Scriptie Economie Welvaart

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Scriptie Economie Welvaart"

Transcriptie

1 Scriptie Economie Welvaart Scriptie door een scholier 3913 woorden 11 juni ,5 63 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Welvaart hfst 1 Vakantie en werken Het CBS is het Centraal Bureau voor Statistiek en verzamelt statistische gegevens over uiteenlopende onderwerpen. Produceren is het toevoegen van waarde door productiefactoren te combineren. Relatief, een goed is schaars in economische zin als er productiefactoren moeten worden geofferd om het te produceren. Schaarse goederen Absoluut, zeldzaam Goederen Vrije goederen zijn al geschikt voor consumptie, zonder dat er productiefactoren zijn geofferd. Productiefactoren Beloning Natuur Pacht Arbeid Loon Kapitaal Rente Ondernemingstalent Winst Micro-economie, het gaat om de keuzes die worden gemaakt op kleine schaal, in (gezins)huishoudens en bedrijven. Economie Meso-economie, houdt zich bezig met het bestuderen van bedrijfstakken. Een bedrijfstak bestaat uit alle bedrijven die zich bezighouden met hetzelfde onderdeel van het productieproces. Macro-economie, houdt zich bezig met de economische keuzes van een heel land of meerdere landen. Vraagstukken die gesteld worden vanuit een nationaal of internationaal gezichtspunt. Welvaart hfst 2 Productie en inkomen Pagina 1 van 15

2 Vanaf het moment dat er ruil plaatsvond waren er markten, vraag en aanbod en prijzen. Directe ruil, goederen tegen goederen Ruil Indirecte ruil, m.b.v. ruilmiddelen, dit zijn goederen die iedereen graag in zijn bezit wil hebben. Door de ruil ging de ontwikkeling van arbeidsverdeling en specialisatie verder. Het productieproces werd steeds verder opgesplitst in deelbewerkingen, er ontstond arbeidsverdeling. Men ging zich concentreren op het produceren van één ding, er ontstond specialisatie. Produceren is volgens het CBS het voortbrengen van goederen of diensten met al doel het verwerven van een geldinkomen door de verkoop van die goederen of diensten. Onder de productiefactor natuur verstaan we niet-geproduceerde productiemiddelen. Ook delfstoffen die niet geëxploiteerd zijn horen bij natuur. Als ze zijn geëxploiteerd noemen we ze kapitaalgoederen, want er heeft productie plaats gevonden. Alle medewerkers van een bedrijf leveren de factordienst arbeid. De ondernemer is degene die het bedrijf opricht en er leiding aangeeft. Het risico op verlies heet ondernemingsrisico. Kapitaalgoederen, goederen waarbij productie heeft plaatsgevonden. Kapitaal Geldkapitaal, het vermogen, het geld dat nodig is om te produceren. De aanschaf van kapitaalgoederen met de bedoeling ermee te produceren heet investeren. Energie is een hulpstof en geen grondstof, omdat het niet meer is terug te vinden in het eindproduct. Toegevoegde waarde is hetzelfde als productiewaarde. Dit is de totale waarde die wordt toegevoegd aan grond- en hulpstoffen. Deze kan je op twee manieren berekenen: 1. Omzet inkoopwaarde grond- en hulpstoffen 2. loon + pacht + huur + rente + winst (dit zijn de factorinkomens, beloningen voor degene die de factordiensten hebben geleverd.) Het toevoegen van waarde leidt dus tot het ontstaan van factorinkomens en tot het ontstaan van productiewaarde. Belangrijke gegevens om de productiewaarde vast te stellen vinden we in de boekhouding of de administratie van een bedrijf. De belangrijkste onderdelen van de administratie zijn de balans en de resultaten rekening. Een balans is een momentopname van de bezittingen van een bedrijf en de manier waarop ze betaald zijn. Balans van onderneming X op 1/ Pagina 2 van 15

3 Debet = activa = bezittingen credit = passiva = vermogen Vaste activa gebouw + inventaris Vlottende activa voorraad + debiteuren Liquide activa kas + bank Totaal abcde Eigen vermogen Lang vreemd vermogen hypothecaire lening Kort vreemd vermogen crediteuren + persoonlijke lening + doorlopend krediet + koop op afbetaling + huurkoop Totaal abcde Een balans is altijd in evenwicht. De vaste activa, ook wel vaste kapitaalgoederen, zijn langer dan een jaar in gebruik. Het geld dat binnen een jaar weer vrij komt, de vlottende activa of vlottende kapitaalgoederen, bestaat uit de voorraad of debiteuren. Debiteuren zijn klanten die later betalen. Onderaan de balans staan de betaalmiddelen, de liquide activa. Bovenaan de passivakant staat het eigen vermogen. Dit is het geld dat door de eigenaar in het bedrijf is gestoken en waarover de onderneming blijvend kan beschikken. Al het andere vermogen is vreemd vermogen. Lang vreemd vermogen zijn de schulden die pas na jaren hoeven worden afgelost. Als de termijn van terugbetaling een jaar of minder is, spreken we van kort vreemd vermogen. Bijvoorbeeld crediteuren, dit zijn de schulden die een bedrijf heeft bij leveranciers. Of een bedrijf in een bepaalde periode winst heeft gemaakt, kan je zien op de resultaten rekening. Hierop staan alle opbrengsten en kosten over een bepaald tijdvlak. Resultatenrekening van onderneming X over 2003 Kosten Opbrengsten Inkoop grond- en hulpstoffen Loon Huur Rente Pacht Saldo (winst) Totaal abcde Omzet Saldo (verlies) Totaal abcde Pagina 3 van 15

4 Het saldo is het verschil tussen de opbrengsten en de kosten. De winst komt na aftrek van belasting bij het eigen vermogen van een bedrijf. Verschillen resultatenrekening en balans: RR gaat over een bepaalde periode en een balans is een momentopname. Op RR staan opbrengsten en kosten en op een balans staan bezittingen en vermogen. De waarde van de productie van een heel land noemen we het nationaal product. Al de bedrijven waarin de opeenvolgende productiestadia worden doorlopen vormen samen de bedrijfskolom. De totale productiewaarde van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke bedrijven te aggregeren (=samenvoegen). Het begrip bedrijfskolom moet je niet verwarren met het begrip bedrijfstak. Deze wordt gevormd door alle bedrijven die zich bezighouden met eenzelfde deel van het productieproces. Als we de toegevoegde waarde van alle bedrijven aggregeren dan vinden we de totale waarde van de productie van de sector bedrijven. Macro-economisch kun je het productieproces zien als een kringloop van goederen en een tegenovergestelde kringloop van geld. Macro-economische kringloop Markt van consumptiegoederen Gezinnen Bedrijven Markt van productiegoederen Op de markt van consumptiegoederen ontmoeten de vragers (gezinnen) en aanbieders (bedrijven) elkaar. Ze onderhandelen over de prijzen van de consumptiegoederen. De markt van de productiefactoren bestaat ondermeer uit de vermogensmarkt en de arbeidsmarkt. Op de arbeidsmarkt onderhandelen werkgevers en werknemers over de lonen, waarna de werknemers hun arbeidskracht ruilen tegen het overeengekomen loon. Op de vermogensmarkt worden ondermeer leningen en onroerend goed verhandeld, hier komen de rente, huur en pacht tot stand. Naast de particuliere sector onderscheiden we ook nog de collectieve sector. De overheid produceert allerlei goederen en diensten. De overheid verkrijgt het merendeel van haar inkopen niet uit verkopen, maar uit het innen van belastingen. Doordat de overheid haar inkomen veelal uit belastingen krijgt, kun je de productie van de overheid niet op dezelfde manier vaststellen als die van particuliere bedrijven. De waarde van de overheidsproductie wordt gelijkgesteld aan de salarissen van de ambtenaren. Productie van bedrijven Productie van de overheid Pagina 4 van 15

5 + Bruto Binnenlands Product of binnenlands inkomen Ontvangen inkomen uit het buitenland + Betaalde inkomen aan het aan het buitenland Bruto Nationaal Product of nationaal inkomen Het deel van de productie en inkomen waarbij fiscale regels worden overtreden noemt men het officieuze circuit. Welvaart hfst 3 Welvaart Indexcijfers worden gebruikt, omdat het makkelijk is bij het vergelijken. Eén jaar wordt als basisjaar genomen en gelijk gesteld aan 100. Voorbeeld: Waarde Indexcijfer is dus het basisjaar. Eén indexcijfer is /100 = Als het indexcijfer van is dan is de waarde 115 X 2000 = Als de waarde bij is dan is het indexcijfer: : 2000 = 115. Materiele welvaart of welvaart in enge zin. Het is de hoeveelheid goederen en diensten die je tot je beschikking hebt. Welvaart in ruime zin Immateriële welvaart, behoeftes als frisse lucht en gezondheid. Koopkracht hangt af van hoeveel iemand verdient en van de prijzen. Economen maken daarom onderscheid tussen het nominale inkomen, het geldbedrag dat iemand verdient, en het reële inkomen, de koopkracht van het inkomen. Het reele inkomen wordt berekend met behulp van indexcijfers: RIC = NIC : PIC x 100 NIC = (RIC x PIC) : 100 PIC = NIC : RIC x 100 RIC per hoofd = RIC : BIC x 100 Je moet opletten dat de indexcijfers hetzelfde basisjaar hebben. Voorbeeld: Loon + 10% Prijs + 6% Hoeveel meer kan ik kopen? Pagina 5 van 15

6 110 : 106 x 100 = 103,77 de koopkracht is dus met 3,77% gestegen. Men spreekt van economische groei als het reële binnenlands product is gestegen. Dit wordt ook wel een volumestijging genoemd. Om de volumestijging te vinden moet je de nominale stijging corrigeren voor de inflatie. Aanhouden als geld (op een spaarrekening) ontsparen (= uitgeven) Sparen Beleggen in bijv. aandelen Activiteiten die de welvaart vergroten, maar geen geldstroom op gang brengen (bijv. huishoudelijke klussen) vallen onder de niet-geldeconomie of parallelle economie. De niet-betaalde activiteiten die bijdragen aan de welvaart zijn: Huishoudelijke arbeid Zorgarbeid Klussen of doe-het-zelven Vrijwilligerswerk Om een macro-economisch beeld te krijgen van de omvang en samenstelling van de parallelle economie wordt gebruik gemaakt van een tijdsbestedingonderzoek van het SCP. De parallelle economie is niet hetzelfde als het officieuze circuit. Er is echter wel een overeenkomst: beide worden namelijk niet geregistreerd en daarom ontbreken officiële cijfers over productie en inkomen. Zwart werk Informele economie Huishouden, klussen, zorg Huishouden, klussen, zorg Parallelle economie Vrijwilligerswerk Economie Vrijwilligerswerk Formele economie Loondienst Loondienst Geldeconomie Zwart werk Pagina 6 van 15

7 De formele economie is de officieel geregistreerde economie. Vrijwilligerswerk hoort hier ook bij. De productieactiviteiten die buiten de overheidsregels vallen of die zich daaraan onttrekken behoren tot de informele economie. Bij welvaart in ruime zin kijken we ook naar de niet-materiële aspecten. In de traditionele opvattingen over de relatie tussen natuur en economie, wordt de natuur gezien als een voorraadkamer van hulpbronnen waar je naar hartelust uit kunt putten en die je vervolgens ook kunt gebruiken om afval kwijt te raken. Door het terugbrengen van afval in de natuur maakt deze veranderingen door en raakt deze mogelijk aangetast. Nieuwe visie: De economie is een onderdeel van het ecologisch systeem. Als de druk op de natuur te groot wordt, raakt het ecologisch systeem aangetast. Het gevolg kan zijn dat de economie moet inkrimpen. Als de grenzen van de groei worden overschreden teert de mens op natuurlijk kapitaal. De ruimte waarbinnen de economie nog kan groeien heet de milieugebruiksruimte. De omvang daarvan is (nog) niet exact vast te stellen en is niet steeds hetzelfde. Fossiele brandstoffen Beperkt Ertsen Natuurlijke hulpbronnen Planten Onbeperkt Dieren Bij het gebruik van onbeperkte hulpbronnen is ook een beperking: het verbruik van deze bronnen mag niet groter zijn dan de natuurlijke aanmaak. Tenslotte is er een beperking bij de verwerking van afval. Na het gebruik van ertsen en fossiele brandstoffen worden deze stoffen weer toegevoegd aan de ecologische kringloop. Soms gebeurt dit in een andere vorm dan de stof oorspronkelijk was. De capaciteit van de ecologische kringloop om deze stoffen op te vangen is beperkt. Als deze capaciteit wordt overschreden ontstaan ongewenste effecten. De zorg over de toestand van het milieu heeft geleid tot duurzame ontwikkeling. Dit is een economische ontwikkeling die zo is dat ook in de toekomst welvaart mogelijk blijft. De overheid stelt een milieubeleid op. Daarin staat dat de overheid streeft naar een duurzame samenleving binnen een generatie. Het plan heeft verschillende doelen, instrumenten en kosten. Er zijn vier verschillende instrumenten: 1. De gebods- en verbodswetgeving Bepaalde vormen van productie of consumptie worden geboden of juist verboden. 2. Milieuconvenanten met de overheid Pagina 7 van 15

8 Dit zijn overeenkomsten waarin bedrijven zich verplichten de uitstoot van vervuilende stoffen te verminderen, maar waarin ze vrij zijn in de manier waarop ze die vermindering tot stand brengen. 3. Marktconforme aanpak van milieuproblemen Dit wil zeggen dat de kosten van vervuiling worden opgenomen in de prijzen. De prijzen van vervuilde producten stijgen en de vraag en daarmee de productie zal afnemen. Op deze manier verschuift de productie in milieuvriendelijke richting. Hierbij zijn er wel externe effecten. Dit zijn onbedoelde gevolgen van economisch handelen op de omgeving. Deze gevolgen zijn niet opgenomen in de prijs, maar worden alsnog geïnternaliseerd. Externe effecten zijn niet altijd negatief. Marktconforme maatregelen worden nog niet op grote schaal toegepast. Dit heeft verschillende redenen: - externe effecten zijn moeilijk vast te stellen. - vervuiling is voor een belangrijk deel een internationaal probleem, terwijl de overheden nog te nationaal werken. - het blijft onduidelijk in hoeverre toekomstige generatie hinder ondervinden van onze productie. 4. Het systeem van de verhandelbare emissierechten De overheid stelt een maximum aan de toegestane uitstoot van een vervuilende stof, het zogenaamde emissieplafond. Vervolgens verkoopt de overheid vergunningen aan bedrijven om een bepaalde hoeveelheid uit te stoten. Bedrijven kunnen deze vergunningen onderling verhandelen. Welvaart hfst 4 De collectieve sector Overheidsorganen hebben het hoogste gezag. Alleen zij hebben het recht geweld uit te oefenen. Ook hebben ze de bevoegdheid om dwingende regels voor te schrijven, regels waar iedereen zich aan moet houden. Dit recht om regels voor te schrijven noemt men publiekrechtelijke bevoegdheid. Instellingen die dit recht hebben heten publiekrechtelijke lichamen of organen. Een vereniging heeft privaatrechtelijke bevoegdheden, want het lidmaatschap is vrijwillig en deze vrijwilligheid is er niet bij bijvoorbeeld belastingplicht. Naast de nationale overheid zijn er ook de lagere overheden, ook publiekrechtelijke organen. Niet alleen de provincies en gemeentes, maar ook de waterschappen vallen hieronder. De waterschappen zorgen voor de beheersing van het waterpeil en de zuivering van het afvalwater. Overheidsorganen zijn publiekrechtelijke organen, in feite is de overheid een verzameling van publiekrechtelijke organen in het leven geroepen door de gemeenschap. Bij de collectieve sector horen alle overheidsorganen en de instellingen van de sociale zekerheid. De totale uitgaven van de collectieve sector noemen we de collectieve uitgaven. De totale inkomsten noemen we de collectieve ontvangsten of de collectieve middelen. Een voorbeeld van een zuiver collectief goed is een dijk. Het is een goed dat niet opsplitsbaar is in individueel leverbare prestaties. Als een goed wel op te splitsen is in individueel leverbare prestaties noem je het een individueel goed. Het produceren van zuiver collectieve goederen is een belangrijke taak van de overheid. Een samenleving waarin de overheid zich beperkt tot het leveren van veiligheid, rechtspraak en openbaar Pagina 8 van 15

9 bestuur heet een nachtwakerstaat. De huidige overheid levert ook een groot aantal individuele goederen (onderwijs, infrastructuur). Als de overheid de levering van individuele goederen geheel of gedeeltelijk op zich neemt heten deze goederen quasi-collectieve goederen. De productie van zuiver collectieve goederen is geheel in handen van de overheid. De gemeenschap consumeert de diensten die de overheid produceert. Hiervoor wordt betaald in de vorm van belastingen en sociale premies. De overheid besteedt haar geld aan verschillende dingen: Overheidsconsumptie: Salaris van ambtenaren en de kosten die zij maken. Overheidsinvesteringen: bijvoorbeeld de infrastructuur. Overdrachten: de overheid draagt geld over van de belasting- en premiebetalers naar bijvoorbeeld de uitkeringsgerechtigden. Overdrachten Soorten uitgaven van de collectieve sector overheidsinvesteringen Overheidsbestedingen Overheidsconsumptie Als de overheid de eigendom en zeggenschap van particuliere bedrijven overneemt heet dit nationaliseren. In de jaren 70 ontstond de verzorgingsstaat. In die periode kregen overheden ook te maken met financiële tekorten en dus gingen ze privatiseren, overheidsbedrijven werden afgestoten naar de particuliere sector. Er zijn veel sociale zekerheden geprivatiseerd. Er zijn waardevaste en welvaartsvaste uitkeringen. Een uitkering is waardevast als de koopkracht gelijk blijft. Dit kan door de uitkeringen mee te laten stijgen met de prijzen. Een welvaartsvaste uitkering stijgt mee met de CAO-lonen. Sociale voorzieningen betaald uit belastingen (ABW) Sociale zekerheid Werknemersverzekeringen - alleen voor werknemer - werkgever en werknemer betalen premie (WW, ZW, ZWF, WAO) Sociale verzekeringen betaald uit premies Pagina 9 van 15

10 Volksverzekeringen - voor iedereen - werknemers betalen premie (AOW, ANW, AWBZ, AAW, AKW) De overheid stelt geen prijzen vast voor de diensten die ze leveren. Belastingen en sociale premies vormen belangrijke inkomsten voor de overheid. Belastingen zijn verplichte afdrachten aan de overheid, zonder dat daarvoor een directe prestatie tegenover staat. Het geld hiervan verdwijnt in de schatkist, de zogenaamde algemene middelen. Directe: heffingen op inkomen en vermogen van personen. Belastingen Indirecte: degene die belasting afdraagt kan het doorbereken aan iemand anders (BTW) Alle verplichte afdrachten aan de collectieve sector noemen we de collectieve lasten. Als je deze uitdrukt in procenten van het BBP krijg je de collectieve lastendruk of de collectieve lastenquote. De andere inkomsten van de collectieve sector heten de niet-belastingontvangsten. Indirect Belastingen Direct Collectieve lasten Sociale premies Inkomsten Collectieve sector Overige ontvangsten: winsten over overheidsbedrijven + opbrengsten van overheidsdiensten (bijv. levering paspoorten) De fiscus verdeelt het inkomen in drie boxen: Box 1: Inkomen verdient met arbeid Box 2: Aandelen van een bedrijf (minstens 5%) Box 3: Inkomen verdient met vermogen (rente, huur, pacht, winst) Wat de werknemer ontvangt: Brutoloon - werknemersaandeel in premies werknemersverzekeringen - loonheffing (= premies volksverzekeringen en loonsbelasting) Pagina 10 van 15

11 = nettoloon Wat de werkgever kwijt is: Brutoloon + werkgeversaandeel in sociale premies = arbeidskosten (of loonkosten) Tussen het bedrag dat de werknemer ontvangt en de werkgever betaalt zit een gat. Dit is het gevolg van belastingen en sociale premies. Dit gat bestaat geheel uit afdrachten aan de collectieve sector. Het heet WIG (arbeidskosten nettoloon). De loonheffing die wordt ingehouden op het brutoloon is een voorheffing. Het bedrag dat je moet afdragen kan pas definitief worden vastgesteld als het jaar voorbij is. De belastingdienst baseert de loonheffing op het verwachte jaarinkomen. Als je minder dan een jaar hebt gewerkt kan je een deel terugvragen. Voor werknemers bestaat het arbeidsinkomen uit loon en voor zelfstandigen uit winst. De belastingdienst berekent de belasting nadat het bedrag is gecorrigeerd met aftrekposten en bijtellingen. De heffingen worden berekend over het belastbaar arbeidsinkomen, dat is het bruto arbeidsinkomen verminderd met aftrekposten. Dit inkomen wordt gesplitst in 4 delen, de belastingschijven. Box 3: Naast het inkomen uit arbeid is er het inkomen uit vermogen. De belasting op deze inkomsten is de vermogensrendementheffing. Belastingplichtigen geven op hoe groot hun vermogen begin en eind van het jaar was en de fiscus stelt het gemiddelde vast. Het vermogen bestaat uit de waarde van de bezittingen verminderd met de schulden, de waarde van de eigen woning telt niet mee. De vermogensrendementsheffing is 1,2% Op het totale bedrag van de boxen worden kortingen gegeven, de heffingskortingen. Dan blijft de verschuldigde inkomensheffing over. - = x = - = x = Naast loonbelasting zijn er nog 3 directe belastingen: Successierechten betaal je over de erfenis. Kansspelbelasting betaal je als je een prijs wint in de loterij of bij een kansspel. Vennootschapsbelasting moet worden betaalt over de winst van een BV of NV. Pagina 11 van 15

12 Indirecte belastingen betaal je als je iets koopt. De verkoper draagt ze af nadat hij ze had doorberekend in de verkoopprijs. Er zijn verschillende soorten indirecte belasting: BTW, in NL zijn er drie tarieven: - gangbaar tarief: 19% - verlaagd tarief: 6% - nultarief: 0% Accijnzen zijn een bijzondere verbruiksbelasting. Een aanpak van de overheid om het verbruik van een goed te verminderen. Milieuheffingen werden ingevoerd in de jaren 90. In het kader van milieubeleid werd er een heffing op aardgas en elektriciteit gezet. De energieheffing wordt ook wel ecotaks genoemd. Invoerrechten worden aan de grens betaald voor bepaalde goederen. Dan zijn er nog de niet-belastingontvangsten. Deze kan je indelen in een paar groepen: Retributies zijn individueel toegerekende prijzen voor het gebruik van overheidsvoorzieningen. Motorrijtuigenbelasting is een betaling voor het gebruik van een overheidsvoorziening (autoweg). Inkomsten uit overheidsbezit, de winst die de overheid ontvangt uit overheidsbedrijven. De financiering van de sociale verzekeringen in NL is gebaseerd op het omslagstelsel. Dit houdt in dat jaarlijks wordt geschat welk bedrag er nodig is. Dit benodigde bedrag wordt omgeslagen over de verwachte inkomens en zo komt een premiepercentage tot stand. Het stelsel houdt ook in dat degene die nu werken de uitkeringen voor de mensen betalen die nu niet kunnen werken. Naast het omslagstelsel bestaat er nog een manier om uitkeringen te financieren: het kapitaaldekkingsstelsel. Hierbij betaalt iedereen tijdens zijn loopbaan premie voor zijn toekomstige uitkering. Dit systeem wordt toegepast bij aanvullende bedrijfspensioenen. De WAO regeling is pas vernieuwd. Deze bestaat nu uit een basisdeel voor alle bedrijven en een rekenpremie voor de bedrijven met een hoog WAO-risico. Heffingen kunnen worden gebaseerd op het draagkrachtbeginsel. Volgens die beginsel dragen de sterkste schouders de zwaarste lasten. Een voorbeeld hiervan is de heffing op arbeidsinkomen. De verschillende schijventarieven zijn bedoeld om de inkomens te nivelleren. We spreken van nivellering als de verhouding tussen de inkomens verandert ten gunste van de laagste inkomens. De afdracht in procenten van het inkomen is hoger. De afdracht in procenten noemen we ook wel de gemiddelde heffingsdruk. In NL is er sprake van progressie bij de schijventarieven, de tarieven lopen op naarmate het inkomen hoger is. Naast ons progressieve belastingstelsel bestaat er nog het proportionele belastingstelsel, iedereen betaalt evenveel en het degressieve stelsel, de inkomens denivelleren. Het marginale tarief is het percentage dat je betaalt over je laatst verdiende euro. Een systeem met oplopende marginale tarieven heeft ook een oplopend gemiddeld tarief. Want het tarief dat je betaalt over een toename van het inkomen is altijd het marginale tarief en dat is even hoog of hoger dan het gemiddelde tarief tot nu toe. Het nieuwe gemiddelde wordt daardoor ook hoger. Pagina 12 van 15

13 Aftrekposten hebben een denivellerende werking, omdat die voor iedereen gelijk zijn. Voor iemand in het hoogste tarief betekent zo n korting meer dan voor iemand in een lager tarief. De belastingdienst heeft jaarlijks een inflatiecorrectie. De omvang van de schijven en de heffingskortingen worden dan verhoogd met het percentage waarmee ook de prijzen stegen. De bereidheid om belasting te betalen noemen we de belastingmoraal. De overheid dient hier rekening mee te houden. De overheid hanteert het doelmatigheidsbeginsel: de inningskosten moeten opwegen tegen het te ontvangen bedrag. De fiscus kampt met belastingontwijking (legaal) en belastingontduiking (illegaal). belastingopbrengst 0% 100% belastingdruk Model van Laffer. Als laatste is er het profijtbeginsel. Aanhangers van dit beginsel streven er naar degenen die profiteren van een voorziening ook zoveel mogelijk daarvoor te talen betalen. Welvaart hfst 5 Verdeling en herverdeling De Nederlandse overheid heeft als doel te zorgen voor een rechtvaardige inkomensverdeling. Er zijn twee soorten verschillen in vermogen: - tussen beroepen - binnen beroepen Op grond van het beginsel van rechtvaardigheid voert de overheid een inkomensbeleid met als doel de inkomens te nivelleren. Er zijn verschillende meningen over inkomensverschillen. Zo zijn er mensen die zeggen dat inkomensverschillen een gunstige, prikkelende werking op de economische activiteit leveren en dat een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid demotiverend werkt. Er zijn ook mensen die vinden dat grote inkomensverschillen zorgen voor criminaliteit en een slechte volksgezondheid. De inkomens die voortkomen uit een directe bijdrage aan het productieproces noemen we de primaire inkomens. Het zijn de brutobedragen van loon, rente, winst, pacht en huur. In economische publicaties wordt de inkomensverdeling vaak weergegeven in procenten. Het is moeilijk om de mate van ongelijkheid uit een tabel af te lezen. Er wordt daarom vaak een lorenzcurve getekend. De kromme geeft een beeld van de mate van scheefheid van de personele inkomensverdeling. % Inkomen cumulatief % personen cumulatief Pagina 13 van 15

14 De meeste curves houden met een paar dingen geen rekening: - werklozen - het aantal personen dat moet rondkomen van een inkomen - het aantal inkomens per gezin Van het primaire inkomen wordt een deel afgedragen aan de collectieve sector. Deze afdrachten zijn niet voor iedereen even hoog en op deze manier leidt het bestaan van de collectieve sector tot de herverdeling van inkomens. Persoonsgebonden heffingen: inkomensheffingen en sociale premies Afdrachten aan de collectieve sector Consumptiegebonden heffingen: indirecte belastingen en niet-belastingontvangsten Met de uitgaven van de collectieve sector worden de collectieve goederen betaald. Deze goederen vergroten de welvaart Zuiver collectieve goederen: iedereen profiteert in dezelfde mate Collectieve goederen Persoonsgebonden: sociale uitkeringen Quasi-collectieve goederen Consumptiegebonden: subsidies Het secundaire inkomen is het primaire inkomen persoonsgebonden betalingen aan de collectieve sector + persoonsgebonden ontvangsten van de collectieve sector. Dit inkomen wordt ook wel het besteedbaar inkomen genoemd, het geldinkomen dat vrij besteedbaar is. Primair inkomen - directe belastingen en sociale premies + sociale uitkeringen Secundair inkomen De verdeling van de secundaire inkomens noemen we de secundaire inkomensverdeling. De hoogte van iemands secundaire inkomen is moeilijk vast te stellen, omdat het gaat om sommen geld die betaald worden aan de collectieve sector of van die sector worden ontvangen. Het tertiair inkomen bestaat uit het secundair inkomen de consumptiegebonden betalingen aan de Pagina 14 van 15

15 collectieve sector + de consumptiegebonden ontvangsten van de collectieve sector. Primair inkomen - directe belastingen en sociale premies + sociale uitkeringen Secundair inkomen - indirecte belastingen + prijsverlagende subsidies Tertiair inkomen Het tertiaire inkomen van iemand is moeilijk vast te stellen, omdat je moet weten aan welke producten iemand zijn inkomen besteedt en vervolgens moet nagaan welke belastingen en subsidies erop zitten. Inkomensbeleid met het doel nivellering gebeurt door het opvijzelen van de laagste inkomens en het beteugelen van de hoogste inkomens. Hierbij wordt de wet minimumloon gebruikt. De progressie in de inkomensverdeling zorgt dat de secundaire inkomensverdeling minder scheef is dan de primaire. Ook de sociale uitkeringen werken nivellerend. De WKA heeft als hoofdregel dat het minimumloon elk half jaar wordt aangepast. Er zijn echter twee afwijkingsmogelijkheden: 1) Als de lonen te hard stijgen 2) Als de uitkeringsgerechtigden te hard stijgen vergeleken met de premiebetalers. Hierbij wordt gekeken naar de i/a ratio, het aantal inactieven per 100 actieven. Bij het kijken naar armoede wordt er gelet op het aantal jaren dat iemand met een minimumuitkering moet zien rond te koken. Er is een nieuwe maatstaf ontwikkeld om te kunnen bepalen of armoede duurzaam is: de lage-inkomensgrens. Als iemand vier jaar of langer een inkomen heeft beneden deze grens noemen de onderzoekers het duurzame armoede. Pagina 15 van 15

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen; Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari 2002 6 104 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4.3 t/m 5 4.3 & 4.4 begrippen; arbeidsinkomen voor werknemers is dit het loon en voor zelfstandigen

Nadere informatie

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis)) Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk

Nadere informatie

Meso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke

Meso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke Samenvatting door een scholier 1938 woorden 28 januari 2006 6,4 14 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 1 Welvaart Hoofdstuk 1 vakantie en werken Mensen voorzien in hun behoefte door goederen en diensten

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5

Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5 Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5 Samenvatting door een scholier 1321 woorden 23 januari 2011 6 2 keer beoordeeld Vak Economie ECO H1 Schaarste = Als er middelen bv geld geoffert moeten worden

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 4

6,9. Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus 2006 6,9 52 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4 De collectieve sector = overheid - mogen geweld uitoefenen - mogen regels maken -> publiek rechtelijke

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector Samenvatting door een scholier 1511 woorden 10 juni 2004 7 78 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting SO Economie Hoofdstuk 4, De collectieve

Nadere informatie

Samenvatting Economie Leesbrief welvaart

Samenvatting Economie Leesbrief welvaart Samenvatting Economie Leesbrief welvaart Samenvatting door een scholier 1625 woorden 12 mei 2003 6,7 18 keer beoordeeld Vak Economie Bruto arbeidsinkomen Aftrekposten - = belastbaar arbeidsinkomen Bruto

Nadere informatie

7.5. Boekverslag door Een scholier 2475 woorden 19 januari keer beoordeeld

7.5. Boekverslag door Een scholier 2475 woorden 19 januari keer beoordeeld Boekverslag door Een scholier 2475 woorden 19 januari 2008 7.5 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Schaarse goederen zijn goederen waarvoor productiefactoren moeten worden opgeofferd.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart Samenvatting door L. 1524 woorden 11 december 2012 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie H1 t/m H5: Welvaart Hoofdstuk 1: Vakantie

Nadere informatie

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan. Samenvatting door Marit 1960 woorden 24 januari 2016 7,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO economie H.4 1 klaar met de opleiding Als je klaar bent met je opleiding ga je op zoek naar een werkkring.

Nadere informatie

8.2. Boekverslag door D woorden 10 januari keer beoordeeld

8.2. Boekverslag door D woorden 10 januari keer beoordeeld Boekverslag door D. 2492 woorden 10 januari 2005 8.2 39 keer beoordeeld Vak Economie Aanvullend pensioen: Op de loon van werknemers wordt maandelijks een pensioenpremie ingehouden. Dit bedrag wordt gestort

Nadere informatie

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten. Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Jong & Oud

Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

4.1 Klaar met de opleiding

4.1 Klaar met de opleiding 4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,

Nadere informatie

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal

Nadere informatie

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:

Nadere informatie

4.1 Het begrip collectieve sector.

4.1 Het begrip collectieve sector. Samenvatting door een scholier 3298 woorden 8 december 2003 7,1 111 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4 : De collectieve sector 4.1 Het begrip collectieve sector. Overheidsorganen hebben het hoogste

Nadere informatie

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren. Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart

Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart Samenvatting door een scholier 4419 woorden 3 juli 27 8,1 35 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief Welvaart Samenvatting economie Hoofdstuk

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Welvaart (Lesbrief)

Samenvatting Economie Welvaart (Lesbrief) Samenvatting Economie Welvaart (Lesbrief) Samenvatting door een scholier 5257 woorden 29 maart 2004 8,4 421 keer beoordeeld Vak Economie WELVAART HOOFDSTUK 1: vakantie en werken Begrippen: Consumeren Het

Nadere informatie

Samenvatting Economie Welvaart

Samenvatting Economie Welvaart Samenvatting Economie Welvaart Samenvatting door een scholier 2116 woorden 21 februari 2006 5,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Welvaart H1: Vakantie en werken Schaarste=als er productiefactoren

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Jong en Oud

Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst door Anna 1086 woorden 21 december 2016 8,7 10 keer beoordeeld Vak Economie Aandeel: Bewijs van mede-eigendom van een onderneming. Permanent beschikbaar.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst door een scholier 1235 woorden 6 november 2011 6,7 68 keer beoordeeld Vak Economie BEGRIPPEN H1 KIEZEN Consumptie De uitgaven van een consument/overheid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie

Nadere informatie

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele

Nadere informatie

Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand?

Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand? Samenvatting door een scholier 2055 woorden 10 oktober 2001 7,3 256 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Inkomen Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand? Looninkomen,

Nadere informatie

3,2. Samenvatting door een scholier 4463 woorden 16 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 : De collectieve sector

3,2. Samenvatting door een scholier 4463 woorden 16 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 : De collectieve sector Samenvatting door een scholier 4463 woorden 16 januari 2011 3,2 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4 : De collectieve sector 4.1 Het begrip collectieve sector: Overheidsorganen hebben het hoogste

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /04

ALGEMENE ECONOMIE /04 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M 3 benaderingen van het begrip inkomen : F economisch: - nominaal inkomen (in geld uitgedrukt) - reëel

Nadere informatie

Collectieve sector = Publieke sector Collectieve sector = Overheid + de instellingen voor de sociale zekerheid.

Collectieve sector = Publieke sector Collectieve sector = Overheid + de instellingen voor de sociale zekerheid. Hoofdstuk 4 De collectieve sector Collectieve sector = Publieke sector Collectieve sector = Overheid + de instellingen voor de sociale zekerheid. Centrale Overheid Rijksoverheid Collectieve sector Overheid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Begrippenlijst door een scholier 3417 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Ec, begrippen hoofdstuk 4 lesbrief Welvaart.

Begrippenlijst door een scholier 3417 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Ec, begrippen hoofdstuk 4 lesbrief Welvaart. Begrippenlijst door een scholier 3417 woorden 27 oktober 2005 7 64 keer beoordeeld Vak Economie Ec, begrippen hoofdstuk 4 lesbrief Welvaart. Collectieve sector = overheidssector en sociale verzekeringssector

Nadere informatie

Samenvatting Economie Levensloop

Samenvatting Economie Levensloop Samenvatting Economie Levensloop Samenvatting door A. 1095 woorden 7 februari 2017 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie: levensloop Hfst 1 Consumptie: het product wordt aaneschaft door

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1

Nadere informatie

Samenvatting Economie Welvaart

Samenvatting Economie Welvaart Samenvatting Economie Welvaart Samenvatting door een scholier 5843 woorden 5 februari 2004 4,2 27 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4 Collectieve sector (publieke sector) -> de staat, het rijk of

Nadere informatie

8,2. Begrippen. Theorie. Samenvatting door een scholier 1293 woorden 26 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De vorming van inkomen

8,2. Begrippen. Theorie. Samenvatting door een scholier 1293 woorden 26 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De vorming van inkomen Samenvatting door een scholier 1293 woorden 26 juni 2003 8,2 205 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De vorming van inkomen Inkomen in natura: een inkomen dat uit goederen bestaat. Zelfvoorzienend:

Nadere informatie

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115 Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke

Nadere informatie

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk Hoofdstuk 1. 1.16 C. School of baantje 1.17 a. 200/ 10 = 20 keer. b. Zie figuur. c. Zie figuur. d. 15 keer naar de bioscoop kost hem 150. Er blijft dan nog 50 over voor tijdschriften. Hij kan nog 50/5

Nadere informatie

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst.

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst. Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 Belastingen op aankopen Geld voor de overheid Berekening btw Btw = belasting toegevoegde waarde. De consument betaalt aan de winkelier het verkoopbedrag + de btw. Dit noemt men

Nadere informatie

Ruilen over de tijd (havo)

Ruilen over de tijd (havo) 1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni keer beoordeeld. De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2

6,1. Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni keer beoordeeld. De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2 Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni 2010 6,1 13 keer beoordeeld Vak Economie De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2 De rijksoverheid is onderdeel van de collectieve sector. Om de uitgaven

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je

Nadere informatie

7.6. Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 5.2 COLLECTIEF OF PARTICULIER?

7.6. Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 5.2 COLLECTIEF OF PARTICULIER? Boekverslag door I. 1977 woorden 22 april 2007 7.6 10 keer beoordeeld Vak Economie Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID o Sociale zekerheid is eigenlijk het stelsel

Nadere informatie

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100%

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100% Samenvatting door een scholier 475 woorden 11 juni 2001 3,3 107 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 Productie door de overheid Paragraaf 1 Collectieve sector: 1. Overheid (Rijk, provincies,

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7

Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1525 woorden 14 februari 2007 7,6 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Een inkomen in natura: een inkomen in goederen Arbeidsverdeling:

Nadere informatie

De CPI geeft aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen en is daarmee een maatstaaf voor de inflatie.

De CPI geeft aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen en is daarmee een maatstaaf voor de inflatie. Samenvatting door een scholier 1662 woorden 22 maart 2004 6,7 30 keer beoordeeld Vak Economie Economie Inkomen H2 t/m H7 (havo-4) H2 Inkomen en Inflatie 1 Nominaal inkomen: inkomen gemeten in geld Reëel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen

Nadere informatie

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens Overheid H2 De overheid De grote herverdeler van inkomens Ontvangsten: belasting en premies De overheid Uitgaven: uitkeringen en subsidies De grote herverdeler van inkomens 2 De Nederlandse overheid Belangrijke

Nadere informatie

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN

Nadere informatie

Bruto binnenlands product

Bruto binnenlands product Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen

Nadere informatie

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:

Nadere informatie

8,2. Samenvatting door een scholier 1037 woorden 10 februari keer beoordeeld. Samenvatting H1 en H2

8,2. Samenvatting door een scholier 1037 woorden 10 februari keer beoordeeld. Samenvatting H1 en H2 Samenvatting door een scholier 1037 woorden 10 februari 2004 8,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting H1 en H2 Productie: het toevoegen van waarden met behulp van productiefactoren

Nadere informatie

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als % Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven

Nadere informatie

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro. Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair

Nadere informatie

Grootverdiener zwaarder belast

Grootverdiener zwaarder belast 4 september 2009 Grootverdiener zwaarder belast AMSTERDAM - De PvdA zint op de terugkeer van een toptarief van 60 procent in de inkomstenbelasting. Het toptarief is nu 52 procent. Acht jaar geleden was

Nadere informatie

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij. 2.2 Kinderjaren Het krijgen van kinderen heeft voor ouders economische gevolgen: 1. Ouders krijgen minder tijd voor andere zaken en gaan bv. minder werken; 2. Kinderen kosten geld. De overheid komt ouders

Nadere informatie

Overheid in ruime zin - centrale overheid + lagere overheden (provincies en gemeenten)

Overheid in ruime zin - centrale overheid + lagere overheden (provincies en gemeenten) Begrippenlijst door V. 1548 woorden 7 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Economie begrippen hoofdstuk 12 12.1 de collectieve sector Collectieve sector - (overheid in

Nadere informatie

Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen

Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen Samenvatting door F. 643 woorden 19 juni 2013 6,4 23 keer beoordeeld Vak M&O 4.2 De verandering van het eigen vermogen: het resultaat Een niet-productieonderneming koopt goederen in en probeert die goederen

Nadere informatie

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten?

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten? Samenvatting door een scholier 1896 woorden 6 februari 2007 5,7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting : 1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers,

Nadere informatie

Schoolexamen 2005 Inkomen H1

Schoolexamen 2005 Inkomen H1 Samenvatting door een scholier 1974 woorden 25 oktober 2005 6 1 keer beoordeeld Vak Economie Schoolexamen 2005 Inkomen H1 - Microniveau: 1 bedrijf of 1 huishouden - Macroniveau: heel land - Arbeidsverdeling:

Nadere informatie

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij. 2.2 Kinderjaren Het krijgen van kinderen heeft voor ouders economische gevolgen: 1. Ouders krijgen minder tijd voor andere zaken en gaan bv. minder werken; 2. Kinderen kosten geld. De overheid komt ouders

Nadere informatie

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting. Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a b c Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar vaste

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het

Nadere informatie

H2: Economisch denken

H2: Economisch denken H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren

Nadere informatie

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren

Nadere informatie

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw. Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier

Nadere informatie

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5 Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5 Samenvatting door een scholier 1437 woorden 10 juni 2017 7 6 keer beoordeeld Vak M&O Samenvatting M&O Hoofdstuk 3 De firma Vennootschap onder firma: een overeenkomst

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting door een scholier 946 woorden 15 november 2007 5 8 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 7: de overheid Samenvatting voor GR ECONOMISCHE ORDE

Nadere informatie

Werkstuk Economie Lesbrief inkomen

Werkstuk Economie Lesbrief inkomen Werkstuk Economie Lesbrief inkomen Werkstuk door een scholier 2411 woorden 19 februari 2000 6,2 173 keer beoordeeld Vak Economie HOOFDSTUK 1 INKOMEN 1.1 SOORTEN INKOMEN Als we het in de economie over inkomen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Collectieve sector

Samenvatting Economie Collectieve sector Samenvatting Economie Collectieve sector Samenvatting door een scholier 187 woorden 10 maart 2009 8,3 6 keer beoordeeld Vak Economie Belastinginkomsten. Je hebt twee soorten belastingen namelijk de directe

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen en groei

Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2020 woorden 10 maart 2009 8,2 49 keer beoordeeld Vak Economie Productie en ruilen. Als je zelfvoorzienend bent dan produceer je goederen

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 7 Welvaart, wie vaart er wel bij?

Samenvatting Hoofdstuk 7 Welvaart, wie vaart er wel bij? Paragraaf 1: Het nationaal inkomen Samenvatting Hoofdstuk 7 Welvaart, wie vaart er wel bij? Voor iedere productiefactor die gezinnen ter beschikking stellen, krijgen ze een beloning. In het schema kun

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Samenvatting door een scholier 1637 woorden 13 juni 2004 6,5 14 keer beoordeeld Vak Economie Economie hoofdstuk 7 7.1 * Collectieve lasten bestaan uit: - belastingen die

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven: Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk

Nadere informatie

4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst

4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst 4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst De arbeidsvoorwaarden van veel werknemers zijn vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Dit is een overeenkomst die per bedrijf of bedrijfstak wordt afgesloten

Nadere informatie

De optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp.

De optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp. Boekverslag door P. 2397 woorden 24 september 2013 7.7 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Paragraaf 1; Binnenlands product De macro-economie kijkt naar de optelsom

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=

Nadere informatie

Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1

Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1763 woorden 29 november 2009 9,4 16 keer beoordeeld Vak Economie Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1 Directe belastingen: zijn belastingen die je betaalt

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen

9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen Samenvatting door N. 1514 woorden 15 oktober 2016 9,6 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Begrippen bindende afspraak Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt/niet onderuit kunt. budget

Nadere informatie

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1

Nadere informatie

Economie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen

Economie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen Economie module 4 Ruilen in de tijd 27 blz. werkboek = 1 ½ blz. per les H1 par 1 & 2 vb.1 O O sparen om tijd storting + rente iets te kopen goederen kopen vb.2 O O geld lenen om tijd aflossing + rente

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen

Samenvatting Economie Inkomen Samenvatting Economie Inkomen Samenvatting door een scholier 2656 woorden 28 maart 2007 8 42 keer beoordeeld Vak Economie Economie Inkomen: H 1: De vorming van inkomen. 1.1 De vorming van primair inkomen:

Nadere informatie

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die

Nadere informatie

Belastingen en de boekhouding

Belastingen en de boekhouding BAD1.1 les 7 programma Belastingen en de boekhouding Drie groepen belastingen Ondernemer als onbezoldigd ontvanger Loonbelasting Omzetbelasting Belastingen Drie groepen zakelijke belastingen waterschapslasten,

Nadere informatie

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie