Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5

Vergelijkbare documenten
Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))

Meso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke

Samenvatting Economie Jong & Oud

6,9. Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 4

4.1 Klaar met de opleiding

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart

Samenvatting Economie Leesbrief welvaart

7.5. Boekverslag door Een scholier 2475 woorden 19 januari keer beoordeeld

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

7.6. Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 5.2 COLLECTIEF OF PARTICULIER?

ALGEMENE ECONOMIE /04

Collectieve sector = Publieke sector Collectieve sector = Overheid + de instellingen voor de sociale zekerheid.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3

Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand?

Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen

situatie febr 2010 Volksverzekeringen Algemene Ouderdomswet 2 Algemene Nabestaandenwet 2 ANW Algemene kinderbijslagwet 2 AKW

8.2. Boekverslag door D woorden 10 januari keer beoordeeld

Samenvatting Economie Welvaart

Werkstuk Economie Lesbrief inkomen

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

Begrippenlijst Economie Jong en Oud

Scriptie Economie Welvaart

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

8,5. Samenvatting door Nienke 1188 woorden. 2 keer beoordeeld 6 mei Domein G: Risico en informatie. Informatie bij marktpartijen

Samenvatting Economie Levensloop

8,2. Begrippen. Theorie. Samenvatting door een scholier 1293 woorden 26 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De vorming van inkomen

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen

De CPI geeft aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen en is daarmee een maatstaaf voor de inflatie.

Samenvatting Economie Voor in GR: examen

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid

Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1

Samenvatting Economie Welvaart (Lesbrief)

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan euro.

Je hebt het recht om tot 14 dagen na levering van de koop af te zien. De koopovereenkomst kan ongeldig worden verklaard als:

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7

4,2. Samenvatting door een scholier 1704 woorden 18 juli keer beoordeeld. Hoofdstuk 1

Schoolexamen 2005 Inkomen H1

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5

H1: Economie gaat over..

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 (Lesbrief Inkomen)

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten?

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Overheid in ruime zin - centrale overheid + lagere overheden (provincies en gemeenten)

Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Samenvatting Economie Welvaart

3,2. Samenvatting door een scholier 4463 woorden 16 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 : De collectieve sector

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.

Wat zijn loonheffingen?

Samenvatting Economie Inkomen

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100%

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

3.2 De wereld van transacties

9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen

Economie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen

Economie Elementaire economie 3 VWO

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen

ECONOMIE. Begrippenlijst H4 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

Samenvatting Economie Welvaart

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

7,1. Begrippenlijst door een scholier 2631 woorden 7 april keer beoordeeld


Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen

Polisvoorwaarden= hierin staat tegen welke risico s je verzekerd bent en onder welke voorwaarde er schade-uitkering wordt gegeven

Begrippenlijst door een scholier 3417 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Ec, begrippen hoofdstuk 4 lesbrief Welvaart.

Samenvatting Hoofdstuk 7 Welvaart, wie vaart er wel bij?

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen

Ruilen over de tijd (havo)

4.1 Het begrip collectieve sector.

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Grootverdiener zwaarder belast

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Bruto binnenlands product

Werken of vrije tijd?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 23 en 24

Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd

Transcriptie:

Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5 Samenvatting door een scholier 1321 woorden 23 januari 2011 6 2 keer beoordeeld Vak Economie ECO H1 Schaarste = Als er middelen bv geld geoffert moeten worden om een product te verkrijgen Micro = Een bepaalt bedrijf Meso = Bedrijfstak Macro = Economische keuzes in een land of meerdere landen ECO H2 Directe ruil = Goederen tegen Goederen Indirecte ruil = Goederen tegen geld Geld = Ongedifferentieerde, algemeen geaccepteerde en in kleinere eenheden opsplitsbare koopkracht Nationaal product = Totale toegevoegde waarde van een land Binnenlands Inkomen = Productie bedrijfen + Productie overheid + Ontvangen inkomen uit het buitenland - betaald inkomen aan het buitenland = Nationaal inkomen Nationaal inkomen = Alle inkomens van een land Nationaal inkomen = Nationaal product Productiefactoren = Arbeid, Kapitaal, Natuur en Ondernemersactiviteir Beloning = Loon, (winst, rente, huur), pacht, winst Vaste Activa = Gebouw, machines Vlottende Activa = Pootgrond & Debiteuren Liquide Activa = Kas & Bank EV = EV LVV = Hypothecaire lening of langlopende lening KVV = Crediteuren ECO H3 Enge Welvaart = Materiële welvaart Ruime Welvaart = Kwantitatieve elementen zoals milieu en veiligheid Nominaal inkomen = Geldbedrag dat iemand ontvangt Reëel inkomen = Hoeveelheid producten die je ermee kunt kopen (Koopkracht) Inflatie = Stijging van het gemiddelde prijsniveau NIC, RIC, CPI (PIC) https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-lesbrief-welvaart-h1-h5 Pagina 1 van 5

RIC = NIC / PIC X 100 Economische groei = Toename productie van goederen en diensten in een land Parallelle economie = Activiteiten die worden uitgevoed die wel voor een toename van de welvaart zorgen, maar zonder betaling van geld. - Huishoudelijke arbeid - Zorgarbeid - Klussen of doe-het-zelfen - Vrijwilligers werk Informele economie = Niet geregistreerde economie Formele economie = geregistreerde economie Externe effecten = Bijkomende gevolgen van economische handel voor de welvaart van anderen die niet in de prijs van de producten worden doorberekend. Internalisering = Negatieve effecten bij de prijs opnemen Positieve externe effecten = Deze verhogen de welvaart van een ander onder dat die ander daarvoor iets hoeft te doen. ECO H4 De Collectieve sector - overheid - Rijk - Provincie - Gemeenten - Waterschappen - Instellingen voor sociale zekerheid Collectieve goederen = Niet/Nauwelijks opsplitsbaar, prijs moeilijk te bepalen, kan niet van gebruik of betaling worden uitgesloten Individuele goederen = Opsplitsbaar in eenheden, prijs makkelijk te bepalen, van gebruik of betaling uitsluitbaar. Quasi-collectieve goederen = Grotendeels gesubsidieerd door overheid, maar je bepaalt zelf of je mee doet of niet (Paspoort/OV) Taken overheid = Leveren van collectieve en quasi collectieve goederen Reden voor quasi collectieve goederen - Sommige goederen moeten voor iedereen toegankelijk zijn - Dienen het algemene welzijn - Door hoge inningskosten niet aantrekkelijk voor bedrijven Nationaliseren = Als overheid het eigendom en zeggenschap overneemt van particuliere bedrijven Privatiseren = Als de overheid taken afstoot naar de particuliere sector Sociale Verzekeringen = Volksverzekeringen en Werknemersverzekeringen Werknemersverzekeringen hangen af van salaris volksverzekering niet SV = Sociale voorziening VV = Volksverzekering https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-lesbrief-welvaart-h1-h5 Pagina 2 van 5

ID = Inkomensderving HK = Hoge Kosten WV = Werknemersverzekering LVL = Laatst verdiende loon WWB = Wet Werk en Bijstand, SV, ID, Spaargeld pensioen AOW = Algemene ouderdomswet, VV, ID, omslagstelsel AWBZ = Algemene wet bijzondere ziektekosten ZVW = Zorgverzekeringswet, VV, HK, 255 bij geen gebruik ziektekosten ANW = Algemene nabestaandenweg, VV, ID, Alles wat geërfd word AKW = Algemene kinderbijslagwet, VV, HK, Hangt af van leeftijd ZW = Ziektewet, WV, HK, 2 jaar 70 % van LVL WIA = Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, WV, ID, 70% van LVL WW = Werkeloosheidswet, WV, ID, 70% van LVL, hangt af van Leeftijd en arbeidsverleden Inkomsten van collectieve sector - Sociale premies - Niet belastingen - Belastingen Niet belastingen - Retributies (parkeergeld, Pasport) - Inkomsten uit overheidsbezit (Aardgas, Kernenergie) Directe Belastingen = Opgelegd aan personen - Loonheffing - Successierechten - Kansspelbelasting - Vennootschapsbelasting Indirecte Belastingen = Iemand die belasting betaald kan deze doorberekenen aan iemand anders - BTW (19 % niet noodzakelijke goederen, 6 % noodzakelijke goederen, 0 % medische diensten) - Accijnzen - Milieuheffingen - Invoerrechten - Motorrijtuigenbelasting Wat de werkgever betaalt Brutoloon + Werkgeversaandeel premies werknemersverzekeringen = LOONKOSTEN Wat de werknemer ontvangt Brutoloon - Werknemersaandeel premies werknemersverzekeringen - Loonheffing = NETTOLOON Box 3 = Belasting op inkomen uit vermogen = Vermogens rendementheffing Box 1 Brutoloon - Aftrekposten x Schijftarieven Box 3 Gemiddeld Vermogen Vrijgesteld vermogen x 1,2 % Box 1 + Box 3 = Totaal heffingsbedrag https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-lesbrief-welvaart-h1-h5 Pagina 3 van 5

Totaal heffingsbedrag - Heffingskortingen = Verschuldigde inkomensheffing Draagkrachtbeginsel = Sterkste schouders dragen zwaarste lasten Doelmatigheidsbeginsel = Analyse kosten en opbrengsten (overheid/belastingdienst) Profijtbeginsel = De gebruiker betaalt Economie Hoofdstuk 5 5.1 Verschillende invalshoeken om welvaartverschillen te analyseren. Nederlandse overheid zorgt voor rechtvaardige verdeling van de inkomens, Wat is een rechtvaardige verdeling? Twee soorten verschillen voor inkomen: - verschillen tussen beroepen: o verantwoordelijkheid o zwaardere banen o opleiding is langer o schaarste verhouding - verschillen binnen een beroep o leeftijd o taak/functie verschillen o aantal uren o bedrijf gebruik van beginsel van rechtvaardigheid om de inkomens te nivelleren. Inkomensverschillen: gunstige en prikkelende werking op economische activiteit. Uitgebreid stelsel van sociale zekerheid werkt demotiverend. 5.2 Leveren bijdragen aan het productieproces: Inkomen verdient uit arbeid = loon Beloning voor productiefactoren kapitaal, natuur en ondernemingsschap -> rente, huur, pacht, winst. Primaire inkomens = alle inkomens die voortvloeien uit het productieproces, verdiende inkomens. Het Centraal Bureau voor Statistiek(CBS) zet gegevens van belastingdienst in tabel. Cumuleren = optellen, cumulatieve percentages. Lorenzcurve / Lorenzkromme = de lijnen van de cumulatieve percentages in een tabel. Ook een rechtevenredige lijn. Begin (0,0), Eindpunt (100,100). - De personen zonder inkomen staan niet in de Lorenzcurve, anders loopt de lijn dus anders. - Houdt ook geen rekening met aantal persoenen dat moet rondkomen van het inkomen. - Houdt ook geen rekening met aantal inkomens per huishouden. 5.3 -> Ontvangers van primair inkomen betalen belasting/ sociale premies/ niet belastingmiddelen aan de collectievensector. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-lesbrief-welvaart-h1-h5 Pagina 4 van 5

-> Overheid zorgt voor voorzieningen waar niet iedereen van profiteert. -> De collectieve sector zorgt zo voor herverdeling van de inkomens. Betalingen aan collectieve sector zijn: Persoonsgebonden heffingen = opgelegd aan personen (inkomensheffing / sociale premies) Consumptiegebonden heffingen = heffingen op goederen en diensten die je aanschaft (indirecte belastingen / niet-belastingmiddelen) Collectieve goederen niet via de makt geleverd, omdat ze niet individueel kunnen worden toegerekend. -> daarom gaan we ervan uit dat iedereen het zelfde profiteert van zuivere collectieve goederen. Bij quasi-collectieve goederen wel verschil in profijt vast te stellen: Persoonsgebonden ontvangsten = sociale uitkering is voor een persoon. Consumptiegebonden ontvangsten = subsidies zijn voor de consumptie. Zie opdracht 5.7 en 5.8, bladzijde 87. Secundaire inkomens = bedragen die je betaalt aan collectieve sector of daarvan ontvangt. Het sociaal cultureel planbureau (SCO) berekent hoeveel profijt de verschillende inkomensgroepen hebben van de overheidsvoorzieningen zoals volkshuisvesting, onderwijs, openbaarvervoer en gezondheidszorg. 5.4 Vermogen = waarde van eigendommen schulden. Vermogen = tijdstipgrootheid, inkomen = periodegrootheid Zie tabellen bladzijde 92 en 93. 5.5 Inkomensbeleid die inkomens nivelleert gebeurt door laagste inkomens te verhogen en hoogste inkomens te verlagen. -> Wordt geholpen door de wet op het minimumloon (WML) Geldt voor werknemers van 23 jaar of ouder. Anders onder minimumjeugdloon. Minimumloon zorgt voor gelijkmatigere inkomensverdeling, maar verstoort de arbeidsmarkt. Daarom arbeidstoeslag. Huurtoeslag = voor laagste inkomens. Hogere toeslag naarmate lager inkomen. SCP & CBS = doen onderzoek naar armoede, kunnen kijken of armoede duurzaam is. Duurzame armoede = als iemand vier jaar of langer een inkomen heeft onder de lage -inkomensgrens. (kan ook voor meer persoons huishoudens) Beleid van overheid ter bestrijding van armoede gericht op scheppen van banen. Door langdurige minima aan een betaalde baan te helpen verwachten ze een verbetering van hun positie. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-lesbrief-welvaart-h1-h5 Pagina 5 van 5