Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18
|
|
- Philomena van der Woude
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september ,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1 Sparen: inkomen niet gebruiken voor consumptie. in de toekomst gebruiken voor een grotere aankoop. Beleggen: tijdelijk vastleggen van gelden in beleggingsobjecten. Vormen van beleggen: Spaarrekening: geld zet je op een spaarrekening bij de bank hierover krijg je rente, je kunt dit geld eraf halen wanneer je maar wilt. (laag risico want banken gaan niet snel failliet.) Obligaties: een stukje van een lening met een afgesproken rentepercentage, je kunt het geld niet zomaar weer terug pakken. Je bent het echt voor de afgesproken tijd kwijt. (Risico vol want als het bedrijf failliet gaat dan krijg je je geld niet terug.) Aandelen: deelname in het eigen vermogen van een onderneming, je kunt je geld niet zomaar terug krijgen. Hiervoor moet je je aandeel verkopen. (Risico vol want je aandeel kan ook minder waard zijn geworden.) Paragraaf 16.2 Als een onderneming zoals een NV of overheidsinstelling geld nodig heeft kunnen ze krediet krijgen bij de bank maar ze kunnen ook een obligatielening plaatsen. obligatielening zijn meestal miljoenen euro s dus wat doen ze, ze knippen de obligatielening in stukjes deze stukjes heten obligaties. Zo kan iedereen een obligatie krijgen zelfs met minder geld. Staatslening: obligatielening bij de centrale overheid. Pagina 1 van 20
2 De rente over een obligatie wordt berekend over de nominale waarde. De rente per jaar wordt couponrente genoemd. Voorbeeld: nominale waarde , rente per jaar is 4% dan doe je: 4 / 100 x = 400,- De koers van een obligatie wordt bepaald door de risico s die de houder van de obligatie loopt. De verkoopwaarde van een obligatie kan soms hoger zijn dan de nominale waarde, en ook minder!! Rendement: de opbrengst in procenten van de belegging. Kun je als volgt berekenen: Couponrente van 15 januari Couponrente van 15 januari Verkoopopbrengst van de obligatie 9950 Totaal Belegging Beleggingsopbrengst 750 0,5 x 750 / x 100% = 3,75% (de 0,5 is omdat de beleggingsopbrengst in 2 jaar is behaald, wordt voor het berekenen van het gemiddelde rendement de beleggingsopbrengst gehalveerd hier zie je dus dat het rendamnet van de obligatie is gedaald. (4% 3,75%) Paragraaf 16.3 Aandeel: deelname in het eigenvermogen van een onderneming. Aandeelhouder: als je in het bezit bent van één of meerdere aandelen. heeft recht op winst. deze uitgekeerde winst heet dividend. Als een onderneming verlies maakt merken de aandeelhouders dit door: ze krijgen haast of geen dividend. Pagina 2 van 20
3 Er zijn 2 soorten ondernemingen die aandelen hebben: 1.) De naamloze vennootschap (VN). hun kunnen de aandelen vrijelijk via de effectenbeurs verkopen. 2.) De besloten vennootschap (BV). hun kunnen de aandelen alleen onder zo strikte voorwaarden van eigendom verwisselen. (je zou kunnen zeggen dat mensen die geen aandeel hebben in de BV deze ook niet kunnen kopen.) De prijs van een beursgenoteerd aandeel is een kwestie van vraag en aanbod. Zal de vraag naar dit aandeel stijgen in de toekomst dan zal de koers oplopen, andersom net zo. Aandeelhouders worden op verschillende manieren geconfronteerd met de risico s van beleggen: Door tegenvallende winsten, hierdoor vallen de dividenden ook tegen. Tegenvallende winsten zorgen meestal ook voor dalende aandeelkoersen, hierdoor neemt de waarde van de belegging af. als een aandeelhouder het risico te groot vind worden kan die zijn aandeel verkopen. Een beeld van de ontwikkeling van de beurskoersen wordt gegeven met de Amsterdam Exchange index (AEXindex). Dit indexcijfer is een gewogen gemiddelde van de aandelenkoersen van de 25 grootste aandelenfondsen op de Amsterdamse effectenbeurs en is daarmee een graadmeter voor deze beurs. De Europese Centrale Bank heef als hoofdtaak: het voorkomen van inflatie. Inflatie wijst erop dat de vraag naar goederen en diensten toeneemt in vergelijking tot het aanbod. Paragraaf 17.1: Micro-economie: Wanneer we ons beperken tot het bestuderen van de prijsvorming op één bepaalde markt. Macro-economie: Het bestuderen van alle economische activiteiten op landelijk en internationaal niveau. Economische kringloop: is een voorstelling van de geld- en goederenstromen tussen de verschillende economische sectoren. Huishoudens: worden alle inwoners van Nederland bedoeld. Huishoudens vervullen twee belangrijke economische functies: Pagina 3 van 20
4 1.) Ze zijn consument. 2.) ze lever productiefactoren. De beloningen hiervoor noemen we de factorbeloningen. Ondernemingen: hun houden zich bezig met de productie van verhandelbare goederen en diensten. Alle goederen en diensten die ondernemingen voortbrengen, worden verhandeld op markten. Consumptiegoederen worden geleverd aan huishoudens ondernemingen maken echter ook kapitaalgoederen die aan andere ondernemingen en de overheid orden verkocht. reële sfeer of goederensfeer: De stroom productiefactoren van huishoudens naar ondernemingen en vervolgens de stroom van consumptiegoederen van ondernemingen naar huishoudens. Tegengesteld aan de goederenkringloop loopt een geldstroom: geldsfeer of monetaire sfeer: deze stroom laat de beloningen zien die ondernemingen voor de geleverde productiefactoren aan de huishoudens betalen en toont de betalingen van de huishoudens aan ondernemingen voor de geleverde consumptiegoederen. Productie is het toevoegen van waarde. Toegevoegde waarde = omzet intermediair gebruik intermediair gebruik: De inkopen die bij andere ondernemingen zijn gedaan. Productiefactoren: Kapitaal, Arbeid, Natuur, Ondernemerschap. (KANO) De toegerekende loon van een ondernemer kun je berekenen door jezelf af te vragen: Hoeveel zou de eigenaar kunnen verdienen, als hij bij een andere onderneming in loondienst had gewerkt? interest of rente: beloning die we toe rekenen aan de kapitaalgoederen die de onderneming gebruikt. De hoogte van deze rente zou je gelijk kunnen stellen aan de rente die de eigenaar ontvangt, als hij het in de onderneming geïnvesteerde geld op een spaarrekening had gezet. We spreken in dit verband van de opofferingskosten van het geïnvesteerde kapitaal. Als we aannemen dat het geïnvesteerde kapitaal bedraagt, waarmee op een spaarrekening 4% kan worden Pagina 4 van 20
5 verdiend, is de toegerekende beloning van de productiefactor kapitaal: 0,04 * = Aan de bekwaamheid van de ondernemer om de verschillende productiefactoren te combineren reken we de resterende toegevoegde waarde toe. Is dit restant positief, dan spreken we van winst, anders is er sprake van verlies. Paragraaf 17.2: De toegevoegde waarde van de overheidsdiensten is niet te meten, omdat er voor deze diensten geen via de markt bepaalde prijs tot stand komt. Volgens internationale afspraken wordt daarom de toegevoegde waarde van de overheid gelijkgesteld aan het totaal van de ambtenarensalarissen. Bruto Binnenlands Product (BBP): de totale productie door binnenlandse sectoren. Het gaat om de productie of de toegevoegde waarde binnen de grenzen van een land. Ook buitenlandse ondernemingen die in Nederland produceren, dragen aan het binnenlands product bij. Bruto toegevoegde waarde: verstaan we de totale toegevoegde waarde, inclusief de afschrijvingen. netto toegevoegde waarde zijn de afschrijvingen niet meegerekend. nationaal inkomen: het inkomen dat we allemaal samen verdienen in een jaar. De beloningen van de productiefactoren noemen we de primaire inkomens. Paragraaf 17.3: Schaarste: dat we iets moeten opofferen om iets anders te verkrijgen. Een veel gebruikt middel om de prestaties van landen met elkaar te vergelijken is het BBP per hoofd van de bevolking, is het BBP gedeeld door het aantal inwoners. Formele economie: de officiële economische transacties samen. Er bestaat ook een informele economie bestaande uit niet-geregistreerde transacties. De informele economie valt in twee gedeelten uiteen: Pagina 5 van 20
6 Een legaal gedeelte: dit wordt wel het grijze deel genoemd. We rekenen hiertoe activiteiten als huishoudelijk werk en doe-het-zelf-activiteiten. Een illegaal gedeelte: hieronder vallen activiteiten die op zichzelf legaal zijn, maar illegaal worden door bijv. de belastingen te ontduiken. Wordt ook wel het zwarte deel genoemd. Paragraaf 18.1: Kapitaalgoederen: goederen die bestemd zijn om bij de productie te gebruiken. De aanschaf van kapitaalgoederen noemen we investeren. Investeringen hebben in de regel twee redenen: Vervanging van versleten kapitaalgoederen Uitbreiding van de productiecapaciteit. Tijdens het gebruik van kapitaalgoederen slijten en/of verouderen ze. Op een gegeven moment zijn de kapitaalgoederen zo versleten, dat ze vervangen moeten worden om de productiecapaciteit van de onderneming in stand te houden. We spreken dan van vervangingsinvesteringen. Factorbeloningen: Loon Winst Pacht interest Wanneer kapitaalgoederen worden aangeschaft om de productiecapaciteit uit te breiden, spreken we van uitbreidingsinvesteringen of netto-investeringen. Nationale rekeningen: Een boekhoudkundige opstelling van de in een jaar gerealiseerde productie en inkomens. Pagina 6 van 20
7 Pagina 7 van 20
8 Paragraaf 18.3: De netto-export is het verschil tussen de uitvoer en invoer van goederen en diensten. De netto-port is positief, als de waarde van de export groter is dan de waarde van de import. Als de netto-export negatief is, is de waarde van de export kleiner dan de waarde van de import. In dit laatste geval wordt dan ook wel va een importoverschot gesproken. Onder export van goederen verstaan we de levering van goederen door mensen die in Nederland wonen aan mensen in het buitenland. Onder import verstaan we de levering van goederen vanuit het buitenland naar Nederland. Je moet in de nationale rekening het deel van het buitenland net anders bekijken, je moet het vanaf het buitenland bekijken. Y = C + I + O + E M Y = Nationaal inkomen C = Consumptie I = Investeringen O = Overheidsbestedingen E = Export Pagina 8 van 20
9 M = Import Het berekenen van het nationaal inkomen: Het meten van de productie. Nationaal inkomen = toegevoegde waarde bedrijven + toegevoegde waarde overheid Via de inkomensvorming : Nationaal inkomen = loon + pacht +interest + winst Via de bestedingen: Y = C + I + O + E M Berekening BBP vanuit de productie: Saldo product gebonden belastingen en subsidies: denk aan btw, en accijnzen. Voor het OV gelden vaak prijs verlagende subsidies. Door rekening te houden met deze product gebonden belastingen en subsidies vinden we het bruto binnenlands product tegen marktprijzen. Dit zijn de prijzen die je in de winkel voor de producten moet betalen. Berekening BBP vanuit de inkomensvorming: Door bij de factorbeloningen het saldo van de product gebonden belastingen en subsidies op te tellen en het gevonden bedrag vervolgens te verhogen met de afschrijvingen, vinden we het bruto binnenlands product tegen marktprijzen. Berekening BBP vanuit de finale bestedingen: De finale bestedingen zijn gelijk aan de waarde van de geproduceerde eindproducten. Het totaal van de finale bestedingen wordt onderverdeel in : consumptieve bestedingen, investeringen en export. De finale bestedingen vormen samen met het intermediair verbruik de totale bestedingen aan goederen en diensten. Door de finale bestedingen te verminderen met de import vinden we het BBP. Voorbeeld nationale rekeningen Huishoudens B M Consumptie 135 Factorbeloningen 189 Belasting 36 Ambtenaar salaris 27 Sparen 45 Totaal 216 Totaal Pagina 9 van 20
10 Bruto-investeringen 51 Afschrijvingen 10 Overheid tekort 7 Sparen 45 Uitvoer tekort 3 Totaal 58 Totaal 58 Ondernemingen B M Buitenland B M Factorbeloningen 189 Materiele consumptie 16 Afschrijvingen 10 Consumptie 135 Netto-export 3 Bruto-investeringen 51 Totaal 202 Totaal 202 Uitvoer tekort 3 Netto-export 3 Totaal 3 Totaal 3 Overheid B M Ambtenaar salaris 27 Belasting 36 Materiele consumptie 16 Overheid tekort 7 Totaal 43 Totaal 43 Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1 Sparen: inkomen niet gebruiken voor consumptie. in de toekomst gebruiken voor een grotere aankoop. Beleggen: tijdelijk vastleggen van gelden in beleggingsobjecten. Vormen van beleggen: Spaarrekening: geld zet je op een spaarrekening bij de bank hierover krijg je rente, je kunt dit geld eraf halen wanneer je maar wilt. (laag risico want banken gaan niet snel failliet.) Obligaties: een stukje van een lening met een afgesproken rentepercentage, je kunt het geld niet zomaar weer terug Pagina 10 van 20
11 pakken. Je bent het echt voor de afgesproken tijd kwijt. (Risico vol want als het bedrijf failliet gaat dan krijg je je geld niet terug.) Aandelen: deelname in het eigen vermogen van een onderneming, je kunt je geld niet zomaar terug krijgen. Hiervoor moet je je aandeel verkopen. (Risico vol want je aandeel kan ook minder waard zijn geworden.) Paragraaf 16.2 Als een onderneming zoals een NV of overheidsinstelling geld nodig heeft kunnen ze krediet krijgen bij de bank maar ze kunnen ook een obligatielening plaatsen. obligatielening zijn meestal miljoenen euro s dus wat doen ze, ze knippen de obligatielening in stukjes deze stukjes heten obligaties. Zo kan iedereen een obligatie krijgen zelfs met minder geld. Staatslening: obligatielening bij de centrale overheid. De rente over een obligatie wordt berekend over de nominale waarde. De rente per jaar wordt couponrente genoemd. Voorbeeld: nominale waarde , rente per jaar is 4% dan doe je: 4 / 100 x = 400,- De koers van een obligatie wordt bepaald door de risico s die de houder van de obligatie loopt. De verkoopwaarde van een obligatie kan soms hoger zijn dan de nominale waarde, en ook minder!! Rendement: de opbrengst in procenten van de belegging. Kun je als volgt berekenen: Couponrente van 15 januari Couponrente van 15 januari Verkoopopbrengst van de obligatie 9950 Totaal Belegging Beleggingsopbrengst 750 0,5 x 750 / x 100% = 3,75% (de 0,5 is omdat de beleggingsopbrengst in 2 jaar is behaald, wordt voor het berekenen van het gemiddelde rendement de beleggingsopbrengst gehalveerd Pagina 11 van 20
12 hier zie je dus dat het rendamnet van de obligatie is gedaald. (4% 3,75%) Paragraaf 16.3 Aandeel: deelname in het eigenvermogen van een onderneming. Aandeelhouder: als je in het bezit bent van één of meerdere aandelen. heeft recht op winst. deze uitgekeerde winst heet dividend. Als een onderneming verlies maakt merken de aandeelhouders dit door: ze krijgen haast of geen dividend. Er zijn 2 soorten ondernemingen die aandelen hebben: 1.) De naamloze vennootschap (VN). hun kunnen de aandelen vrijelijk via de effectenbeurs verkopen. 2.) De besloten vennootschap (BV). hun kunnen de aandelen alleen onder zo strikte voorwaarden van eigendom verwisselen. (je zou kunnen zeggen dat mensen die geen aandeel hebben in de BV deze ook niet kunnen kopen.) De prijs van een beursgenoteerd aandeel is een kwestie van vraag en aanbod. Zal de vraag naar dit aandeel stijgen in de toekomst dan zal de koers oplopen, andersom net zo. Aandeelhouders worden op verschillende manieren geconfronteerd met de risico s van beleggen: Door tegenvallende winsten, hierdoor vallen de dividenden ook tegen. Tegenvallende winsten zorgen meestal ook voor dalende aandeelkoersen, hierdoor neemt de waarde van de belegging af. als een aandeelhouder het risico te groot vind worden kan die zijn aandeel verkopen. Een beeld van de ontwikkeling van de beurskoersen wordt gegeven met de Amsterdam Exchange index (AEXindex). Dit indexcijfer is een gewogen gemiddelde van de aandelenkoersen van de 25 grootste aandelenfondsen op de Amsterdamse effectenbeurs en is daarmee een graadmeter voor deze beurs. De Europese Centrale Bank heef als hoofdtaak: het voorkomen van inflatie. Inflatie wijst erop dat de vraag naar goederen en diensten toeneemt in vergelijking tot het aanbod. Pagina 12 van 20
13 Paragraaf 17.1: Micro-economie: Wanneer we ons beperken tot het bestuderen van de prijsvorming op één bepaalde markt. Macro-economie: Het bestuderen van alle economische activiteiten op landelijk en internationaal niveau. Economische kringloop: is een voorstelling van de geld- en goederenstromen tussen de verschillende economische sectoren. Huishoudens: worden alle inwoners van Nederland bedoeld. Huishoudens vervullen twee belangrijke economische functies: 1.) Ze zijn consument. 2.) ze lever productiefactoren. De beloningen hiervoor noemen we de factorbeloningen. Ondernemingen: hun houden zich bezig met de productie van verhandelbare goederen en diensten. Alle goederen en diensten die ondernemingen voortbrengen, worden verhandeld op markten. Consumptiegoederen worden geleverd aan huishoudens ondernemingen maken echter ook kapitaalgoederen die aan andere ondernemingen en de overheid orden verkocht. reële sfeer of goederensfeer: De stroom productiefactoren van huishoudens naar ondernemingen en vervolgens de stroom van consumptiegoederen van ondernemingen naar huishoudens. Tegengesteld aan de goederenkringloop loopt een geldstroom: geldsfeer of monetaire sfeer: deze stroom laat de beloningen zien die ondernemingen voor de geleverde productiefactoren aan de huishoudens betalen en toont de betalingen van de huishoudens aan ondernemingen voor de geleverde consumptiegoederen. Productie is het toevoegen van waarde. Toegevoegde waarde = omzet intermediair gebruik intermediair gebruik: De inkopen die bij andere ondernemingen zijn gedaan. Pagina 13 van 20
14 Productiefactoren: Kapitaal, Arbeid, Natuur, Ondernemerschap. (KANO) De toegerekende loon van een ondernemer kun je berekenen door jezelf af te vragen: Hoeveel zou de eigenaar kunnen verdienen, als hij bij een andere onderneming in loondienst had gewerkt? interest of rente: beloning die we toe rekenen aan de kapitaalgoederen die de onderneming gebruikt. De hoogte van deze rente zou je gelijk kunnen stellen aan de rente die de eigenaar ontvangt, als hij het in de onderneming geïnvesteerde geld op een spaarrekening had gezet. We spreken in dit verband van de opofferingskosten van het geïnvesteerde kapitaal. Als we aannemen dat het geïnvesteerde kapitaal bedraagt, waarmee op een spaarrekening 4% kan worden verdiend, is de toegerekende beloning van de productiefactor kapitaal: 0,04 * = Aan de bekwaamheid van de ondernemer om de verschillende productiefactoren te combineren reken we de resterende toegevoegde waarde toe. Is dit restant positief, dan spreken we van winst, anders is er sprake van verlies. Paragraaf 17.2: De toegevoegde waarde van de overheidsdiensten is niet te meten, omdat er voor deze diensten geen via de markt bepaalde prijs tot stand komt. Volgens internationale afspraken wordt daarom de toegevoegde waarde van de overheid gelijkgesteld aan het totaal van de ambtenarensalarissen. Bruto Binnenlands Product (BBP): de totale productie door binnenlandse sectoren. Het gaat om de productie of de toegevoegde waarde binnen de grenzen van een land. Ook buitenlandse ondernemingen die in Nederland produceren, dragen aan het binnenlands product bij. Bruto toegevoegde waarde: verstaan we de totale toegevoegde waarde, inclusief de afschrijvingen. netto toegevoegde waarde zijn de afschrijvingen niet meegerekend. nationaal inkomen: het inkomen dat we allemaal samen verdienen in een jaar. De beloningen van de productiefactoren noemen we de primaire inkomens. Paragraaf 17.3: Pagina 14 van 20
15 Schaarste: dat we iets moeten opofferen om iets anders te verkrijgen. Een veel gebruikt middel om de prestaties van landen met elkaar te vergelijken is het BBP per hoofd van de bevolking, is het BBP gedeeld door het aantal inwoners. Formele economie: de officiële economische transacties samen. Er bestaat ook een informele economie bestaande uit niet-geregistreerde transacties. De informele economie valt in twee gedeelten uiteen: Een legaal gedeelte: dit wordt wel het grijze deel genoemd. We rekenen hiertoe activiteiten als huishoudelijk werk en doe-het-zelf-activiteiten. Een illegaal gedeelte: hieronder vallen activiteiten die op zichzelf legaal zijn, maar illegaal worden door bijv. de belastingen te ontduiken. Wordt ook wel het zwarte deel genoemd. Paragraaf 18.1: Kapitaalgoederen: goederen die bestemd zijn om bij de productie te gebruiken. De aanschaf van kapitaalgoederen noemen we investeren. Investeringen hebben in de regel twee redenen: Vervanging van versleten kapitaalgoederen Uitbreiding van de productiecapaciteit. Tijdens het gebruik van kapitaalgoederen slijten en/of verouderen ze. Op een gegeven moment zijn de kapitaalgoederen zo versleten, dat ze vervangen moeten worden om de productiecapaciteit van de onderneming in stand te houden. We spreken dan van vervangingsinvesteringen. Factorbeloningen: Loon Winst Pacht interest Wanneer kapitaalgoederen worden aangeschaft om de productiecapaciteit uit te breiden, spreken we van uitbreidingsinvesteringen of netto-investeringen. Nationale rekeningen: Een boekhoudkundige opstelling van de in een jaar gerealiseerde productie en inkomens. Pagina 15 van 20
16 Pagina 16 van 20
17 Pagina 17 van 20
18 Paragraaf 18.3: De netto-export is het verschil tussen de uitvoer en invoer van goederen en diensten. De netto-port is positief, als de waarde van de export groter is dan de waarde van de import. Als de netto-export negatief is, is de waarde van de export kleiner dan de waarde van de import. In dit laatste geval wordt dan ook wel va een importoverschot gesproken. Onder export van goederen verstaan we de levering van goederen door mensen die in Nederland wonen aan mensen in het buitenland. Onder import verstaan we de levering van goederen vanuit het buitenland naar Nederland. Je moet in de nationale rekening het deel van het buitenland net anders bekijken, je moet het vanaf het buitenland bekijken. Y = C + I + O + E M Y = Nationaal inkomen C = Consumptie I = Investeringen O = Overheidsbestedingen E = Export Pagina 18 van 20
19 M = Import Het berekenen van het nationaal inkomen: Het meten van de productie. Nationaal inkomen = toegevoegde waarde bedrijven + toegevoegde waarde overheid Via de inkomensvorming : Nationaal inkomen = loon + pacht +interest + winst Via de bestedingen: Y = C + I + O + E M Berekening BBP vanuit de productie: Saldo product gebonden belastingen en subsidies: denk aan btw, en accijnzen. Voor het OV gelden vaak prijs verlagende subsidies. Door rekening te houden met deze product gebonden belastingen en subsidies vinden we het bruto binnenlands product tegen marktprijzen. Dit zijn de prijzen die je in de winkel voor de producten moet betalen. Berekening BBP vanuit de inkomensvorming: Door bij de factorbeloningen het saldo van de product gebonden belastingen en subsidies op te tellen en het gevonden bedrag vervolgens te verhogen met de afschrijvingen, vinden we het bruto binnenlands product tegen marktprijzen. Berekening BBP vanuit de finale bestedingen: De finale bestedingen zijn gelijk aan de waarde van de geproduceerde eindproducten. Het totaal van de finale bestedingen wordt onderverdeel in : consumptieve bestedingen, investeringen en export. De finale bestedingen vormen samen met het intermediair verbruik de totale bestedingen aan goederen en diensten. Door de finale bestedingen te verminderen met de import vinden we het BBP. Voorbeeld nationale rekeningen Huishoudens B M Consumptie 135 Factorbeloningen 189 Belasting 36 Ambtenaar salaris 27 Sparen 45 Totaal 216 Totaal Pagina 19 van 20
20 Bruto-investeringen 51 Afschrijvingen 10 Overheid tekort 7 Sparen 45 Uitvoer tekort 3 Totaal 58 Totaal 58 Ondernemingen B M Buitenland B M Factorbeloningen 189 Materiele consumptie 16 Afschrijvingen 10 Consumptie 135 Netto-export 3 Bruto-investeringen 51 Totaal 202 Totaal 202 Uitvoer tekort 3 Netto-export 3 Totaal 3 Totaal 3 Overheid B M Ambtenaar salaris 27 Belasting 36 Materiele consumptie 16 Overheid tekort 7 Totaal 43 Totaal 43 Pagina 20 van 20
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1
Nadere informatieSamenvatting Economie Nationale Rekeningen
Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatieBruto binnenlands product
Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatie1 De economische kringloop
1 De economische kringloop Wat is Marco-economonie? Studie van het verband tussen Gezinnen Bedrijven Overheid Buitenland Welke soorten economische vraagstukken hebben we? Productie Werkloosheid Inflatie
Nadere informatie7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.
Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart 2015 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Samenvatting economie 2.1 Sparen en rente Redenen om te sparen: 1. Sparen uit voorzorg
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieNetto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden
Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele
Nadere informatieINLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land
INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land A. Inleidende begrippen 1. Het begrip BBP Het BBP is de som van alle bruto toegevoegde waarden geproduceerd door alle ondernemingen in 1 land in een
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieAntwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)
Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren
Nadere informatieBoekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld
Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten
Nadere informatieEco samenvatting H16 t/m H23
Eco samenvatting H16 t/m H23 Hoofdstuk 16: Beleggen Beleggen houd in dat je geld vastzet in een beleggingsobject in de hoop hier een financieel voordeel uit te halen (een nadeel is ook een reëel mogelijkheid)
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)
Nadere informatieH2: Economisch denken
H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren
Nadere informatie- door geld op een spaarrekening te zetten (meestal direct opeisbaar, laag risico, lage rente)
Samenvatting door een scholier 2461 woorden 12 maart 2017 4,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Eco samenvatting H16 t/m H23 Hoofdstuk 16: Beleggen Beleggen houd in dat je geld vastzet in
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23
Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23 Samenvatting door H. 1617 woorden 18 november 2012 6,5 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hfd 17 Het Bruto Binnenlands Product (blz 24 & 25) 17.1 Een
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 2471 woorden 20 juni keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 2471 woorden 20 juni 2009 6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie, Hoofdstuk 6 6.1 Een eenvoudige kringloop Micro-economie: De productie bekeken door 1
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Modellen
Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door een scholier 1385 woorden 6 mei 2006 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H. 1, Crisis. Conjunctuurtheorie = theorie over crisis met
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6 en 7: Nationale boekhouding & Groei en conjunctuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 en 7: Nationale boekhouding & Groei en conjunctuur Samenvatting door een scholier 2122 woorden 8 januari 2003 6,6 66 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Toetsperiode
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieMicronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie
Nadere informatieTENTAMEN. HvA-HES ALGEMENE ECONOMIE
TENTAMEN HvA-HES ALGEMENE ECONOMIE 2012- H2 Onderwijseenheid : AECVS2FE01-1 & AECVS2FS01-1 Opleiding FRE & FSM 2 e jaars Datum : 5 juli 2012 Tijd : 17.15 19.15 uur VRJ NB Opgave 1, 2 en 3 moet door iedereen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 5+6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je
Nadere informatieSamenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten
Samenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten Samenvatting door J. 1607 woorden 28 augustus 2012 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H1: De omvang van de
Nadere informatieRendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %
Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave
Nadere informatie5,3. Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober keer beoordeeld. Economie in context
Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober 2013 5,3 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context De volledige word (.docx) versie zit bijgevoegd als bestand! Productie: Grondstoffen Hulpstoffen
Nadere informatie1ste bach PSW. Economie. 2de semester. uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be B14 6.00 EUR
1ste bach PSW Economie 2de semester Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be B14 6.00 EUR Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Zie vorig semester Werkcolleges,
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.
Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal
Nadere informatieAntwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten
Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard
Nadere informatieInkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014
Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid
Nadere informatieWaarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.
www.jooplengkeek.nl Investeringsselectie Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. belangrijk Calculaties voor beslissingen
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6 Samenvatting door een scholier 1083 woorden 18 januari 2006 5,8 10 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent 4 Financieel beleid: interestberekeningen
Nadere informatieHet primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.
Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens
Nadere informatieStatistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012
Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren
Nadere informatieDe optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp.
Boekverslag door P. 2397 woorden 24 september 2013 7.7 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Paragraaf 1; Binnenlands product De macro-economie kijkt naar de optelsom
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 5 en 6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 5 en 6 Samenvatting door een scholier 2147 woorden 20 juni 2007 6,9 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 5 Productie over de grenzen:internationale
Nadere informatiea Wie lenen er allemaal voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed? b Wie lenen er allemaal wegens een onverwachte tegenslag?
Eindtoets hoofdstuk 1 Kopen doe je zo (CONSUMEREN) 1.3 Ik spaar, leen en beleg mijn geld 1 REDENEN OM TE SPAREN Hier staan zes mensen die sparen: Linda zet geld opzij voor haar vakantie Roy belegt in aandelen
Nadere informatiebruto inkomen (per persoon)
Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen
Nadere informatieHet rendement van een belegging is de opbrengst uitgedrukt in procenten van het belegde bedrag.
Samenvatting door een scholier 1412 woorden 18 juli 2015 6,7 33 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO De klassieken Keynes Lange termijn/geen termijn Korte termijn Prijsmechanisme: vraag en aanbod
Nadere informatieRelatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))
Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk
Nadere informatieSamenvatting M&O hoofdstuk
Samenvatting M&O hoofdstuk 10+ 11 Samenvatting door een scholier 1168 woorden 16 maart 2017 7 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 10 vermogensmarkt 10.1 vrager van vermogen Vragers van
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieVermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn))
www.jooplengkeek.nl Vermogensmarkt De markt: vraag en aanbod Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn)) Vermogen is een ruimer begrip dan geld. Een banksaldo is ook vermogen.
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2020 woorden 10 maart 2009 8,2 49 keer beoordeeld Vak Economie Productie en ruilen. Als je zelfvoorzienend bent dan produceer je goederen
Nadere informatieDe grootste financiële beslissing in een mensenleven
De grootste financiële beslissing in een mensenleven 1 520.000.000.000,- ( 520 mrd) Totale hypotheekschuld van Nederlandse huishoudens Bron: NMa 2 170.000,- De gemiddelde grootte van een hypotheek in Nederland
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Zakelijk boeren 1 maximumscore 1 A, B, D, E, F, H Opmerking
Nadere informatieUIT theorie ASAD
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is een samenvoeging van de theorie van Keynes met de oude klassieke modellen. In verschijningsvorm
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid
Nadere informatieNationale rekeningen 2004 Revisie 2001
Centraal Bureau voor de Statistiek Publicatiedatum CBS-website 9 mei 2005 Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Enkele belangrijke uitkomsten revisiejaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieDeze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen omvat 21 vragen.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER 2015 11.30 13.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen omvat
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieWerken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1.
Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1.10 Als jij een baan hebt naast je schoolwerk, ben je waarschijnlijk
Nadere informatieSamenvatting Economie Productie en productiefactoren
Samenvatting Economie Productie en productie Samenvatting door een scholier 1968 woorden 4 april 2006 6,6 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie TOETS hoofdstuk 1 + 2, 27/10/2005 1.1 Waarom
Nadere informatieBegrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.
Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid
Nadere informatieGoede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen
Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieCoöperatieve Burgerbank
Coöperatieve Burgerbank Probleem Private banken en de rijkste 1% teveel macht en eigenbelang Structureel veel te hoge rente Structureel teveel (speculatieve) misbruik van het geldsysteem Oplossing Invoeren
Nadere informatieSamenvatting Economie hoofdstuk 1
Samenvatting Economie hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 967 woorden 6 november 2016 7,3 6 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1: Wat voor inkomen heb je? Inkomsten die je ontvangt kunnen verschillen
Nadere informatie1 Het kasstroomoverzicht
Oefeningen Kasstroomoverzicht 1 Het kasstroomoverzicht De gegevens van een bedrijf zijn: Balans per 31 december 2011 en 2012 dec-12 dec-11 dec-12 dec-11 Vaste Activa 1.000.000 1.200.000 Eigen Vermogen
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie
4.1 Werk je voor loon of voor winst? Werknemer Werkgever zzp = je werkt in loondienst in opdracht van een werkgever en je ontvangt loon = je werkt als zelfstandige met werknemers in dienst en de nettowinst
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=
Nadere informatieNAM-multiplicatoren: handleiding
Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten NAM-multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren die hier voorgesteld worden, zijn afgeleid van een model gebaseerd op een National Accounting
Nadere informatieHoofdstuk 15 Economische relaties
Hoofdstuk 15 Economische relaties Open vragen 15.1 Gegeven is de onderstaande economische kringloop: Verder is nog gegeven dat de afschrijvingen van bedrijven gelijk zijn aan 200. De overheid schrijft
Nadere informatieHoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid
Samenvatting door Een scholier 2055 woorden 2 november 2003 5.7 113 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie Modellen H3 t/m 7 Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Y inkomensevenwicht
Nadere informatieEen product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.
Samenvatting door G. 1151 woorden 21 januari 2015 7,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie voor jou Paragraaf 3: 3.1: Produceren: is het maken van goederen of het leveren van diensten. Een product
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur
Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,
Nadere informatiebestaande 4-schijvenstelsel, 'het oude stelsel' schijf lengte van de schijf belastingtarief % % 3 40.
Een oefentoets is niet de echte toets in een andere verpakking. Opgave 1 De regerende coalitie in een land wil de inkomstenbelasting (IB) vereenvoudigen door de 4e belastingschijf te laten vervallen en
Nadere informatie4.1 Klaar met de opleiding
4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,
Nadere informatieUitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:
Nadere informatiePersbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar
Nadere informatieDe boekhoudkundige ruggengraat van SAFFIER II: de GPS-matrix en het rekeningenstelsel
. De boekhoudkundige ruggengraat van SAFFIER II: de GPS-matrix en het rekeningenstelsel Achtergronddocument bij: SAFFIER II (CPB-document 217) 7 januari 2011 Henk Kranendonk 2 1 Inleiding De gps-matrix
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10
Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen
Nadere informatieGroei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,
Nadere informatieMeso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke
Samenvatting door een scholier 1938 woorden 28 januari 2006 6,4 14 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 1 Welvaart Hoofdstuk 1 vakantie en werken Mensen voorzien in hun behoefte door goederen en diensten
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Op de gegevens voor de top 10% van 1999
Nadere informatieTradealot Obligatie II van Tradealot B.V.
Tradealot Obligatie II van Tradealot B.V. Belangrijkste informatie over de belegging Dit document is opgesteld op 16-feb-2018. Dit document helpt u de risico s, de kosten, en het rendement van de belegging
Nadere informatieHOOFDSTUK 14: OEFENINGEN
1 HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Amerikaans toerist op de Grote Markt van Brussel een Deens bier drinkt,
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 14.45 UUR 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene Economie 22 juni 2015 B / 11 2015 NGO - ENS B / 11 Opgave 1 (21 punten) Vraag
Nadere informatieGeeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.
Boekverslag door M. 988 woorden 11 oktober 2015 9.3 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Betalingsbereidheid: Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.
Nadere informatieSamenvatting Economie Jong & Oud
Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-074 13 juli 2006 9.30 uur Uitgaven huishoudens hoger dan inkomsten De Nederlandse economie is in 2005 met 1,5 procent gegroeid. Het voor inflatie gecorrigeerde
Nadere informatieKamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.
Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier
Nadere informatie20.1 Wat is economische groei?!
20.1 Wat is economische groei? Om te beoordelen of er geproduceerd is, moet het BBP worden gecorrigeerd voor de inflatie. BBP is de totale product door binnenlandse sectoren. We vinden dan de toename van
Nadere informatieLever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER 2016 09.00 10.30 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 12 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6 en 7
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 en 7 Samenvatting door een scholier 1504 woorden 12 april 2005 4,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 6.1 Het nationaal inkomen: bestaat uit de som van de
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 import: 250 + 29 + 139 + 415 460
Nadere informatieDe inkomensverdeling tussen sectoren 10. Auteur Frank Notten
De inkomensverdeling tussen sectoren 1. Auteur Frank Notten Het nationaal inkomen wordt verdiend door de verschillende sectoren binnen de Nederlandse economie. Het aandeel van bedrijven binnen het beschikbaar
Nadere informatie