in Bedum vinden dat de woonbuurt gelijk is gebleven ten opzichte van een jaar geleden. Het deel dat een achteruitgang bespeurt (8%) is veel lager dan het deel dat zegt dat de woonbuurt er op vooruit is gegaan (15%). 11 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

Onderzoeksbureau CMO Groningen 12

3 Beleving buurtproblemen Dit hoofdstuk gaat in op de belangrijkste problemen die inwoners van de gemeente Bedum in hun woonbuurt ervaren. Voor 25 problemen is gevraagd of die volgens inwoners vaak, soms of (bijna) nooit voorkomen in de eigen buurt. Deze voorvallen zijn in te delen in vijf categorieën van buurtproblemen, namelijk fysieke verloedering, sociale overlast, dreiging, overlast van vermogensdelicten en verkeersoverlast. Ook is aan de inwoners gevraagd welke van deze problemen met voorrang zouden moeten worden aangepakt. Bij alle uitkomsten wordt weer een vergelijking gemaakt met de uitkomsten Veiligheidsmonitor 2009, de overige deelnemende Groningse gemeenten, de provincie Groningen en Nederland in totaal. 3.1 Fysieke verloedering Voorvallen die bijdragen aan de verloedering van een buurt worden gerekend tot de meest voorkomende buurtproblemen. Daarin zijn vier soorten te onderscheiden: bekladding van muren en gebouwen, rommel op straat, hondenpoep en vernieling van telefooncellen of bushokjes. De meest genoemde vorm van fysieke verloedering is hondenpoep; een derde van de inwoners geeft aan dat dit vaak in de buurt voorkomt (32%). In iets mindere mate komen volgens de inwoners vernieling van telefooncellen of bushokjes en rommel op straat voor (respectievelijk 10% en 9%). Bekladding van muren en gebouwen komt het minst vaak voor (genoemd door 1% van de inwoners). In vergelijking met 2009 ervaren inwoners van Bedum gemiddeld minder overlast van hondenpoep (van 40% naar 32%). De overlast van rommel op straat en vernieling van telefooncellen of bushokjes is tussen 2009 en 2011 nagenoeg stabiel gebleven. Voor de fysieke verloedering van de woonbuurt is een schaalscore berekend op basis van de vier bovengenoemde buurtproblemen (score tussen 0 en 10). Hoe hoger deze score, hoe meer bewoners het gevoel hebben dat er sprake is van verloedering. Relatief weinig inwoners van de gemeente Bedum ervaren fysieke verloedering van de woonbuurt; de gemeente scoort gemiddeld een 2,9 op deze indicator (figuur 3.1). Dit is iets lager dan de score voor de provincie Groningen en voor Nederland (respectievelijk 3,1 en 3,3). De scores voor de deelnemende gemeenten in de provincie Groningen variëren tussen 2,5 en 3,8. 13 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

Figuur 3.1: Indicator fysieke verloedering 2009 2011 Pekela Veendam Stadskanaal Bedum Oldambt Eemsmond Vlagtwedde Ten Boer Haren 3,8 4 3,6 3,6 3,2 3,3 2,9 3,4 2,8 3,1 2,8 3 2,8 2,8 2,7 2,9 2,5 3,1 0 2 4 6 8 10 3.2 Dreiging en sociale overlast Gevoelens van onveiligheid hangen onder andere samen met de mate waarin inwoners geconfronteerd worden met verschillende bedreigende situaties en sociale overlast. In de vragenlijst is gevraagd naar negen vormen van overlast in de buurt die in meer of mindere mate als bedreigend kunnen worden ervaren. De eerste acht vormen bepalen de indicator bedreiging, de nummers 1, 3, 8 en 9 zijn opgenomen in de indicator sociale overlast. De negen vormen zijn: 1. mensen die op straat worden lastig gevallen 2. geweldsdelicten 3. drugsoverlast 4. bedreiging 5. jeugdcriminaliteit 6. straatroof 7. vrouwen en meisjes die op straat worden nagefloten 8. overlast van groepen jongeren 9. dronken mensen op straat Overlast van groepen jongeren is in Bedum naar verhouding de meest gesignaleerde vorm van overlast in de woonbuurt (figuur 3.2). Acht procent van de inwoners geeft aan dat dit vaak voorkomt en volgens 29% van de inwoners komt dit soms voor. Overlast van dronken mensen op straat en jeugdcriminaliteit komen tevens geregeld voor; respectievelijk 7% en 3% van de inwoners geven aan dat dit vaak voorkomt. Circa één of de vijf inwoners geven aan dat beide vormen van overlast soms voorkomen. De andere vormen van dreiging en overlast komen aanzienlijk minder vaak voor. In vergelijking met 2009 ervaren inwoners van Bedum evenveel overlast van groepen jongeren, jeugdcriminaliteit en overlast van dronken mensen op straat. Onderzoeksbureau CMO Groningen 14

Figuur 3.2: Dreigende voorvallen en sociale overlast, gemeente Bedum Komt vaak voor Komt soms voor overlast groepen jongeren 8% 29% dronken mensen op straat jeugdcriminaliteit vrouwen en meisjes op straat nagefloten drugsoverlast mensen op straat lastig gevallen bedreiging gewelddelicten straatroof 7% 3% 5% 8% 7% 9% 9% 1% 20% 18% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% Dreiging De indicator dreiging is samengesteld uit de eerste acht vormen van overlast in de woonbuurt. Hoe hoger de score op deze schaal, hoe meer bewoners het gevoel hebben dat zij vaak te maken hebben met dreigingen in hun woonbuurt (score loopt van 0 tot 10). De waarde die inwoners van Bedum toekennen aan dreiging in de buurt is 0,6. Deze ervaren dreiging kan beperkt genoemd worden en is nagenoeg vergelijkbaar met de score in 2009. Inwoners van Bedum ervaren minder dreiging dan provinciaal en landelijk (respectievelijk 1,0 en 1,1). Ook tussen de gemeenten onderling zijn er kleine verschillen (score varieert tussen 0,5 en 1,3). Figuur 3.3: Indicator dreiging 2009 2011 Pekela Veendam Stadskanaal Oldambt Vlagtwedde Ten Boer Bedum Eemsmond Haren 1,3 1,4 1,3 1 0,7 1,1 0,7 0,8 0,7 0,7 0,7 0,6 0,6 0,9 0,6 0,6 0,5 0,7 0 2 4 6 8 10 15 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

Sociale overlast Hoeveel sociale overlast inwoners van Bedum ervaren is af te leiden uit de antwoorden over drugsoverlast, mensen die op straat worden lastig gevallen, overlast van groepen jongeren en dronken mensen op straat (nummers 1,3,8 en 9). Op basis van de antwoorden van deze vormen van sociale overlast is een indicator samengesteld (score loopt van 0 tot 10). Hoe hoger de score op deze indicator, hoe meer bewoners het gevoel hebben dat zij vaak te maken hebben met sociale overlast in hun woonbuurt. Bedum scoort een 1,1 op de indicator, dit is relatief laag vergeleken met de score voor de provincie (1,6) en Nederland (1,7). De score van de deelnemende gemeenten varieert tussen 0,8 en 2. Figuur 3.4: Indicator sociale overlast 2009 2011 Veendam Pekela Stadskanaal Ten Boer Bedum Oldambt Eemsmond Vlagtwedde Haren 2 1,7 1,8 1,8 1,3 1,4 1,2 1,2 1,1 1,5 1 1,2 1 1 1,2 0,8 1 0 2 4 6 8 10 3.3 Overlast van vermogensdelicten In de vragenlijst is gevraagd of bepaalde vermogensdelicten volgens de inwoners vaak voorkomen in de buurt. Het betreft fietsendiefstal, diefstal uit auto s, autovandalisme en inbraak in woningen. Autovandalisme komt volgens de inwoners in gemeente Bedum relatief het meeste voor; 5% van de respondenten zegt dat dit vaak voorkomt. Inbraak in woningen en fietsendiefstal zijn door 1% van de inwoners genoemd als vermogensdelicten die vaak voorkomen. Diefstal uit auto s komt volgens geen van de inwoners vaak voor. Vergeleken met 2009 ervaren minder inwoners overlast van autovandalisme (van 11% naar 5%). In vergelijking met de provincie en Nederland geldt voor alle vier vormen van vermogensdelicten dat deze minder vaak voorkomen in gemeente Bedum. Deze vier vormen van vermogensdelicten zijn opgenomen in de indicator overlast van vermogensdelicten. De score varieert tussen 0 (deze vormen van overlast komen niet voor) en 10 (alle vormen komen vaak voor). De gemeente Bedum scoort een 1,5 op deze indicator (figuur 3.5). In vergelijking met de provincie Groningen (2,1) en Nederland (2,7) scoort Bedum duidelijk lager. De scores van de deelnemende gemeenten in de provincie variëren tussen 1,0 en 2,3; in Veendam ervaren de meeste inwoners overlast van vermogensdelicten en in Eemsmond de minste. Onderzoeksbureau CMO Groningen 16

Figuur 3.5: Indicator overlast van vermogensdelicten 2009 2011 Veendam Stadskanaal Pekela Oldambt Vlagtwedde Bedum Haren Ten Boer Eemsmond 2,3 2,3 2,2 2,6 2 1,8 1,8 1,7 1,5 1,5 1,4 1,5 1,5 1,3 1,2 1 1,2 0 2 4 6 8 10 3.4 Verkeersoverlast Verkeersoverlast kan in woonwijken, rond scholen en op plekken waar veel kinderen buiten spelen eenvoudig leiden tot onveilige situaties. Verkeersoverlast kenmerkt zich met name door parkeeroverlast, agressief verkeersgedrag, geluidsoverlast en te hard rijden. Te hard rijden is de meest gesignaleerde vorm van verkeersoverlast in de eigen buurt; 24% van de inwoners van Bedum vindt dat dit vaak voorkomt in hun buurt. Eén op de zes inwoners vindt dat parkeeroverlast vaak voorkomt (17%) en 12% van de inwoners geeft aan dat geluidsoverlast door verkeer vaak voorkomt. Verder zegt 7% dat agressief verkeersgedrag een vaak voorkomend buurtprobleem is. In vergelijking met 2009 ervaren evenveel inwoners bovengenoemde vormen van verkeersoverlast. Vergeleken met de provincie (32%) ervaren gemiddeld minder inwoners van Bedum (24%) overlast van mensen die te hard rijden. De indicator op basis van deze vormen van overlast loopt van 0 tot 10. Hoe hoger de score, des te meer inwoners veel verkeersoverlast in hun buurt ervaren. De score voor verkeersoverlast ligt voor de gemeente Bedum met een 3,1 nagenoeg gelijk aan de score van 2009 (3,0). Landelijk ligt de score op een 3,6 en provinciaal op een 3,3. Vergeleken met enkele andere deelnemende gemeenten in de provincie ervaren minder inwoners van Bedum verkeersoverlast (score varieert tussen 3,0 en 4,1). 17 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

Figuur 3.6: Indicator verkeersoverlast 2009 2011 Pekela Veendam Stadskanaal Oldambt Vlagtwedde Bedum Ten Boer Haren Eemsmond 4,1 3,8 3,9 3,8 3,6 3,7 3,3 3,8 3,3 3,4 3,1 3 3,1 3 3 3,3 3 0 2 4 6 8 10 3.5 Overige overlast Tot slot is nog van een aantal problemen nagegaan in hoeverre die volgens bewoners in hun buurt voorkomen. Het gaat hier om overlast van omwonenden, andere vormen van geluidsoverlast, overlast van zwervers of daklozen en overlast van horeca. Vijf procent van de inwoners noemt andere vormen van geluidsoverlast als buurtprobleem dat in Bedum vaak voorkomt. Drie procent ervaart vaak overlast door horecagelegenheden en 1% ervaart vaak overlast van omwonenden. Overlast door zwervers of daklozen werd door niemand genoemd als vaak voorkomend buurtprobleem. Deze vormen van overlast komen in Bedum minder vaak voor dan in de provincie en Nederland. Figuur 3.7: Overige overlast, gemeente Bedum Komt vaak voor Komt soms voor andere vormen geluidsoverlast 5% 22% overlast door horeca 3% 6% overlast omwonenden 1% 18% overlast zwervers / daklozen 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% Onderzoeksbureau CMO Groningen 18

3.6 Belangrijkste problemen in de buurt In de voorgaande paragrafen zijn 25 buurtproblemen beschreven. Aan de inwoners is gevraagd welke buurtproblemen zij met voorrang aangepakt zouden willen zien. Te hard rijden wordt duidelijk het vaakst genoemd; 37% van de inwoners vindt dat te hard rijden met voorrang aangepakt zou moeten worden. Ook relatief vaak genoemd zijn: hondenpoep (29%), overlast jongeren en parkeeroverlast (beide 13%). Tot slot maakt geluidsoverlast door verkeer (9%) de top vijf compleet. In vergelijking met de landelijke en provinciale resultaten wijkt gemeente Bedum nauwelijks af (tabel 3.1). De twee belangrijkste problemen zijn hier hetzelfde. Wel vinden relatief meer inwoners van Bedum dat te hard rijden en hondenpoep op korte termijn aangepakt zou moeten worden. In 2009 stonden nagenoeg dezelfde buurtproblemen in de top vijf van problemen die met voorrang aangepakt zouden moeten worden. Tabel 3.1: Top 5 buurtproblemen die met voorrang aangepakt zouden moeten worden Bedum Provincie Groningen Nederland Te hard rijden (37%) Te hard rijden (28%) Te hard rijden (24%) Hondenpoep (29%) Hondenpoep (17%) Hondenpoep (16%) Overlast jongeren (13%) Rommel op straat (10%) Parkeeroverlast (14%) Parkeeroverlast (13%) Parkeeroverlast (10%) Rommel op straat (11%) Geluidsoverlast verkeer (9%) Overlast jongeren (7%) Overlast jongeren (10%) 3.7 Samenvatting Relatief weinig inwoners van de gemeente Bedum ervaren fysieke verloedering van de woonbuurt; de gemeente scoort iets lager dan provinciaal en landelijk. De meest genoemde vorm van fysieke verloedering is hondenpoep, gevolgd door vernieling van telefooncellen of bushokjes en rommel op straat. Inwoners van Bedum ervaren minder dreiging dan provinciaal en landelijk. Ook op sociale overlast scoort Bedum relatief laag. De meest dreiging en overlast ervaren inwoners van groepen jongeren, dronken mensen op straat en jeugdcriminaliteit. Bedum heeft weinig overlast van vermogensdelicten en scoort hierop wederom lager dan provinciaal en landelijk. Autovandalisme komt volgens de inwoners relatief het meeste voor van de vermogensdelicten. Ook de score voor verkeersoverlast ligt voor de gemeente Bedum relatief laag. Te hard rijden is de meest gesignaleerde vorm van verkeersoverlast in de eigen buurt, ook parkeeroverlast en geluidsoverlast worden relatief vaak genoemd. De vijf belangrijkste buurtproblemen die inwoners met voorrang aangepakt zouden willen zien, zijn: te hard rijden, hondenpoep, overlast jongeren, parkeeroverlast en geluidsoverlast van verkeer. 19 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

Onderzoeksbureau CMO Groningen 20

Deel B: Veiligheid 21 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

Onderzoeksbureau CMO Groningen 22

4 Onveiligheidsbeleving In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de onveiligheidsbeleving. Deze onveiligheidsbeleving is opgebouwd uit onveiligheidsgevoelens, de gepercipieerde slachtofferkans, vermijdingsgedrag en preventiegedrag. Onveiligheidsbeleving beschrijft de subjectieve veiligheid, wat een belangrijke indicator van de actuele veiligheidssituatie is. Hoewel de subjectieve veiligheid in de belevingswereld van mensen ligt, kan ze wel beïnvloed worden door de objectieve veiligheid (daadwerkelijk slachtofferschap). Het daadwerkelijk slachtofferschap komt in hoofdstuk 5 aan de orde. 4.1 Onveiligheidsgevoelens Om de onveiligheidsgevoelens in kaart te brengen is aan de respondenten gevraagd of zij zich wel eens onveilig voelen en hoe vaak zij zich onveilig voelen. Hierin is onderscheid gemaakt tussen onveilig voelen in het algemeen en onveilig voelen in de eigen woonbuurt. Uit de resultaten blijkt dat 21% van de inwoners zich wel eens onveilig voelt; dit is vergelijkbaar met 2009 (20%). Hiermee blijft Bedum onder het provinciaal en landelijk gemiddelde (respectievelijk 23% en 25%). Tabel 4.1: Onveiligheidsbeleving algemeen en in eigen buurt, per gemeente Wel eens onveilig voelen Vaak onveilig voelen Wel eens onveilig voelen in eigen buurt Vaak onveilig voelen in eigen buurt Veendam 34% 2% 25% 3% Vlagtwedde 25% 2% 17% 2% Pekela 22% 3% 17% 2% Stadskanaal 22% 3% 17% 2% Bedum 21% 0% 12% 0% Oldambt 19% 2% 14% 2% Haren 19% 1% 14% 1% Ten Boer 19% 1% 11% 1% Eemsmond 19% 2% 10% 2% Provinciaal 23% 2% 15% 2% Landelijk 25% 3% 17% 2% Onveiligheidsgevoelens op specifieke plekken in eigen gemeente Tevens is aan de respondenten gevraagd of zij zich wel eens onveilig voelen op een aantal specifieke plekken in de eigen gemeente, zoals rondom uitgaansgelegenheden, in het centrum of op plekken waar groepen jongeren rondhangen. Plekken waar jongeren rondhangen, worden in Bedum het vaakst als onveilig ervaren. Van alle respondenten geeft 37% aan dat zij zich daar wel eens onveilig voelen. Andere locaties die relatief vaak worden genoemd zijn het treinstation (26%), rondom uitgaansgelegenheden (19%) en in het centrum (14%). Voor vergelijking met de andere deelnemende gemeenten wordt verwezen naar de bijlage. 23 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

4.2 Gepercipieerde slachtofferkans In relatie tot de onveiligheidsbeleving is aan de respondenten gevraagd om aan te geven hoe groot zij de kans inschatten het komende jaar slachtoffer te worden van inbraak in de eigen woning, mishandeling en diefstal van de portemonnee. Uit de resultaten blijkt dat de kans hierop in Bedum klein geacht wordt. Van de inwoners denkt slechts 1% een (heel) grote kans te hebben op respectievelijk inbraak, mishandeling of diefstal van de portemonnee. Dit is hetzelfde percentage als in 2009 en is duidelijk lager dan provinciaal: in de provincie liggen deze kansen op respectievelijk 4%, 1% en 4%. Landelijk liggen deze percentages nog hoger (respectievelijk 7%, 2% en 5%). 4.3 Voorzorgsmaatregelen en preventiegedrag In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk wordt ingegaan op het preventiegedrag tegen criminaliteit. De preventiemaatregelen zijn onder te verdelen in sociopreventieve maatregelen (gedrag aanpassen) of techno preventieve maatregelen (technische aanpassingen). Techno preventieve maatregelen Aan de respondenten is gevraagd hoeveel van de volgende technopreventieve maatregelen bij hen thuis aanwezig zijn om inbraak te voorkomen: Buitenverlichting Extra veiligheidssloten op buitendeuren (Rol)luiken voor ramen/deuren Alarminstallatie Inwoners van Bedum geven aan gemiddeld 1,7 van de 4 techno preventieve maatregelen te hebben genomen; dit ligt tussen het provinciale en landelijke gemiddeld in (respectievelijk 1,5 en 1,8). Figuur 4.1: Aantal techno preventieve maatregelen 2009 2011 Veendam Vlagtwedde Haren Stadskanaal Oldambt Pekela Bedum Ten Boer Eemsmond 1,9 2 1,9 1,9 1,9 1,9 1,8 2 1,8 1,8 1,8 1,8 1,7 1,8 1,7 1,8 1,6 1,7 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 Onderzoeksbureau CMO Groningen 24

Socio preventieve maatregelen Aan de respondenten is tevens gevraagd hoeveel overige maatregelen ter voorkoming van criminaliteit zij hebben genomen. De vragen hadden betrekking op de volgende vier socio preventieve maatregelen: Waardevolle spullen meenemen uit auto s Avonds licht laten branden bij afwezigheid Fiets in bewaakte fietsenstalling Waardevolle spullen thuis laten Inwoners van Bedum geven aan gemiddeld 1,9 van de 4 socio preventieve maatregelen te hebben genomen; ook deze score valt tussen het provinciaal en landelijk gemiddelde (1,7 en 2,0). Figuur 4.2: Aantal socio preventieve maatregelen 2009 2011 Veendam Stadskanaal Oldambt Pekela Vlagtwedde Haren Bedum Eemsmond Ten Boer 2,1 2,1 2,1 2,2 2 2 2,2 2 2,1 1,9 2,1 1,9 2 1,8 1,7 1,8 1,9 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 Totaal preventiemaatregelen Waardevolle spullen meenemen uit de auto (70%), de aanwezigheid van buitenverlichting (58%) en extra veiligheidssloten en/of grendels op de buitendeuren (55%) zijn in Bedum de meest voorkomende preventieve maatregelen tegen inbraak. Ook s avonds licht laten branden bij afwezigheid, de fiets in een bewaakte fietsenstalling plaatsen en waardevolle spullen thuis laten zijn maatregelen die veel inwoners van Bedum nemen (respectievelijk 45%, 42% en 35%). Andere maatregelen tegen inbraak komen minder vaak voor. 25 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

Figuur 4.3: Totaal preventiemaatregelen, % (Bijna) altijd Soms (Bijna) nooit NVT / weet niet waardevolle spullen uit auto 70% 8% 9% 13% buitenverlichting 58% 22% 5% 16% extra sloten op buitendeuren 55% 5% 2% 38% s avonds licht laten branden bij afwezigheid 45% 18% 33% 4% fiets in bewaakte rijwielstalling 42% 13% 28% 17% waardevolle spullen thuislaten 35% 27% 30% 8% alarminstallatie (rol)luiken voor ramen/deuren 10% 2% 3% 90% 95% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Vermijdingsgedrag De respondenten is verder gevraagd of zij bepaalde situaties vermijden vanwege een gevoel van onveiligheid in de buurt. Van alle inwoners van Bedum zegt 6% dat ze s avonds en s nachts niet open doen als er onverwachts wordt aangebeld. Ook geeft 2% van de inwoners aan zich niet op hun gemak te voelen als ze s avonds alleen thuis zijn. Van alle inwoners geeft telkens 1% aan dat het soms of vaak voorkomt dat zij omlopen of omrijden in de eigen buurt om onveilige plekken te mijden, dat zij hun kinderen soms of vaak niet toestaan ergens naar toe te gaan in de buurt vanwege onveiligheid of dat zij zich onveilig voelen als ze s avonds in de buurt over straat lopen. 4.4 Samenvatting In Bedum voelt 21% van de inwoners zich wel eens onveilig; dit is lager het provinciaal en landelijk gemiddelde. Plekken waar jongeren rondhangen worden in Bedum het vaakst als onveilig ervaren. Van de inwoners denkt slechts 1% een (heel) grote kans te hebben op inbraak, mishandeling of diefstal. Dit is lager dan provinciaal gemiddeld. Inwoners van Bedum hebben gemiddeld 1,7 van de 4 techno preventieve en 1,9 van de 4 socio preventieve maatregelen genomen. Waardevolle spullen meenemen uit de auto is in Bedum de meest voorkomende preventieve maatregel tegen inbraak. Onderzoeksbureau CMO Groningen 26

5 Slachtofferschap In dit hoofdstuk staat de mate waarin de inwoners van Bedum zijn geconfronteerd met diverse vormen van veel voorkomende criminaliteit centraal. Het gaat hierbij om het zelfgerapporteerde slachtofferschap van delicten, uitgedrukt als het percentage van de inwoners (15 jaar en ouder) dat in de afgelopen twaalf maanden minstens één keer is geconfronteerd met een of meerdere delicten. Het hoofdstuk geeft daarmee geen zicht op de geregistreerde criminaliteit. Allereerst wordt ingegaan op het totale slachtofferschap in de gemeente, gevolgd door het slachtofferschap per delictsoort (vermogens, gewelds en vandalismedelicten). In de laatste twee paragrafen wordt kort ingegaan op de bekendheid met de dader en de plaats van het delict. 5.1 Slachtofferschap totaal Deze paragraaf schetst het totaalbeeld van de criminaliteit in Bedum. Het toont hoeveel inwoners in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek slachtoffer zijn geweest van één of meerdere specifieke delicten. De veertien bevraagde delicten zijn als volgt ingedeeld. Vermogensdelicten poging tot inbraak, inbraak, fietsendiefstal, diefstal uit auto s, diefstal van auto s, zakkenrollerij, diefstal met geweld, overige diefstal. Geweldsdelicten mishandeling, bedreiging, seksuele delicten. Vandalismedelicten diefstal of vernieling buitenkant auto s, overige vernielingen. Van alle inwoners van Bedum van 15 jaar en ouder werd 16% eenmaal of vaker slachtoffer van één of meer van de genoemde delicten. Dit percentage is lager dan het landelijke en provinciale gemiddelde (beide 25%). Vergeleken met 2009 is in Bedum het slachtofferpercentage gedaald: van 26% in 2009 naar 16% in 2011. Het totale slachtofferpercentage van de deelnemende gemeenten in de provincie Groningen varieert tussen 15% en 26%. Figuur 5.1: Slachtofferpercentage totaal, afgelopen 12 maanden 2009 2011 Stadskanaal Veendam Ten Boer Oldambt Pekela Haren Eemsmond Bedum Vlagtwedde 26% 23% 25% 32% 22% 17% 21% 24% 21% 21% 20% 22% 19% 21% 16% 26% 15% 19% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 27 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

5.2 Slachtofferschap naar delictsoort Slachtofferschap van geweldsdelicten Geweldsdelicten (mishandeling, dreiging en seksuele delicten) komen in Bedum niet veel voor. In 2011 werd 2% van de inwoners slachtoffer van één of meer geweldsdelicten. Dit percentage wijkt niet noemenswaardig af van het provinciale en landelijke gemiddelde (beide 5%). Ook zijn er geen opvallende verschillen tussen de gemeente Bedum en de andere deelnemende gemeenten in de provincie Groningen (percentage varieert van 2% tot 7%). Van de drie vormen van geweldsdelicten komt slachtofferschap van bedreiging relatief het vaakst voor (2%). Van seksuele delicten en van mishandeling werd beide minder dan 1% van de inwoners van Bedum slachtoffer. Figuur 5.2: Slachtofferschap geweldsdelicten, afgelopen 12 maanden 2009 2011 Pekela Veendam Stadskanaal Ten Boer Oldambt Haren Eemsmond Vlagtwedde Bedum 7% 6% 7% 8% 6% 6% 5% 4% 5% 4% 5% 4% 4% 6% 4% 4% 2% 5% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Slachtofferschap van vermogensdelicten In 2011 geeft 6% van de inwoners aan in de afgelopen 12 maanden slachtoffer te zijn geweest van één of meer vermogensdelicten (poging tot inbraak, inbraak, fietsendiefstal, diefstal uit auto s, diefstal van auto s, zakkenrollerij, diefstal met geweld, overige diefstal). Dit percentage is lager dan het landelijke en provinciale gemiddelde (respectievelijk 14% en 13%). Het slachtofferpercentage van de deelnemende gemeenten in de provincie Groningen varieert van 6% tot 13%. Van alle inwoners werd 1% slachtoffer van fietsendiefstal en 1% werd slachtoffer van inbraak of een poging daartoe. Nog eens 1% werd slachtoffer van zakkenrollerij. Diefstal uit auto s kwam niet voor in de gemeente Bedum. Ook werd niemand slachtoffer van diefstal van een auto of van diefstal met geweld. Tot slot kwamen overige vormen van diefstal bij 4% van de inwoners voor. Onderzoeksbureau CMO Groningen 28

Figuur 5.3: Slachtofferschap vermogensdelicten, afgelopen 12 maanden 2009 2011 Stadskanaal Veendam Haren Oldambt Pekela Eemsmond Ten Boer Vlagtwedde Bedum 13% 14% 11% 18% 10% 8% 9% 14% 9% 8% 8% 8% 8% 6% 7% 8% 6% 8% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Slachtofferschap van vandalismedelicten Vandalismedelicten komen in Bedum vaker voor dan gewelds en vermogensdelicten. Van alle inwoners is 10% in het voorgaande jaar slachtoffer geweest van vandalismedelicten. Voor de andere deelnemende gemeenten varieert het slachtofferschap van vandalismedelicten tussen 5% en 15%. Landelijk ligt het slachtofferpercentage op 12% en voor de provincie Groningen op 11%. Figuur 5.4: Slachtofferschap vandalismedelicten, afgelopen 12 maanden 2009 2011 Veendam Stadskanaal Ten Boer Oldambt Bedum Eemsmond Pekela Haren Vlagtwedde 15% 14% 12% 10% 12% 9% 11% 14% 10% 16% 10% 10% 9% 11% 9% 13% 5% 9% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Net als in de rest van Nederland komt autovandalisme in de gemeente Bedum voor; ruim 5% van de inwoners werd slachtoffer van enige vorm van autovandalisme (beschadiging of diefstal vanaf buitenkant auto s). Dit wijkt niet noemenswaardig af van het provinciale gemiddelde (6%) en ligt net onder het landelijk gemiddelde (8%). Naast vernielingen aan de auto kan men ook slachtoffer worden van vernielingen van andere persoonlijke bezittingen; 5% van de inwoners werd in het afgelopen jaar slachtoffer van overige vernielingen. 29 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum

5.3 Plaats van voorval of delict en bekendheid met dader Plaats van voorval of delict In de Veiligheidsmonitor is bij alle delictsoorten behalve (poging tot) inbraak, gevraagd naar de geografische locatie waar het laatste voorval plaatsvond. Veruit de meeste delicten vonden plaats in de woongemeente van het slachtoffer; vaak zelfs in de eigen buurt. Bijna twee derde van de ondervonden delicten (65%) vond plaats in de eigen buurt, 9% vond elders in de woongemeente plaats. Van de ondervonden delicten speelde 21% zich buiten de gemeente Bedum af; 17% werd elders in Nederland slachtoffer van de genoemde delicten en 4% van de ondervonden delicten vond plaats in de buitenland. Bekendheid met dader Aan de slachtoffers van geweldsdelicten (bedreiging, mishandeling en seksuele mishandeling), zakkenrollerij met geweld, overige vernielingen en overige delicten is gevraagd of zij de dader(s) kenden. Ruim 40% van de slachtoffers bleek de dader te kennen; in 17% van de gevallen was de dader een buurtgenoot, in 14% van de gevallen was het iemand van het werk en in 10% van de gevallen een andere bekende. 5.4 Samenvatting Van alle inwoners van Bedum van 15 jaar en ouder werd 16% eenmaal of vaker slachtoffer van een delict. Dit percentage is lager dan in 2009 en tevens lager dan het landelijke en provinciale gemiddelde (beide 25%). Inwoners van Bedum zijn het afgelopen jaar relatief het vaakst slachtoffer geworden van vandalismedelicten (10%). Het aantal slachtoffers van vermogens en geweldsdelicten is lager (respectievelijk 6% en 2%). Veruit de meeste delicten vonden plaats in de woongemeente van het slachtoffer en vaak zelfs in de eigen buurt. Ruim 40% van de slachtoffers van geweldsdelicten bleek de dader te kennen Onderzoeksbureau CMO Groningen 30

6 Aangiftegedrag van burgers In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de aangiftebereidheid en de meldingsbereidheid van burgers. Slecht een deel van de door de bevolking ondervonden delicten wordt door de politie geregistreerd en komt in de politiestatistieken terecht. De meeste voorvallen worden niet gemeld bij de politie. Van de voorvallen die wel bekend zijn bij politie, zijn in de politiestatistieken alleen die delicten terug te vinden waarvoor een ondertekende aangifte is gedaan of die via internet zijn gemeld. Omdat de gegevens in deze rapportage via een enquête verzameld zijn en slechts een klein deel van de respondenten in de afgelopen 12 maanden met delicten is geconfronteerd, zijn de absolute aantallen gemelde delicten per gemeente erg klein en minder representatief dan de andere uitkomsten die gemeld worden. Om dit probleem te ondervangen is ervoor gekozen het aangiftegedrag van alle negen deelnemende gemeenten in de provincie gezamenlijk te rapporteren. Hoewel door het optellen van de delicten de betrouwbaarheid toeneemt is het van belang de cijfers toch met voorzichtigheid te interpreteren. 6.1 Melding en aangifte Melding De meldingsbereidheid van slachtoffers geeft aan in welke mate slachtoffers een voorval melden bij de politie. Aan alle respondenten die in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer zijn geweest van een delict, is gevraagd of zij het laatste voorval hebben gemeld bij de politie. Van melding is sprake als het voorval door of namens het slachtoffer is gemeld bij de politie. Uit de resultaten blijkt dat 36% van alle laatste delicten is gemeld bij de politie. Dit is hoger dan het regionale en landelijke gemiddelde (respectievelijk 31% en 35%). De mate waarin delicten bij de politie gemeld worden verschilt per soort delict. Slachtoffers van vermogensdelicten hebben het vaakst gemeld (48% van de vermogensdelicten werd gemeld). Slachtoffers van vandalismedelicten melden minder vaak (34%) en slachtoffers van gewelddelicten het minst (16%). Wijze van melding Indien het laatste voorval bij de politie is gemeld, is aan het slachtoffer gevraagd naar de wijze waarop dit is gebeurd. Als een delict gemeld werd, deed men dit het vaakst op het bureau (37%) of via de telefoon (32%). Vooral gewelds en vandalismedelicten worden op het bureau gemeld. Van de vandalismedelicten wordt een aanzienlijk deel (40%) via de telefoon gemeld. Bij gewelds en vandalismedelicten gebeurd dit slechts in een vijfde van de gevallen. Via internet werd 27% van de delicten gemeld. Het gaat hierbij uitsluitend om vermogens en vandalismedelicten. De 1% delicten die bij een agent op straat gemeld werden waren allemaal geweldsdelicten. Ten slotte is van 3% van de delicten niet bekend hoe zij bij de politie gemeld zijn. 31 Veiligheidsmonitor 2011, gemeente Bedum