Samenvatting Geschiedenis Katoen en Samenleving (Met de loep op Lancashire) Samenvatting door een scholier 1677 woorden 31 maart 2005 7,4 11 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 1 Engelse koloniën zorgden voor grondstoffen en hielpen daardoor de Industriële revolutie op gang. Ook maakten de koloniën de mensen in Engeland rijk Gebrek aan hout bevorderde nieuwe uitvindingen waaronder stoommachines Vrij ondernemersschap zorgde ervoor dat er veel fabrieken konden zijn Toen in 1780 de landbouw minder belangrijk werd, ging men steeds meer thuiswerk doen Tussen 1750 en 1850 groeide de bevolking van 6 tot 18 miljoen mensen. In het begin van de IR kwam er een nieuwe klassensamenleving. Ook kwamen er nieuwe sociale organisaties zoals vakbonden en politieke clubs Enclosure > stukken grond werden omheind en kleine stukken grond werden bij elkaar gevoegd. Vooral de adelijken profiteerden hiervan, zij werden grootgrondbezitters en maakten winst van de productie van de boeren Kleine boeren die niet in de fabrieken aan de gang konden waren gedupeerd door de enclosures. Zijn werden de arbeidsreserve genoemd 1e helft 18e eeuw > houtskoolovens vervangen door steenkoolovens in 1782 vond James Watt de eerste stoommachine uit. Dit was een verbeterde versie van de in 1730 door John Newcomen uitgevonden stoompomp. Linnen bestaat uit vlas, katoen en vezels van de katoenplant Bombazijn > geweven uit draden van linnen en katoen. Textiel werd geproduceerd in ateliers, in de 18e eeuw ging men steeds meer thuis werken in opdracht van een koopman die stukloon betaalde. Wevers hadden de meeste aanzien Putting_out_system > kooplieden leverden grondstoffen of halffabrikaten aan thuiswevers, als die het tot eindproduct hadden gemaakt, ging het weer terug naar de koopman. Londen was een plaats voor internationale textielhandel Katoen werd geïmporteerd uit het oostelijke Middellandse Zeegebied Lancashire had verschillende voordelen: vochtig klimaat, rijke textieltraditie (kennis en vaardigheid), geen beperkende regels zoals in de rest van Engeland wel zo was. Pagina 1 van 5
Calico Act > verbod op het dragen en produceren van katoen om de wolfabrikanten te beschermen tegen de invoer van katoen uit indie. Bevorderde wel de bombazijnproductie Na 1780 werd textiel in fabrieken geproduceerd Hoofdstuk 2 In 1789 wrd er in de textielindustrie voor het eerst met stoom gewerkt Schietspoel > 1730, John Kay; hulpmiddel dat op de weefgetouwen werd gezet waardoor het weven twee keer zo snel ging. Spinnig Jenny > 1764, James Hargreaves; spinnewiel dat 16 draden tegelijk kon spinnen. Waterframe > 1769, Arkwright; met waterkracht aangedreven machine die een ruwe maar sterke draad opleverde. In 1774 werd de Calico Act afgeschaft nadat Arkwright de regering daarvan had overtuigd. Hierdoor raakte het spinnen van wol uit de mode Mule > 1775, Crompton; mengvorm van de spinnig jenny en het waterframe. Draad wat daarmee gesponnen werd was sterk en fijn In 1850 waren de handwevers verdwenen Cotton Gin, ± 1800; spinbare vezels van de katoenplant werden gescheiden van de plakkerige zaden. Na 1790 nam de export enorm toe, bijna de helft van de productie ging naar het buitenland. Uitvoor naar Latijns Amerika groeide spectaculair Na 1815 werden er forse invoerrechten geheven op Britse katoen Rond 1850 was Azie de grootste exportmarkt, vooral Indië was belangrijk Na het eind van de 18e eeuw werd de haven van Liverpool steeds belangrijker. In 1790 kwam er een nieuwe ondernemer; Koopman-Fabrikant; handelaar en producent tegelijk Kapitaal KF en banken schoot tekort om de strategie vol te houden; voorraden opslaan om zo de prijzen op de onzekere markt te beheersen Katoenhandel werd een specialisme De ene handelaar importeerde, de ander exporteerde, de een richtte zich op de binnenlandse handel en de ander op de buitenlandse handel Handelaren vestigden zich in het buitenland om zo het risico op bedrog en plotselinge veranderingen te beperken In 1804 werd de katoenbeurs van Manchester opgericht, daar werden prijzen vastgesteld en contracten ondertekend. In 1840 waren er veel Duitse kooplieden in Engeland Hoofdstuk 3 Vanaf 1770 veranderde Manchester in de grootste industriestad van de wereld Hertog van Bridgewater groef een kanaal om zijn kolen te vervoeren. In 1761 was het klaar De transportkosten daalden door dit kanaal. Langs de kanalen van Manchester kwamen vooral stoomspinnerijen te staan Manch. Werd ook wel Cottonpolis genoemd Pagina 2 van 5
In 1825 werd de eerste stoomlocomotief in gebruik genomen om dingen te vervoeren Kanalen bleven een belangrijke conc voor de spoorwegen Ancoats was een van de beruchtste sloppenwijken in Manch Na 1830 liepen ook treinen op steenkool Arbeiderskinderen werden vaak niet ouder dan 17 jaar, de helft van de kinderen werden niet eens 5 jaar oud Groei van de stad was te danken aan migratie, lonen in de stad waren ondanks alles hoger dan andere plaatsen Rijk en arm leefden strikt gescheiden De middenklasse leefde vooral in nieuwe woningen dicht bij het zakencentrum Middenklasse was iedereen die niet tot de aristocratie en ook niet tot de arbeiders hoorde De middenklasse maakte deel uit van de burgerlijke cultuur die bestond uit strenge gedragsregels, vooral op het gebied van seksualiteit. Groot vertrouwen in de individu Vanaf 1830 begon de middenklasse zich steeds ongemakkelijker te voelen bij de arbeidersklasse en men maakte zich zorgen. Men vond het erg, maar maakte zich ook zorgen over de ziektes die zich aan het verspreiden waren door de onhygiënische leefomstandigheden Vanaf 1830 kwam er een landelijk politieke wet, zo kwam de politie in beeld, men zette professionele korpsen op in 1839 Public health act, 1835. aanleg waterleidingen, riolering en bestrating. De gemeente werkte samen met de ondernemers Bolton was een van de eerste steden met een spoorlijn Tussen 1836 en 1842 was er een economische crisis waardoor massale werkloosheid ontstond en de lonen werden lager Hoofdstuk 4 Mechanisatie ging gepaard met arbeidsdeling; de verschillende taken werden verdeeld. Vakanties en vrije weekeinden waren niet bekend Vrouwen waren in de textielnijverheid in de meerderheid. Toezichthouders en leidinggevenden waren man Er waren veel ongevallen in de fabrieken en mensen werden ziek van de dampen, herrie en stoffige ruimen, maar niemand maakte zich daar druk om Het loon van de arbeiders was afhankelijk van hun productiviteit, men werd dus niet per uur betaald In 1799 was er een wet die het bestaan van vakbonden verbood In 1824 werd dat verbod opgeheven, maar arbeiders bleven in het nadeel Men was te arm om te staken en als men toch staakte, werd men meteen vervangen dus staakten er maar weinig mensen Aan het eind van de 19e eeuw werd de aardappel volksvoedsel nummer 1 Er werden meer kinderen geboren omdat men vroeger trouwde wat weer te maken had met de overgang van landbouw naar industrie. Ook waren er geen goede voorbehoedsmiddelen Het kindertal werd beperkt door laat of helemaal niet te trouwen Voor arbeiders waren kinderen een soort oudedagsvoorziening Pagina 3 van 5
Voor wevers was er veel werk omdat er een overvloed aan garen werd geleverd. Zo kon men ook hoge prijzen vragen zodat ze zonder erg hard te werken toch in welvaart leefden Rond 1800 kwam er veel werkloosheid doordat er meer mensen naar de stad trokken. Ook werden de lonen laag Door het stoomweefgetouw verloren arbeiders ook hun werk, dit ging namelijk veel sneller dan handwerk Na 1835 stierf het eeuwenoude beroep van wever vrijwel geheel uit In de 1830 s groeide het gevoel dat de overheid iets moest doen tegen de ergste uitwassen In 1833 werden de eerste Factory Acts ingevoerd. Nachtwerk en dagen van langer dan 9 uur werden voor kinderen verboden tot 13 jaar, kinderen van jonger dan 9 jaar mochten helemaal niet werken en ook werden er eisen gestelde aan de veiligheid in de fabrieken In 1847 werd de 10 Hours Acts ingevoerd die ervoor zorgde dat vrouwen en jongeren niet langer dan 10 uur per dag mochten werken. Later werd dat voor manen ook vaak het geval De productiviteit van de industrie groeide en zo konen de lonen verhoogd worden Vanaf 1850 was het leven voor de meeste arbeiders al makkelijker en aangenamer Hoofdstuk 5 Door herhaalde loonsverlaging was de stemming van de wevers rond 1802 grimmiger geworden In 1807 ondertekenden 130 duizend wevers een petitie waarin ze het parlement vroegen om een wettelijk minimum loon en later gingen ze daarvoor ook staken en hielden ze demonstraties Autoriteiten traden op en er vielen doden en gewonden. Leiders van de stakingen weren opgepakt Verbittering hierom leidde tot een beweging genaamd de Luddieten, dit waren gemaskerde mannen die zich het leger van generaal Ned Ludd noemden. Ze richtten vanaf 1811 een groot spoor van vernieling achter in d industriegebiedenna 1812 werden meeste luddieten opgepakt of opgehangen en daardoor stierf de beweging uit Tussen 1815 en 1820 was er een politieke crisis Om de winsten op peil te houden werden in 1815 de Corn Laws aangenomen, deze legeden hoge invoerrechten op graan waardoor het voedsel enorm duur bleef 16 aug 1819 zou er een grote demonstratie plaatsvinden, maar die liep uit op een ramp, er vielen een aantal doden en honderden gewonden, dit werd de Peterloo Massacre genoemd. Tussen 1815 en 1819 streden de lagere klassen en de middenklasse voor kiesrecht In de politiek had de adel de overhand In 1832 werd de Reform Bill ingevoerd. Er werden kiesdistricten opgeheven en niet allen mensen met een bepaald vermogen mochten stemmen. Slechts een op de 7 mannen kregen kiesrecht In 1838 werd de Anti-Corn-Law-League opgericht. Dit was een nationale beweging van handelaren, fabrikanten en bankiers. De organisatie bewerkte de publieke opinie en het parlement met pamfletten, onderzoeken en bijeenkomsten. Ondernemers verlaagden expres de lonen om de haat tegenover de Corn Law aan te wakkeren onder de arbeiders. In 1846 werd de corn law afgeschaft. De adel en de middenklasse waren bang dat uitbreiding van het kiesrecht niet veel goeds zou zijn. Ze waren bang dat dan het lagere volk aan de macht zou komen. Pagina 4 van 5
Chartisten > hielden in 1838 en 1839 massabijeenkomsten om het algemeen kiesrecht in te laten voeren. In 1839 werd dat in stemming gebracht, maar het leverde niets op In 1842 ging men staken maar dat hielden de arbeiders niet lang vol. Dit betekende het voorlopige einde van het Chartisme Volgens de theorie van Malthus groeide de bevolking sneller dan de opbrengst van het land wat als gevolg had dat de welvaart langzaam weer afnam Er ontstond een nieuw soort roman: Social Novel. Daarin werden de schaduwkanten van de industrie belicht. (Charles Dickens, Elisabeth Gaskell) Overzicht Richard Arkwright - Waterframe James Hargreaves Spinning Jenny James Watt - Stoommachine Samuel Crompton - Mule Friedrich Engels Schrijver die de basis voor het communisme legde samen met Karl Marx David Ricardo theorie van comparatieve kosten (bedrijf kan het beste dat produceren waarin zin voordeel het grootst is) Benjamin Disraeli Mislukte zakenman, later politiek (in t lagerhuis, minister van financiën) ook schrijver van romans Adam Smith verstrooide professor. Schreef boek over vrijemarkt economie Andrew Ure schrijver, chemicus, had geen probleem met kinderarbeid Cobination Act > Wet uit 1799, verbied samenscholing van arbeiders die zo hun werkgever onder druk wilden zetten Cotton Gin > Eli Whitney, 1793 Pagina 5 van 5