Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart"

Transcriptie

1 Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart Samenvatting door een scholier 4419 woorden 3 juli 27 8,1 35 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief Welvaart Samenvatting economie Hoofdstuk 1 Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verzamelt statistische gegevens over de meest uiteenlopende onderwerpen, ook over vakantie-uitgaven. Mensen voorzien in hun behoefte door goederen en diensten aan te schaffen: we noemen dat consumeren. Goederen zijn stoffelijk of materieel, zoals voedsel, kleding of een mp3-speler. Diensten zijn onstoffelijk of immaterieel, voorbeelden zijn vakantiereizen of een bioscoopbezoek. Goederen of diensten worden ook wel producten genoemd. Er bestaan spanningen tussen behoeften (wensen) en middelen (mogelijkheden): de hoeveelheid goederen is beperkt ten opzichte van de behoeften. Omdat de middelen ontoereikend zijn is er volgens economie sprake van schaarste. Verreweg de meeste goederen die wij ons verschaffen zijn schaars, omdat er productiefactoren moeten worden opgeofferd om ze te kunnen produceren. Door de productiefactoren op een bepaalde manier te combineren ontstaat een product dat veel meer geld waard is dan de oorspronkelijke grondstof. Dat noemen we produceren. Zijn er voor een bepaald goed geen productiefactoren opgeofferd dan noemen we dat goed een vrij goed. Vrije goederen zijn al geschikt voor consumptie, zonder dat de mens productiefactoren hoeft op te offeren. Wel kan een vrij goed in de loop van de tijd schaars worden. Schaars heeft in de economie een heel andere betekenis dan in het dagelijks spraakgebruik, waar het zeldzaam betekend. Het bestaan van schaarste heeft tot gevolg dat mensen keuzes moeten maken. De keuzes die worden gemaakt in de gezinnen en in de bedrijven vormen het terrein van de microeconomie. Het dagelijks leven zit vol micro-economische keuzes. In de micro-economie worden de beslissingen van consumenten en producenten bestudeerd. Die keuzes zijn niet altijd puur verstandelijk. De behoeftes die we hebben kunnen zijn aangepraat door de reclame van ondernemingen. Alleen al het feit dat miljarden euro s per jaar worden uitgegeven aan reclame zou je kunnen zien als een bewijs dat de behoeften zij te beïnvloeden. Soms raken de keuzes van de een in conflict met die van iemand anders. Hier hebben we te maken met een belangenconflict. De samenleving zit vol met dit soort conflicten. Pagina 1 van 1

2 Naast de micro-economie kennen we in de economie nog twee niveaus: de meso-economie en de macroeconomie. De meso-economie houdt zich bezig met het bestuderen van bedrijfstakken, zoals de chemie, de bouw of de horeca. Een bedrijfstak bestaat uit alle bedrijven die zich bezighouden met hetzelfde onderdeel van een productieproces. In de meso-economie wordt het gedrag van een hele bedrijfstak bestudeerd. Een meso-economische keuze ligt niet altijd in het verlengde van een micro-economische keuze. Als laatste noemen we het macro-economische niveau. De macro-economie houdt zich bezig met de economische keuzes van een heel land of van meerdere landen. Enkele voorbeelden van macroeconomische keuzes zijn: moet de regering de belastingtarieven verhogen of juist verlagen om de werkloosheid in Nederland te verminderen? Is de invoering van de euro gunstig of ongunstig voor de Nederlandse export? Moet de immigratie uit ontwikkelingslanden worden gestimuleerd of juist beperkt, om de groei van de economie te bevorderen in Europa? Omdat de vragen gesteld zijn vanuit een nationaal of internationaal gezichtspunt zijn ze macroeconomisch. Micro-, meso- en macro-economie zijn nauw met elkaar verbonden. Omdat veranderingen in de economie als geheel ontstaan uit beslissingen van miljoenen mensen kun je er niet omheen om meso- en macroeconomische ontwikkelingen te begrijpen zonder de bijbehorende micro-economische beslissingen erbij te betrekken. Samenvatting economie Hoofdstuk 2 2.1, 2.2 & 2.3 Vaak wordt welvaart in verband gebracht met inkomen. De redenering is dan: bij een hoger inkomen kun je meer behoeften bevredigen en heb je dus meer welvaart. Op deze redenering valt heel was af te dingen. Het CBS, Centraal Bureau voor de Statistiek, is in Nederland de instantie die is belast met het verzamelen van gegevens over productie en inkomen. Vroeger waren de clans zelfvoorzienend: ze voorzagen in hun eigen behoeften. Gaandeweg ontwikkelde zich de ruilhandel. De een maakte gereedschap en de ander verbouwde graan, dan ruilden ze de overschotten van gereedschap tegen de overschotten aan graan. Zolang de ruil nog direct is, dat wil zeggen dat goederen worden geruild tegen goederen, valt de prijs slechts uit te drukken in hoeveelheden van een ander product. In de loop van de tijd werd de directe ruil grotendeels verdrongen door de indirecte ruil. Bij indirecte ruil werden ruilmiddelen gebruikt zoals schelpen, zout, vee of brokken edelmetaal. Ruilmiddelen waren altijd dingen die iedereen graag in zijn bezit wilde hebben. De ontwikkeling van de ruil ging gepaard met de ontwikkeling van arbeidsverdeling en specialisatie: je toeleggen op een vak waar je goed in bent. In de loop van de geschiedenis werd de arbeidsverdeling steeds verder doorgevoerd. De meeste werkenden, vooral in de industrie en in de dienstensector, maken niet eens een volledig product meer. Het productieproces is steeds verder opgesplitst in allerlei beeldbewerkingen. De economen uit de 19e eeuw stelden dat de prijs waarvoor een product op de markt wordt verhandeld een goede weerspiegeling was van de schaarste. Hoe schaarser een product, des te hoger de prijs waarvoor dat product op de markt wordt verhandeld. Om de waarde van de productie te kunnen Pagina 2 van 1

3 vaststellen keken onze economen daarom tegen welke prijs de producten op de markt werden verhandeld. Produceren is volgens het CBS het voortbrengen van goederen of diensten met als doel het verwerven van een geldinkomen door de verkoop van goederen of diensten. Productiefactoren is alles dat je nodig hebt om te produceren. Grond kun je zien als de productiefactor natuur. Onder natuur verstaan we de niet-geproduceerde productiemiddelen. Zijn de productiemiddelen eenmaal geëxploiteerd dan noemen we ze kapitaalgoederen, want er heeft dan productie plaatsgevonden. Pacht is te zien als de prijs die je betaald voor het gebruik van de productiefactor grond. Arbeidskrachten leveren de productiefactor arbeid, waarvoor zij een beloning krijgen in de vorm van loon. De volgende productiefactor is kapitaal. Om te produceren zijn diverse kapitaalgoederen nodig, zoals gebouwen, machines, een positief banksaldo. De aanschaf van kapitaalgoederen met de bedoeling ermee te produceren noemen we investeren. Om kapitaalgoederen aan te schaffen is geldkapitaal nodig. Het begrip kapitaal heeft in de economie dus meerdere betekenissen. De ene keer heeft kapitaal de betekenis van kapitaalgoederen zoals machines en gebouwen, goederen waarmee je andere goederen kunt produceren. De andere keer wordt het begrip kapitaal gebruikt in de betekenis van geld; in dat geval kun je ook spreken van vermogen. Je hebt dus vermogen nodig om te kunnen investeren. Er zijn twee mogelijkheden om investeringen te betalen: met eigen geld of eigen vermogen en met geleend geld of vreemd vermogen. Het verschaffen van het eigen vermogen wordt gezien als het leveren van een productiefactor door de eigenaar. De beloning hiervoor is winst. Bijvoorbeeld de bank levert vreemd vermogen, dat eveneens wordt gezien als productiefactor. De beloning voor verschaffers van vreemd vermogen is de rente. Bij een onderneming hoort ook een ondernemer, iemand die het initiatief neemt een bedrijf op te richten en er leiding aan geeft. Deze activiteiten van een ondernemer vallen onder de productiefactor ondernemerschap. De beloning voor ondernemerschap is winst, als die er tenminste is. Er bestaat een kans dat het bedrijf slecht loopt en verlies lijdt. De eigenaar draait hiervoor op. Het risico op verlies staat bekend als ondernemersrisico. Alle spullen die niet zijn terug te vinden in het eindproduct zijn hulpstoffen en geen grondstoffen. Bijvoorbeeld een veiling is de afnemer. De totale opbrengst die de ondernemer ontvangst uit zijn verkopen is zijn omzet. De omzet kun je berekenen door het aantal verkochte producten te vermenigvuldigen met de gemiddelde verkoopprijs. Produceren is het toevoegen van waarde. De totale waarde die wordt toegevoegd aan de grond- en hulpstoffen noemen we de productiewaarde. De waarde van de grond- en hulpstoffen zelf hoort hier dus niet bij! Een bedrijf koopt grond- en hulpstoffen in, voegt daar waarde aan toe door het combineren van productiefactoren en verkoopt het product aan de afnemers. De productiewaarde of toegevoegde waarde kan worden berekend door de omzet te verminderen met de inkoopwaarde van de grond- en hulpstoffen. De omzet is het geldbedrag dat wordt ontvangen uit de verkoop van de eindproducten. De inkomens die ontstaan door de toegevoegde waarde of productiewaarde te verdelen aan beloningen van degene die productiefactoren hebben geleverd noemen we factorinkomens. De afzet is de hoeveelheid eindproducten je verkoopt aan de afnemer. 2.4 Pagina 3 van 1

4 bedrijven administreren allerlei gegevens om hun bedrijf efficiënt te kunnen voeren. De belangrijkste onderdelen van een administratie zijn de balans en de resultatenrekening (of verlies-en-winstrekening). De balans is een momentopname van de bezittingen van een bedrijf en van de manier waarop een de bezittingen zijn gefinancierd, ook activia genoemd, staan links op de balans. Rechts op de balans staat het vermogen of passiva; je kunt er zien in hoeverre de bezittingen zijn aangeschaft met eigen geld of met geleend geld. Rechts op de balans kun je zien hoe de bezittingen, die links staan, zijn betaald. De activa staan op de balans in een bepaalde volgorde. Hoe langer een activum meegaat, des te hoger komt deze op de balans. Bovenaan vind je de vaste activa of vaste kapitaalgoederen. Het kenmerk van de vaste activa is dat ze langer dan een jaar kunnen worden gebruikt. De vaste activa bestaan in het algemeen meestal uit grond, gebouwen, machines en de inrichting van gebouwen, genaamd inventaris (meubilair, apparatuur ). Vervolgens vind je bij de activa de vlottende activa of vlottende kapitaalgoederen. Het geld dat in deze activa is gestoken komt binnen een jaar weer vrij. Wanneer een bedrijf eenmaal loopt en bij de verkopen niet van de klanten eist dat ze contant betalen, maar bijvoorbeeld pas over enkele maanden, ontstaan vorderingen op de klanten. Deze vorderingen op afnemers worden debiteuren genoemd en horen tot de vlottende activa. Onderaan de lijst van activa (bezittingen) staan de liquide activa of liquide middelen. Ze bestaan uit betaalmiddelen: niet alleen het geld in de kas maar ook het banksaldo als dat tenminste direct opvraagbaar is. Ook de vermogens staan in een bepaalde volgorde. Hoe langer vermogen in een bedrijf blijft, des te hoger het op de balans staat. Bovenaan vind je daarom het eigen vermogen: permanent vermogen dat door de eigenaar in het bedrijf is gestoken en waarover het bedrijf blijvend kan beschikken. Al het andere is vreemd vermogen. Daarin maken we nog een andere verdeling. De schulden die pas na jaren hoeven te worden afgelost noemen we lang vreemd vermogen. Is de termijn van terugbetaling een jaar of minder dan spreken we van kort vreemd vermogen. Veel bedrijven betalen hun leveranciers van grondstoffen niet contant. In dat geval ontstaan schulden aan leveranciers, gewoonlijk crediteuren genoemd. De crediteuren horen tot het kort vreemd vermogen. Of een bedrijf winst heeft gemaakt in een bepaalde periode kun je aflezen uit de resultatenrekening. Hierop staan alle opbrengsten en kosten over een bepaald tijdvak. Het saldo is het verschil tussen de opbrengsten en de kosten. Zijn de opbrengsten groter dan de kosten dan is het saldo positief en is er winst gemaakt. Om de totaaltellingen gelijk te maken zetten we een winstsaldo aan de kostenkant. Omgekeerd kan een eventueel verliessaldo aan de kant van de opbrengsten. De resultatenrekening bestrijkt een bepaalde periode (meestal een jaar), terwijl de balans een momentopname is. De resultaten hebben wel invloed op de balans. Een positief resultaat (winst) valt toe aan de eigenaar de eigenaar betaald een deel van de winst aan belastingen. De winst, na aftrek van de belasting, komt bij het eigen vermogen. De eigenaar kan dan besluiten het geld te gebruiken voor privé-doeleinden, maar hij kan ook besluiten het geld (gedeeltelijk) in zijn bedrijf te laten en er nieuwe investeringen mee te betalen. Is het resultaat negatief (verlies) dan wordt het eigen vermogen kleiner. 2.5 & 2.6 Pagina 4 van 1

5 De waarde van de productie van een heel land is het nationaal product. Al de bedrijven waarin de opeenvolgende productiestadia worden doorlopen, van oerproducent tot degene die kant en klare eindproducten verkoopt aan de consument, vormen samen de bedrijfskolom. De totale productie van een bedrijfskolom kun je berekenen door de productiewaarde of toegevoegde waarde van afzonderlijke bedrijven te aggregeren (samen te voegen). Een bedrijfstak bestaat uit alle bedrijven die zich bezighouden met hetzelfde onderdeel van een productieproces. De bedrijven maken goederen en diensten met behulp van productiefactoren zoals arbeid, kapitaal en natuur. Gezinnen bezitten de productiefactoren en consumeren alle goederen en diensten die bedrijven fabriceren. Gezinnen en bedrijven hebben op twee typen markten met elkaar te maken. Op de markt van goederen en diensten zijn de gezinnen de kopers (vragers) en de bedrijven de verkopers (aanbieders). Op de markt van productiefactoren zijn de gezinnen de verkopers (aanbieders) en de bedrijven de kopers (vragers). Naast de particuliere sector onderscheiden we de collectieve sector, vaak ook overheidssector genoemd. Ook in de collectieve sector wordt geproduceerd. De overheid produceert allerlei goederen en diensten, variërend van wegen tot scholen, tot politie- en onderwijsdiensten en van defensie tot openbaar bestuur. Overheidsbedrijven leveren hun producten in de regel niet via de markt. De overheid verkrijgt het merendeel van haar inkomsten niet uit verkopen, maar door het innen van belastingen. En als de overheid al een prijs vraagt voor haar diensten dan is dat meestal geen marktprijs. Omdat de overheid haar inkomsten vrijwel niet ontvangt uit marktverkopen kun je de productie van de overheid niet op dezelfde manier vaststellen als bij particuliere bedrijven. Internationaal is daarom afgesproken dat de overheidsproductie op een andere manier wordt vastgesteld: de waarde van de overheidsproductie wordt gelijkgesteld aan de salarissen van de ambtenaren, de beloning dus die de weknemers bij de overheid ontvangen voor het beschikbaar stellen van de productiefactor arbeid. Tellen we de productiewaarde van bedrijven in de marktsector en de productie van de overheid bij elkaar op dan vinden we het binnenlands product: de waarde van de productie die tot stand werd gebracht door de sector bedrijven en de sector overheid in een land. Het binnenlands product is per definitie gelijk aan het binnenlands inkomen, het inkomen is immers niets anders dan de verdeling van de productie(waarde). Niet iedereen verdient zijn inkomen bij binnenlandse bedrijven of bij de overheid. Er zin ook mensen die hun geld verdienen in het buitenland. Bijvoorbeeld omdat ze in het buitenland werken en daarvoor loon ontvangen of omdat ze geld hebben belegd in een buitenlandse onderneming en daarover winst of rente krijgen uitgekeerd. Omgekeerd verdwijnt een deel van de inkomens die in eigen land zijn verdiend naar het buitenland. Houden we rekening met deze inkomensstromen die de grens overgaan dan komen we tot het nationaal product en nationaal inkomen. Het nationaal inkomen bestaat uit het binnenlands product plus de inkomens die zijn verdient in het buitenland min de inkomens die zijn betaald aan het buitenland. 2.7 Bij het vaststellen van de waarde van de productie maakt het CBS gebruik van belastinggegevens. Volgens de wet is iedereen verplicht zijn inkomen te melden bij de belastingdienst. Als iedereen zich aan die plicht houd kan het CBS zien hoeveel elk jaar werd verdient in de vorm van loon, rente, pacht, huur en winst. Dit bedrag is dan gelijk aan het bedrag dat bedrijven betalen voor de gebruikte productiefactoren: de lonen, de rente, de pacht, de huurkosten en de winst. Niet iedereen houd zich echter aan zijn plicht alle Pagina 5 van 1

6 inkomsten te melden; door sommige huishoudens en bedrijven worden inkomsten verzwegen. Dit is natuurlijk vervelend voor de fiscus, die daardoor belastingen misloopt, maar het is ook vervelend voor het CBS omdat een deel van de productie en het inkomen buiten zicht blijft. Dit deel van de productie en inkomen, waarbij fiscale regels worden overtreden, noemen economen het officieuze circuit. De overige productie van ondernemingen en van de overheid, waarvan de belastingdienst wel op de hoogte is noemen ze het officiële circuit. De volksmond spreekt liever over het zwarte en het witte circuit. Het CBS registreert behalve inkomens ook bestedingen. Als bijvoorbeeld blijkt dat bij de sector bedrijven meer geld wordt besteed dan er officieel door die sector aan inkomen werd uitgekeerd dan is dat een aanwijzing voor zwart verdiend inkomen. Samenvatting economie Hoofdstuk 3 Bij welvaart in enge zin gaat het om de materiele welvaart, dus de hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen. Bij de welvaart in ruime zin spelen daarnaast de kwalitatieve elementen een rol zoals bijvoorbeeld een schoon milieu of de veiligheid op straat. De koopkracht van het inkomen hangt af van het bedrag dat je verdient en van de hoogte van de prijzen van de producten die je aanschaft. Het nominaal inkomen is het geldbedrag dat iemand ontvangt. Het reëel inkomen geeft aan hoeveel producten je met je inkomen kan kopen, het geeft de koopkracht aan. Met behulp van 2 indices, die van het nominaal inkomen en die van de prijzen, kun je een indexcijfer voor de koopkracht uitrekenen. Let op dat de indexcijfers eenzelfde basisjaar hebben. Indexcijfer koopkracht = indexcijfer nominaal inkomen x1 Prijsindexcijfer Met economische groei bedoelen we dat de productie in een land toeneemt, er worden in totaal meer goederen en diensten geproduceerd. Als er economische groei is, is de toename van het inkomen dus reëel; er worden meer goederen en diensten gemaakt. Economen spreken ook wel van een volumestijging. Een instituut dat zich bezig houdt met het voorspellen van de economische groei is het Centraal Planbureau. (CPB) In de parallelle economie ook wel de niet-geld economie genoemd vinden activiteiten plaats waarbij er wel een toename is van de welvaart, maar waarbij geen betaling met geld plaats vind. Deze niet-betaalde activiteiten, die bijdragen aan de welvaart, zijn te verdelen in: - huishoudelijke arbeid - zorgarbeid - klussen en doe-het-zelf arbeid - vrijwilligerswerk Ook als er in natura wordt afgerekend word de productie niet geregistreerd. Om een macro-economisch beeld te krijgen van de omvang en samenstelling van de parallelle economie maken we gebruik van een tijdsbestedingonderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Uit onderzoek blijkt dat mannen en vrouwen hun tijd verschillend invullen. De parallelle economie is heel iets anders dan het officieuze of zwarte circuit. In het zwarte circuit word Pagina 6 van 1

7 juist wel geld gebruikt. Alleen dan wordt de transactie verzwegen voor de belastingdienst en kan ze om die reden niet worden geregistreerd. De formele economie is de officieel geregistreerde economie, zoals we die kennen uit de publicaties van het CBS en het CPB. De informele economie omvat de activiteiten die niet worden geregistreerd in de officiële statistieken, omdat ze buiten de regels vallen, of zich daaraan onttrekken. De parallelle economie behoort, met uitzondering van het vrijwilligerswerk waarvoor wel officiële regels gelden, tot de informele sector. We kijken bij welvaart in ruime zin ook naar de niet-materiële aspecten van het welbevinden. Het gaat dus niet alleen om de kwantiteit, maar ook om de kwaliteit van de behoeftebevrediging. Ecologisch systeem is het systeem van de natuur dat zichzelf regelt. Duurzame ontwikkeling verstaan we een economische ontwikkeling die zodanig is dat ook in de toekomst welvaart mogelijk blijft. Externe effecten zijn bijkomende gevolgen van economische handel voor de welvaart van anderen die niet in de prijs van de producten worden doorberekent. Deze effecten kunne zowel positief als negatief zijn. Milieuproblemen kun je zien als negatieve externe effecten. Externe effecten kunnen ook positief zijn. Goederen met positieve externe effecten verhogen de welvaart van een ander zonder dat die ander daarvoor iets hoeft te doen. Samenvatting economie Hoofdstuk & 4.2 Economen gebruiken vaak het begrip collectieve sector of publieke sector, in de volksmond spreek men liever over de staat, het Rijk of de overheid. Overheidsorganen hebben het recht om regels op te leggen aan het publiek, dit noemen we publiekrechtelijke bevoegdheid. Instellingen die deze bevoegdheid hebben worden publiekrechtelijke lichamen of publiekrechtelijke organen genoemd. De nationale overheid, ook wel de rijksoverheid of de staat genoemd, zijn de ministers in en rond Den Haag. Naast de rijksoverheid kennen we ook een aantal lagere overheden. In feite is de overheid dus een verzameling van publiekrechtelijke organen. De meeste goederen die we kennen zijn individuele goederen. Ze zijn afzonderlijk leverbaar, je kunt er een prijs voor berekenen en degene die ervoor betaalt, maakt er gebruik van. Maar er zijn ook collectieve goederen. Een collectief goed heeft 2 kenmerken: - het gebruik van het goed is niet-uitsluitbaar (free riders profiteren evenveel als de betalers) - het goed is niet-rivaliserend Het produceren van collectieve goederen is een belangrijke bestaansreden van de overheid. In liberale kringen heerste al lange tijd de opvatting dat de overheid haar taken moest beperken tot de productie van collectieve goederen als veiligheid, rechtspraak en openbaar bestuur. Een dergelijke samenleving waarin de overheid zich beperkt tot levering van deze goederen noemt men wel een nachtwakerstaat. Wanneer de overheid de levering van individueel leverbare goederen op zich neemt noemen we deze goederen quasi-collectief. De productie van de collectieve goederen is in handen van de overheid. Zo valt de uitvoering van de taken Pagina 7 van 1

8 van bijvoorbeeld justitie, defensie en politie onder direct gezag van de overheid. Om deze collectieve voorzieningen tot stand te brengen trekt de overheid personeel aan, de ambtenaren. Hoewel collectieve goederen geen marktprijs kennen betalen wij er wel voor in de vorm van belastingen Een deel van het overheidsgeld is bestemd voor overheidsconsumptie(salarissen ambtenaren etc), daarnaast zijn er overheidsinvesteringen(bijvoorbeeld de infrastructuur). Overheidsconsumptie en overheidsinvesteringen vormen samen de bestedingen van de overheid. Bestedingen leiden tot het gebruik van productiefactoren en daardoor ontstaat weer inkomen. Ook overdrachten vormen een belangrijke uitgavencategorie. Bij inkomensoverdrachten draagt de overheid geld over van de belasting- en premiebetalers naar bijvoorbeeld de uitkeringsgerechtigden. Kenmerk van inkomensoverdrachten is dat de overheid geen tegenprestatie verwacht en dat is bij overheidsbestedingen wel het geval. De overheid draagt naast inkomen ook vermogen over. Voorbeelden van vermogensoverdrachten zijn schenkingen en aflossingen van schulden. Als de overheid particuliere bedrijven overneemt noemen we dat nationaliseren. In het omgekeerde geval, dus als de overheid taken afstoot naar de particuliere sector, noemen we dat privatiseren. We leven nu in een verzorgingsstaat. Het stelsel van sociale zekerheid is gebaseerd op het solidariteitsbeginsel, op het gevoel van saamhorigheid in de gemeenschap. Een uitkering is waardevast als de koopkracht van de uitkering gelijk blijft. Dit kan worden bereikt door de uitkering even hard te laten stijgen als de prijzen. Een waardevaste uitkering stijgt dus mee met het gemiddelde prijsniveau; waardevaste uitkeringen zijn in Nederland gekoppeld aan de consumentenprijsindex (CPI). Veel Nederlanders zijn echter van mening dat handhaving van de koopkracht niet voldoende is. Ze vinden dat uitkeringsgerechtigden ook mogen meedelen in de stijging van de welvaart; ze vinden dat de uitkeringen welvaartsvast moeten zijn. De sociale uitkeringen bestaan uit sociale voorzieningen en sociale verzekeringen. De voorzieningen worden betaald uit de algemene middelen (de belastingpot); de verzekeringen worden betaald uit premies. De voorzieningen zijn bedoeld voor mensen die niet op een andere manier kunnen voorzien in hun levensonderhoud en vormen het vangnet van de sociale zekerheid. 4.3 Belastingen en sociale premies vormen de belangrijke bronnen van inkomsten voor de collectieve sector. Belastingen zijn verplichte afdrachten aan de overheid, zonder dat daar een directe prestatie tegenover staat. Alle belastingen die de overheid int vormen de algemene middelen. De overheid legt belasting op aan personen en ze heft belastingen over (ver)kooptransacties. De belastingen opgelegd aan personen noemen we directe belastingen; het zijn heffingen op het inkomen uit arbeid of op inkomen uit vermogen van personen. Bij directe belastingen is degene die de belasting afdraagt tevens degene op wie de belasting drukt. Bij indirecte belastingen is dit niet het geval: degene die deze belasting afdraagt kan hem doorberekenen aan iemand anders. Alle verplichte afdrachten van de burger, waaronder belasting en premies, aan de collectieve sector samen noemen we collectieve lasten. Pagina 8 van 1

9 Als ingezetene van Nederland ben je verplicht de belastingdienst het inkomen te melden dat je in de loop van het jaar hebt ontvangen. De fiscus deelt het inkomen in, in zogenaamde boxen. Er zijn 3 boxen. In box 1 wordt het inkomen belast dat wordt verdient met arbeid: het loon voor de werknemers en de winst voor de zelfstandigen. Box 2 is voor degenen die een flink pakket van de aandelen van een bedrijf hebben. In box 3 word het inkomen belast dat wordt verdient met vermogen, rente, huur, pacht en winst. Op een loonstrook kun je zien dat de premies volksverzekering en de loonbelasting zijn samengevoegd tot 1 bedrag: de loonheffing. Als gevolg van de belastingen en sociale premies gaapt er een gat tussen het bedrag dat de werkgever betaald en het bedrag dat de werknemer ontvangt. Dit gat, dat geheel bestaat uit afdrachten aan de collectieve sector, noemt men ook wel de wig op de arbeidsmarkt. De heffing word berekend over het belastbaal arbeidsinkomen: het bruto arbeidsinkomen vermindert met aftrekposten. Om de belasting te berekenen wordt het belastbaar inkomen opgesplitst in delen, de zogenaamde belastingschijven. Voor de opeenvolgende schijven geldt telkens een hoger tarief. Retributies zijn individueel toegerekende prijzen voor het gebruik van een overheidsvoorziening. Als de overheid in staat is een individuele prijs toe te rekenen aan degene die gebruik maakt van een voorziening vraagt ze retributie. (parkeergeld, havengeld, geld dat gevraagd wordt voor paspoort en kentekenbewijs enz ) De marginale belastingdruk of het marginale tarief is het percentage van de hoogste schijf waarin iemand met zijn inkomen valt. Je kunt de marginale belastingdruk ook berekenen door de verandering van de heffing te delen door de verandering van het belastbaar inkomen. Samenvatting economie Hoofdstuk 5 Regeringen zeggen te streven naar een rechtvaardige inkomensverdeling. Op grond van het beginsel van rechtvaardigheid voert de overheid een inkomensbeleid met als doel de inkomens te nivelleren. Alle inkomens die voortvloeien uit het productieproces noemen we primaire inkomens, het zijn verdiende inkomens. Ontvangers van een primair inkomen dragen een deel van hun inkomen af aan de collectieve sector, in de vorm van belastingen, sociale premies en niet-belastingmiddelen. Deze betalingen zijn niet voor iedereen even hoog. Omgekeerd geldt, dat de collectieve sector voor allerlei voorzieningen zorgt, waarvan niet iedereen in dezelfde mate profiteert. Het bestaan van de collectieve sector leidt op die manier tot een herverdeling van de inkomens. De betalingen aan de collectieve sector zijn te verdelen in persoonsgebonden heffingen en consumptiegebonden heffingen. De persoonsgebonden heffingen worden opgelegd aan personen: het zijn de inkomensheffing en de sociale premies. De consumptiegebonden heffingen zijn de heffingen op goederen en diensten, die je aanschaft: de indirecte belastingen en niet-belastingmiddelen. Ze verhogen de prijzen van goederen. De collectieve sector zorgt voor collectieve en quasi-collectieve goederen. Bij collectieve goederen is er niets te zeggen over het verschil in profijt, maar bij quasi-collectieve goederen wel. Sociale uitkeringen zijn Pagina 9 van 1

10 bestemd voor bepaalde personen: persoonsgebonden betaling. De subsidies die de overheid verstrekt zijn daarentegen consumptieverbonden. Deze subsidies werken prijsverlagend. Iemands secundair inkomen bestaat uit zijn primaire inkomen min de persoonsgebonden betalingen aan, plus de persoonsgebonden ontvangsten van de collectieve sector. Het secundair inkomen noemt men ook wel het besteedbaar inkomen: het geldinkomen dat vrij besteedbaar is. Het tertiair inkomen van iemand bestaat uit het secundair inkomen min de consumptiegebonden betalingen aan collectieve sector plus de consumptiegebonden ontvangsten van de collectieve sector. De tertiaire verdeling is moeilijk vast te stellen, omdat je moet weten aan welke producten iemand zijn inkomen besteed en vervolgens moet nagaan hoeveel prijsverhogende heffingen en prijsverlagende subsidies op die producten zitten. Wanneer iemand vier jaar of langer een inkomen heeft beneden de lage-inkomensgrens noemen onderzoekers dit duurzame armoede. Pagina 1 van 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart Samenvatting door L. 1524 woorden 11 december 2012 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie H1 t/m H5: Welvaart Hoofdstuk 1: Vakantie

Nadere informatie

Meso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke

Meso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke Samenvatting door een scholier 1938 woorden 28 januari 2006 6,4 14 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 1 Welvaart Hoofdstuk 1 vakantie en werken Mensen voorzien in hun behoefte door goederen en diensten

Nadere informatie

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis)) Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk

Nadere informatie

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen; Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari 2002 6 104 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4.3 t/m 5 4.3 & 4.4 begrippen; arbeidsinkomen voor werknemers is dit het loon en voor zelfstandigen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal

Nadere informatie

8.2. Boekverslag door D woorden 10 januari keer beoordeeld

8.2. Boekverslag door D woorden 10 januari keer beoordeeld Boekverslag door D. 2492 woorden 10 januari 2005 8.2 39 keer beoordeeld Vak Economie Aanvullend pensioen: Op de loon van werknemers wordt maandelijks een pensioenpremie ingehouden. Dit bedrag wordt gestort

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5

Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5 Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5 Samenvatting door een scholier 1321 woorden 23 januari 2011 6 2 keer beoordeeld Vak Economie ECO H1 Schaarste = Als er middelen bv geld geoffert moeten worden

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1

Nadere informatie

Samenvatting Economie Jong & Oud

Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties

Nadere informatie

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 4

6,9. Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus 2006 6,9 52 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4 De collectieve sector = overheid - mogen geweld uitoefenen - mogen regels maken -> publiek rechtelijke

Nadere informatie

7.5. Boekverslag door Een scholier 2475 woorden 19 januari keer beoordeeld

7.5. Boekverslag door Een scholier 2475 woorden 19 januari keer beoordeeld Boekverslag door Een scholier 2475 woorden 19 januari 2008 7.5 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Schaarse goederen zijn goederen waarvoor productiefactoren moeten worden opgeofferd.

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten. Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Welvaart (Lesbrief)

Samenvatting Economie Welvaart (Lesbrief) Samenvatting Economie Welvaart (Lesbrief) Samenvatting door een scholier 5257 woorden 29 maart 2004 8,4 421 keer beoordeeld Vak Economie WELVAART HOOFDSTUK 1: vakantie en werken Begrippen: Consumeren Het

Nadere informatie

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan. Samenvatting door Marit 1960 woorden 24 januari 2016 7,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO economie H.4 1 klaar met de opleiding Als je klaar bent met je opleiding ga je op zoek naar een werkkring.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen en groei

Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2020 woorden 10 maart 2009 8,2 49 keer beoordeeld Vak Economie Productie en ruilen. Als je zelfvoorzienend bent dan produceer je goederen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115 Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het

Nadere informatie

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele

Nadere informatie

4.1 Klaar met de opleiding

4.1 Klaar met de opleiding 4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,

Nadere informatie

1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst door een scholier 1235 woorden 6 november 2011 6,7 68 keer beoordeeld Vak Economie BEGRIPPEN H1 KIEZEN Consumptie De uitgaven van een consument/overheid

Nadere informatie

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke

Nadere informatie

H2: Economisch denken

H2: Economisch denken H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector Samenvatting door een scholier 1511 woorden 10 juni 2004 7 78 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting SO Economie Hoofdstuk 4, De collectieve

Nadere informatie

Ruilen over de tijd (havo)

Ruilen over de tijd (havo) 1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:

Nadere informatie

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren. Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

Bruto binnenlands product

Bruto binnenlands product Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen

Nadere informatie

Economie Samenvatting M4

Economie Samenvatting M4 Economie Samenvatting M4 Hoofdstuk 1 De prijs van tijd Ruilen over tijd is een belangrij onderdeel van economisch handelen. Dat geldt voor huishoudens, bedrijven en de overheid. Gezinnen sparen voor hun

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Antwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten

Antwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard

Nadere informatie

4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst

4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst 4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst De arbeidsvoorwaarden van veel werknemers zijn vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Dit is een overeenkomst die per bedrijf of bedrijfstak wordt afgesloten

Nadere informatie

Samenvatting Economie Welvaart

Samenvatting Economie Welvaart Samenvatting Economie Welvaart Samenvatting door een scholier 2116 woorden 21 februari 2006 5,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Welvaart H1: Vakantie en werken Schaarste=als er productiefactoren

Nadere informatie

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013 Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013 Lorette Ford Inleiding Belastingen worden gezien als de belangrijkste inkomstenbron voor de overheid, mede ter financiering van de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1

Nadere informatie

Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het verrichten van diensten.

Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het verrichten van diensten. Verslag door F. 1863 woorden 23 juni 2012 8,8 5 keer beoordeeld Vak Economie 7.1 productie en behoeften Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Jong en Oud

Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst door Anna 1086 woorden 21 december 2016 8,7 10 keer beoordeeld Vak Economie Aandeel: Bewijs van mede-eigendom van een onderneming. Permanent beschikbaar.

Nadere informatie

Samenvatting Economie hoofdstuk 1

Samenvatting Economie hoofdstuk 1 Samenvatting Economie hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 967 woorden 6 november 2016 7,3 6 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1: Wat voor inkomen heb je? Inkomsten die je ontvangt kunnen verschillen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Leesbrief welvaart

Samenvatting Economie Leesbrief welvaart Samenvatting Economie Leesbrief welvaart Samenvatting door een scholier 1625 woorden 12 mei 2003 6,7 18 keer beoordeeld Vak Economie Bruto arbeidsinkomen Aftrekposten - = belastbaar arbeidsinkomen Bruto

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting door een scholier 946 woorden 15 november 2007 5 8 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 7: de overheid Samenvatting voor GR ECONOMISCHE ORDE

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,

Nadere informatie

Aanpassingen lesbrieven havo

Aanpassingen lesbrieven havo Aanpassingen lesbrieven havo 2012-2013 Lesbrief Vervoer blz. 5, na 5 e regel onder foto:..is aangesloten bij TCA. Toevoegen: Vanwege het grote marktaandeel mag TCA de marktleider genoemd worden. blz. 5,

Nadere informatie

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren

Nadere informatie

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die

Nadere informatie

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij

Nadere informatie

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw. Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier

Nadere informatie

8,2. Begrippen. Theorie. Samenvatting door een scholier 1293 woorden 26 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De vorming van inkomen

8,2. Begrippen. Theorie. Samenvatting door een scholier 1293 woorden 26 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De vorming van inkomen Samenvatting door een scholier 1293 woorden 26 juni 2003 8,2 205 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De vorming van inkomen Inkomen in natura: een inkomen dat uit goederen bestaat. Zelfvoorzienend:

Nadere informatie

5.5 a. Een bezit: Natascha heeft nog geld van de klant tegoed. b. Er is nog niets verkocht, dus ook niet op rekening.

5.5 a. Een bezit: Natascha heeft nog geld van de klant tegoed. b. Er is nog niets verkocht, dus ook niet op rekening. Hoofdstuk 5 Werken in een eigen bedrijf 5.1 a. De bezittingen zijn altijd door iemand gefinancierd: door de eigenaar (eigen vermogen) en/of door iemand die een lening verschaft (vreemd vermogen). b. Het

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen en groei

Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2696 woorden 8 januari 20 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Economie inkomen en groei Luna H5A HOOFDSTUK. Vroeger waren de mensen zelfvoorzienend.

Nadere informatie

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte

Nadere informatie

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende

Nadere informatie

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro. Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7

Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1525 woorden 14 februari 2007 7,6 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Een inkomen in natura: een inkomen in goederen Arbeidsverdeling:

Nadere informatie

Werkstuk Economie Lesbrief inkomen

Werkstuk Economie Lesbrief inkomen Werkstuk Economie Lesbrief inkomen Werkstuk door een scholier 2411 woorden 19 februari 2000 6,2 173 keer beoordeeld Vak Economie HOOFDSTUK 1 INKOMEN 1.1 SOORTEN INKOMEN Als we het in de economie over inkomen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen)

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting door een scholier 1996 woorden 17 oktober 2004 6,6 28 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie, proefwerk Ho. 1 en 2 Hoofdstuk

Nadere informatie

Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand?

Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand? Samenvatting door een scholier 2055 woorden 10 oktober 2001 7,3 256 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Inkomen Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand? Looninkomen,

Nadere informatie

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100%

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100% Samenvatting door een scholier 475 woorden 11 juni 2001 3,3 107 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 Productie door de overheid Paragraaf 1 Collectieve sector: 1. Overheid (Rijk, provincies,

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /04

ALGEMENE ECONOMIE /04 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M 3 benaderingen van het begrip inkomen : F economisch: - nominaal inkomen (in geld uitgedrukt) - reëel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=

Nadere informatie

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct. Samenvatting door G. 1151 woorden 21 januari 2015 7,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie voor jou Paragraaf 3: 3.1: Produceren: is het maken van goederen of het leveren van diensten. Een product

Nadere informatie

6.7. Boekverslag door E woorden 31 oktober keer beoordeeld

6.7. Boekverslag door E woorden 31 oktober keer beoordeeld Boekverslag door E. 1574 woorden 31 oktober 2011 6.7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: 1.1 Schaarste is spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in

Nadere informatie

Antwoorden Economie index hoofdstuk 1 & 2

Antwoorden Economie index hoofdstuk 1 & 2 Antwoorden Economie index hoofdstuk 1 & 2 Antwoorden door een scholier 4442 woorden 8 november 2010 5 29 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE INDEX HAVO 4 Hoofdstuk 1 1.2 Productie en inkomen in Nederland

Nadere informatie

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5 Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5 Samenvatting door een scholier 1437 woorden 10 juni 2017 7 6 keer beoordeeld Vak M&O Samenvatting M&O Hoofdstuk 3 De firma Vennootschap onder firma: een overeenkomst

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave

Nadere informatie

UIT balans en resultatenrekening

UIT balans en resultatenrekening Inzicht in winst. Bedrijven zijn verplicht een bedrijfsadministratie te voren. De belangrijkste onderdelen van de bedrijfsadministratie zijn de balans en de resultatenrekening. Het gevolg van het verplaatsen

Nadere informatie

Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar winst, bijvoorbeeld supermarkten, bakkers en kledingwinkels.

Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar winst, bijvoorbeeld supermarkten, bakkers en kledingwinkels. Samenvatting door A. 952 woorden 14 juni 2013 6,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie 1 De collectieve sector: Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Modellen

Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door een scholier 1385 woorden 6 mei 2006 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H. 1, Crisis. Conjunctuurtheorie = theorie over crisis met

Nadere informatie

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk Hoofdstuk 1. 1.16 C. School of baantje 1.17 a. 200/ 10 = 20 keer. b. Zie figuur. c. Zie figuur. d. 15 keer naar de bioscoop kost hem 150. Er blijft dan nog 50 over voor tijdschriften. Hij kan nog 50/5

Nadere informatie

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid

Nadere informatie

7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie?

7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie? Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september 2004 7,1 10 keer beoordeeld Vak Economie MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie? Economie gaat over de behoeften (de wensen) van mensen. Behoeften

Nadere informatie

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als % Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven

Nadere informatie

4.1 Het begrip collectieve sector.

4.1 Het begrip collectieve sector. Samenvatting door een scholier 3298 woorden 8 december 2003 7,1 111 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4 : De collectieve sector 4.1 Het begrip collectieve sector. Overheidsorganen hebben het hoogste

Nadere informatie

8,2. Samenvatting door een scholier 1037 woorden 10 februari keer beoordeeld. Samenvatting H1 en H2

8,2. Samenvatting door een scholier 1037 woorden 10 februari keer beoordeeld. Samenvatting H1 en H2 Samenvatting door een scholier 1037 woorden 10 februari 2004 8,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting H1 en H2 Productie: het toevoegen van waarden met behulp van productiefactoren

Nadere informatie

De resultatenrekening

De resultatenrekening De resultatenrekening format resultatenrekening kosten/uitgaven en opbrengsten/ontvangsten afschrijvingen rente eindbalans Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl www.jooplengkeek.nl 1 De

Nadere informatie

Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd

Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd quiz beginner printen en uitsnijden of knippen. Bijlage

Nadere informatie

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1

Nadere informatie

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 4 Samenvatting door een scholier 1453 woorden 14 januari 2006 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Hoofdstuk 1 Maatschappelijk vraagstuk: Het gaat

Nadere informatie

Economie Elementaire economie 3 VWO

Economie Elementaire economie 3 VWO Economie Elementaire economie 3 VWO Les 13 Introductie overheid Ontwerp power point: Henk Douna docent: Jeannette de Beus De komende weken: de overheid Consumenten De markt Producenten Bijvoorbeeld Goederenmarkt

Nadere informatie

9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen

9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen Samenvatting door N. 1514 woorden 15 oktober 2016 9,6 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Begrippen bindende afspraak Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt/niet onderuit kunt. budget

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven: Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Lesbrief Kopen en werken

Hoofdstuk 1. Lesbrief Kopen en werken Hoofdstuk 1 arbeid budgetlijn categoriale huishouden kapitaal kapitaalgoederen loonquote natuur ondernemerschap overdrachtsinkomens overig-inkomensquote participatiegraad primair inkomen productiefactoren

Nadere informatie