4. Exponentiële vergelijkingen



Vergelijkbare documenten
4. Exponentiële vergelijkingen

Exponentiële vergelijkingen en groei

Toepassingen van logaritmen

1) We weten de 100 niet, als we op die plaats een x zetten volgt: 10 2 = x de uitkomst x = 100 heet de tweede macht van 10.

Logaritmen. Het tijdstip t waarop S(t) = is op de t-as aangegeven. Dat tijdstip komt niet mooi uit. Dat tijdstip noemen 5,3

1. Orthogonale Hyperbolen

Analyse. Samenvatting: logaritmen. Frank Derks Gerard Heijmeriks

De Wetenschappelijke notatie

Exact periode = 1. h = 0, Js. h= 6, Js 12 * 12 = 1,4.10 2

Paragraaf 12.1 : Exponentiële groei

exponentiële en logaritmische functies

exponentiële standaardfunctie

Natuurkunde-2 GPL bakker (bk) BAKKER (2015) Algemene Technicus. Leerjaar 2. Juli K.Bakker (2015) k.bakker Technische Natuurkunde M.T.

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op.

8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde

logaritmen WISNET-HBO update jan Zorg dat je het lijstje met rekenregels hebt klaarliggen als je met deze training begint.

Die moeilijke decibels.

EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden.

Trillingen en geluid wiskundig

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: Logaritmen en getal e 1/3/2017. dr. Brenda Casteleyn

Paragraaf 9.1 : Logaritmen

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: Logaritmen en getal e. 23 juli dr. Brenda Casteleyn

Cijfer = totaal punten/10 met minimum 1

Rekenkunde, eenheden en formules voor HAREC. 10 april 2015 presentator : ON5PDV, Paul

Logaritmische functie

Werken met machten en logaritmen

Paragraaf 5.1 : Machten en wortels

Inleiding goniometrie

Hoofdstuk 5: TABELLEN

8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde

9.1 Logaritmische en exponentiële vergelijkingen [1]

Noorderpoortcollege School voor MBO Stadskanaal. Reader. Reader Wiskunde MBO Niveau 4 Periode. M. van der Pijl. Transfer Database

3. Lineaire vergelijkingen

Grofweg zijn er twee typen redeneervraagstukken. A. Gedrag van een formule verklaren. B. Het doorzien van de structuur van de formule.

(ont)wikkelen. Aantal keer gevouwen Aantal lagen papier

DE DECIBEL. a logb = x => a x = b en a alogb = b of. \ 1, b R 0

8 Oefeningen bij dehoofdstukken 5, 6 en 7 van deel Logaritmen met andere grondtallen dan Overzicht en oefening bij logaritmen 10

REKENTECHNIEKEN - OPLOSSINGEN

Wiskunde voor bachelor en master Deel 1 Basiskennis en basisvaardigheden. c 2015, Syntax Media, Utrecht Uitwerkingen hoofdstuk 11

1 Rekenen met gehele getallen

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

De uitleg in dit moduul is gebaseerd op een CASIO rekenmachine fx-82ms. Voor de verschillen met de TI-30X II zie de bijlage achterin.

Meergraadsvergelijkingen

Paragraaf 13.0 : Limieten en absolute waarde

Schooljaar: Leerkracht: M. Smet Leervak: Wiskunde Leerplan: D/2002/0279/048

Werken met de rekenmachine

exponentiële verbanden

fx-82es (PLUS) Werken met de CASIO fx-82es (PLUS) instellingen

Decimaliseren. 1.1 Vereenvoudigen Verhoudingen omzetten Afronden Oefeningen 4

Machten, exponenten en logaritmen

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1]

LESFICHE 1. Handig rekenen. Lesfiche 1. 1 Procent & promille. 2 Afronden. Procent of percent (%) betekent letterlijk per honderd.

rekenregels voor machten en logaritmen wortels waar of niet waar

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -

Standaardafgeleiden. Wisnet-HBO. update maart 2011

De transferfunctie of de versterkingsfactor van een schakeling is gelijk aan de verhouding van de uitgangsspanning op de ingangsspanning.

Antwoorden Verbanden hfd 1 t/m 7 vwo4a

Noorderpoortcollege school voor MBO Stadskanaal. Reader. Wiskunde MBO Niveau 4 periode 3. M. van der Pijl. Transfer Database

Wiskundige vaardigheden

Wiskundige taal. Symbolen om mee te rekenen + optelling - aftrekking. vermenigvuldiging : deling

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

14.0 Voorkennis. De hierboven getekende functie herhaalt zich om de 6 seconden. Dit noemen we dan ook een periodieke functie.

Technische Universiteit

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( )

3.1 Haakjes wegwerken [1]

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen.

Rekenmachine. Willem-Jan van der Zanden

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

11.0 Voorkennis. Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + 4a 3 = 7a 3. Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen: (a 5 ) 4 = a 20

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

Paragraaf 8.1 : Recursieve en directe formule

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide

wiskunde C pilot vwo 2015-I

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

Logaritmische verbanden

5 Water, het begrip ph

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt.

SAMENVATTING BASIS & KADER

Meetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden

Noorderpoortcollege School voor MBO Stadskanaal. Reader. Wiskunde MBO Niveau 4 Periode 2. M. van der Pijl. Transfer Database

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoe schrijf je de logaritmische waarden welke bij db s horen?

( ) 8 ( ) 10. Nearby integers P.G. van de Veen, 19 juli en dát getal heeft al 960 cijfers voor de komma. Want. log 3 = 2010 log 3 > 959

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Bijlage 11 - Toetsenmateriaal

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 9 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

2. Optellen en aftrekken van gelijknamige breuken

Samenvatting Wiskunde B

Rekenen. Grote en kleine getallen

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 2. Willem van Ravenstein Haags Montessori Lyceum (c) 2016

Transcriptie:

4. Exponentiële vergelijkingen Exponentiële vergelijkingen De gelijkheid 10 3 = 1000 bevat drie getallen: 10, 3 en 1000. Als we van die drie getallen er één niet weten moeten we hem kunnen berekenen. We kunnen dus drie gevallen onderscheiden: 1) We weten de 1000 niet, als we op die plaats een x zetten volgt: 10 3 = x de uitkomst x = 10 10 10 = 1000 heet de derde macht van 10. 2) We weten de 10 niet, als we op die plaats een x zetten volgt: x 3 = 1000 de uitkomst x = 3 1000 heet de derdemachtswortel van 1000. 3) We weten de 3 niet, als we op die plaats een x zetten volgt: 10 X = 1000 de uitkomst x = 3 noemen we de 10-logaritme van 1000. We schrijven dat als x = 10 log 1000 waarbij 10 hier het grondtal van de logaritme is. Als we bijvoorbeeld de vergelijking 10 X = 23 willen oplossen weten we dat x = 10 log 23. Met de log-toets op onze rekenmachine kunnen we de 10-logaritme van een getal berekenen. Op de CASIO fx-82 typen we [log][23][=]. Het resultaat is 1,3617. Ter controle berekenen we 10 1,3617 = 22,9985. (waarom niet exact 23? ) Voorbeeld 1: 10 3 X = 350 3 x = 10 log 350 3 x = 2,5441 x = 2,5441 3 = 0,8480. We typen in: [log][350][=][ ][3][=] 1 Los de volgende vergelijkingen op en geef de antwoorden in drijvende komma notatie a) 10 X = 35 b) 10 X = 200 c) 10 X = 3000 d) 10 3 X = 550 e) 10 5 X = 1200 f) 10 2 X = 4500 Voorbeeld 2: 5 10 4 X = 100 10 4 X = 100 5 10 4 X = 20 4 x = 10 log 20 4 x = 1,3010 x = 1,3010 4 x = 0,3253 We typen: [100][ ][5][=][log][ANS][=][ ][4][=] 2 Los de volgende vergelijkingen op en geef de antwoorden in drijvende komma notatie a) 5 10 X = 35 b) 4 10 X = 200 c) 30 10 X = 3000 d) 11 10 3 X = 55 e) 6 10 5 X = 120 f) 9 10 2 X = 450 blz 401

Logaritmen met grondtal 10 gebruiken we het meest. Daarom vermelden we bij logaritmen met grondtal 10 meestal niet meer het grondtal, dus log 5 betekent 10 log 5. Met de ln-toets op de rekenmachine kunnen we logaritmen uitrekenen met grondtal e. Het getal e is net zoals een natuurkonstante. ( e 2,71828 ) Een logaritme met grondtal e noemen we een natuurlijke logaritme en duiden we aan met ln. ln x is dus eigenlijk een andere schrijfwijze voor e log x. Als we de vergelijking e X = 23 willen oplossen weten we dat x = e log 23 = ln 23. Op de CASIO fx-82 typen we [ln][23][=]. Het resultaat is 3,1355. Ter controle berekenen we e 3,1355 = 23,0001. Voorbeeld 3: e 3 R = 24 3 R = ln 24 3 R = 3,1781 R = 3,1781 3 R = 1,0594. We typen: [ln][24][=][ ][3][=] 3 Los de volgende vergelijkingen op en geef de antwoorden in drijvende komma notatie a) e X = 35 b) e X = 200 c) e X = 3000 d) e 3 X = 550 e) e 5 X = 1200 f) e 2 X = 4500 Een macht met grondtal e zoals e 5 X noemen we een e-macht. Voorbeeld 4: 3 e 2 X = 12 e 2 X = 12 3 e 2 X = 4 2 x = ln 4 2 x = 1,3863 x = 1,3863 2 x = 0,6931. We typen: [12][ ][3][=][ln][ANS][=][ ][2][=] Voorbeeld 5: 6 3 e 2 X = 4-3 e 2 X = 4 6-3 e 2 X = 4 6-3 e 2 X = -2 e 2 X = -2-3 e 2 X = 0,6667 2 x = ln 0,6667 2 x = -0,4055 x = -0,4055 2 x = -0,2027. 4 Los de volgende vergelijkingen op en geef de antwoorden in drijvende komma notatie a) 5 e -3 T = 4 b) 3 e -4 T = 5 c) 6-6 e -3 T = 2 d) 4-5 e -3 T = 2 e) 8-5 e 3 T = 4 f) 7-2 e 4 T = 3 blz 402

Als we de vergelijking 5 X = 30 willen oplossen weten we al dat x = 5 log 30. Het probleem is natuurlijk dat de logaritme met grondtal 5 niet op onze rekenmachine zit. We hebben wat meer kennis nodig over de eigenschappen van logaritmen. We gaan gebruik maken van de volgende formule: C log b a log b = C log a c mag een willekeurig getal zijn, we kiezen natuurlijk een grondtal dat op onze rekenmachine zit dus met c = 10 wordt onze formule: 10 log b a log b = 10 log a Dat betekent dat we 5 log 30 uit kunnen rekenen met log 30 log 5 = 2,1133. We controleren weer 5 2,1133 = 30,0008. ( weten we nog hoe we machten intypen? ) 10 X = 35 x = log 35 x = 1,5441 e X = 45 x = ln 45 x = 3,8067 Overzicht 8 X = 60 x = log 60 log 8 x = 1,9690 5 Los de volgende vergelijkingen op en geef de antwoorden in drijvende komma notatie a) 3 X = 35 b) 4 X = 200 c) 5 X = 3000 d) 8 3 X = 550 e) 12 5 X = 1200 f) 34 2 X = 4500 Voorbeeld 6: we willen de vergelijking 6 3 Y 4 = 45 oplossen. Er volgt met de definitie van logaritme: 3 Y 4 = 6 log 45 3 Y 4 = log 45 log 6 3 Y 4 = 2,1245 3 Y = 2,1245 + 4 3 Y = 6,1245 Y = 6,1245 3 Y = 2,0415. Controle: 6 3 2,0415 4 = 6 2,1245 = 44,9969. 6 Los de volgende vergelijkingen op en geef de antwoorden in drijvende komma notatie a) 5 2 W + 4 = 63 b) 6-2 X 3 = 52 c) 14 3 Z + 4 = 148 d) 7 2 W + 4 = 155 e) 16-2 X 3 = 466 f) 214 3 Z + 5 = 96 blz 403

We hebben nu gezien dat we logaritmen nodig hebben voor het oplossen van vergelijkingen waar de onbekende in de exponent staat. We noemen dergelijke vergelijkingen daarom exponentiële vergelijkingen 7 Los de volgende exponentiële vergelijkingen op en geef de antwoorden in wetenschappelijke notatie a) 4-7 e -3 T = 2 b) 8-5 e 3 T = 7 c) 9-2 e 4 T = 3 d) 8 3 X = 660 e) 12 5 X = 930 f) 48 2 X = 4500 g) 5 2 W + 8 = 155 h) 26-2 X 5 = 430 i) 554 4 Z + 5 = 96 Voorgaande e-machten spelen een grote rol in formules voor het laden en ontladen van condensatoren via weerstanden. We bekijken het volgende voorbeeld waarbij we exponentiële vergelijkingen moeten oplossen. We laden een condensator C via een weerstand R: U in R C U uit Voor de uitgangsspanning U uit geldt de formule U uit = U in ( 1 e -t/ ). t is daarbij de tijd in sekonden en de tijdconstante van de schakeling in sekonden. De tijdconstante (Griekse t, spreek uit als touw ) berekenen we door de waarden van de weerstand en de condensator met elkaar te vermenigvuldigen dus = R C. Voorbeeld: als R = 100 k en C = 33 F geldt = 100 10 3 33 10-6 = 3,3 s. De grafiek van U uit ziet er voor bijvoorbeeld U in = 10 V als volgt uit: U uit a b c 0 t Voor grafiek a geldt = 1 s, voor grafiek b geldt = 2 s en voor grafiek c geldt = 4 s. We zien dus dat hoe groter de tijdconstante is, hoe langzamer de spanning over de condensator oploopt. blz 404

We gaan berekenen wanneer de uitgangsspanning 5 V is bij een tijdconstante van 1 s: Voor de uitgangsspanning geldt U uit = 10 10 e -t. Als U uit = 5 V moeten we de exponentiële vergelijking 10 10 e -t = 5 oplossen. Er volgt: -10 e -t = 5 10-10 e -t = -5 e -t = -5 / -10 e -t = 0,5 -t = ln 0,5 -t = -0,6931 t = 0,6931 s. Vervolgens gaan we berekenen wanneer de uitgangsspanning 5 V is bij een tijdconstante van 4 s: Voor de uitgangsspanning geldt U uit = 10 10 e -t/4. Als U uit = 5 V moeten we de exponentiële vergelijking 10 10 e -t/4 = 5 oplossen. Er volgt: -10 e -t/4 = 5 10-10 e -t/4 = -5 e -t/4 = -5 / -10 e -t/4 = 0,5 -t/4 = ln 0,5 -t/4 = -0,6931 t = 4 0,6931 t = 2,7724 s. We zien duidelijk dat het bij een grotere tijdconstante langer duurt voordat de uitgangsspanning een bepaalde waarde bereikt. We krijgen een grotere tijdconstante door de R of de C een grotere waarde te geven. Behalve bij exponentiële vergelijkingen komen we logaritmen veelvuldig tegen in de techniek. We gebruiken in diagrammen een logaritmische schaal wanneer een grootheid kan variëren van heel klein tot heel groot zoals bij transistorkarakteristieken en frequentiediagrammen. In de geluidstechniek wordt de geluidsintensiteit uitgedrukt in decibel, een logaritmisch verhoudingsgetal. Dat geldt ook voor de geluidsisolatie van een wand. In de audiotechniek drukken we de versterking van een versterker vaak uit in decibel. Om het volume te regelen gebruiken we logaritmische potentiometers. In de chemie geven we de sterkte van een zuur weer door zijn zuurgraad. Deze wordt uitgedrukt in een ph-getal. Zuiver water heeft een ph-waarde van 7. Hoe lager het ph-getal, hoe zuurder de vloeistof. Ook dit ph-getal is een logaritmische waarde. In de seismologie registreren we aardbevingen met een seismograaf. Dit apparaat geeft de uitwijking door een aardbevingsgolf weer in een seismogram. De kracht van een aardbeving wordt uitgedrukt door een getal op de schaal van Richter. Bij deze schaal wordt de logaritme gebruikt van de grootste uitwijking die in het seismogram voorkomt. Om aardbevingen met elkaar te kunnen vergelijken gebruiken we seismogrammen die op een afstand van 100 km van het epicentrum zijn gemaakt. Het epicentrum is de plaats aan het oppervlak van de aarde waar de beving het eerste optreedt. blz 405

Antwoorden exponentiële vergelijkingen Exponentiële vergelijkingen 1 a) 1,5441 b) 2,3010 c) 3,4771 d) 0,9135 e) 0,6158 f) 1,8266 2 a) 0,8451 b) 1,6990 c) 2,0000 d) 0,2330 e) 0,2602 f) 0,8495 3 a) 3,5553 b) 5,2983 c) 8,0064 d) 2,1033 e) 1,4180 f) 4,2059 4 a) 0,0744 b) -0,1277 c) 0,1352 d) 0,3054 e) 0,0744 f) 0,1733 5 a) 3,2362 b) 3,8219 c) 4,9746 d) 1,0115 e) 0,5707 f) 1,1927 6 a) 0,7129 b) 2,6026 c) 0,7021 d) 0,7041 e) 2,6080 f) 1,3831 7 a) 4,1759 10-1 b) 5,3648 10-1 c) 2,7465 10-1 d) 1,0407 e) 5,5014 10-1 f) 1,0865 g) 2,4332 h) 3,4306 i) 1,0694 blz 406