De Srandvlo 15(3) 90 De Chinese wolhandkrab Eriocheir sinensis (H. Milne Edwards, 1854) J. Mares De Chinese wolhandkrab is een immigran ui Oos-Azië. Hij val op doorda zijn krachige scharen gedeelelijk bebaard zijn, vandaar ook de naam. He olijfgroene carapax is vierkanig en heef 4 anden en een ondiepe groeve ussen de ogen. De breede van de carapax kan 85 mm en meer bedragen (Campbell, 1977; Ingle, 1980; Adema, 1991). He leven van een Chinese wolhandkrab begin als ei m zee en na een zesal larvesadia migreren de juveniele krabben naar de rivieren. Door hun euryhaliniei (ze verdragen zowel zou als zoe waer) kunnen ze in de rivieren onbeperk sroomopwaars rekken. Er zijn in Europa reeds exemplaren gevangen op meer dan 700 km afsand van de zee (Bauchau, 1966) en in hun land van oorsprong, China, zelfs o 1300 km sroomopwaars. De volwassen dieren keren erug naar zee voor de paring (een wijfje kan 200.000 o 900.000 eieren bij zich dragen). Op hun rek naar zee laen ze zich door nies of niemand egenhouden. Indien er zich een obsakel in he waer bevind, dan gaan ze over land verder. In sepember 1982 gebeurde di in Heemsede (NL) zo massaal da de bewoners bescherming eisen. De krabben kropen egen de gevels op, liepen over de daken en drongen zelfs in de huizen binnen (Adema, 1991). Ne als bij andere uiheemse dieren of planen (waeqies en kroosvaren) waren ze enige jaren na hun inroducie zo alrijk da gevreesd werd da ze al he andere leven in he waer onmogelijk zouden maken. Bij die overige exoen sabiliseerde de oesand zich na enkele jaren op een aanvaardbaar niveau. Di ging echer nie op voor de Chinese wolhandkrab die nog seeds zeer algemeen is en nog geregeld een probleem vorm in Nederland (Adema, 1991). II De Chinese wolhandkrab is vermoedelijk als larve meegekomen me schepen ui Azië. In 1912 werd he eerse exemplaar voor Europa gevangen in Duisland. He werd zorgvuldig bewaard door de vissers van de provincie Hanover. Pas in 1923 werd vasgeseld om welke soor he precies ging. In 1933 ving men in Hamburg 600 a 700.000 exemplaren die naar zee rokken. In 1935 werd deze soor reeds door verschillende landen als saasvijand besempeld door de schade die ze oebrach aan de visserij. De overlas voor de visserij siueer zich vooral ijdens de rek naar zee door de krabben die in fuiken erech komen en die ze
De Srandvlo 15(3) 91 kapo bijen me hun monddelen. De vissen in de fuiken worden aangevreen of kunnen onsnappen. E. sinensis kan eveneens ussengasheer zijn voor diverse sooren leverboen (parasiaire plawormen die in de lever van vee en ook van de mens kunnen voorkomen). Ook zijn er in Duisland enkele gevallen bekend van dijkval door de gangen die de krabben graven (Adema, 1991). He eerse exemplaar voor België werd opgevis e Kruisschans in 1933. Gevolgd door Nieuwpoor in 1934 en in 1935 langs gans de Belgische kus, kanaal Bmgge- Zeebrugge, kanaal Nieuwpoor-Plassendale, de Ijzer, Ooskamp, kanaal Gen- Terneuzen,... (Lesage, 1937) In de daaropvolgende jaren zee de krab haar opmars in België voor, maar de gebiedsuibreiding was minder explosief dan voorheen. Soms waren er aanwijzingen da de krab in aanallen verminderde, maar deze gegevens waren gebaseerd op de vangsen door lijnvissers en peurders. Van enig weenschappelijk onderzoek om deze gegevens e saven, was er geen sprake (Lesage, 1939 en 1943). In 1941 veroorzaake he massaal voorkomen van Eriocheir sinensis problemen in he vvaememingskanaal van de elekricieiscenrale van Gen, doorda de circulaiepomp om de 3 a 8 dagen versop raake (Van Loo, 1941). J f v "«\k -.y.-ss-' s!-v r fr \.-*» "& f \.- k*. r 1 f n \?, /,1 '/I.- f <* f, *s > <*; <», Ï-?.ïf* \ '<! n* v1» '* ~ n..»' s fe / A*y, f '. ü '» '-,1'' / 's?l:; *< A ï ïfss'i 7': "s. ï :'-mm r.'" s,\. T s v *' l..;',.. al: 1. '»?,v 0*1 \ i -fe'.s fi f 'f. - y. ï- \. r "3.< s f.,..tfï * > * % A> A ü.\ -«e-1 J "y is 3,)«? T ff- 1 < \ s, s 'f // fr ï' Fig. De Chinese wolhandkrab (Naar P. van ' Zelfde. Ui : Krabben van Nederland en België)
ffl De Srandvlo 15(3) 92 Pogingen om een economisch nu e vinden voor deze krab misluken en aan vissers werd de raad gegeven om gevangen exemplaren direc e vernieigen. Men probeerde de krab op alle mogelijke manieren e besrijden, o.a. me D.D,T. Daarop bleken de krabben nie e reageren... wa een geluk bij een ongeluk was. De enige mehode die succes had, was he plaasen van vallen bij suwen. De krabben die erin vielen, werden dadelijk vermalen. In he sroomgebied van de Elbe kwamen zo'n 2.000.000 krabben per jaar zo aan hun einde. Voor België werden er sindsdien slechs sporadische waarnemingen opgeekend, al dan nie gepubliceerd :.* 3/10/1970 : in een visfiük in he reservaa 'de Blankaar' (bij Diksmuide, in he Uzerbekken) werd een koppelje gevangen (Desender, 1981) omsreeks 1970 vond C. d'udekem d'acoz 2 levende vrouwjes op een golfbreker e Knokke-Heis (d'udekem d'acoz, 1985) 01/11/1981 : e De Panne werd een levend manneje opgevis en in dazelfde jaar werd er een dood manneje (carapaxbreede 65 mm) gevonden e Oosende (Kerckhof, 1982) 14/04/1983 : verschillende sukken van kleine mannejes op he srand van Knokke-Heis (d'udekem d'acoz, 1985) 23/06/1984 : een bijna dood vrouwje e Oosende (carapaxbreede 62 mm) (F. Kerckhof, pers. med.) 27/10/1985 : een jong exemplaar e Doel (Dumoulin & Rappe, 1985) 23/05/1990 een fragmen van een mgschild e Oosende nabij he Wesersakesel (C. d'udekem d'acoz, pers. med) 29/04/1991 : een mgschild (59,4 x 65,5 mm) aangespoeld op he srand en wesen van Zeebrugge (C. d'udekem d'acoz., pers. med.) 12/06/1991 : een levend volwassen vrouwje onder he Wesersakesel e Oosende, bedek me zeepokken en me resen van recen uigekomen eijes onder he acherlijf(c. d'udekem d'acoz, pers. med.) 6/06/1992 : vrouwje, vloedlijn Oosende halve Maan. (F. Kerckhof, pers. med.) In Nederland werden er in Voome in 1983 ijdens een srandwandeling een derigal vooqioen, ruim winig carapaxen en 2 inace exemplaren gevonden (Desender & Huysseune, 1984). Ook zijn er herhaaldelijk plagen van de Chinese wolhandkrab opgereden in Nederland o.a. in 1942, 1949, 1953-1954, 1971-1972, 1977-1979 en 1981-1985.
De Srandvlo 15(3) 93 In okober 1994 kreeg ik van een kruisnevisser een vrouwelijk exemplaar in handen (carapax 60 x 65 mm). In de periode juni-okober had hij in de Sluiskreek nabij de Polderdijk (Oosende) reeds vijf exemplaren gevangen. Nog seeds volgens dezelfde bron is deze soor de laase drie jaar aan he oenemen en nie enkel in de Sluiskreek, maar ook in he kanaal Nieuwpoor-Plassendale. He schijn da de Chinese wolhandkrab in de jaren vijfig een ware plaag was voor de lijnvissers en peurders in he kanaal Nieuwpoor-Plassendale. Maar vanaf de jaren zesig o de jaren negenig waren vangsen zeer zeldzaam (l vangs om de 2 a 4 jaar). Volgens de geuigenis van een andere visser vluchen de krabben (in de jaren '50) massaal de oevers op bij een erge vervuiling van he kanaal Nieuwpoor-Plassendale. Dergelijke gedrag werd ook waargenomen in de Dij Ie (Lesage, 1943). Volgens Adema (1991) kunnen deze krabben een zekere mae van vervuiling verdragen mis he zuursofgehale in he waer nie e laag is. Misschien beeken di da de waerkwaliei in de Oosendse kreken aan he verbeeren is? Recene waarnemingen van Eriocheir smensïs zijn seeds welkom op ondersaand adres. Me dank aan C. d'udekem d'acoz en F. Kerkhof voor he er beschikking sellen van lierauur en waarnemingen. Summary Halfway he fifies, he Chinese Mien Crab Eriocheir sinensis was a plague for anglers in he canal Nieuwpoor-Plassendale. Then he crabs became very rare, one cach every few years (polluion?), unil he early nineies. Since hen he number of sighings is increasing in he Sluiskreek (Osend) and in he canal Nieuwpoor- Plassendalc. During he period June-Ocobre five crabs were caugh wih a square ne by one fisher. The one I received was a female and measured (carapace) 60 mm x 65 mm Lierauur Adema, J.PH.M., 1991. De krabben van Nederland en België. Leiden Nauurhisorisch Museum, 244 p. Bauchau. A.. 1966. La vie des crabes. Paris : Ediions Paul Lechevalier, 138 p. Campbell. A.C., 1977. Elseviers gids van srand en kus. Amserdam : Elsevier, 320 p. Naionaal
De Srandvlo 15(3) 94 l Desender, K., 1981. Garnalen, kreefen en krabben (Decapoda) langs de Weskus. De Srandvlo 1(2) : 32-37. Desender, K. & Huysseune A., 1984. Aanekeningen over Chinese wolhandkrabben. He Zeepaard 43(6): 198-204. d'udekem d'acoz, C., 1985. Waarnemingen van Decapoden e Knokke-Heis. De Srandvlo 5(1) : 12-20. Dumoulin, E. & Rappe G., 1985. He Zuiderzeekrabbeje, Rihropanopeus harrissi (Gould, 1841), nu ook in België, De Srandvlo 5(4) : 139-142. Ingle, R. W., 1980. Briish Crabs. Londen : Briish Museum (Naural Hisory), 222 p. Kerckhof, F., 1982. Ui he Nauurhisorisch Archief. De Srandvlo 2(4) : 95-100. Lesage, J. A., 1935. La prèsence en Belgique du Crabe chinois (Eriocheir sinensis, H. Milne Edwards). Annales de la Sociéé Royale Zoologique Belgique 66 : 113-118. Lesage, J.A., 1937. Nouvelles recherches sur l'exension du Crabe chinois (Eriocheir sinensis) en Belgique. Annales de la Sociéé Royale Zoologique Belgique 68 : 199-202. Lesage, J. A., 1939. Nouvelles recherches sur l'exension du Crabe chinois (Eriocheir sinensis Milne Edwards). (3e Noe). Annales de la Sociéé Royale Zoologique Belgique 70 : 5-8. Lesage, J.A., 1943. Nouvelles recherches sur l'exension du Crabe chinois (Eriocheir sinensis Milne Edwards). Noe 4. - Sa prèsence dans la Dyle depuis 1939. Annales de la Sociéé Royale Zoologique Belgique 74 : 70-75. Van Loo, 1941. Kore Mededelingen CNog over de wolhandkrab). Nauurwe. Tijdschr. 23(6) : 143. Riemussraa 4 8400 Oosende