\Z&SbQ. Ir. A.L.G.M. Bauwens No D.B. Baris

Vergelijkbare documenten
L\Lo^J. 1 6 APR. tfßg* No Ir. A.L.G.M. Bauwens D.B. Baris

Landbouw-Economisch Instituut - Conradkade Den Haag Tel Niet voor publikatie - Nadruk verboden

i&iz^\t> Th.L. van Berkel No SCHAFT Sociaal-economische schets van een ruilverkavelingsgebied in de Oostelijke Kempen Maart 1971

Th. L. van Berkel. RUURLO Sociaal- en bedrijfseconomische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de Achterhoek. Interne Nota No.

^ >'*!*> j f- Th.L. van Berkel No OPLOO. Sociaal-economische schets van een ruilverkavelingsgebied in Oost-Brabant. - 9 fm/ffl 1383.

HET KLEINE'BOERENVRAAGSTUK OP DE ZANDGRONDEN

Veel gestelde vragen huurbeleid 18 oktober 2012

opleidingsniveau laag % % middelbaar/hoog % %

l6\g\bl Ir. P. van der Linden No BEROEPSKEUZE IN HET AGRARISCHE MILIEU EN WERKGELEGENHEID BUITEN DE LANDBOUW

1* m. m =c. Ir. J.M. Biemans Ir. L.M.E.N. Prompers DE LAND- EN TUINBOUW IN NOORD-WEST-BRABANT (EEN ORIËNTEREND ONDERZOEK) Interne Nota 161

Sociaal- en bedrijfseconomische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de oostelijke IJsselstreek

- z n ^ & v #ïm\& ' Th.L. van Berkel

Z. I y%^m. Drs. L, Tjoonk Ir. C.A.S. Zwetsloot

Drs«L. Douw Ir. P, van der Linden. Haaksbergen Sociaal-economische verkenning van een ruilverkaveling in Twente. Interne Nota 158 April 1971

EVALUATIE TER STATE. Marion Matthijssen, Marn van Rhee. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juli In opdracht van Raad van State

Sociaal- en bedrijfseconomische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de Noordelijke Achterhoek. , ^ - f ^ 2..^". \.

Alterim Arbeidsmarktindex Publicatie voorjaar 2015

392: Ir. J.M. Biemans No Ir. K.M. Dekker VERMOGENSVORMING DOOR JONGE LANDBOUWERS VOOR EN TIJDENS DE BEDRIJFSOVERNEMING

Een sociaal-economische verkenning van de gemeente Zundert

ziietei J. de Rijk Ir. D. Meijaard Drs. R. Rijneveld

Zijn in de aanvraag bijlagen genoemd en zijn die bijgevoegd? Zo ja, welke? Nummer desgewenst de bijlagen.

M Het MKB en de BV. Achtergronden van de keuze van ondernemers. Ro Braaksma. Klaas Bangma

Cijfers & trends op de arbeidsmarkt voor hoog opgeleide financials

Maak van 2015 jouw persoonlijk professionaliseringsjaar

Obesitas Een onderschatte bedreiging: Publieke perceptie van obesitas in Europa

Analyse bijdragen onder de drempelwaarde. (0.05 mol/ha/jaar) AERIUSA. 4 juli Datum. Status. Definitief. Auteurs

Samenvatting Deelprojecten Ouderen Samen

Analyse Besluit Emissiearme Huisvesting en de Peel

Projectaanvraag Versterking sociale infrastructuur t.b.v. burgerkracht in Fryslân

CQI Poliklinische ziekenhuis 2011

Management review. CO2-reductiesysteem. Rapportage juli 2015 (referentiejaar = 2010) I. Bangma O. Van der Ende

Verdiepend onderzoek Wmoinkoopproces

Stel uw inkomen zeker, sluit een arbeidsongeschiktheidsverzekering af

Tussenrapportage: plan van aanpak raadsenquête grondexploitatie Duivenvoordecorridor.

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Gouda van 29 november 2011;

INSTITUUT VOOR CULTUURTECHNIEK EN WATERHUISHOUDING. NOTA 259, d. d. 22 mei 1964

Bijen op boerenland doen het beter

IWI. De Gemeenteraad Postbus 11563

Indelen (nieuwe) groepen. Concept beleidsnotitie

behorend bij de Subsidieregeling stageplaatsen zorg II

Resultaten openbare marktconsultatie. Verkoop klooster Groot Bijstervelt Gemeente Oirschot. BIZOB-2011-SK-OIR-010 CONCEPT 19 april 2012

Bestaat er een economische en/of organisatorische eenheid met andere bedrijven? Zo ja, graag nadere informatie waaronder een organogram.

Communicatie voor beleid Interactie (raadplegen, dialoog, participatie) en procescommunicatie; betrokkenheid, betere besluiten en beleid

HET GEBRUIK VAN GROEIREGULATOREN EN FUNGICIDEN BID HERFSTAUBERGINES Invloed spuitfrequentie, bespuitingsperiode en middelen

SAMENSTELLING WERKGROEP DRINKWATER. VerenigingvanExploitanten van Waterleidingbedrijven In Nederland,VEWIN. ir B.Bulten (voorzitter)

BELANGENVERENIGING PENSIOENGERECHTIGDEN PFZW KEUZEMOGELIJKHEID TUSSEN LAAG-PENSIOEN

Vrijwilligersbeleid voetbalvereniging N.B.S.V.V.

Chapter VI. Samenvatting en conclusies. -9t-

Artikel 75. Plaatsing openbare school op plan

Bijlage IVa Sjabloon voor de verdeling van werkzaamheden voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie

Beleidsregels voorziening jobcoaching Participatiewet 2015

Rapport. Bekend maakt bemind Onderzoek naar de bekendheid van en waardering voor het Expertisecentrum Veilige Publieke Taak

D i e n s t v e r l e n i n g s d o c u m e n t

Federatiestatuut. Walburggroep. -concept -

Gemeente Ede. Memo. Bijlage 2 (behoort bij )

Samenvatting. Evaluatierapport Buurt in Actie December

Cliëntprofielen sector visueel 2015

Subsidieregeling economie en innovatie Noord-Brabant - provincie Noord-Brabant -

Openbare raadpleging over de evaluatie van de Europese strategie inzake handicaps 2010/2020

De kans is groot dat uw testament niet voldoet aan uw wensen, geen gebruik maakt van

Nieuwsbrief 3: Special De Wet werk en zekerheid en het inrichten van regionale vervangingscentra.

Vraag en antwoorden over de volmacht

Gegevens vader/verzorger Voorletters en achternaam:.. Opleiding gevolgd in:...

Management review. CO2-reductiesysteem. Rapportage Jan 2016 (Referentiejaar = 2010) I. Bangma O. Van der Ende

Programma Welzijn en Zorg. Nieuwe Zorg en Domotica

2L.\l'Q ^f. < % DEN HAAG \n et 7 O..'70. J. de Rijk DE BANGERT

Algemene Leveringsvoorwaarden

PROEFSTATION VOOR, Du; ü-ruenten- EN FRUITTEELT ONDER ülao TE NAALDWIJK. Steriliseren van kasgrond door ingegraven drainkokers 1973

Verantwoordingsdocument uitvraag verlof

Wijziging Regeling Verkeersregelaars 2009 (transportbegeleiders en beroepsverkeersregelaars)

VERHOUDINGEN 2. Doelgroep Verhoudingen 2. Omschrijving Verhoudingen 2

Veranderingen in de agrarische bebouwing

Algemene Voorwaarden. Artikel 1 Definities

Jaarverslag G.M.M. Bervoets Penningmeester ZDA-gemeente Breda 16 januari 2014 versie 1.1

Handleiding HvA-data. Rapport Bekostiging. Versie 0.3

1.6 Heeft de onderneming buitenlandse vestigingen. Zo ja, graag nadere informatie met betrekking tot de vestigingsplaats en de activiteiten ja nee

Marktanalyse zorginkoop Wlz 2019

Huurdersvereniging In De Goede Woning ACTIVITEITENPLAN

De huidige wijze waarop de subsidiegelden worden uitgegeven is een verdeling van de subsidie ten behoeve van:

TOELICHTING KOSTEN MOZAÏEKBEHEER OPEN GRASLAND

Beschermd Wonen met een pgb onder verantwoordelijkheid van gemeenten

Accountmanagers laten veel kansen liggen

Bankoverstapdienst - reglement

Inschrijfformulier nieuwe leerling

1.6 Heeft de onderneming buitenlandse vestigingen. Zo ja, graag nadere informatie met betrekking tot de vestigingsplaats en de activiteiten ja nee

De stijging van de hoogwaterstanden op de Westerschelde in de afgelopen eeuw. auteurs): J. Doekes datum: november 1986 Mmenvottine: zie hieronder

Ter vergelijking met de MJA3-doelstelling worden de indices voor productieproces, keten en duurzame energie gesommeerd.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

VRIJSTELLINGEN van Verkennend Bodemonderzoek (VBO) *

Aan de gemeenteraad Vergadering: 10 januari 2011

1.6 Heeft de onderneming buitenlandse vestigingen. Zo ja, graag nadere informatie met betrekking tot de vestigingsplaats en de activiteiten ja nee

Start duurzame inzetbaarheid

Bijlage 4: Criteria en procedure sluiting jacht bij bijzondere weeromstandigheden

AANVRAAG OM TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE

1.6 Heeft de onderneming buitenlandse vestigingen. Zo ja, graag nadere informatie met betrekking tot de vestigingsplaats en de activiteiten ja nee

Veelgestelde vragen over goodwill

Addendum stappenplan plaatsing

Toeristisch-recreatief bezoek aan de Afsluitdijk Resultaten van tellingen van en onderzoek onder bezoekers aan de Afsluitdijk, 2018

Kwaliteitsaspecten van onderwijs. Wat vinden pedicures belangrijk aan kwaliteit van opleiders

Transcriptie:

Ir. A.L.G.M. Bauwens N.. D.B. Baris BEREPSVERANDERING DR ZELFSTANDIGE AGRARIERS EN DE VERMINDERING VAN HET AANTAL BEDRIJVEN P DE ZANDGRNDEN IN HET MIDDEN EN STEN VAN NRDBRABANT Maart 9 9 A ^ " f % ^ EHHAAG %, * BIBUTHEEK LandbuwEcnmisch Instituut Afdeling Streeknderzek \Z&SbQ

Inhud Biz. WRD VRAF INLEIDING HFDSTUK I NTWIKKELING VAN DE AGRARISCHE BEREPSBEVLKING EN VAN HET AANTAL BEDRIJVEN 0. De mannelijke agrarische berepsbevlking 0. De grndgebruikers. De landbuwbedrijven naar grtte HFDSTUK n DE BEREPSVERANDERING 5. De mvang van de berepsverandering 5. De redenen van berepsverandering. De berepen van de vregere beren 8. De berepsverandering, berepsbeeindiging en het grndgebruik 9 HFDSTUK DJ BEREPSVERANDERING EN HET VER DWIJNEN VAN BEDRIJVEN. De rzaken van de vermindering van het aantal agrarische bedrijven. Bedrijfspheffing dr berepsverandering en dr berepsbeëindiging. De betekenis van het. en S.fnds vr de bedrijfspheffing in de nderzekperide 5. De ppervlakte van bij berepsverandering en berepsbeëindiging vrijgekmen grnd HFDSTUK IV BEREPSVERANDERING EN BEDRIJFS GRTTESTRUCTUUR 8. Mutaties per grtteklasse en de rzaken daarvan 8. Vergrting en verkleining van bedrijven SAMENVATTING

BIJLAGEN. Steekprefgemeenten, 8. ntwikkeling aantal bedrijven per categrie, westelijk en stelijk NrdBrabant 9 a, Verandering van berepsgrep en grtteklasse (de Meierij) 0 b. Idem in de Peel (incl. Land van Cuyk) c. Idem in de Kempen. De berepsverandering in de peride 99 per gebied 5. Bedrijfsgrttestructuur in 9 en 9 per gebied a. Mutaties aantal land en tuinbuwbedrijven per grtteklasse (de Meierij) 5 b. Idem in de Peel en Land van Cuyk c. Idem in de Kempen 7 7a. Mutaties van het aantal bedrijven per grtteklasse dr ppervlaktewijziging (de Meierij) 8 7 b. Idem in de Peel 9 7c. Idem in de Kempen 50 8. Bedrijfsverdracht en mutaties in de grtteklassen per gebied 5 Biz.

55 «H 55 H H W N D W s ni Asten Haps = Scijk = Wanrij "C." b< P5 Q ii ii <D "8 u a <0 > _ " * a Ö <B H ii n S ra p *"\» j r i e g M Q si s.» g te C > G) S K BS J ' _ «Ki!

Wrd vraf In de ntwikkelingsfase waarin de landbuw mmenteel verkeert, is vergrting van de bedrijven p de zandgrnden gewenst, echter znder dat dit gepaard gaat met een uitbreiding van de ppervlakte cultuurgrnd. De bedrijfsvergrting met dus samengaan met vermindering van het aantal bedrijven. Tt nu te is deze vermindering vrijwel uitsluitend tt stand gekmen als gevlg van berepsbeëindiging dr bedrijfshfden znder pvlger. De betekenis van de berepsverandering vr de vermindering van het aantal bedrijven neemt de laatste jaren echter te. Infrmatie ver dit verschijnsel kan dan k van grt belang zijn vr het agrarische structuurbeleid. In het persnlijke vlak heeft de berepsverandering vr de desbetreffende beren en tuinders ingrijpende cnsequenties. Juist vr deze zelfstandigen is de vergang wel bijznder meilijk en is passende werkgelegenheid buiten de landbuw meilijk te vinden. k vanwege deze persnlijke aspecten is meer infrmatie gewenst ver de berepsverandering dr agrarische zelfstandigen. Een en ander was vr de Prvinciale Raad vr de Bedrijfsntwikkeling in de Landbuw in NrdBrabant aanleiding m het L.E.I. te verzeken een nderzek in te stellen naar de mvang en betekenis van de berepsverandering dr agrarische zelfstandigen in het midden en sten van NrdBrabant. Het nderzek werd verricht p de afdeling Streeknderzek dr D.B. Baris en ir. A.L.G.M. Bauwens. Den Haag, maart 99 föydirecteur, "Mm: (Dr.'A. Maris

Inleiding De afgelpen 0 jaar is k in NrdBrabant het aantal in de landbuw werkende mannen aanzienlijk gedaald, vral dr de sterke vermindering bij de p het uderlijke bedrijf meewerkende zns. De afneming was relatief het sterkst nder de landarbeiders en de berenzns en het minst stérk nder de bedrijfshfden. ï) De relatief geringe achteruitgang van het aantal bedrijfshfden werd vrijwel uitsluitend verrzaakt dr de vermindering van de tetreding tt het berep van ber f tuinder, vrtvleiend uit de afneming van het aantal in de landbuw werkende zns en daarmee van het aantal pvlgers. De vergang van beren en tuinders naar een ander hfdberep was tt nu te van weinig betekenis. Dit is k wel begrijpelijk, mdat de bedrijfshfden vanwege zakelijke en persnlijke belangen in sterkere mate aan hun berep zijn gebnden dan meewerkende zns en landarbeiders. Bvendien biedt de nietagrarische sectr weinig berepsmgelijkheden vr de afgevleide beren. Desalniettemin bestaat de indruk, dat in de afgelpen jaren het aantal bedrijfshfden dat de uitefening van het land f tuinbuwbedrijf als hfdberep heeft gestaakt en naar een ander bereps is vergegaan, is tegenmen. Vr een deel betreft dit bedrijfshfden, die gebruik hebben gemaakt van de beeindigingsregeling van het ntwikkelings en Saneringsfnds. Daarnaast heeft echter een aantal beren en tuinders buiten deze regeling m zijn zelfstandige psitie in de agrarische bedrijfstak pgeheven en een nietagrarisch berep gekzen. Deze berepsverandering kan belangrijke cnsequenties met zich meebrengen, zwel vr de desbetreffende bedrijfshfden en hun gezinnen, als vr de landbuw als bedrijfstak. De berepsverandering betekent een meilijke beslissing en de eruit vrtvleiende wijziging in de maatscppelijke psitie en werkkring kan aanleiding geven tt ernstige aanpassingsmeilijkheden. Vr de landbuw daarentegen betekent een berepsverandering van bedrijfshfden een vermindering van het aantal als hfdberep geëxpliteerde bedrijven en tevens een verbetering van de bedrijfsgrttestructuur, d.w.z. van de verdeling van de bedrijven ver de ppervlakteklassen. Dit laatste niet alleen dr de vermindering van het aantal kleine bedrijven, maar k drdat de berepsverandering veelal leidt tt het beschikbaarkmen van cultuurgrnd waarmee de verblijvende bedrijven kunnen wrden vergrt. Meer infrmatie ver en inzicht in het verschijnsel van de berepsverandering dr beren en tuinders kan dus van belang zijn vr het agrarische structuurbeleid, vr de ecnmischsciale en agrarischsciale vrlichting, alsmede vr de instellingen die zich bezighuden met de mschling van agrariërs. Nu heeft het verschijnsel van de berepsverandering van beren en ) Het aantal werknemers in de land en tuinbuw in het verleden en de te verwachten ntwikkeling tt 975; L.E.I. 98.

tuinders vele aspecten. Verschillende hiervan, zals de rzaken van de berepsverandering, de wijze waarp het besluit tt berepsverandering tt stand gekmen en gerealiseerd is, de hierbij ndervnden meilijkheden en de aanpassing in en tevredenheid met de nieuwe psitie, kunnen alleen grndig wrden bestudeerd p basis van gegevens, verkregen met behulp van tijdrvende interviews nder de van berep veranderde vrmalige beren en tuinders. Zlang echter ver de mvang van de berepsverandering van agrarische bedrijfshfden ng nvldende exacte gegevens beschikbaar zijn, lijkt het niet verantwrd m tt een diepgaand en kstbaar nderzek ver te gaan. Daarm werd de vrkeur gegeven aan een nderzek, waarbij znder interviews nder de afgevleide bedrijfshfden een aantal, meest kwantitatieve, gegevens ver de berepsverandering en ermee samenngende verschijnselen kn wrden verkregen. Deze gegevens betreffen het aantal bedrijfshfden, dat naar een ander hfdberep is vergegaan, de leeftijd, waarp men van berep is veranderd. Verder, zij het glbaal, de rzaken van de berepsverandering, de huidige berepen van de vregere beren en tuinders, mvang van het grndgebruik na de berepsverandering, het aantal bedrijfspheffingen, resulterend uit berepsverandering, alsmede de ppervlakte van de bij deze bedrij fspheffing en bij de bedrij fsverkleining,bij berepsverandering en berepsbeëindiging vrijgekmen grnd. Berepsverandering en bedrijfspheffing zijn niet de enige rzaken van de verudering van het aantal bedrijven. Bedrijfsstichting, bedrijfssplitsing en het kiezen vr het berep ber f tuinder dr grndgebruikers met een nietagrarisch hfdberep den het aantal land f tuinbuwbedrijven tenemen. Per grtteklasse kunnen k vergrtingen en verkleiningen aanleiding zijn vr verudering van het aantal bedrijven. Naast de berepsverandering en de daarmede samenngende veranderingen van het aantal bedrijven en van de bedrijfsgrtte, die in het nderzek centraal staan, zullen k de andere genemde verschijnselen die van invled zijn p de ntwikkeling van het aantal bedrijven, aandacht krijgen. Het nderzek heeft betrekking p de peride 99. Het jaar 9 werd gekzen, mdat elders gebruik kan wrden gemaakt van gegevens, die ten beheve van een srtgelijk nderzek p de zandgrnden in Nederland in een aantal Brabantse gemeenten waren verzameld. Het rapprt is als vlgt ingedeeld. In het eerste hfdstuk is een beeld gegeven van de ntwikkeling ver de laatste 0 jaar van het aantal grndgebruikers in de categrieën landbuwers, tuinders, landarbeiders, nietagrariörs. Het tweede hfdstuk betreft de berepsverandering van agrarische bedrijfshfden. In het derde hfdstuk wrdt de betekenis van de berepsverandering vr de vermindering van het aantal bedrijven besprken; hierbij kmen k de andere factren die van invled zijn p de ntwikkeling van het aantal bedrijven aan de rde. In het vierde hfdstuk wrden de gevlgen van de berepsverandering vr het aantal bedrijven per grtteklasse bezien.

Het nderzek heeft betrekking p een gebied gevrmd dr de landbuwgebieden het Land van Cuyk, het nrdelijke en het zuidelijke Peelgebied, de Meierij, alsmede de westelijke en stelijke Kempen. Het Land van Cuyk en de beide Peelgebiedéii zijn samengevegd tt "de Peel" en de westelijke én stelijke Kempen tt 'tfé Kempen". Het nderzek werd uitgeverd in gemeenten die redelijk representatief kunnen wrden geacht vr het nderzekgebied, alsmede, zij het wellicht in mindere mate, vr de nderscheiden gebieden waarin zij zijn gelegen (bijlage ). De vr het nderzek bendigde gegevens zijn.met uitzndering van de cijfers van hfdstuk I, verkregen met medewerking van dé districtsbureauhuders van de Stichting tt uitvering van landbuwmaatregelen en van met de situatie en de verhudingen ter plaatse ged p de hgte zijnde persnen.

HFDSTUK I ntwikkeling van de agrarische berepsbevlking en van het aantal bedrijven Ten einde aan de rapprtering ver de berepsverandering en de betekenis ervan vr de vermindering van het aantal bedrijven enige achtergrndinfrmatie te verscffen vlgt hier een hfdstuk ver de ntwikkeling sinds 97 van het aantal mannelijke agrarische berepspersnen vr zver zij hun hfdberep in de land f tuinbuw hebben, en van het aantal bedrijven. Tevens wrdt vr de landbuwbedrijven vr 959 en 95 een verdeling in grtteklassen gegeven. In afwijking van de verige hfdstukken zijn in dit hfdstuk k cijfers ver de westelijke zandgrnden van NrdBrabant pgenmen.. De mannelijke agrarische berepsbevlking Uit tabel blijkt dat het aantal in de land en tuinbuw werkende mannen p de zandgrnden in de peride 9795 met ruim 8.d.i. %, is afgenmen. Tabel. ntwikkeling agrarische berepsbevlking p de Brabantse zandgrnden 9795 Bedrijfshfdn. Zns v.arb.kr. Ttaal 97 abs. index 97= 00 87 77 9 0 87 00 00 00 00 955 abs. index 07 9 0 7 5 50 507 80 959 abs. index 8 00 00 080 9 87 5 5 95 abs. index 55 7 9 05 0 9 50 5 Brn: C.B.S.L.E.I. Het geringst was de daling van het aantal bedrijfshfden, nl. %. Daarna kmt de grep meewerkende zns die met 0% verminderde, terwijl de grep verige arbeidskrachten met 78% is afgenmen. Er is k verschil in het temp van afneming tussen de verschillende categrieën (tabel ). 0

De daling van het aantal zns is na 90 duidelijk zwakker dan vr die tijd. De categrie verige arbeidskrachten vermindert na 955 relatief in een lager temp dan vr die tijd. De grep bedrijfshfden neemt na 90 sterker af dan daarvr. Tabel. Vermindering van het aantal ) mannelijke agrarische berepspersnen p de Brabantse zandgrnden Peride Bedrijfshfden Zns v. arbeidskrachten Ttaal 9795 9590 9095 9795 000 00 500 7 700 00 000 00 700 500 00 00 7 000 900 9 00 5 900 800 Brn: C.B.S.L.E.I. ) Afgernd. In de peride 9795 was de mvang van de vermindering bij de bedrijfshfden het kleinst en die bij de zns het grtst. In de peride 9590 is de daling bij de zns eveneens het grtst en die bij de verige arbeidskrachten het kleinst. Na 90 was bij de bedrijfshfden de afneming het grtst. Uit tabel blijkt dat in 97 50% van de mannelijke agrarische berepsbevlking uit bedrijfshfden bestnd, % uit p het bedrijf meewerkende zns en % uit verige arbeidskrachten. Tabel. Samenstelling agrarische berepsbevlking Bedrijfshfdn. Zns v. arb.kr. 97 abs. % 87 50 77 90 955 abs. % 07 0 5 59 9 959 abs. % 8 00 0 0 080 8 5 7 95 abs. % 55 9 905 5 9 Ttaal 87 00 507 00 9 00 5 50 00 Brn: C.B.S.L.E.I. Drdat in de peride 9795 het aantal zns en verige arbeidskrachten sterker is afgenmen dan het aantal bedrijfshfden, is in 95 het aandeel van de bedrijfshfden in de agrarische berepsbevlking gestegen tt 9%, terwijl dat van de zns en van de verige arbeidskrachten tt respectievelijk 5% en % is gedaald. Het blijkt dus dat de

grep verige arbeidskrachten p de zandgrnden een kleine grep is gewrden.. De grndgebruikers De gegevens van de vrige paragrafen dden betrekking p de agrarische berepsbevlking. In deze paragraaf wrdt de ntwikkeling van het aantal grndgebruikers nagegaan waarbij nderscheid is gemaakt tussen landbuwers,tuinders,landarbeiders en nietagrariërs.) Tabel. ntwikkeling van het aantal grndgebruikers p de Brabantse zandgrnden 97 955 959 95 abs. indedededex abs. in abs. in abs. in ) ) ) ) Landbuwers > Tuinders >0,0 Landarbeiders > Nietagrariërs > Ttaal s 90 085 8 8 00 00 00 00 00 9 8 70 780 9 05 7 5 97 88 5 8 075 97 8 75 9 7 0 9 00 55 5 7 9 987 7 99 90 87 Brn: C.B.S. )Index 97 = 00. Uit tabel blijkt dat in de peride 9795 de grep landbuwers met % is gedaald, terwijl het aantal tuinders in die peride slechts met % is verminderd. Het aantal landarbeiders met f meer grnd nam af met 57%. Het aantal nietagrariërs met f meer cultuurgrnd is daarentegen sinds 97 bijna verdrievudigd. Mgelijk kmt deze teneming vr een deel van de zijde van afgevleide landbuwers en berenzns die grndgebruiker bleven f werden. Tussen het westelijke en stelijke Nrdbrabantse zandgebied is er in de peride 95995 verschil in ntwikkeling per categrie van bedrijven (bijlage ). Het meest pmerkelijke verschil is dat in het westelijke zandgebied ) Bestaande uit de landbuwgebieden Land van Breda, nrdwestelijke zandgrnden en Land van BergenpZm.

het aantal tuinbuwbedrijven afnam en in het stelijke zandgebied is tegenmen. Tabel 5 geeft vr 95 vr het stelijke en het westelijke zandgebied en vr de Nrdbrabantse zandgrnden een verdeling van genemde categrieën bedrijven in prcenten. Tabel 5. Categrieën grndgebruikers in prcenten p de Brabantse zandgrnden (95) Landbuwers Tuinders Landarbeiders Nietagrariërs Ttaal si s 0,0 " s,00 " s,00 " Westelijk zandgebied 9 00 stelijk zandgebied 7 9 00 Ttaal 7 0 7 00 Brn: C.B.S. Van alle grndgebruikers is meer dan 70% landbuwer en 0% is tuinder. In het westelijke zandgebied is ca. 0% van de grndgebruikers tuinder.. De landbuwbedrijven naar grtte mdat veel landbuwbedrijven te klein zijn m er een redelijk inkmen p te verdienen, is de ntwikkeling van de bedrijfsppervlakte van belang. Tabel geeft vr de zandgebieden in NrdBrabant vr 95995 een verdeling van de bedrijven ver de ppervlakteklassen, alsmede per ppervlakteklasse de ntwikkeling van het aantal bedrijven in de peride 95995. (Tabel zie blz. ) In de peride 95995 is het aandeel van de bedrijven beneden 0 kleiner gewrden en dat van de bedrijven van 0 en meer grter. Tch was in 95 ng ngeveer de helft van de landbuwbedrijven kleiner dan 0, en slechts 7% grter dan 0. Uit tabel blijkt tevens dat het aantal landbuwbedrijven in jaar tijds met % is afgenmen, dus gemiddeld ruim % per jaar. Het aantal bedrijven beneden 0 verminderde met 7%; de aantallen bedrijven in de grtteklassen bven 0 namen te met 5 à 0%. In het stelijke zandgebied van NrdBrabant was de afneming van het aantal bedrijven sterker dan in het westelijke zandgebied, wat vral verrzaakt is dr de sterkere vermindering van het aantal bedrijven beneden 0 in het stelijke zandgebied. In het stelijke zandgebied nam het aantal bedrijven bven 0 belangrijk te, terwijl in het westelijke zandgebied het aantal bedrijven bven 0 weinig f niet tenam.

H TJ EH è5. S s fh fh I b s pq a a T <M es I TJ «M Ö? IM 00 00 * n ( C îh 00 C CD 00 CI ^ C * ih t* Tt> rh rt a> in C0 rh c ih in ce C i C C C Tj" 5 m * c»»h rh C en rh rh 0> fh W C fh C l fh rh C rh C C fh S TJ ar C c rh in fh 00 C fh c fh cn fh h m "E «S TJ 8 e» in m m cn in CD rh «00 fh * c 00 C in fh in < C in fh I t a en c fh c rh rh <D fh c 00 * c C! CS CS ) cd ja c V SI c Al H

HFDSTUK H De berepsverandering In de peride 9 tt 9 verminderde het aantal bedrijfshfden in de categrie bedrijfshfden met als hfdberep de explitatie van een land f tuinbuwbedrijf (de A en Bgrndgebruikers) met 9%. Deze vermindering was de resultante van het verdwijnen van bedrijfshfden (8%) en van het tetreden van nieuwe bedrijfshfden tt deze categrie (9% van het aantal in 9). p deze tetreding wrdt in dit rapprt niet ingegaan. nder de redenen vr het verdwijnen van bedrijfshfden interesseert ns in eerste instantie vral de berepsverandering. Deze in dit hfdstuk aan de rde gestelde berepsverandering betreft de vergang naar een ander berep van beren en tuinders, persnen wier hfdberep vrheen bestnd uit het expliteren van een land f tuinbuwbedrijf. ) In wrdt een verzicht gegeven van het percentage zelfstandige agrariërs, dat in de peride 99 van berep is veranderd. Dit aantal wrdt vergeleken met het aantal beren dat de berepsuitefening geheel heeft beëindigd. Deze berepsbeëindiging heeft vrnamelijk plaats in het kader van de generatiewisseling. In wrdt vervlgens een indruk gegeven van de redenen van berepsverandering en in van de huidige berepen van de vregere beren. In wrdt nagegaan in heverre de desbetreffende bedrijfshfden via de berepsverandering ng grndgebruiker zijn gebleven, en he grt hun bedrijven waren in 9 en in 9.. De mvang van de berepsverandering Uit tabel 7 blijkt, dat in de peride 99 % van de in 9 aanwezige bedrijfshfden van hfdberep is veranderd. Van de bedrijfshfden met een bedrijf kleiner dan 0 veranderde % van hfdberep; bij de beren met een bedrijf grter dan 0 was dit %. p de bedrijven beneden 7 kmt de berepsverandering relatief frequenter vr dan p de bedrijven van 70. Bij de bedrijfshfden jnger dan 55 jaar veranderde 5% en bij die bven 55 jaar % van hfdberep. Er is tussen de nderscheiden gebieden verschil in de mate van berepsverandering. Uit bijlage blijkt dat respectievelijk in de Meierij, in de Peel en in de Kempen 5%, % en % van de in 9 aanwezige bedrijfshfden in 9 van berep zijn veranderd. ) In het navlgende wrdt alleen gesprken van ber en landbuwer en landbuwbedrijf. 5

Tabel 7. De berepsverandering en berepsbeëindiging dr agrarische zelfstandigen in de peride 99 (in zandgebieden in Midden en stbrabant) Verminde Aant.ver Aant.v.be Aant.be Aant. tegering aantal dwenen rep ver repsbe treden nieu A en B bedrijfs bedrijfs anderde eindigin we bedr. bedrijven hfden hfden bedr.hfd. gen hfden in % van het aantal bedrijfshfden in 9 < 0 5 00 +5 5 +0 >0 + +8 Ttaal < 55 jr. > 55Jr. De Meierij De Peel De Kempen 9 0 0 9 8 8 8 0 9 5 5 5 5 + 9 + + + 0 + 7 + Het verdwijnen van bedrijfshfden is niet alleen een gevlg van berepsverandering, maar k van berepsbeeindiging. Berepsbeeindiging en berepsverandering hebben er in de stelijke zandgebieden van NrdBrabant te geleid dat 8% van de in 9 aanwezige beren in 9 niet meer als zelfstandig agrariër aanwezig was. In de Peel is het percentage verdwenen beren het laagst, nl. %. Verder zijn er relatief meer beren verdwenen p de kleinere bedrijven dan p de grtere en wat de leeftijd betreft in de hgere leeftijdsklassen. Dit laatste wrdt uiteraard verrzaakt dr het hge percentage berepsbeeindigingen in de hgere leeftijdsklassen. Aangenmen dat de in de nderzekgemeenten gevnden cijfers k in de andere gemeenten van het gebied gevnden zuden zijn, kan dr mrekening een glbale indruk van het ttaalaantal berepsveranderingen in het gehele gebiedwrden verkregen. Uit deze mrekening blijkt, dat in ttaal p zandgrnden in het midden en sten van NrdBrabant van 9 tt 9 ngeveer 700 bedrijfshfden van hfdberep veranderden; in de Meierij ca. 0, in de Peel ca. 90 en in de Kempen eveneens ca. 90.. De redenen van berepsverandering De vraag naar de redenen van berepsverandering kan uiteraard het best wrden beantwrd dr de vrmalige bedrijfshfden zelf. Een enquête nder de vregere beren was in het kader van de beperkte pzet van het nderzek echter niet uitverbaar. Daarm is vlstaan met aan persnen, die ged met de situatie ter plaatse p de hgte zijn, te vragen, wat de reden van berepsverandering zu kunnen zijn geweest. Het zal duidelijk zijn, dat de aldus verkregen infrmatie minder betruwbaar en gedetailleerd is dan de infrmatie, die bij de van berep

veranderde persnen zelf verkregen zu zijn. Vr het verscffen van een glbale indruk zijn de aldus verkregen inlichtingen echter wel bruikbaar. Tabel 8 geeft de frequentie van de diverse redenen van berepsverandering die dr milieukenners zijn pgegeven. Tabel 8. Frequentie van de redenen van berepsverandering (in prcenten) ) Kedenen Beren vldet niet Geen 00% ber Gezndheidsredenen Vruw velde niet vr beren, was gendicapt Geen pvlger Verbetering psitie (financieel, werktijden) Financiële meilijkheden Slechte bedr. resulaten Slechte bedrijfsmstandigheden Gedwngen pachtbeeindiging verige redenen Ttaalaantal redenen Ttaalaantal berepsveranderaars Gemiddeld aantal bekende redenen per berepsveranderaar Aantal redenen < 5 jr. 8 9 5 j] 7 0 9 ) r. tt. 7 7 8 7 7 5 7 95 8 Percentage redenen < 5 jr. 8 8 8 8 00. > 5 7 9 9 5 7 9 8 00, jr..tt. 7 7 7 0 7 7 5 7 00. ) Deze gegevens zijn afkmstig uit de gemeenten: St.edenrde, Geffen, Haps, Asten, Scyk, Wanry, Hgeln, Reusel. Er zijn 89 redenen genemd ) vr 8 gevallen van berepsverandering. Financiële mstandigheden spelen een belangrijke rl bij de berepsverandering. k persnlijke mstandigheden zijn van betekenis. Waarschijnlijk ngen beide vr een belangrijk deel samen. Verder wrdt ten aanzien van de bedrijfshfden bven 5 jaar k het nietaanwezigzijn van een pvlger als reden vr berepsverandering genemd. Daar in van de 9 gevallen van berepsverandering bven 5 jaar het ) In gevallen kn geen reden wrden pgegeven. 7

bedrijf is pgeheven, speelt vermedelijk het nietaanwezigzijn van een pvlger een grtere rl bij de berepsverandering dan uit de pgegeven redenen blijkt. He grt de betekenis van deze factr is geweest is echter niet vast te stellen. Uit het nderzek bleek, dat p de bedrijven van degenen, die in 9 en in 9 ber waren, in 9 pvlgers per 0 bedrijven aanwezig waren en p de bedrijven van beren die van berep veranderd waren, 0, per 0 bedrijven. Financiële meilijkheden spelen bij de bedrijfshfden beneden 5 jaar een duidelijk grtere rl dan bij de udere bedrijfshfden. De berepsverandering kan samenngen met de bedrijfsbeëindigingsregeling van het ntwikkelings en Saneringsfnds. In de nderzekperide zijn in de keuzegemeenten 5 aanvragen ingewilligd. Slechts van 8 van deze 5 gevallen is het desbetreffende bedrijfshfd naar een ander berep vergegaan; in 7 gevallen hebben zij de berepsuitefening geheel gestaakt. Het ttaalaantal berepsveranderingen in de keuzegemeenten van de stelijke zandgebieden van NrdBrabant bedreg, hiervan ging dus 7% gepaard met een pheffing van het bedrijf via de saneringsregeling.. De berepen van de vregere beren Vr een ged begrip van het verschijnsel van berepsverandering vr agrarische bedrijfshfden dient men k te beschikken ver infrmatie inzake hun huidige berep. Tabel 9 ) geeft de verdeling naar huidig berep van de bedrijfshfden, die in de peride 9 tt 9 het expliteren van een landbuwbedrijf als hfdberep hebben beëindigd. Tabel 9. Verdeling van het aantal vrmalige beren naar nieuw hfdberep < 0 jr. 09 " 5059 " 0 " Ttaal Meierij Peel en L. v.cuyk Kempen Aantal bereps agraverande risch ringen 9 7 0 lndienst Aantal berepen fabr. öv. zelf veriarbei arbei stan ge beder ders dig repen 9 9 7 0 x) Waarnder zelfstandige lnwerkers. 9 7 7 8 7 0 è Ux\_ 5 nbekend ) In deze tabel is een verdeling naar grtteklasse achterwege gebleven vanwege het betrekkelijk kleine aantal berepsveranderingen bij de bedrijfshfden met een bedrijf van 0 f grter. 9 7 8

Uit een gpunt van vakbekwaamheid lijkt de vergang naar lndienst in de landbuw de meest aangewezen weg. p de stelijke zandgrnden van NrdBrabant heeft minder dan % van de vrmalige bedrijfshfden deze weg gevlgd. Een dergelijke psitie in de agrarische sectr is echter ver het algemeen in sciaal pzicht vr vregere bedrijfshfden niet erg aanlkkelijk. Enkele exberen zijn lnwerker gewrden. De meeste bedrjjfshfden die het zelfstandige agrarische hfdberep hebben pgegeven hebben de landbuw verlaten. Van de vrmalige bedrijfshfden is % in de fabriek terechtgekmen, % in verige arbeidersberepen (buwvakarbeider, grndwerker, gemeentearbeider, bs f veenarbeider, arbeider bij een waterscp e.d.) en % in een zelfstandig berep. De berepsverandering heeft dus in de meeste gevallen het verlies van zelfstandigheid tt gevlg ged. Van de van berep veranderde beren d 8% het nieuwe hfdberep reeds als nevenberep uitgeefend. De vermelde berepen zeggen weinig ver de inhud van het berep. Aangenmen mag wrden dat veel vrmalige beren in berepen vr ngeschlden zijn terechtgekmen. Het is niet nwaarschijnlijk dat in een aantal gevallen de berepsverandering, hewel ecnmisch meestal wel een verbetering, in sciaal pzicht een achteruitgang inhield. In heverre dit het geval is, ngt mede af van de sciale psitie van de afgevleide beren in de agrarische samenleving.. De b e r e p s v e r a n d e r i n g, b e r e p s b e ë i n d i gingenhetgrndgebruik De beren, die van hfdberep veranderen kunnen grndgebruiker blijven f hun grndgebruik geheel afstten. In deze paragraaf wrdt ingegaan p de vraag, heveel vregere beren grndgebruikers zijn gebleven en heveel grnd zij ng in gebruik hebben. Hierbij zijn alleen diegenen als grndgebruiker beschuwd, die één f meer in gebruik hebben. m misverstand te vrkmen zij hier pgemerkt, dat het al dan niet grndgebruiker blijven van de van hfdberep veranderde vregere beren p zich niets zegt ver het vrtbestaan van hun bedrijven. Zij kunnen immers na de pheffing van hun bedrijf andere grnd kpen f pachten. Anderzijds kan het vregere bedrijf van afgevleide bedrijfshfden znder grndgebruik dr een ander zijn vergenmen. Uit tabel 0 blijkt dat % van de beren die in de peride 99 een ander hfdberep kzen, medi 9 cultuurgrnd f meer in gebruik d. Vr ruim een derde van de beren, die van berep veranderden, betekende de berepsverandering direct f al vrij gauw tevens het geheel f vrijwel geheel afstten van de grnd. Het aanhuden van grnd na berepsverandering kmt relatief het minst vr bij exberen in de Peel. (Tabel 0 zie blz.0 ) Uit tabel 0 blijkt vrts dat er een belangrijk verschil bestaat in het aanhuden van grnd bij berepsverandering en beëindiging. Van degenen die van berep veranderden d ruim 0% in 9 ng grnd (> ) in gebruik, van degenen die hun berep beëindigden minder dan een kwart. 9

Tabel 0. Berepsverandering, berepsbeëindiging en grndgebruik < 0 00 " a 0 " Ttaal < 55 jr. > 55 " De Meierij De Peel + Land De Kempen van Cuyk Percentage van beren met grndgebruik na berepsverandering berepsbeëindiging in % van het aantal in % van het aantal berepsveranderin berepsbeëindigen gingen 70 7 5 7 5 9 5 Bij vergelijking van het grndgebruik na berepsverandering met dat na berepsbeëindiging, met rekening wrden gehuden met de mstandigheid, dat berepsbeëindiging het gevlg kan zijn van verlijden f ernstige invaliditeit f van gebruikmaking van de beëindigingsregeling van het ntwikkelings en Saneringsfnds, waarbij grndgebruik niet meer is tegestaan. De in het vrgaande vermelde cijfers geven slechts een nvlledige indruk van het grndgebruik na berepsverandering van landbuwers en tuinders. Zij verscffen immers geen infrmatie ver de mvang van het grndgebruik dr de desbetreffende grndgebruikers in 9 en 9. De beren, die van berep veranderden en grndgebruiker bleven ) dden in 9 gemiddeld 7, in gebruik en in 9 5,9. Het ndven van het grndgebruik dr van berep veranderde vrmalige beren heeft k invled p het aantal grndgebruikers met een nietagrarisch hfdberep. Het aantal nietagrariërs met meer dan cultuurgrnd bedreg in 9 in de nderzekgemeênten 5. Hiernder bevnden zich ngeveer 70 grndgebruikers, die in 9 het berep van ber als hfdberep uitefenden; dit is % van het aantal nietagrarische grndgebruikers. ) D.w.z. in 9 f meer cultuurgrnd in gebruik dden. 0

HFDSTUK ni Berepsverandering en het verdwijnen van bedrijven In de peride 99 heeft een niet nbelangrijk aantal bedrijfshfden hun berep beëindigd f een ander hfdberep gekzen. Deze verschijnselen zijn uiteraard van invled p de ntwikkeling van het aantal bedrijven. In dit hfdstuk zal derlve wrden ingegaan p de vermindering van het aantal bedrijven en p de rzaken hiervan. Hierbij zal in het bijznder aandacht wrden besteed aan de berepsverandering. In wrdt een verzicht gegeven van de betekenis van de belangrijkste rzaken van de vermindering van het aantal bedrijven. In de vlgende paragrafen wrdt achtereenvlgens nader ingegaan p de bedrijfspheffing, p de betekenis van de beëindigingsregelingen van het. en S. fnds vr de bedrijfspheffing en p de dr berepsverandering beschikbaar gekmen ppervlakte cultuurgrnd. Er wrdt nderscheid gemaakt tussen A,B,C en Dbedrijven, die als vlgt kunnen wrden gedefinieerd. A en k Bbedrijven zijn bedrijven van grndgebruikers met als hfdberep de explitatie van een land f tuinbuwbedrijf. Bij de Abedrijven heeft het bedrijfshfd geen en bij de Bbedrijven wel een nevenberep. Cbedrijven zijn bedrijven van grndgebruikers met een ander hfdberep dan ber f tuinder. Dbedrijven zijn bedrijven van rustende grndgebruikers, meestal rustende beren. ). De rzaken van de vermindering van het aantal agrarische bedrijven Het aantal bedrijven waar de land f tuinbuw als hfdberep werd uitgeefend dus de A en Bbedrijven daalde in de peride 99 met 8,9%. Deze vermindering was het gevlg van het feit dat dr bedrijfspheffing, vergang naar de categrie C f Dbedrijven meer bedrijven zijn verdwenen (,% van het aantal in 9) dan er nieuwe zijn bij gekmen (,% van het aantal in 9). Dit laatste kan het gevlg zijn van stichting f splitsing van bedrijven, maar k van de vergang vanuit C en Dbedrijven naar de categrie A f Bbedrijven. (Tabel zie blz. ). De bedrijfspheffing is de belangrijkste rzaak vr het verdwijnen van A en Bbedrijven (5,%). De vergang naar de categrieën C en D bedrijven te zamen is van meer betekenis vr het verdwijnen van bedrijven dan de bedrijfspheffing. In de Peel evenwel is het mgekeerde ) De indeling in A,B,CenD^rndgebruikers berust p dezelfde criteria.

Tabel. De rzaken van de vermindering in de peride 99 van het aantal bedrijven (Aen B) p de zandgrnden Verdwenen bedrijven ) dr: pheffing vergang naar Cbedrijven vergang naar Dbedrijven verige redenen + nbekend Ttaal verdwenen Nieuwe bedrijven ) dr: stichting en splitsing vergang vanuit C en D bedrijven verige redenen + nbekend Ttaal nieuwe bedrijven Vermindering ) stelijke de Meierij 5,5,5,5 0,,8 +,8 +, + 0, +, 9, zandgebieden van N.<Brabant de Peel de Kempen ttaal 5,,,5,, +, + 0,7 + 0, +, 9,,5,0,8, ;l ' 7 +,8 + 0,7 + 0, +, 7, 5,,8,9,, +, + 0,9 + 0, +, 8,9 ) In % aantal bedrijven in9. het geval. De vermindering van het aantal bedrijven is het kleinst in de Kempen. In dat gebied is het percentage verdwenen bedrijven het kleinst en het percentage nieuwe bedrijven het hgst. In heverre berepsverandering tt het pheffen van bedrijven heeft geleid, blijkt uit tabel (zie blz. ). Dr pheffing als gevlg van berepsverandering verdween,5% van het aantal bedrijven in 9. De meeste pheffingen dden echter plaats in het kader van de berepsbeëindiging (,7%). De meeste bedrijven die verdwenen naar de categrie C zijn bedrijven van beren die van berep zijn veranderd, maar hun bedrijf hebben aangehuden (,5%). Een klein aantal bedrijven zijn in de categrie C bedrijven terechtgekmen mdat zij zijn vergedragen aan grndgebruikers die het bedrijf als nevenberep expliteren. Heveel van deze verdrachten een gevlg zijn van berepsverandering van het vrmalige bedrijfshfd, is niet bekend. Het is derlve niet mgelijk exact vast te stellen heveel A en B bedrijven dr berepsverandering van het bedrijfshfd zijn verdwenen. Naar sctting bedraagt dit aantal,% van het aantal bedrijven in 9. Het aantal nieuw ntstane bedrijven bedreg,% van het aantal bedrijven in 9.Het effect van de berepsverandering is dus vr een belangrijk deel tenietgedaan dr het ntstaan van nieuwe bedrijven. k het percentage dr berepsbeëindiging verdwenen bedrijven kan niet exact wrden vastgesteld:,7% van de bedrijven is pgeheven dr berepsbeëindiging,,5% is in de categrie Dbedrijven terechtgekmen

Tabel. De invled van de berepsverandering en berepsbeeindiging p het verdwijnen van bedrijven (A +B) Dr berepsverandering ) pheffing vergang naar Cbedrijven (zelfde bedrijfshfd) Dr berepsbeeindiging ) pheffing vergang naar Dbedrijven (zelfde bedrijfshfd) vergang naar C f D bedrijven dr verdracht Dr berepsverandering verdwenen bedr. (sctting) ) Dr berepsbeeindiging verdwenen bedr. (sctting) ) stelijke zandgebieden van N.Brabant de Meierij.7,,8,8,,9 0,8 5,0 7,5 de Peel,,7,,0,0,0 0,9,, de Kempen,,8,,, 5,7 0,,,0 ttaal,5,5,0,7,5, 0,7,,7 ) In % van aantal bedrijven in 9. drdat het bedrijfshfd zijn berep beëindigde maar zijn bedrijf aanhield. Heveel gevallen van verdracht van het bedrijf aan een rustende grndgebruiker het gevlg waren van berepsverandering dr het vregere bedrijfshfd is niet bekend. Van betekenis zal dit aantal echter niet zijn. Het aantal dr berepsbeeindiging verdwenen bedrijven kan derlve veilig wrden gesct p,7%. Berepsbeeindiging is dus ng altijd van meer betekenis vr het verdwijnen van bedrijven dan berepsverandering. Het aantal dr berepsverandering verdwenen bedrijven bedreg p de stelijke zandgrnden van NrdBrabant ngeveer een derde van het ttaalaantal verdwenen bedrijven. In de Peel lag dit percentage met 7% het laagst.. Bedrijf SQpheffing dr berepsverandering en dr berepsbeeindiging In de vrige paragraaf bleek, dat de bedrijfspheffing de belangrijkste rzaak was vr het verdwijnen van bedrijven en daarmede van de vermindering van het aantal bedrijven. Daarm wrden in deze paragraaf ng een aantal gegevens verscft ver de bedrijfspheffing, in het bijznder ver de samenng van de bedrijfspheffing met respectievelijk de berepsverandering en de berepsbeeindiging. Tabel geeft een

verzicht van het percentage pgeheven bedrijven en van de samenng tussen bedrijfspheffing en berepsverandering. Tabel. Bedrijfspheffing dr berepsverandering < 0 00 > 0 Ttaal < 55 jr. > 55Jr. De Meierij De Peel De Kempen pgeheven bedrijven in % van aantal in 9 7 5 0 5 Dr berepsverandering pgeheven bedrijven in % v. h. aantal bedrijven in 9 bedrijfspheffingen ~~ 9 "9" 5 0 8 0 p de zandgrnden in het midden en sten van NrdBrabant was medi 9 5% van het aantal in mei 9 aanwezige bedrijven pgeheven. p de bedrijven kleiner dan 0 bedreg dit percentage 7%, p de bedrijven van 00 % en p de bedrijven bven 0 %. Van de kleinere bedrijven is het percentage pgeheven bedrijven dus aanzienlijk hger dan van de middelgrte en grte bedrijven. k naar leeftijd van het bedrijfshfd blijkt er verschil in de mate waarin bedrijven wrden pgeheven. Van de bedrijven van bedrijfshfden beneden 55 jaar is % pgeheven, van de bedrijven van bedrijfshfden bven 55 jaar 0%. Er wrden dus aanzienlijk meer bedrijven van udere bedrijfshfden pgeheven dan van jngere. Dit ngt samen met de mstandigheid dat meer beren hun berep beëindigen dan er van berep veranderen. k tussen de gebieden zijn er zij het geen pmerkelijke verschillen. In de Peel is het percentage pgeheven bedrijven niet % het hgst. Dr berepsverandering is % van de bedrijven pgeheven. Daar in ttaal 5% van de bedrijven is pgeheven, is dus het merendeel pgeheven in het kader van de berepsbeeindiging. Bedrijfspheffing dr berepsverandering kwam bij kleinere bedrijven meer vr dan bij de grtere. Het percentage dr berepsverandering pgeheven bedrijven is bij de beren jnger dan 55 jaar hger dan bij de beren uder dan 55 jaar. Van het ttaalaantal bedrijfspheffingen heeft 9% plaats in het kader van berepsverandering. Het pheffen van bedrijven, waarvan het bedrijfshfd jnger dan 55 jaar is, heeft in 5% van de gevallen plaats in het kader van de berepsverandering. Daarentegen heeft het pheffen van bedrijven van bedrijfshfden bven 55 jaar slechts in % van de gevallen plaats in het kader van berepsverandering. Het feit dat berepsbeeindiging ng van aanmerkelijk meer betekenis

is vr de bedrijfspheffing dan berepsverandering beheft niet te betekenen, dat berepsbeöindiging meer met bedrijfspheffing gepaard gaat dan berepsverandering. Berepsbeëindigingen hebben immers in de nderzekperide meer plaatsged dan berepsveranderingen. Bij berepsverandering werd 8% van de hierbij betrkken bedrijven ng in de nderzekperide pgeheven. Bij berepsbeöindiging was dit met 8% van de bedrijven het geval. Daar tt nu te de meeste bedrijven.die in het kar der van de generatiewisseling vrijkmen wrden vergenmen, is het wel te begrijpen dat dr berepsbeëindiging relatief minder bedrijven wrden pgeheven dan dr berepsverandering, waarbij in de meeste gevallen geen pvlger aanwezig is.. De betekenis van h e t.e n S.f n d s vr de bedrijfspheffing in de nderzekperide Bij het nderzek is k getracht een indruk te krijgen van de achtergrnden en van de rzaken van de bedrijfspheffing en wel dr aan met de plaatselijke situatie ged bekende persnen te vragen, wat naar hun mening de rzaak van de bedrijfspheffing is geweest. Zals reeds in het vrige hfdstuk werd pgemerkt, is deze infrmatie minder betruwbaar en gedetailleerd dan de van de direct bij de pheffing betrkken persnen verkregen infrmatie. Dit geldt vr de achtergrnden van de bedrijfspheffing in ng sterkere mate dan vr de achtergrnden van de berepsverandering. Daarm wrdt hier alleen ingegaan p de betekenis van de beeindigingsregelingen van het ntwikkelings en Saneringsfnds vr de bedrijfspheffing. Vlgens de infrmanten is % van de pgeheven bedrijven pgeheven p grnd van de beëindigingsregeling van het ntwikkelings en Saneringsfnds. De betekenis van deze regeling is in feite echter grter dan uit dit percentage blijkt. Bij een aantal bedrijfspheffingen in het kader van het. en S.fnds zijn naar alle waarschijnlijkheid dr de infrmanten achterliggende redenen genemd. Tabel geeft een betere indruk van de betekenis van het. en S.fnds vr de bedrijfspheffing. Tabel. Bedrijfspheffing in het kader van het. en S.fnds < 0 > 0 " Ttaal De Meierij De Peel De Kempen Aant.ingewili ligde aanvr. 5 Aant.bedr. pheffingen 5 7 5 ) Vanwege kleine aantallen niet gepercenteerd. Aant.bedr. ph.bij bedr. hfd.^50 ir. 8 0 9 ) in% van ^) 0 8 8 ). in% van 8 8 5 ) 5

Hieruit blijkt dat in de keuzegemeenten p de stbrabantse zandgrnden 0% van het aantal pheffingen van bedrijven die in 9 A en B'bedrijf waren heeft plaatsged in het kader van de beëindigingsregeling van het ntwikkelings en Saneringsfnds. Ten aanzien van de bedrijven beneden 0 d % van de pheffingen van A en Bbedrijven plaats binnen het kader van de. en S.regeling. In de Kempen is 8% van de pgeheven A en Bbedrijven dr gebruikmaking van de. en S.regeling pgeheven. Drukt men het aantal in het kader van de. en S.regeling pgeheven bedrijven uit als een percentage van het aantal pgeheven bedrijven, waarvan het bedrijfshfd 50 jaar f uder was ), dan liggen deze percentages 0 à 5% hger ) Er mag wel wrden aangenmen dat de beëindigingsregeling van het ntwikkelings en Saneringsfnds een belangrijke stimulans is geweest vr de pheffing van agrarische bedrijven, die er waarschijnlijk niet naanzienlijk dr is versneld. Dit alles te meer daar de beëindigingsregeling eerst per mei 9 in werking is getreden en bij het afsluiten van het nderzek ng niet alle aanvragen waren afgewerkt. ). De ppervlakte van bij berepsverandering en berepsbeëindiging vrijgekmen grnd Dr pheffing van bedrijven van beren en tuinders is in de stelijke zandgebieden van NrdBrabant,5% van de in 9 aanwezige cultuurgrnd vrijgekmen. Tabel 5. Dr bedrij fspheffing vrijgekmen ppervlakte grnd De De De Tt.stelijk Meierij Peel Kempen zandgeb.van. N.Brabant Bij bedrijfspheffing vrijgekmen pp.cult.gr. in % v.d.pp. in 9,,8,,5 Bij pheffing dr berepsverandering vrijgekmen grnd in % 9, 0,8,~0,0 Idem dr berepsbeëindiging,,0,,5 Er is in jaar tijds,5% van de ppervlakte cultuurgrnd vrijgekmen dr pheffing van bedrijven van beren en tuinders, dit is ruim % per jaar. ) Alleen beren van 50 jaar en uder knden van de beëindigingsregeling gebruik maken. ) De activiteit van het Saneringsfnds heeft zich verigens niet beperkt tt de A en Bbedrijven, maar zich tevens uitgestrekt ver de C en Dbedrijven. ver deze laatste grep zijn wat de sanering betreft in dit nderzek geen cijfers beschikbaar.

Bij bedrijfspheffing dr berepsbeëindiging is meer cultuurgrnd vrijgekmen dan bij pheffing in het kader van berepsverandering. Er is ca. een derde van de bij bedrijfspheffing vrijgekmen grnd afkmstig van bij berepsverandering pgeheven bedrijven. Deze ppervlakte mvat % van de ppervlakte cultuurgrnd in9. Belve dr bedrijfspheffing kwam er k grnd vrij dr verkleining van bedrijven die na berepsverandering en na berepsbeëindiging werden aangehuden en dus respectievelijk C en Dbedrijven zijn gewrden. Dr verkleining van de bedrijven die na berepsverandering dr het bedrijfshfd werden aangehuden kwam 0,% van de ppervlakte cultuurgrnd vrij; bij verkleining na berepsbeëindiging,7%. Uitgegaan van de verhudingen in de nderzekgemeenten kan vr de zandgebieden in het midden en sten van NrdBrabant een glbale indruk wrden gekregen van de ppervlakte cultuurgrnd die in het verkeer kwam dr berepsverandering en dr berepsbeëindiging. Uit deze berekening blijkt dat als gevlg van bedrijfspheffing dr berepsverandering ngeveer 85 en als gevlg van verkleining na berepsverandering 550 vrijkwam, te zamen 75. Dr berepsbeëindiging kwam ngeveer 00 ter beschikking, waarvan ca. 00 bij pheffing en 00 bij verkleining. 7

HFDSTUK IV Berepsverandering en bedrijfsgrttestructuur Berepsverandering enbeeindiging hebben niet alleen geleid tt vermindering van het ttaalaantal bedrijven, maar k tt veranderingen in de bedrijfsgrttestructuur, dus in de verdeling van de bedrijven ver de grtteklassen. Tabel. De bedrijfsgrttestructuur in 9 en 9 (A en Bbedrijven) Aantal bedrijven 9 9 < 5 5 7 " 70 " 0 " 5 " 50 " 00 " > 0 " 9 8 90 97 0 0 9 9 () () () (8) () ( 8) ( ) ( ) 78 7 8 5 0 () (0) (8) (9) (7) (0) () ( ) Ttaal 80 00 5 00 ( ) = prcenten van het ttaal. Het aandeel van de bedrijven beneden 0 is gedaald en dat van 0 en grter gestegen. Deze verschuiving blijkt zich Vral vr te den in de Meierij (bijlage 5). k bij de veranderingen in de bedrijfsgrttestructuur heeft de bedrijfspheffing een belangrijke rl gespeeld, hewel k andere factren van betekenis zijn geweest. In wrdt ingegaan p de verandering van het aantal bedrijven per grtteklasse en de rzaken daarvan. Naast de in het vrige hfdstuk genemde rzaken zijn dit het grteren kleinerwrden van bedrijven, waardr de bedrijven respectievelijk in een hgere en lagere grtteklasse terecht kunnen kmen.. Mutaties per grtte klasse en de rzake ndaarvan In de peride van nderzek nam het aantal bedrijven beneden 7 8

met % af; het aantal bedrijven van 70 met 0%. Het aantal bedrijven van 0 daalde slechts weinig. In de grtteklasse van 5 steeg het aantal bedrijven met ruim 8%. Het aantal bedrijven van 50 nam te met %, dat bven 0 met % (tabel 7 zie blz.0 ). De bedrijfspheffing, en dan vrnamelijk als gevlg van berepsbeeindiging, is vral van betekenis p de bedrijven beneden 7. p de bedrijven bven 7 kmt bedrijfspheffing relatief veel minder vr. In de peride 99 is ruim 5% van het aantal bedrijven in 9 pgeheven; van de bedrijven beneden 7 is % pgeheven. Verder zijn zwel berepsverandering als berepsbeëindiging, waarbij in beide gevallen het bedrijf wrdt aangehuden, ieder met,5% van het aantal bedrijven, belangrijke rzaken van het verdwijnen van bedrijven. Deze verschijnselen treft men het meest aan p de bedrijven beneden 0, dus eveneens p de kleinere bedrijven. Dr bedrijfsverdracht kmt 0,7% van de bedrijven terecht in de categrie C en Dbedrijven. ppervlaktemutaties geven in een grt aantal gevallen aanleiding tt vergang van het bedrijf naar een andere grtteklasse. Verkleiningen waren er rzaak van dat 8,8% van de bedrijven in een lagere grtteklasse terechtkwam, terwijl als gevlg van de vergrtingen 7,8% van de bedrijven in een hgere grtteklasse belandde. Bij bestudering van de ntwikkelingen in de grtteklassen beneden 0 blijkt dat % van de bedrijven die in 9 in de grtteklasse kleiner dan 5 aanwezig waren, dr berepsverandering van het bedrijfshfd uit deze grtteklasse verdween. In de grtteklassen 57 en 70 was dit met 7% en % het geval. Dr berepsbeeindiging verdwenen er aanzienlijk meer kleine bedrijven, in het bijznder ten aanzien van de bedrijven kleiner dan 5. In deze laatste grtteklasse was bvendien de berepsbeeindiging van meer betekenis vr de vermindering van het aantal bedrijven dan de verschuivingen tussen de grtteklassen. In de beide andere grtteklassen beneden 0 (57 en 70 ) d het grteren kleinerwrden van bedrijven veel meer invled p het aantal bedrijven per grtteklasse dan berepsverandering en berepsbeeindiging. De veranderingen in het aantal bedrijven per grtteklasse werden vrnamelijk verrzaakt dr het grteren kleinerwrden van bedrijven. Beröepsverandering en berepsbeëindiging waren hier relatief van veel minder betekenis. Stichting, splitsing, de vergang naar de grep A en Bbedrijven dr berepsverandering f verdracht van het bedrijf van een nietzelfstandig agrarische berepspersn naar een zelfstandig agrariër waren relatief van weinig betekenis vr de mutaties van het aantal bedrijven in de grtteklassen. De vergang van bedrijven naar een andere grtteklasse is vral het gevlg van mutaties in de bedrijfsppervlakte. In de bijlagen a, b, c zijn per gebied cijfers ver de mutaties per grtteklasse vermeld. De berepsbeëindiging met het aanhuden van het bedrijf kmt p de bedrijven beneden 5 relatief veel vr in de Kempen en relatief weinig in de Peel. 9

CD m m cd CU s bù U & il It u a c CD s C U cd U SP cd ca CD I c 8 0 a» m c cd c u s Ei c ej AI 5 c ó cd <N in cd rh Ä in rh IN cd rh J s c m c w m t i 00 rh C ii il C * + " rl c m c rlc + e» * H in i * r~ c*i*it rh in c ^i c TJ< 00* rh* it it T(l ^ C il ih* C* IT IT * C 5 I I * it I I I I I C ^ cc m i i i in dte* in t m in in TP ^ in t in in c cd + c Xi N H * th C rh " * a" "it" c <000'<C0C0C0a0'^<C0 ric i cd t xi t l cd in xl» cd v xi rhc en c~ m i ines in * IH * i N H c c <M C *it * " " "c 'S t> c e» c ih " " 0 5 ( M 0 û t 0 H ) î l l N ( N fin" " " " e* in" " " t0)htm i N i *t<n i inc. " in* ^" ^T c"* csfc* " ö* it c" ** ih C» t rh * IiinTjfie'^IC..s in " c* aï c* " IH* en* i> c* * rjt rh rh c c «s cd «j Só& ~ s 88Pf (J) fih rc N p +> «w cd cd cd > > c" g «> > I'S fff«! S S c c.. & 8 ca ia H c h h «c «> $ > > u C I bc i a Xi c bc I'S : : ** bc "85 fa c c» > N l l *Ö «c Ö c c! S ; c! " > i a "* ä ( ï? e C N S» ^ c bg c p 8 CD Pi KT écrs" > CD 5?.

. Vergrting en verkleining van bedrijven Bedrijven kunnen uit een bepaalde grtteklasse verdwijnen dr vergrting en verkleining van de ppervlakte cultuurgrnd; het aantal bedrijven in een grtteklasse kan tenemen dr vergrting van kleinere bedrijven en dr verkleining van grtere bedrijven. De mvang van deze vier mutatiemgelijkheden blijkt uit tabel 8, waarin tevens het sald van deze ppervlaktemutaties is vermeld. Verder is in tabel k een klm van de saldi van alle mutaties pgenmen. Hiernder bevinden zich k de veranderingen die een gevlg zijn van bedrijfspheffing, stichting van bedrijven en de vergang naar een andere categrie. Tabel 8. Mutaties van het aantal bedrijven per grtteklasse dr ppervlaktewijziging < 5 5 7 " 70 " 0 " 5 " 50 " 00 " > 0 " Aantal verschuivingen tussen de grtteklassen in % van het aantal bedrijven in 9 Sald naar naar vanuit vanuit sald van kleinere grtere grtere kleinere grtte alle grtte grtte grttegrtte mutaties mutaklasse klasse klasse klasse ties. 8,,7 9,, 8,, 0,7 _ 8,, 9,,,,,7 +,0,8 5,9 9, 8,,, +.,5 7,9,,,5,, + + 5,8 8,9, +,8 +,5 +0,8 +,9 +0,7 5,5 7, 9,9, + 8,5 +5,0 +0, +, Uit deze tabel kmt de betekenis van de ppervlaktemutaties duidelijk naar vren. Bij de bedrijven beneden 0 is het sald van alle mutaties aanmerkelijk grter dan dat van de grttemutaties. Bven geven de grttemutaties en het ttaal van alle mutaties een psitief sald te zien, waarbij de grttemutaties zelfs een hger sald hebben dan alle mutaties. Gecncludeerd kan wrden dat bij de kleinere bedrijven andere factren dan bedrijfsvergrting, en wel vral' de bedrijfspheffing, een rl hebben gespeeld bij de verandering van het aantal bedrijven per grtteklasse. Bij de grtere bedrijven waren vral de vergrtingen van belang. Deze vergrtingen den zich k p de bedrijven bven 0 gelden. In de bijlagen 7 a, 7 b, 7 c zijn cijfers ver de ppervlaktemutaties per gebied vermeld. De verdracht van bedrijven is vaak van invled p de bedrijfsppervlakte. Bij de bedrijfsverdracht kan nl. een gedeelte van het bedrijf, al dan niet vrlpig, buiten de verdracht blijven, kan een deel van de

grnd uit de pacht raken en kan bij bedelscheiding grnd aan een ander dan de bedrijfsvernemer wrden tebedeeld. Anderzijds kan het bedrijf bij bedrijfsverdracht dr cmbinatie met andere grnd een ppervlaktevergrting ndergaan. Met betrekking tt de vergrting f verkleining direct bij de verdracht zijn geen gegevens beschikbaar, wel ver de ppervlakte in 9 en 9 van de vergedragen bedrijven. De ppervlaktewijzigingen van de vergedragen bedrijven, vr zver zij een vergang naar een andere grtteklasse tt gevlg hebben ged, blijken uit tabel 9 ). Uiteraard is het aantal vergrtingen en verkleiningen grter, mdat niet alle ppervlaktewijzigingen erte leiden dat een bedrijf uit een grtteklasse verdwijnt. Tabel 9. Mutaties in de grtteklasse bij bij bedrijfsverdracht betrkken bedrijven Aantal verdrachten w.v. met grtteklasse mutaties (%) w.v. naar een lagere grtteklasse w.v. naar een hgere grtteklasse Ttaal 0 8 Grtteklasse < 0 05 8 00 7 0 50 0 8 8 0 > 0 8 50 Uit deze tabel blijkt dat er zich p ngeveer de helft van de vergedragen bedrijven in de nderzekperide ppervlaktewijzigingen van betekenis hebben vrgedaan, waarbij er weinig verschil is tussen de grtteklassen beneden 0. Bijna een kwart van de bedrijven kwam daarbij in een lagere grtteklasse terecht, terwijl er eveneens bijna een kwart in een hgere grtteklasse terechtkwam. Tevens kmt uit vrenstaande tabel naar vren dat van vergedragen bedrijven beneden 0 er meer in een hgere grtteklasse zijn terechtgekmen dan in een lagere. De bedrijven bven 5 die bij een verdracht waren be ' trkken, kmen daarentegen vaker in een lagere dan in een hgere grtteklasse terecht. Tussen de gebieden den zich belangrijke verschillen vr (bijlage 8). In de Kempen geeft bedrijfsverdracht in de nderzekperide minder vaak aanleiding tt grtteklassemutaties dan in de Meierij en in de Peel. In de Peel verheersen de mutaties naar een hgere grtteklasse, in de Meierij naar een lagere grtteklasse. In de Kempen is er een evenwicht tussen de mutaties naar een hgere en die naar een lagere grtteklasse. ) In deze tabel zijn de verschuivingen tussen de in de vrige tabel vermelde grtteklassen tt grtere klassen samengevat.