EUROPEES PARLEMENT 1999 Zttngsdocument 2004 C5-0453/2002 2001/0166(COD) NL 09/10/2002 Gemeenschappeljk standpunt met het oog op de aannemng van de verordenng van het Europees Parlement en de Raad betreffende de loonkostenndex Doc.10803/2/02 + ADD1 Verklarngen (11660/02) SEC(2002)1080 NL NL
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 september 2002 (25.09) (OR. en) Internsttutoneel dosser: 2001/0166 (COD) 10803/2/02 REV 2 ECOFIN 255 SOC 348 CODEC 887 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Gemeenschappeljk standpunt door de Raad vastgesteld op 23 september 2002 met het oog op de aannemng van de verordenng van het Europees Parlement en de Raad betreffende de loonkostenndex 10803/2/02 REV 2 jg
VERORDENING (EG) Nr. /2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van betreffende de loonkostenndex (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprchtng van de Europese Gemeenschap, en met name op artkel 285, ld 1, Gelet op het voorstel van de Commsse 1, Gelet op het adves van het Economsch en Socaal Comté 2, Gelet op het adves van de Europese Centrale Bank 3, Volgens de procedure van artkel 251 van het Verdrag 4, 1 2 3 4 PB C 304 E van 30.10.2001, blz. 184. PB C 48 van 21.2.2002, blz. 107. PB C 295 van 20.10.2001, blz. 5. Adves van het Europees Parlement van 28 februar 2002 (nog net bekendgemaakt n het Publcateblad), Gemeenschappeljk Standpunt van de Raad van (nog net bekendgemaakt n het Publcateblad) en Beslut van het Europees Parlement van (nog net bekendgemaakt n het Publcateblad). 10803/2/02 REV 2 jg 1
Overwegende hetgeen volgt: (1) Voor een goed begrp van het nflateproces en de dynamek van de arbedsmarkt zjn allerle statsteken van belang, en met name ndexcjfers van de loonkosten. (2) De Gemeenschap, en n het bjzonder de economsche en monetare autorteten en de autorteten op werkgelegenhedsgebed, hebben behoefte aan regelmatg opgestelde, actuele ndexcjfers van de loonkosten, tenende de ontwkkelng van de loonkosten te kunnen volgen. (3) Het Acteplan voor de statstsche esen van de Economsche en Monetare Une, dat de Europese Commsse (Eurostat) n nauwe samenwerkng met de Europese Centrale Bank heeft opgesteld, zet de utwerkng van een rechtsgrond voor de kortetermjnstatsteken van de loonkosten als een prortet. (4) De voordelen van het op communautar nveau verzamelen van volledge gegevens over alle segmenten van de econome moeten worden afgewogen tegen de meldngsmogeljkheden en de enquêtedruk voor het mdden- en klenbedrjf (MKB). (5) Deze verordenng s n overeenstemmng met het subsdartetsbegnsel van artkel 5 van het Verdrag. De vaststellng van gemeenschappeljke statstsche normen voor de loonkostenndex s alleen op bass van een communautar beslut mogeljk, omdat alleen de Commsse de noodzakeljke harmonsate van de statstsche nformate op communautar nveau kan coördneren. De ldstaten kunnen zorgen voor het verzamelen van gegevens en het opstellen van vergeljkbare ndexcjfers van de loonkosten. (6) Verordenng (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februar 1997 betreffende de communautare statstek 1 s het algemene kader voor het opstellen van ndexcjfers van de loonkosten ut hoofde van deze verordenng. 1 PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1. 10803/2/02 REV 2 jg 2
(7) De voor de utvoerng van deze verordenng vereste maatregelen denen te worden vastgesteld overeenkomstg Beslut 1999/468/EG van de Raad van 28 jun 1999 tot vaststellng van de voorwaarden voor de utoefenng van de aan de Commsse verleende utvoerngsbevoegdheden 1. (8) Het bj Beslut 89/382/EEG, Euratom 2 opgerchte Comté statstsch programma (CSP) s n overeenstemmng met artkel 3 van dat beslut geraadpleegd, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artkel 1 Doel Deze verordenng beoogt de vaststellng van een gemeenschappeljk kader voor de producte, ndenng en analyse van vergeljkbare ndexcjfers van de loonkosten n de Gemeenschap. De ldstaten produceren ndexcjfers van de loonkosten voor de n artkel 4 omschreven actvteten. 1 2 PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47. 10803/2/02 REV 2 jg 3
Artkel 2 Defntes 1. Bj de loonkostenndex (LKI) gaat het om op jaarbass aaneengeschakelde Laspeyreskettngndexcjfers van de loonkosten per gewerkt uur, de zjn gebaseerd op een vaste structuur van economsche actvteten op secte-nveau van de NACE Rev. 1, de nomenclatuur de s vastgesteld bj Verordenng (EG) nr. 3037/90 van 9 oktober 1990 betreffende de statstsche nomenclatuur van de economsche actvteten n de Europese Gemeenschap 1. Verdere onderverdelngen van sectes van de NACE Rev. 1, de n de vaste structuur moeten worden opgenomen, worden vastgesteld volgens artkel 4, ld 1. De voor de berekenng van de LKI te gebruken formule wordt n de bjlage bj deze verordenng gedefneerd. 2. De loonkosten zjn de totale kosten de de werkgever n de loop van een kwartaal voor het n denst hebben van arbedskrachten moet maken. De elementen van de loonkosten en de totale personeelssterkte worden vastgesteld aan de hand van bjlage II, secte A en D (de elementen D.1, D.4 en D.5 en de onderdelen daarvan, maar net de elementen D.2 en D.3), van Verordenng (EG) nr. 1726/1999 van de Commsse van 27 jul 1999 2 ter utvoerng van Verordenng (EG) nr. 530/1999 van de Raad betreffende structuurstatsteken van lonen en loonkosten, wat de defnte en de ndenng van gegevens over de loonkosten betreft. 3. De gewerkte uren worden vastgesteld aan de hand van Verordenng (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 jun 1996 nzake het Europees systeem van natonale en regonale rekenngen n de Gemeenschap 3, bjlage A, hoofdstuk 11, punt 11.26-11.31. 1 2 3 PB L 293 van 24.10.1990, blz. 1. Verordenng laatsteljk gewjzgd bj Verordenng (EG) nr. 29/2002 van de Commsse (PB L 6 van 10.1.2002, blz. 3). PB L 203 van 3.8.1999, blz. 28. PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1. Verordenng laatsteljk gewjzgd bj Verordenng (EG) nr. 359/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 58 van 28.2.2002, blz. 1). 10803/2/02 REV 2 jg 4
4. De technsche specfcates van de ndex, met nbegrp van herzenngen van de wegngstructuur, kunnen volgens de procedure van artkel 12, ld 2, worden gewjzgd. Artkel 3 Toepassngsgebed 1. Deze verordenng s van toepassng op alle actvteten de vallen onder de sectes C tot en met O van de NACE Rev. 1. 2. De opname van de n sectes L, M, N en O van de NACE Rev. 1 gedefneerde economsche actvteten n het toepassngsgebed van deze verordenng, geschedt volgens de procedure van artkel 12, ld 2, omschreven procedure, rekenng houdend met de haalbaarhedsstudes van artkel 10. 3. De LKI s representatef voor alle statstsche eenheden zoals gedefneerd n Verordenng (EEG) nr. 696/93 van de Raad van 15 maart 1993 nzake de statstsche eenheden voor waarnemng en analyse van het productestelsel n de Gemeenschap 1. Artkel 4 Utspltsng van de varabelen 1. De gegevens worden utgespltst naar economsche actvtet n sectes van de NACE Rev. 1 en verdere onderverdelngen daarvan, tot ten hoogste het nveau van de NACE Rev. 1-afdelngen (nveau met twee cjfers) of groepen afdelngen, rekenng houdend met de bjdrage aan de totale werkgelegenhed en aan de loonkosten op Gemeenschaps- en op natonaal nveau, welke wordt vastgesteld volgens de procedure van artkel 12, ld 2. De ndexcjfers van de loonkosten worden afzonderljk voor onderstaande dre categoreën loonkosten verstrekt: a) loonkosten, totaal; 1 PB L 76 van 30.3.1993, blz. 1. 10803/2/02 REV 2 jg 5
b) lonen, vastgesteld aan de hand van element D.11 n bjlage II bj Verordenng (EG) nr. 1726/1999 van de Commsse, waarnaar n artkel 2 wordt verwezen; c) socale premes ten laste van werkgevers plus door de werkgever betaalde belastngen, mnus door de werkgever ontvangen subsdes, vastgesteld als de som van de elementen D.12 en D.4 mnus element D.5 n bjlage II bj Verordenng (EG) nr. 1726/1999. 2. Er wordt een ndex gemaakt voor de ramng van de totale loonkosten, exclusef premes, voorzover deze premes zjn vastgesteld aan de hand van element D.11112 n bjlage II bj Verordenng (EG) nr. 1726/1999. Deze ndex wordt utgespltst naar economsche actvtet, vastgesteld volgens de procedure van artkel 12, ld 2, en gebaseerd op de nomenclatuur van de NACE Rev. 1, rekenng houdend met de n artkel 10 voorgeschreven haalbaarhedsstudes. Artkel 5 Frequente en oude gegevens 1. De LKI-gegevens worden voor het eerst voor het eerste kwartaal van 2003 opgesteld en vervolgens voor eder kwartaal (endgend op 31 maart, 30 jun, 30 september en 31 december van eder jaar). 2. De ldstaten stellen oude gegevens voor de perode van het eerste kwartaal van 1996 tot en met het verde kwartaal van 2002 beschkbaar. Deze gegevens worden geleverd voor elk van de sectes C tot en met K van de NACE Rev. 1 en voor de elementen van de loonkosten de worden genoemd n artkel 4, ld 1. 10803/2/02 REV 2 jg 6
Artkel 6 Indenng van resultaten 1. De gegevens bedoeld n artkel 4 worden n de vorm van ndexcjfers verstrekt. De voor de berekenng van de ndex gebrukte gewchten, de n de bjlage bj deze verordenng worden gedefneerd, worden tegeljk met de gegevens voor publcate vrjgegeven. Het voor de ndenng van de resultaten te gebruken technsche formaat bedoeld n artkel 4 en de op de gegevens toe te passen actualserngsprocedures worden volgens de procedure van artkel 12, ld 2, vastgesteld. 2. Bnnen 70 dagen na het end van de referenteperode denen de ldstaten de gegevens met de n artkel 4 genoemde utspltsng bj de Commsse (Eurostat) n. Metagegevens, gedefneerd als de toelchtng de nodg s om veranderngen n de gegevens als gevolg van methodologsche of technsche veranderngen dan wel veranderngen op de arbedsmarkt, worden met de gegevens meegeleverd. 3. De n artkel 5 genoemde oude gegevens worden tegeljk met de LKI-gegevens voor het eerste kwartaal van 2003 aan de Commsse (Eurostat) geleverd. Artkel 7 Bronnen Voor het opstellen van de noodzakeljke ramngen kunnen de ldstaten een combnate van onderstaande bronnen gebruken, waarbj zj het begnsel van admnstrateve vereenvoudgng toepassen: a) enquêtes, waarbj statstsche eenheden, zoals gedefneerd n Verordenng (EG) nr. 696/93 om actuele, accurate en volledge nformate wordt gevraagd; 10803/2/02 REV 2 jg 7
b) andere geschkte bronnen, met nbegrp van admnstrateve gegevens, nden deze actueel en relevant zjn; c) geschkte statstsche schattngsprocedures. Artkel 8 Kwaltet 1. De ngedende actuele en oude gegevens moeten beantwoorden aan afzonderljke kwaltetscrtera, de worden vastgesteld volgens de procedure van artkel 12, ld 2. 2. De ldstaten moeten vanaf 2003 jaarljks een verslag over de kwaltet aan de Commsse voorleggen. De nhoud van deze verslagen wordt vastgesteld volgens de procedure van artkel 12, ld 2. Artkel 9 Overgangsperoden en afwjkngen 1. Volgens de procedure van artkel 11, ld 2, kan een overgangsperode voor de utvoerng van deze verordenng worden toegestaan, de evenwel net langer mag duren dan twee jaar vanaf de datum van nwerkngtredng van deze verordenng. 2. Gedurende deze overgangsperoden kan de Commsse met afwjkngen van deze verordenng nstemmen nden er grote aanpassngen van het natonale statstsche systeem nodg zjn. 10803/2/02 REV 2 jg 8
Artkel 10 Haalbaarhedsstudes 1. Volgens de procedure van artkel 12, ld 2, stelt de Commsse een reeks haalbaarhedsstudes op de moeten worden utgevoerd door de ldstaten, met name de welke de gegevens voor NACE Rev. 1, sectes L, M, N en O (artkel 3, ld 2) of de utspltsng van de ndex voor de ramng van de totale loonkosten, exclusef premes (artkel 4, ld 2), net kunnen leveren. 2. De haalbaarhedsstudes zullen worden utgevoerd rekenng houdend met de baten van het nzamelen van gegevens n verhoudng tot de kosten en de belastng voor het bedrjfsleven, om te beoordelen: a) hoe de n artkel 4, ld 1, omschreven dremaandeljkse loonkostenndces kunnen worden verkregen voor de sectes L, M, N en O van de NACE, en b) hoe de ndex voor de ramng van de totale loonkosten, exclusef de n artkel 4, ld 2, omschreven premes, kan worden verkregen. 3. De ldstaten de meedoen aan de haalbaarhedsstudes, leggen uterljk op 31 december 2004 de Commsse een tussentjds verslag voor over hun resultaten. De deelnemende ldstaten leggen uterljk op 31 december 2005 de Commsse een endverslag voor over de haalbaarhedsstudes. 4. De haalbaarhedsstudes betreffende ld 2, punt a), houden rekenng met de resultaten van de modelstudes bedoeld n de bjlagen van Verordenng (EG, Euratom) nr. 58/97 van 20 december 1996 nzake structurele bedrjfsstatsteken. 1 1 PB L 14 van 17.1.1997, blz. 1. Verordenng laatsteljk gewjzgd bj Verordenng (EG, Euratom) nr. 410/98 (PB L 52 van 21.2.1998, blz. 1). 10803/2/02 REV 2 jg 9
5. Krachtens artkel 11, onder h), genomen maatregelen naar aanledng van de resultaten van de haalbaarhedsstudes moeten stroken met het begnsel van de kosten-effectvtet als omschreven n artkel 10 van Verordenng (EG) nr. 322/97, met nbegrp van een zo groot mogeljke beperkng van de last voor respondenten. 6. De utvoerng van krachtens artkel 11, onder h), genomen maatregelen naar aanledng van de resultaten van de haalbaarhedsstudes moet het mogeljk maken om voor het eerste kwartaal van 2007 gegevens n te denen voorzover op grond van de resultaten van de haalbaarhedsstudes kosteneffcënt gegevens van een bevredgende kwaltet verkregen kunnen worden. Artkel 11 Utvoerngsmaatregelen De maatregelen ter utvoerng van deze verordenng, met nbegrp van maatregelen om rekenng te houden met economsche en technsche veranderngen, worden vastgesteld volgens de procedure van artkel 12. De maatregelen behelzen n het bjzonder: a) vaststellng overeenkomstg artkel 4, ld 1, van de onderverdelngen de n de vaste structuur moeten worden opgenomen; b) technsche specfcate van de ndex (artkel 2); c) opname van de sectes L, M, N en O van de NACE Rev. 1 (artkel 3); d) utspltsng van ndexcjfers naar economsche actvtet (artkel 4); e) het formaat voor de ndenng van de resultaten en de toe te passen actualserngsprocedures (artkel 6); 10803/2/02 REV 2 jg 10
f) afzonderljke kwaltetscrtera voor de ngedende actuele en oude gegevens en de nhoud van de kwaltetsverslagen (artkel 8); g) een overgangsperode (artkel 9); h) het opstellen van haalbaarhedsstudes en op de resultaten daarvan gebaseerde besluten (artkel 10); ) de voor het koppelen van de ndexcjfers gebrukte methoden (bjlage). Artkel 12 Procedure 1. De Commsse wordt bjgestaan door het bj artkel 1 van Beslut 89/382/EEG, Euratom van de Raad opgerchte Comté statstsch programma. 2. Wanneer naar dt ld wordt verwezen, s de procedure van de artkelen 5 en 7 van Beslut 1999/468/EG van de Raad van toepassng, met nachtnemng van artkel 8 van dat beslut. De n artkel 5, ld 6, van Beslut 1999/468/EG bedoelde termjn bedraagt dre maanden. 3. Het Comté stelt zjn reglement van orde vast. 10803/2/02 REV 2 jg 11
Artkel 13 Verslagen Om de twee jaar legt de Commsse een verslag over de utvoerng van deze verordenng aan het Europees Parlement en de Raad voor. In dt verslag moet n het bjzonder de kwaltet van de ngedende LKI-gegevensreeksen en de kwaltet van de ngedende oude gegevens worden geanalyseerd. Het eerste verslag moet uterljk 31 december van het jaar volgend op de nwerkngtredng van deze verordenng worden ngedend. Het zal alleen betrekkng hebben op actes de de ldstaten hebben utgevoerd ter voorberedng van de toepassng van deze rchtljn. Deze verordenng s verbndend n al haar onderdelen en s rechtstreeks toepasseljk n elke ldstaat. Gedaan te Brussel, voor het Europees Parlement de Voorztter voor de Raad de Voorztter 10803/2/02 REV 2 jg 12
BIJLAGE Voor de berekenng van de LKI wordt de volgende formule gebrukt: 1. Defntes: w t = loonkosten per gewerkt uur van de werknemers n economsche actvtet n perode t h t = door de werknemers n economsche actvtet n perode t gewerkte uren W j = w j * h j = loonkosten van de werknemers n economsche actvtet n jaarljkse perode j 2. De bassformule volgens Laspeyres, de voor de berekenng van de LKI voor perode t met jaarljkse bassperode j moet worden gebrukt, ludt: LCI tj = w h w t j h j j = ( w / w ) w t j W j j h j = ( w / w ) W t W j j j 3. De regels voor het koppelen van de ndexcjfers zullen worden vastgesteld volgens de procedure van artkel 12, ld 2. 4. De voor de berekenng van de ndex gebrukte gewchten, waarnaar n artkel 6, ld 1, wordt verwezen, zjn de waarden van: W W j j waarn W j, en j zjn gedefneerd overeenkomstg punt 1 van deze bjlage. Deze gewchten moeten gedurende de twee jaar na de perode waarop zj betrekkng hebben, voor de berekenng van de ndex worden gebrukt. 10803/2/02 REV 2 jg 1 BIJLAGE
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 september 2002 (25.09) (OR. en) Internsttutoneel dosser: 2001/0166 (COD) 10803/2/02 REV 2 ADD 1 ECOFIN 255 SOC 348 CODEC 887 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: gemeenschappeljk standpunt door de Raad vastgesteld op 23 september 2002 met het oog op de aannemng van een verordenng van het Europees Parlement en de Raad betreffende de loonkostenndex MOTIVERING VAN DE RAAD 10803/2/02 REV 2 ADD 1 pau/pm/fb 1
I. INLEIDING 1. Op 26 jul 2001 heeft de Commsse bj de Raad een voorstel ngedend voor een verordenng van het Europees Parlement en de Raad betreffende de loonkostenndex. 2. Het voorstel s gebaseerd op artkel 285 van het Verdrag, volgens hetwelk de n artkel 251 van het Verdrag vastgestelde medebeslssngsprocedure met het Europees Parlement van toepassng s. 3. Het Europees Parlement heeft het Commssevoorstel n eerste lezng zonder amendementen goedgekeurd op 28 februar 2002. 4. Het Economsch en Socaal Comté heeft op 29 november 2001 adves utgebracht. 5. De Europese Centrale Bank heeft op 11 oktober 2001 adves utgebracht. 6. De Raad heeft op 23 september 2002, overeenkomstg artkel 251 van het Verdrag, zjn gemeenschappeljk standpunt vastgesteld. II. DOEL VAN HET VOORSTEL Doel van het voorstel s te voorzen n een ndcator voor de kortetermjnontwkkelng van de loonkosten als een sleutelcomponent bj de analyse van de werkng van arbedsmarkten. De bestaande ndcatoren zjn net bevredgend op het punt van actualtet, dekkng en vergeljkbaarhed. Op grond van deze overwegngen s een verordenng betreffende een kortetermjnstatstek van de loonkosten opgenomen n het Acteplan voor de statstsche esen van de EMU, waaraan de Raad op 29 september 2000 zjn steun betugde. 10803/2/02 REV 2 ADD 1 pau/pm/fb 2
III. ANALYSE VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT Het gemeenschappeljk standpunt slut aan bj het Commssevoorstel, dat het Europees Parlement heeft goedgekeurd, met de volgende wjzgngen. De Raad heeft een neuwe overwegng 6 toegevoegd om te wjzen op het algemeen kader dat s vastgesteld n Verordenng (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautare statstek. In overwegng 7 en artkel 12 s de door de Commsse voorgestelde beheersprocedure vervangen door de regelgevngsprocedure, de volgens de Raad geschkter s voor de soort maatregelen de moeten worden ngevoerd. De Raad heeft artkel 2, ld 1, gewjzgd tenende ern te voorzen dat bj de defnte van de ndex het secte-nveau van de NACE Rev. 1 n aanmerkng wordt genomen, waarbj verdere onderverdelngen plaatsvnden overeenkomstg artkel 4, ld 1. Zodoende worden de te verrchten onderverdelngen vastgesteld op de meest geschkte plaats, nameljk n het artkel betreffende de utspltsng van de varabelen, veeleer dan n het artkel nzake de defntes. De Raad heeft een neuw artkel 3, ld 2, ngevoegd om ern te voorzen dat de sectes L tot O van de NACE Rev. 1 worden opgenomen volgens de comtologeprocedure, en wel nadat de haalbaarhedsstudes van het neuwe artkel 10 zjn verrcht. Zulks wordt noodzakeljk geacht omdat sommge ldstaten nog geen gegevens over de sectes L tot en met O kunnen verstrekken en de daartoe vereste methodologe zullen moeten ontwkkelen vooraleer de gegevens met de nodge betrouwbaarhed n de ndex kunnen worden opgenomen. De Raad heeft artkel 4 gewjzgd om tegemoet te komen aan de moeljkheden de een aantal ldstaten ondervnden om gegevens te verstrekken op het gedetalleerde nveau dat was bepaald n het Commssevoorstel. Onderverdelngen verder dan het secte-nveau van de NACE Rev. 1 worden vastgesteld volgens de comtologeprocedure en mogen net verder gaan dan het nveau van de afdelngen (nveau met twee cjfers). Er mag ook worden onderverdeeld tot op het nveau van groepen afdelngen n plaats van afzonderljke afdelngen nden daarmee ook een toerekend nveau van nauwkeurghed maar met mnder last kan worden gewaarborgd. 10803/2/02 REV 2 ADD 1 pau/pm/fb 3
Het verstrekken van gegevens nzake loonkosten exclusef premes wordt n het neuwe artkel 4, ld 2, gescheden van de gegevensverstrekkng voor de hoofdndex. Gelet op de ernstge moeljkheden de een aantal ldstaten ondervndt bj het verstrekken van de betrokken gegevens worden zj verstrekt n de vorm van een geraamde ndex, waarbj de utspltsng wordt vastgesteld volgens de comtologeprocedure. Om dezelfde redenen als met betrekkng tot de sectes L tot en met O n artkel 3, ld 2, moet ook her rekenng worden gehouden met de n het neuwe artkel 10 voorgeschreven haalbaarhedsstudes. In de artkelen 5, 6 en 8 s de datum voor de eerste verzamelng van gegevens gewjzgd van 2002 n 2003, de waarschjnljke datum van nwerkngtredng van de verordenng. De perode waarvoor oude gegevens beschkbaar zjn, s denovereenkomstg aangepast. In artkel 6, ld 1, zjn de woorden "gegevens" en "resultaten" verdudeljkt door specfek te verwjzen naar de gegevens en resultaten "bedoeld n artkel 4". De Raad heeft de redacte van artkel 7 gewjzgd tenende te bepalen dat naast de verzamelde gegevens ook geschkte statstsche schattngsprocedures mogen worden aangewend als bronnen. Artkel 8 s gewjzgd tenende te bepalen dat voor actuele gegevens andere kwaltetscrtera moeten worden toegepast dan voor oude gegevens, zulks voor de redenen opgegeven met betrekkng tot artkel 6. In artkel 9 s het ld van het Commssevoorstel waarn utdrukkeljk werd voorzen n overgangsperodes voor de sectes L tot en met O van de NACE Rev. 1 geschrapt, en n het neuwe artkel 10 nzake de haalbaarhedsstudes s de procedure bepaald voor ldstaten de moeljkheden ondervnden om voor de gebeden gegevens te verzamelen. 10803/2/02 REV 2 ADD 1 pau/pm/fb 4
De Raad heeft een neuw artkel 10 ngevoerd dat de utvoerngsbepalngen bevat betreffende de haalbaarhedsstudes de moeten worden utgevoerd door de ldstaten de moeljkheden hebben met de leverng van de gegevens voor NACE Rev. 1, sectes L tot en met O of de utspltsng van de ndex voor de ramng van de totale loonkosten, exclusef premes. In de leden 5 en 6 van dat artkel wordt bepaald dat n de utvoerngsmaatregelen de na de haalbaarhedsstudes volgens de comtologeprocedure worden aangenomen, rekenng moet worden gehouden met de kosten-effectvtet en dat de utvoerng van de maatregelen het mogeljk moet maken om voor uterljk 2007 gegevens n te denen voor de gebeden waarop de haalbaarhedsstudes betrekkng hebben en de gegevens op te nemen n de ndex. Volgens de Raad kan aldus het best worden gewaarborgd dat de gegevens nzake de vereste gebeden zo spoedg mogeljk beschkbaar zjn en tegeljkertjd tegemoet wordt gekomen aan de esen nzake kosten-effectvtet en gegevens van hoge kwaltet. Artkel 11 s gewjzgd om aan te geven dat de beslutvormng volgens de comtologeprocedure s utgebred tot een groter aantal elementen de noodzakeljk zjn voor de utvoerng van de verordenng. Artkel 13 s gewjzgd om aan te geven dat het tjdschema voor de utvoerng van de verordenng s veranderd en dat een ondersched moet worden gemaakt tussen de kwaltet van gegevensreeksen en de van de oude gegevens. Het artkel s ook gewjzgd tenende te bepalen dat het eerste verslag van de Commsse geen betrekkng moet hebben op de kwaltet van de gegevens de de ldstaten n een dergeljk vroeg stadum hebben toegezonden maar toegesptst moet zjn op de procedurele elementen van de utvoerng van de verordenng door de ldstaten. IV. CONCLUSIE De Raad s van oordeel dat de n zjn gemeenschappeljk standpunt aangebrachte wjzgngen volkomen aansluten bj de doelstellngen van de voorgestelde verordenng en zorgen voor de flexbele aanpak de nodg s om de verordenng volledg ut te voeren en zo spoedg mogeljk te kunnen voorzen n een actuele, utgebrede en vergeljkbare ndcator voor de loonkosten op korte termjn. 10803/2/02 REV 2 ADD 1 pau/pm/fb 5
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 september 2002 (13.09) (OR. en) Internsttutoneel dosser: 2001/0166 (COD) 11660/02 ADD 1 ECOFIN 279 SOC 369 CODEC 1019 ADDENDUM BIJ NOTA I/A-PUNT van: het secretaraat-generaal van de Raad aan: het Coreper/de Raad nr. Comv.: 11278/01 ECOFIN 215 SOC 300 CODEC 789 - COM(2001) 418 def. Betreft: voorstel voor een verordenng van het Europees Parlement en de Raad betreffende de loonkostenndex - verklarng voor de Raadsnotulen van Dutsland - verklarng voor de Raadsnotulen van Oostenrjk Verklarng voor de Raadsnotulen van Dutsland over het n hoofde genoemde voorstel "Het Dutse redactevoorstel met betrekkng tot eventuele, n de toekomst door Eurostat gewenste, onderverdelngen van de sectes van de NACE en de hertoe aan Dutsland, n voorkomend geval op korte termjn, gevraagde haalbaarhedsstudes, of verslagen ut de landen de geen toepassngsproblemen hebben, kon helaas net n de verordenng worden opgenomen, hoewel de Commsse het nhoudeljk aanvaardt. Eurostat heeft Dutsland n dt verband evenwel toegezegd dat het, n geval van een - momenteel net aan de orde zjnde - beslssng over verdere onderverdelngen, deze onderverdelngen slechts zal voorstellen n samenhang met de opstellng van utvoerngsverslagen voor de ldstaten de de onderverdelngen kunnen leveren en van haalbaarhedsstudes voor de ldstaten de er nog geen berekenngsgrondslag voor hebben. Dutsland gaat derhalve akkoord en schuft zjn twjfels met betrekkng tot andere punten terzjde, maar zal n eder geval bjkomende esen n de verordenng slechts naleven zonder neuwe enquêtes." 11660/02 ADD 1 ass/teu/lm 1
Verklarng voor de Raadsnotulen van Oostenrjk over het n hoofde genoemde voorstel "Hoewel de hudge verordenng van de Raad net bepaalt dat voor verdere onderverdelngen van de loonkostenndex een haalbaarhedsstude moet worden verrcht, s de Commsse (Eurostat) met Oostenrjk overeengekomen om na te denken over een reeks varanten om de meest gepaste onderverdelngen te bepalen, bjvoorbeeld haalbaarhedsstudes, workshops, enz. alvorens er een utvoerngsmaatregel met betrekkng tot artkel 4, ld 1, van de verordenng wordt voorgesteld volgens de procedure van artkel 12, ld 2, van dezelfde verordenng van de Raad. Aangezen nog net bekend s op welke wjze Oostenrjk de gewenste oude gegevens zal verstrekken voor de sectes G tot en met K van de NACE Rev. 1, beloofde de Commsse (Eurostat) om van Oostenrjk ramngen te aanvaarden waarn gebruk wordt gemaakt van reeds beschkbare gegevens, hoewel de justhed van dergeljke ramngen naar verwachtng mnder exact zal zjn dan de van de neuwe loonkostenndex en kan zorgen voor een ontwrchtng van de tjdreeks ten aanzen van de kwaltet. Deze voorbehouden n aanmerkng genomen, keurt Oostenrjk deze verordenng met betrekkng tot de loonkostenndex goed, ongeacht andere punten waarover Oostenrjk van menng verschlt." 11660/02 ADD 1 ass/teu/lm 2
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 september 2002 (13.09) (OR. en) 11660/02 Internsttutoneel dosser: 2001/0166 (COD) ECOFIN 279 SOC 369 CODEC 1019 NOTA I/A-PUNT van: het secretaraat-generaal van de Raad aan: het Coreper/de Raad nr. Comv.: 11278/01 ECOFIN 215 SOC 300 CODEC 789 - COM(2001) 418 def. Betreft: voorstel voor een verordenng van het Europees Parlement en de Raad betreffende de loonkostenndex - gemeenschappeljk standpunt 1. De Commsse heeft op 26 jul 2001 bj de Raad een voorstel voor een verordenng van het Europees Parlement en de Raad betreffende de loonkostenndex ngedend. 2. De Europese Centrale Bank heeft op 11 oktober 2001 adves utgebracht. 3. Het Economsch en Socaal Comté heeft op 29 november 2001 adves utgebracht. 4. Het Europees Parlement heeft op 28 februar 2002 het Commssevoorstel n eerste lezng zonder amendementen goedgekeurd. 5. De Groep Ecofn-statsteken heeft op 22 me 2002 met gekwalfceerde meerderhed van stemmen ngestemd met de tekst van een gemeenschappeljk standpunt. Na de bevestgng van deze nstemmng va de schrfteljke procedure bevestgden de Dutse en de Oostenrjkse delegate dat zj van zns zjn voor het gemeenschappeljk standpunt te stemmen, op voorwaarde dat hun unlaterale verklarngen n de Raadsnotulen worden opgenomen. 11660/02 ass/teu/vj 1
6. Het Coreper zou de Raad derhalve kunnen verzoeken om het gemeenschappeljk standpunt van de Raad n de door de jursten/vertalers bjgewerkte verse (doc. 10803/02 ECOFIN 255 SOC 348 CODEC 887) tjdens een van zjn komende zttngen vast te stellen onder de A-punten, en tevens de ontwerp-motverng van de Raad n het addendum bj dat document aan te nemen. Ook zou de Raad tegeljk n zjn notulen de unlaterale verklarngen van Dutsland en Oostenrjk kunnen opnemen de n het addendum bj deze nota staan. 11660/02 ass/teu/vj 2
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.10.2002 SEC(2002) 1080 defntef 2001/0166 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstg artkel 251, ld 2, tweede alnea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappeljk standpunt van de Raad met het oog op de aannemng van een Verordenng van het Europees Parlement en de Raad betreffende de loonkostenndex
2001/0166 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstg artkel 251, ld 2, tweede alnea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappeljk standpunt van de Raad met het oog op de aannemng van een Verordenng van het Europees Parlement en de Raad betreffende de loonkostenndex 1. ACHTERGROND Indenng van het voorstel bj het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 418 defntef - 2001/0166 (COD)): 23 jul 2001 Adves van de Europese Centrale Bank: 11 oktober 2001 Adves van het Economsch en Socaal Comté: 29 november 2001 Adves van het Europees Parlement, eerste lezng: 28 februar 2002 Goedkeurng van het gemeenschappeljk standpunt door Raad: 23 september 2002 2. DOELVANHETVOORSTELVANDECOMMISSIE In het Acteplan voor de statstsche esen van de Economsche en Monetare Une, dat de Commsse (Eurostat) n nauwe samenwerkng met de Europese Centrale Bank heeft opgesteld, werd geconstateerd dat er behoefte s aan een ndcator voor kortetermjntrends nzake loonkosten. Dt acteplan werd op 29 september 2000 door de Raad bekrachtgd. 3. COMMENTAAR OP HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 3.1. Algemeen In eerste lezng heeft het Europees Parlement het voorstel van de Commsse zonder amendementen aanvaard. 3.2. Beslssngen nzake de amendementen van het Europees Parlement na de eerste lezng Net van toepassng. 2
3.3. Neuwe, door de Raad ngevoerde bepalngen en standpunt van de Commsse In het gemeenschappeljk standpunt van de Raad zjn ver belangrjke bepalngen opgenomen de door de Commsse volledg worden ondersteund. Haalbaarhedsstudes voor de sectes L tot en met O van de NACE Rev. 1 Met de ntroducte van haalbaarhedsstudes door de Raad, met het oog op de vervangng van de gebrukeljke overgangsperode van vjf jaar, worden de moeljkheden erkend waarmee een aantal ldstaten worden geconfronteerd wanneer zj deze economsche sectoren op kwartaalbass moeten bestrjken. Dankzj de haalbaarhedsstudes zullen deze ldstaten de reeds n andere ldstaten gebrukte methoden kunnen bestuderen, zodat een kosteneffecteve oplossng ter goedkeurng va de comtologeprocedure kan worden voorgesteld, met het oog op tenutvoerleggng uterljk 2007. Vaststellng van de economsche actvtet op NACE-sectenveau De Commsse s het ermee eens dat een economsche structuur op het nveau van de NACE-subsectes n dt stadum voor vele ldstaten te gedetalleerd s en voor de gebrukers geen drngende prortet vormt, vooral omdat dt nveau onevenredg op de ndustresector s toegesptst. Het gemeenschappeljk standpunt bedt de mogeljkhed om van de vastgestelde structuur later door mddel van de comtologeprocedure over te schakelen naar het meer gedetalleerde tweecjfernveau van de NACE (dat op alle economsche sectoren betrekkng heeft). Mnder gedetalleerdhed verest voor loonkosten met utzonderng van premes Om de ndex van de totale loonkosten met utzonderng van premes te berekenen, moeten gegevens over premebetalngen op kwartaalbass worden verstrekt. Dt levert voor dverse ldstaten ernstge moeljkheden op. Het gemeenschappeljk standpunt wl hervoor een oplossng beden door de es van een ndelng naar economsche actvtet te laten vallen en door kwartaalschattngen te aanvaarden. De Commsse stemt met deze aanpak n, aangezen het gemeenschappeljk standpunt ook de mogeljkhed van latere verdere utspltsngen ndelngen va de comtologeprocedure bedt, de vermnderde gedetalleerdhed voor de gebrukers aanvaardbaar s en voorzen s n de mogeljkhed van haalbaarhedsstudes om ldstaten de de ndex net kunnen leveren, te helpen. Afzonderljke kwaltetscrtera voor actuele en voor oude gegevens De Commsse aanvaardt ook de wjzgng van de Raad n het gemeenschappeljk standpunt de erop neerkomt dat voor oude gegevens mnder strkte kwaltetscrtera kunnen gelden dan voor oude gegevens. Hermee wordt een oplossng geboden voor de moeljkheden de zch voordoen n de ldstaten waar geen hstorsche nformate beschkbaar s op bass waarvan betrouwbare schattngen voor oude gegevens kunnen worden gemaakt. De kwaltetscrtera voor actuele gegevens zullen echter veelesender zjn om te garanderen dat de actuele resultaten van een zo hoog mogeljke kwaltet zjn. 3
Overge wjzgngen De Raad heeft ook sommge gedeelten van de tekst ter verdudeljkng anders verwoord en datums gewjzgd om rekenng te houden met de verwachte datum van nwerkngtredng van de verordenng. 3.4. Comtologekwestes de bj de goedkeurng van het gemeenschappeljk standpunt (en van het standpunt van de Commsse) aan de orde zjn gekomen In zjn gemeenschappeljk standpunt heeft de Raad de door de Commsse voorgestelde beheersprocedure door een regelgevngsprocedure vervangen. De Commsse acht deze wjzgng aanvaardbaar voor alle utvoerngsmaatregelen waarop comtologeprocedures van toepassng zjn. 4. CONCLUSIE Het gemeenschappeljk standpunt komt geheel tegemoet aan de doelstellngen van de door de Commsse voorgestelde verordenng. Het speelt n op de drecte en drngende behoeften van de gebrukers en bedt bovenden de nodge flexbltet om n de toekomst aan meer gedetalleerde esen, na goedkeurng va de comtologeprocedure, te voldoen. Om de bovengenoemde redenen brengt de Commsse herbj een gunstg adves ut over het gemeenschappeljk standpunt van de Raad dat eenparg werd goedgekeurd. 4