Taakkaart 3 De ontdekking van de stoommachine: de industriële revolutie

Transcriptie

1 Taakkaart 3 De ontdekking van de stoommachine: de industriële revolutie Rond het jaar 1750 begon het.. de industriële resolutie. Laten we eerst eens deze twee woorden uitleggen: Industrie = spullen die gemaakt worden in fabrieken Revolutie = grote verandering In het kort: voor ongeveer 1750 werden alle spullen met de hand gemaakt. Daarna kwam er een hele belangrijke uitvinding (de stoommachine) en na die tijd werden alle spullen met de hand gemaakt. Nogal een verandering: alle spullen met de hand maken of door een machine laten maken. Dat is pas een revolutie!

2 We hebben het nu over het jaar Dat is het jaar waarin de revolutie ongeveer begon. In Engeland begon de revolutie wat eerder, in Nederland wat later. De industriële revolutie duurde niet 1 jaar. Een revolutie duurt altijd veel langer! Het is altijd een periode van jaren in de geschiedenis. Rond het jaar 50 (nee, geen typfout) werd er door een Griekse uitvinder al iets bedacht wat leek op een stoommachine. In 1698 werd de eerste stoommachine dan echt gebouwd. Toen heette het overigens nog geen stoommachine. De naam van deze eerste machine: een machine om water op te pompen met behulp van vuur. Thomas Newcomen heeft de eerste stoommachine bedacht. Na 1776 werden er natuurlijk nog veel aanpassingen gedaan om de stoommachine te verbeteren. James Watt staat bekend als degene die de stoommachine zo goed heeft verbeterd dat het een goede, fijne en gebruiksvriendelijke machine werd. Hij wordt ook wel gezien als de uitvinder van moderne stoommachine We hebben je nu heel kort uitgelegd wat de industriële revolutie is. Maar je snapt, dat is wel heel simpel. Daarom duiken we nog wat dieper in de industriële revolutie. Je gaat zo meteen een filmpje kijken van ongeveer 15 minuten. Daarbij horen vragen. Overleg in je team de aanpak. Sommige kinderen vinden het fijn het filmpje eerst helemaal te kijken en daarna nog een keer kijken en de film steeds op pauze zetten voor een vraag. Anderen vinden het juist fijn om meteen tussendoor te pauzeren. Iedereen is anders, dus overleg wat je fijn vindt en maak daarna ook pas twee of drietallen. Het kan ook zijn dat je misschien je eigen manier van werken nu even aan moet passen. Als je klaar bent: haal bij de juf een nakijkblad Nog niet iedereen van je team klaar? Kijk gerust het filmpje op YouTube wat onder de vragen staat. Je mag ook zelf een filmpje zoeken met iets wat je interessant vindt! James Watt: Wist je dat James Watt niet alleen de moderne stoommachine heeft uitgevonden? Hij heeft ook het kopieerapparaat uitgevonden!

3 Uitleg bij de vragen: Blauwe vragen: het antwoord hoor je in het filmpje Rode vragen: hier moet je zelf over nadenken of je mening geven Een woord tussen haakjes: dit woord willen we in het antwoord terugzien Voor de industriële revolutie, hoe werden toen dingen gemaakt? Wat werd ervoor gebruikt? Welke dieren werden gebruikt voor het werk? Wat werd er nog meer gebruikt om zwaar werk te verlichten? Wat deden mannen voor werk? Wat deden vrouwen voor werk? Het hele gezin hielp mee, wat denk je dat kinderen voor werk zouden doen? Waarom werd de vraag naar stoffen groter? Wat heeft eten met grotere gezinnen te maken? De vraag naar stof en textiel werd groter, wat werd het probleem? (thuiswerkers) Wat was het voordeel van de eerste weefmachines? Wat was het nadeel van de eerste weefmachines? Waarom werden fabrieken aan een rivier gebouwd? (waterkracht) Wat is het nadeel van waterkracht?

4 Welke oplossing is nodig? Leg in je eigen woorden uit hoe een stoommachine werkt. Dat mag met woorden, tekeningen enz. Waarvan was een stoommachine gemaakt en waarom? Waar worden de meeste fabrieken met stoommachines gebouwd en waarom? (mijnen) Hoe komen kolen en ijzer bij de fabrieken die niet dichtbij de mijnen stonden? En later?

5 Wat was uiteindelijk DE oplossing? (wielen) Waar werd de stoomtrein uiteindelijk voor gebruikt? Welke feitjes weet je over de eerste personen stoomtrein? Waarom maakt het niet uit waar de fabrieken komen te staan? (grondstof) Waarom zoeken mensen uit het platteland een baan in de stad? Hoeveel werken de arbeiders in de fabrieken? Hoeveel uur is dat per week? Ter vergelijking: nu werken mensen maximaal 40 uur per week. Wat was er zwaar voor de arbeiders? Noem 3 of meer dingen. Waarom moeten vrouwen en kinderen ook werken? Wat is een gezin onderhouden? Waarom gaan kinderen in die tijd niet naar school? Wat vind jij daarvan? Zou je liever gaan werken in een fabriek over liever naar school gaan?

6 Wat zijn arbeiderswijken? (fabriek) Wie had het in die tijd niet zo goed? Wie hadden het in die tijd juist wel heel goed? Wat vind je van dat verschil? Waarom durven arbeiders niet te klagen? Wat is een vakbond? En waar strijden ze voor? Welke wetten voor kinderen worden er vastgelegd? Als je dit nu allemaal gehoord hebt, hoe zouden de mensen het leven voor 1750 gevonden hebben? En hoe zouden ze het leven na de industriële revolutie gevonden hebben? Tijd over en wil je meer weten over de industriële revolutie?