NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013 Zittinghebbende leden: 21 Aanwezig: Gino DUMON (sp.a), gemeenteraadslid-voorzitter; Ignace DEREEPER (CD&V), burgemeester; Myriam MAES (s.pa), Peter VELLE (CD&V), Ulrike VANHESSCHE (sp.a) en Johan TANGHE (CD&V), schepenen; Rita MEYNS (CD&V), OCMW-voorzitter en toegevoegde schepen, buiten quorum; Anthony DUMAREY (Open VLD), [***], [***], Isabelle CAPELLE (CD&V), Gudrun DE VLAM (CD&V), Hubert DE GRYSE (CD&V), Stefaan REYNAERT (Open VLD), Romina VANHOOREN (Open VLD), Herlinde DEVRIENDT (Open VLD), Annie COBBAERT (CD&V), Jean-Pierre VAN DIERENDONCK (CD&V), Freddy DECLERCK (N-VA), Marc GILLIAERT (N-VA), Anni CHRISTIAEN (CD&V) en Stefanie VAN EEGHEM (CD&V), raadsleden; Johan ROSSEEL, secretaris. Verontschuldigd: Roland BLOMME (Open VLD) en Jaak LINGIER (Open VLD), raadsleden Afwezig zonder voorafgaande kennisgeving: - De gemeenteraadsleden werden door de voorzitter van de gemeenteraad uitgenodigd bij gewone brief. De oproeping werd overeenkomstig artikel 21 van het gemeentedecreet bezorgd op dinsdag 19 november 2013. De plaats, dag, tijdstip en agenda werden overeenkomstig artikel 23, 1, lid 1 van het gemeentedecreet openbaar gemaakt op dezelfde dag. [Quorum bij aanvang: 19.] [De vergadering wordt geopend om 20.00 uur.] A. IN OPENBARE VERGADERING 1. GOEDKEURING VAN DE NOTULEN VAN DE VORIGE OPENBARE ZITTING [Raadslid Stefaan REYNAERT meent dat de verslaggeving over de stand van zaken van de heraanleg van het kerkpark in Oudenburg (agendapunt 2) onduidelijk is. Schepen Myriam MAES vindt de weergave OK. Raadslid REYNAERT wenst ook nog even terug te komen op de plannen voor de renovatie van de lokalen van de KSJ in Westkerke, nu besloten werd om dit niet langer te koppelen aan de bouw van een extra locatie voor kinderopvang. Schepen Peter VELLE bevestigt dat het concept zal moeten worden aangepast, mede in functie van de beschikbare middelen. Of dit ook inhoudt (zo vraagt raadslid REYNAERT zich af) dat het project mogelijkerwijs zou kunnen sneuvelen, antwoordt de schepen dat hij hoopt dat dit niet het geval zal zijn. Raadslid Anthony DUMAREY richt zich tot de voorzitter en pleit nogmaals voor een overleg met de verschillende fracties om de kalender van de gemeenteraden vooraf vast te leggen. De huidige ongeschreven regels worden volgens het raadslid immers al te vaak genegeerd. De voorzitter hoopt om hierover begin volgend jaar afspraken te kunnen maken. De datum voor de volgende gemeenteraad (in december) kan de voorzitter evenwel nog niet meedelen omdat hiervoor nog een aantal essentiële gegevens ontbreken.]../..
De raad; gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder artikel 33, artikel 180 en artikel 181; na voorlezing van de notulen van de vorige openbare zitting van de gemeenteraad gehouden op 30 oktober 2013; overwegende dat deze notulen ten minste acht dagen voor huidige zitting ter beschikking werden gesteld van de gemeenteraadsleden; overwegende dat geen opmerkingen worden gemaakt over de tekst van de notulen; in openbare vergadering; besluit: artikel 1: De notulen van de openbare zitting van de gemeenteraad van 30 oktober 2013 zijn goedgekeurd. artikel 2: De goedgekeurde notulen zullen worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris en zullen worden overgeschreven in het register van de beraadslagingen. 2.1. GOEDKEURING VAN HET BUDGET VOOR HET BOEKJAAR 2014 VAN DE KERKFABRIEK ONZE-LIEVE-VROUW, OUDENBURG [DN0908] [Raadslid Romina VANHOOREN vraagt zich af waarom wel al het budget van de kerkfabrieken voor 2014 op de agenda staat, maar de meerjarenplannen nog niet. De burgemeester verduidelijkt dat de meerjarenplannen ook al werden ontvangen maar dat aan de kerkfabrieken gevraagd werd om de plannen alsnog wat af te slanken. De aangepaste plannen worden eerstdaags verwacht, zo stelt de burgemeester nog. Omwille van het ontbreken van de meerjarenplannen van de kerkfabrieken zal de Open VLD-fractie de vier budgetten niet goedkeuren. Raadslid Freddy DECLERCK merkt op dat de budgetten reeds een paar maanden oud zijn en meent dan ook dat het hier om achterhaalde cijfers gaat. Hij heeft ook moeten vaststellen dat er vaak slechts schamele inkomsten in het budget zijn opgenomen. Hij wenst te vernemen of er al aan de toekomst van de parochiekerken gedacht werd. Volgens de burgemeester is dit een oefening die de kerkfabrieken in eerste instantie zelf moeten maken. Raadslid Stefaan REYNAERT herinnert schepen Myriam MAES aan haar uitspraak (tijdens de voorbije verkiezingscampagne) dat er in Oudenburg te veel kerken zijn maar dat er geen kerken zullen moeten verdwijnen zolang de belastingen niet worden verhoogd (zie het verslag van de gemeenteraad van 27 maart 2013). Nu de belastingen volgens hem toch verhoogd worden, verwacht hij dat er een kerk gesloten zal worden. Hij vindt het dan ook vreemd dat er dan nog voor alle kerkfabrieken een budget moet worden opgemaakt De schepen repliceert dat zij enkel doelde op de aanvullende personenbelasting, en niet op andere vormen van belastingen. Later op de avond wordt hierover nog verder gediscussieerd (zie agendapunt 8). Raadslid Anthony DUMAREY haalt het voorbeeld aan van Poperinge en Heuvelland die zelf het initiatief hebben genomen om de kerken op hun grondgebied een nieuwe bestemming te geven. In Oudenburg bestaan er hieromtrent nog geen concrete plannen, zo deelt de burgemeester mee.] De raad, gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 42 en artikel 43; gelet op de nieuwe gemeentewet, in het bijzonder artikel 255, 9 ; gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, zoals gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, in het bijzonder artikel 33, artikel 33/1, de artikelen 45 tot en met 50 (budget), en artikel 52/1;../..
gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid Hoofdstuk II, Afdeling V en Afdeling VII; gelet op de omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst; overwegende dat elke kerkraad, in principe binnen de zes maanden na de installatie van de gemeenteraad na de gehele vernieuwing ervan, een meerjarenplan moet vaststellen dat de financiële afspraken tussen de kerkfabriek en de gemeente bevat voor de periode van zes jaar, die ingaat op 1 januari van het tweede jaar dat volgt op de algehele vernieuwing van de gemeenteraad; dat de meerjarenplannen van de verschillende kerkfabrieken moeten worden gecoördineerd door het centraal kerkbestuur, en door dit bestuur gelijktijdig moeten worden ingediend bij de gemeentelijke overheid, het erkend representatief orgaan (i.c. de bisschop van Brugge), en de provinciegouverneur; gelet op de ontvangst van de meerjarenplannen van de Oudenburgse kerkfabrieken op 11 oktober 2013 (afgegeven op het stadhuis, met een begeleidende brief gedateerd op 9 oktober 2013, geregistreerd op 14 oktober 2013); gelet op de gelijktijdige toezending aan het erkend representatief orgaan en de provinciegouverneur, per post, zoals blijkt uit de opmaak van de brief van 9 oktober 2013; overwegende dat de meerjarenplannen onderworpen zijn aan het advies van het erkend representatief orgaan en de goedkeuring van de gemeenteraad; overwegende dat het erkend representatief orgaan beschikt over een termijn van 50 dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van de meerjarenplannen, om zijn advies te versturen naar de gemeenteraad; dat bij ontstentenis van deze kennisgeving het erkend representatief orgaan geacht wordt een gunstig advies te hebben uitgebracht; gelet op de mededeling bij brief van 14 oktober 2013 (ontvangen op 16 oktober 2013) van het gunstig advies verleend door het erkend representatief orgaan aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Oudenburg (zoals vastgesteld door de kerkraad op 15 april 2013), aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Eligius te Ettelgem (zoals vastgesteld door de kerkraad op 26 augustus 2013, aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Michiel te Roksem (zoals vastgesteld door de kerkraad op 25 juni 2013), en aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Audomarus te Westkerke (zoals vastgesteld door de kerkraad op 20 juni 2013); overwegende dat de gemeenteraad beschikt over een termijn van 100 dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het advies van het erkend representatief orgaan, of de dag na het verstrijken van de termijn van 50 dagen, om zich uit te spreken over de goedkeuring; dat de gemeenteraad zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn (i.c. 24 januari 2014) dient te versturen aan de provinciegouverneur, aan het centraal kerkbestuur, aan de kerkfabrieken in kwestie en aan het erkend representatief orgaan; dat bij ontstentenis van deze kennisgeving de gemeenteraad geacht wordt zijn goedkeuring aan de meerjarenplannen te hebben verleend; overwegende dat de kerkraden jaarlijks een budget voor het volgend boekjaar dienen vast te stellen, op basis van het meerjarenplan; dat dit budget moet worden ingediend bij het centraal kerkbestuur (in principe voor 30 juni); dat de budgetten van de verschillende kerkraden, na het advies van het erkend representatief orgaan (i.c. de bisschop van Brugge), gecoördineerd door het centraal kerkbestuur moeten worden ingediend bij de gemeenteoverheid (in principe voor 1 oktober); overwegende dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan de gemeenteraad er louter akte van dient te nemen;../..
dat dit dient te gebeuren binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid; overwegende dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan overschrijdt de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen (behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst); dat dit dient te gebeuren binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid; dat de gemeenteraad zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn dient te versturen aan de provinciegouverneur, aan het centraal kerkbestuur, aan de kerkfabrieken in kwestie en aan het erkend representatief orgaan; dat bij ontstentenis van deze kennisgeving de gemeenteraad geacht wordt het budget te hebben goedgekeurd; gelet op de ontvangst op 22 oktober 2013 van de budgetten van de Oudenburgse kerkfabrieken voor het boekjaar 2014; gelet op de het bijgevoegde overzicht van de gemeentelijke toelagen per kerkbestuur; gelet op de gelijktijdige toezending door het centraal kerkbestuur van de budgetten aan de provinciegouverneur (zoals blijkt uit de begeleidende brief van 21 oktober 2013, geregistreerd op 22 oktober 2013); gelet inzonderheid op de financiële nota van het budget van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw voor het boekjaar 2014, zoals vastgesteld door de kerkraad op 24 juni 2013; gelet op de geraamde gemeentelijke bijdrage ten bedrage van 36.874,54 EUR (gewone exploitatietoelage); gelet op de toelichtende beleidsnota bij het budget; gelet op de toelichtende financiële nota bij het budget; gelet op het gunstig advies dat door het erkend representatief orgaan werd verleend aan het budget 2014 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Oudenburg, zoals medegedeeld door de Dienst kerkfabrieken van het bisdom Brugge, bij brief van 14 oktober 2013; overwegende dat de gemeente er toe gehouden is de verplichte kosten en uitgaven van de kerkfabriek te dekken in geval van ontoereikende kosten en opbrengsten, door middel van toelagen; overwegende dat de meerjarenplannen van de Oudenburgse kerkfbarieken voor de periode 2008-2019 nog niet werden goedgekeurd door de gemeenteraad; dat in dit geval een expliciete beslissing tot al of niet goedkeuring en al of niet aanpassing dient te worden genomen; dat er geen redenen zijn om het budget niet goed te keuren of om het budget aan te passen; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; na toelichting en beraad; in openbare vergadering; aangenomen met 13 ja-stemmen (Myriam MAES, Peter VELLE, Ulrike VANHESSCHE, Isabelle CAPELLE, Gudrun DE VLAM, Hubert DE GRYSE, Annie COBBAERT, Jean-Pierre VAN DIERENDONCK, Anni CHRISTIAEN, Stephanie VAN EEGHEM, Johan TANGHE, Ignace DEREEPER en Gino DUMON) tegenover 6 neen-stemmen (Marc GILLIAERT, Freddy DECLERCK, Herlinde DEVRIENDT, Romina VANHOOREN, Stefaan REYNAERT en Anthony DUMAREY); beslist: artikel 1: Er wordt kennis genomen van het budget van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw van Oudenburg (DN 0908) voor het boekjaar 2014. Het budget wordt goedgekeurd. artikel 2: Het bedrag van de gemeentelijke bijdrage wordt begroot op 36.874,54 EUR, en zal worden voorzien in de financiële nota van het budget voor het boekjaar 2014, in het exploitatiebudget, op algemene rekening 6494031. artikel 3: Kennisgeving van deze beslissing zal onverwijld (doch uiterlijk voor het verstrijken van de voorgeschreven termijn van 50 dagen, d.i. uiterlijk op 11 december 2013) gedaan worden aan:../..
- de provinciegouverneur van West-Vlaanderen, p/a Burg 4, 8000 Brugge; - het centraal kerkbestuur van Oudenburg, p/a Yvan JONCKHEERE, Zuidstraat 2, 8460 Oudenburg; - de betrokken kerkfabriek, p/a Kristien TROUVÉ, Weststraat 14, 8460 Oudenburg; - het erkend representatief orgaan, met name de bisschop van Brugge, p/a Heilige Geeststraat 4, 8000 Brugge. 2.2. GOEDKEURING VAN HET BUDGET VOOR HET BOEKJAAR 2014 VAN DE KERKFABRIEK SINT-ELIGIUS, ETTELGEM [DN0909] [Zie ook agendapunt 2.1.] De raad, gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 42 en artikel 43; gelet op de nieuwe gemeentewet, in het bijzonder artikel 255, 9 ; gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, zoals gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, in het bijzonder artikel 33, artikel 33/1, de artikelen 45 tot en met 50 (budget), en artikel 52/1; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid Hoofdstuk II, Afdeling V en Afdeling VII; gelet op de omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst; overwegende dat elke kerkraad, in principe binnen de zes maanden na de installatie van de gemeenteraad na de gehele vernieuwing ervan, een meerjarenplan moet vaststellen dat de financiële afspraken tussen de kerkfabriek en de gemeente bevat voor de periode van zes jaar, die ingaat op 1 januari van het tweede jaar dat volgt op de algehele vernieuwing van de gemeenteraad; dat de meerjarenplannen van de verschillende kerkfabrieken moeten worden gecoördineerd door het centraal kerkbestuur, en door dit bestuur gelijktijdig moeten worden ingediend bij de gemeentelijke overheid, het erkend representatief orgaan (i.c. de bisschop van Brugge), en de provinciegouverneur; gelet op de ontvangst van de meerjarenplannen van de Oudenburgse kerkfabrieken op 11 oktober 2013 (afgegeven op het stadhuis, met een begeleidende brief gedateerd op 9 oktober 2013, geregistreerd op 14 oktober 2013); gelet op de gelijktijdige toezending aan het erkend representatief orgaan en de provinciegouverneur, per post, zoals blijkt uit de opmaak van de brief van 9 oktober 2013; overwegende dat de meerjarenplannen onderworpen zijn aan het advies van het erkend representatief orgaan en de goedkeuring van de gemeenteraad; overwegende dat het erkend representatief orgaan beschikt over een termijn van 50 dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van de meerjarenplannen, om zijn advies te versturen naar de gemeenteraad; dat bij ontstentenis van deze kennisgeving het erkend representatief orgaan geacht wordt een gunstig advies te hebben uitgebracht;../..
gelet op de mededeling bij brief van 14 oktober 2013 (ontvangen op 16 oktober 2013) van het gunstig advies verleend door het erkend representatief orgaan aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Oudenburg (zoals vastgesteld door de kerkraad op 15 april 2013), aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Eligius te Ettelgem (zoals vastgesteld door de kerkraad op 26 augustus 2013, aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Michiel te Roksem (zoals vastgesteld door de kerkraad op 25 juni 2013), en aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Audomarus te Westkerke (zoals vastgesteld door de kerkraad op 20 juni 2013); overwegende dat de gemeenteraad beschikt over een termijn van 100 dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het advies van het erkend representatief orgaan, of de dag na het verstrijken van de termijn van 50 dagen, om zich uit te spreken over de goedkeuring; dat de gemeenteraad zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn (i.c. 24 januari 2014) dient te versturen aan de provinciegouverneur, aan het centraal kerkbestuur, aan de kerkfabrieken in kwestie en aan het erkend representatief orgaan; dat bij ontstentenis van deze kennisgeving de gemeenteraad geacht wordt zijn goedkeuring aan de meerjarenplannen te hebben verleend; overwegende dat de kerkraden jaarlijks een budget voor het volgend boekjaar dienen vast te stellen, op basis van het meerjarenplan; dat dit budget moet worden ingediend bij het centraal kerkbestuur (in principe voor 30 juni); dat de budgetten van de verschillende kerkraden, na het advies van het erkend representatief orgaan (i.c. de bisschop van Brugge), gecoördineerd door het centraal kerkbestuur moeten worden ingediend bij de gemeenteoverheid (in principe voor 1 oktober); overwegende dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan de gemeenteraad er louter akte van dient te nemen; dat dit dient te gebeuren binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid; overwegende dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan overschrijdt de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen (behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst); dat dit dient te gebeuren binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid; dat de gemeenteraad zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn dient te versturen aan de provinciegouverneur, aan het centraal kerkbestuur, aan de kerkfabrieken in kwestie en aan het erkend representatief orgaan; dat bij ontstentenis van deze kennisgeving de gemeenteraad geacht wordt het budget te hebben goedgekeurd; gelet op de ontvangst op 22 oktober 2013 van de budgetten van de Oudenburgse kerkfabrieken voor het boekjaar 2014; gelet op de het bijgevoegde overzicht van de gemeentelijke toelagen per kerkbestuur; gelet op de gelijktijdige toezending door het centraal kerkbestuur van de budgetten aan de provinciegouverneur (zoals blijkt uit de begeleidende brief van 21 oktober 2013, geregistreerd op 22 oktober 2013); gelet inzonderheid op de financiële nota van het budget van kerkfabriek Sint-Eligius voor het boekjaar 2014, zoals vastgesteld door de kerkraad op 26 augustus 2013; gelet op de geraamde gemeentelijke bijdrage ten bedrage van 31.458,68 EUR (gewone exploitatietoelage); gelet op de toelichtende beleidsnota bij het budget; gelet op het gunstig advies dat door het erkend representatief orgaan werd verleend aan het budget 2014 van de kerkfabriek Sint-Eligius te Ettelgem, zoals medegedeeld door de Dienst kerkfabrieken van het bisdom Brugge, bij brief van 14 oktober 2013; overwegende dat de gemeente er toe gehouden is de verplichte kosten en uitgaven van de kerkfabriek te dekken in geval van ontoereikende kosten en opbrengsten, door middel van toelagen; overwegende dat de meerjarenplannen van de Oudenburgse kerkfbarieken voor de periode 2008-2019 nog niet werden goedgekeurd door de gemeenteraad;../..
dat in dit geval een expliciete beslissing tot al of niet goedkeuring en al of niet aanpassing dient te worden genomen; dat er geen redenen zijn om het budget niet goed te keuren of om het budget aan te passen; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; na toelichting en beraad; in openbare vergadering; aangenomen met 13 ja-stemmen (Myriam MAES, Peter VELLE, Ulrike VANHESSCHE, Isabelle CAPELLE, Gudrun DE VLAM, Hubert DE GRYSE, Annie COBBAERT, Jean-Pierre VAN DIERENDONCK, Anni CHRISTIAEN, Stephanie VAN EEGHEM, Johan TANGHE, Ignace DEREEPER en Gino DUMON) tegenover 6 neen-stemmen (Marc GILLIAERT, Freddy DECLERCK, Herlinde DEVRIENDT, Romina VANHOOREN, Stefaan REYNAERT en Anthony DUMAREY); beslist: artikel 1: Er wordt kennis genomen van het budget van de kerkfabriek Sint-Eligius van Ettelgem (DN 0909) voor het boekjaar 2014. Het budget wordt goedgekeurd. artikel 2: Het bedrag van de gemeentelijke bijdrage wordt begroot op 31.458,68 EUR, en zal worden voorzien in de financiële nota van het budget voor het boekjaar 2014, in het exploitatiebudget, op algemene rekening 6494031. artikel 3: Kennisgeving van deze beslissing zal onverwijld (doch uiterlijk voor het verstrijken van de voorgeschreven termijn van 50 dagen, d.i. uiterlijk op 11 december 2013) gedaan worden aan: - de provinciegouverneur van West-Vlaanderen, p/a Burg 4, 8000 Brugge; - het centraal kerkbestuur van Oudenburg, p/a Yvan JONCKHEERE, Zuidstraat 2, 8460 Oudenburg; - de betrokken kerkfabriek, p/a Kurt ROOSE, Vijfwegstraat 8B, 8460 Oudenburg; - het erkend representatief orgaan, met name de bisschop van Brugge, p/a Heilige Geeststraat 4, 8000 Brugge. 2.3. GOEDKEURING VAN HET BUDGET VOOR HET BOEKJAAR 2014 VAN DE KERKFABRIEK SINT-MICHIEL, ROKSEM [DN0910] [Zie ook agendapunt 2.1.] De raad, gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 42 en artikel 43; gelet op de nieuwe gemeentewet, in het bijzonder artikel 255, 9 ; gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, zoals gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, in het bijzonder artikel 33, artikel 33/1, de artikelen 45 tot en met 50 (budget), en artikel 52/1; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid Hoofdstuk II, Afdeling V en Afdeling VII; gelet op de omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;../..
overwegende dat elke kerkraad, in principe binnen de zes maanden na de installatie van de gemeenteraad na de gehele vernieuwing ervan, een meerjarenplan moet vaststellen dat de financiële afspraken tussen de kerkfabriek en de gemeente bevat voor de periode van zes jaar, die ingaat op 1 januari van het tweede jaar dat volgt op de algehele vernieuwing van de gemeenteraad; dat de meerjarenplannen van de verschillende kerkfabrieken moeten worden gecoördineerd door het centraal kerkbestuur, en door dit bestuur gelijktijdig moeten worden ingediend bij de gemeentelijke overheid, het erkend representatief orgaan (i.c. de bisschop van Brugge), en de provinciegouverneur; gelet op de ontvangst van de meerjarenplannen van de Oudenburgse kerkfabrieken op 11 oktober 2013 (afgegeven op het stadhuis, met een begeleidende brief gedateerd op 9 oktober 2013, geregistreerd op 14 oktober 2013); gelet op de gelijktijdige toezending aan het erkend representatief orgaan en de provinciegouverneur, per post, zoals blijkt uit de opmaak van de brief van 9 oktober 2013; overwegende dat de meerjarenplannen onderworpen zijn aan het advies van het erkend representatief orgaan en de goedkeuring van de gemeenteraad; overwegende dat het erkend representatief orgaan beschikt over een termijn van 50 dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van de meerjarenplannen, om zijn advies te versturen naar de gemeenteraad; dat bij ontstentenis van deze kennisgeving het erkend representatief orgaan geacht wordt een gunstig advies te hebben uitgebracht; gelet op de mededeling bij brief van 14 oktober 2013 (ontvangen op 16 oktober 2013) van het gunstig advies verleend door het erkend representatief orgaan aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Oudenburg (zoals vastgesteld door de kerkraad op 15 april 2013), aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Eligius te Ettelgem (zoals vastgesteld door de kerkraad op 26 augustus 2013, aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Michiel te Roksem (zoals vastgesteld door de kerkraad op 25 juni 2013), en aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Audomarus te Westkerke (zoals vastgesteld door de kerkraad op 20 juni 2013); overwegende dat de gemeenteraad beschikt over een termijn van 100 dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het advies van het erkend representatief orgaan, of de dag na het verstrijken van de termijn van 50 dagen, om zich uit te spreken over de goedkeuring; dat de gemeenteraad zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn (i.c. 24 januari 2014) dient te versturen aan de provinciegouverneur, aan het centraal kerkbestuur, aan de kerkfabrieken in kwestie en aan het erkend representatief orgaan; dat bij ontstentenis van deze kennisgeving de gemeenteraad geacht wordt zijn goedkeuring aan de meerjarenplannen te hebben verleend; overwegende dat de kerkraden jaarlijks een budget voor het volgend boekjaar dienen vast te stellen, op basis van het meerjarenplan; dat dit budget moet worden ingediend bij het centraal kerkbestuur (in principe voor 30 juni); dat de budgetten van de verschillende kerkraden, na het advies van het erkend representatief orgaan (i.c. de bisschop van Brugge), gecoördineerd door het centraal kerkbestuur moeten worden ingediend bij de gemeenteoverheid (in principe voor 1 oktober); overwegende dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan de gemeenteraad er louter akte van dient te nemen; dat dit dient te gebeuren binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid; overwegende dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan overschrijdt de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen (behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst); dat dit dient te gebeuren binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid;../..
dat de gemeenteraad zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn dient te versturen aan de provinciegouverneur, aan het centraal kerkbestuur, aan de kerkfabrieken in kwestie en aan het erkend representatief orgaan; dat bij ontstentenis van deze kennisgeving de gemeenteraad geacht wordt het budget te hebben goedgekeurd; gelet op de ontvangst op 22 oktober 2013 van de budgetten van de Oudenburgse kerkfabrieken voor het boekjaar 2014; gelet op de het bijgevoegde overzicht van de gemeentelijke toelagen per kerkbestuur; gelet op de gelijktijdige toezending door het centraal kerkbestuur van de budgetten aan de provinciegouverneur (zoals blijkt uit de begeleidende brief van 21 oktober 2013, geregistreerd op 22 oktober 2013); gelet inzonderheid op de financiële nota van het budget van kerkfabriek Sint-Michiel voor het boekjaar 2014, zoals vastgesteld door de kerkraad op 25 juni 2013; gelet op de geraamde gemeentelijke bijdrage ten bedrage van 8.202,35 EUR (gewone exploitatietoelage); gelet op de toelichtende beleidsnota bij het budget; gelet op het gunstig advies dat door het erkend representatief orgaan werd verleend aan het budget 2014 van de kerkfabriek Sint-Michiel te Roksem, zoals medegedeeld door de Dienst kerkfabrieken van het bisdom Brugge, bij brief van 14 oktober 2013; overwegende dat de gemeente er toe gehouden is de verplichte kosten en uitgaven van de kerkfabriek te dekken in geval van ontoereikende kosten en opbrengsten, door middel van toelagen; overwegende dat de meerjarenplannen van de Oudenburgse kerkfbarieken voor de periode 2008-2019 nog niet werden goedgekeurd door de gemeenteraad; dat in dit geval een expliciete beslissing tot al of niet goedkeuring en al of niet aanpassing dient te worden genomen; dat er geen redenen zijn om het budget niet goed te keuren of om het budget aan te passen; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; na toelichting en beraad; in openbare vergadering; aangenomen met 13 ja-stemmen (Myriam MAES, Peter VELLE, Ulrike VANHESSCHE, Isabelle CAPELLE, Gudrun DE VLAM, Hubert DE GRYSE, Annie COBBAERT, Jean-Pierre VAN DIERENDONCK, Anni CHRISTIAEN, Stephanie VAN EEGHEM, Johan TANGHE, Ignace DEREEPER en Gino DUMON) tegenover 6 neen-stemmen (Marc GILLIAERT, Freddy DECLERCK, Herlinde DEVRIENDT, Romina VANHOOREN, Stefaan REYNAERT en Anthony DUMAREY); stelt vast en beslist: artikel 1: Er wordt kennis genomen van het budget van de kerkfabriek Sint-Michiel van Roksem (DN 0910) voor het boekjaar 2014. Het budget wordt goedgekeurd. artikel 2: Het bedrag van de gemeentelijke bijdrage wordt begroot op 8.202,35 EUR, en zal worden voorzien in de financiële nota van het budget voor het boekjaar 2014, in het exploitatiebudget, op algemene rekening 6494031. artikel 3: Kennisgeving van deze beslissing zal onverwijld (doch uiterlijk voor het verstrijken van de voorgeschreven termijn van 50 dagen, d.i. uiterlijk op 11 december 2013) gedaan worden aan: - de provinciegouverneur van West-Vlaanderen, p/a Burg 4, 8000 Brugge; - het centraal kerkbestuur van Oudenburg, p/a Yvan JONCKHEERE, Zuidstraat 2, 8460 Oudenburg; - de betrokken kerkfabriek, p/a Gilbert DEFOER, Brugsesteenweg 120, 8460 Oudenburg; - het erkend representatief orgaan, met name de bisschop van Brugge, p/a Heilige Geeststraat 4, 8000 Brugge.../..
2.4. GOEDKEURING VAN HET BUDGET VOOR HET BOEKJAAR 2014 VAN DE KERKFABRIEK SINT-AUDOMARUS, WESTKERKE [DN0911] [Zie ook agendapunt 2.1.] De raad, gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 42 en artikel 43; gelet op de nieuwe gemeentewet, in het bijzonder artikel 255, 9 ; gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, zoals gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, in het bijzonder artikel 33, artikel 33/1, de artikelen 45 tot en met 50 (budget), en artikel 52/1; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid Hoofdstuk II, Afdeling V en Afdeling VII; gelet op de omzendbrief BB-2013/01 van 1 maart 2013 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst; overwegende dat elke kerkraad, in principe binnen de zes maanden na de installatie van de gemeenteraad na de gehele vernieuwing ervan, een meerjarenplan moet vaststellen dat de financiële afspraken tussen de kerkfabriek en de gemeente bevat voor de periode van zes jaar, die ingaat op 1 januari van het tweede jaar dat volgt op de algehele vernieuwing van de gemeenteraad; dat de meerjarenplannen van de verschillende kerkfabrieken moeten worden gecoördineerd door het centraal kerkbestuur, en door dit bestuur gelijktijdig moeten worden ingediend bij de gemeentelijke overheid, het erkend representatief orgaan (i.c. de bisschop van Brugge), en de provinciegouverneur; gelet op de ontvangst van de meerjarenplannen van de Oudenburgse kerkfabrieken op 11 oktober 2013 (afgegeven op het stadhuis, met een begeleidende brief gedateerd op 9 oktober 2013, geregistreerd op 14 oktober 2013); gelet op de gelijktijdige toezending aan het erkend representatief orgaan en de provinciegouverneur, per post, zoals blijkt uit de opmaak van de brief van 9 oktober 2013; overwegende dat de meerjarenplannen onderworpen zijn aan het advies van het erkend representatief orgaan en de goedkeuring van de gemeenteraad; overwegende dat het erkend representatief orgaan beschikt over een termijn van 50 dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van de meerjarenplannen, om zijn advies te versturen naar de gemeenteraad; dat bij ontstentenis van deze kennisgeving het erkend representatief orgaan geacht wordt een gunstig advies te hebben uitgebracht; gelet op de mededeling bij brief van 14 oktober 2013 (ontvangen op 16 oktober 2013) van het gunstig advies verleend door het erkend representatief orgaan aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Oudenburg (zoals vastgesteld door de kerkraad op 15 april 2013), aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Eligius te Ettelgem (zoals vastgesteld door de kerkraad op 26 augustus 2013, aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Michiel te Roksem (zoals vastgesteld door de kerkraad op 25 juni 2013), en aan het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Audomarus te Westkerke (zoals vastgesteld door de kerkraad op 20 juni 2013); overwegende dat de gemeenteraad beschikt over een termijn van 100 dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het advies van het erkend representatief orgaan, of de dag na het verstrijken van de termijn van 50 dagen, om zich uit te spreken over de goedkeuring;../..
dat de gemeenteraad zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn (i.c. 24 januari 2014) dient te versturen aan de provinciegouverneur, aan het centraal kerkbestuur, aan de kerkfabrieken in kwestie en aan het erkend representatief orgaan; dat bij ontstentenis van deze kennisgeving de gemeenteraad geacht wordt zijn goedkeuring aan de meerjarenplannen te hebben verleend; overwegende dat de kerkraden jaarlijks een budget voor het volgend boekjaar dienen vast te stellen, op basis van het meerjarenplan; dat dit budget moet worden ingediend bij het centraal kerkbestuur (in principe voor 30 juni); dat de budgetten van de verschillende kerkraden, na het advies van het erkend representatief orgaan (i.c. de bisschop van Brugge), gecoördineerd door het centraal kerkbestuur moeten worden ingediend bij de gemeenteoverheid (in principe voor 1 oktober); overwegende dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan de gemeenteraad er louter akte van dient te nemen; dat dit dient te gebeuren binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid; overwegende dat wanneer de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan overschrijdt de gemeenteraad het budget aan het meerjarenplan kan aanpassen (behalve wat de kosten betreft die betrekking hebben op het vieren van de eredienst); dat dit dient te gebeuren binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid; dat de gemeenteraad zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn dient te versturen aan de provinciegouverneur, aan het centraal kerkbestuur, aan de kerkfabrieken in kwestie en aan het erkend representatief orgaan; dat bij ontstentenis van deze kennisgeving de gemeenteraad geacht wordt het budget te hebben goedgekeurd; gelet op de ontvangst op 22 oktober 2013 van de budgetten van de Oudenburgse kerkfabrieken voor het boekjaar 2014; gelet op de het bijgevoegde overzicht van de gemeentelijke toelagen per kerkbestuur; gelet op de gelijktijdige toezending door het centraal kerkbestuur van de budgetten aan de provinciegouverneur (zoals blijkt uit de begeleidende brief van 21 oktober 2013, geregistreerd op 22 oktober 2013); gelet inzonderheid op de financiële nota van het budget van kerkfabriek Sint-Audomarus voor het boekjaar 2014, zoals vastgesteld door de kerkraad op 20 juni 2013; gelet op de geraamde gemeentelijke bijdrage ten bedrage van 16.040,25 EUR (gewone exploitatietoelage); gelet op de toelichtende beleidsnota bij het budget; gelet op het gunstig advies dat door het erkend representatief orgaan werd verleend aan het budget 2014 van de kerkfabriek Sint-Audomarus te Westlkerke, zoals medegedeeld door de Dienst kerkfabrieken van het bisdom Brugge, bij brief van 14 oktober 2013; overwegende dat de gemeente er toe gehouden is de verplichte kosten en uitgaven van de kerkfabriek te dekken in geval van ontoereikende kosten en opbrengsten, door middel van toelagen; overwegende dat de meerjarenplannen van de Oudenburgse kerkfbarieken voor de periode 2008-2019 nog niet werden goedgekeurd door de gemeenteraad; dat in dit geval een expliciete beslissing tot al of niet goedkeuring en al of niet aanpassing dient te worden genomen; dat er geen redenen zijn om het budget niet goed te keuren of om het budget aan te passen; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; na toelichting en beraad; in openbare vergadering;../..
aangenomen met 13 ja-stemmen (Myriam MAES, Peter VELLE, Ulrike VANHESSCHE, Isabelle CAPELLE, Gudrun DE VLAM, Hubert DE GRYSE, Annie COBBAERT, Jean-Pierre VAN DIERENDONCK, Anni CHRISTIAEN, Stephanie VAN EEGHEM, Johan TANGHE, Ignace DEREEPER en Gino DUMON) tegenover 6 neen-stemmen (Marc GILLIAERT, Freddy DECLERCK, Herlinde DEVRIENDT, Romina VANHOOREN, Stefaan REYNAERT en Anthony DUMAREY); stelt vast en beslist: artikel 1: Er wordt kennis genomen van het budget van de kerkfabriek Sint-Audomarus van Westkerke (DN 0911) voor het boekjaar 2014. Het budget wordt goedgekeurd. artikel 2: Het bedrag van de gemeentelijke bijdrage, begroot op 16.040,25 EUR, zal worden voorzien in de financiële nota van het budget voor het boekjaar 2014, in het exploitatiebudget, op algemene rekening 6494031. artikel 3: Kennisgeving van deze beslissing zal onverwijld (doch uiterlijk voor het verstrijken van de voorgeschreven termijn van 50 dagen, d.i. uiterlijk op 11 december 2013) gedaan worden aan: - de provinciegouverneur van West-Vlaanderen, p/a Burg 4, 8000 Brugge; - het centraal kerkbestuur van Oudenburg, p/a Yvan JONCKHEERE, Zuidstraat 2, 8460 Oudenburg; - de betrokken kerkfabriek, p/a Georges MERGAERT, Oude Brugseweg 26, 8460 Oudenburg; - het erkend representatief orgaan, met name de bisschop van Brugge, p/a Heilige Geeststraat 4, 8000 Brugge. 3. BESPREKING VAN DE AGENDA VAN DE DUBBELE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN DE IVOO VAN 17 DECEMBER 2013 (OMVATTENDE EEN WIJZIGING VAN DE STATUTEN) EN VASTSTELLING VAN HET MANDAAT VAN DE VERTEGENWOORDIGERS [Raadslid Freddy DECLERCK stelt dat de uitkering van het tussentijds dividend dan wel een positief element mag zijn, toch vindt hij dat het vertrouwen van de IVOO beschaamd werd door de bestaansduur slechts met 49 maanden te verlengen. Voorzitter Gino DUMON (tevens lid van de raad van bestuur en het directiecomité van de IVOO) bevestigt de goede werking van de afvalintercommunale en hij is ervan overtuigd dat het bestaan verlengd zal worden.] De raad, gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2, artikel 35 en artikel 42; gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, inzonderheid artikel 39, artikel 40 en artikel 44; gelet op het decreet van 18 januari 2013 houdende de wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; overwegende dat de stad Oudenburg deelnemer is in de Intergemeentelijke vereniging voor het afvalbeheer voor Oostende en Ommeland (IVOO), opdrachthoudende vereniging, met maatschappelijke zetel te 8400 Oostende, Klokhofstraat 2; gelet op de statuten van de IVOO, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 29 september 1974, en de later aangebrachte wijzigingen, het laatst bij besluit van de buitengewone algemene vergadering van 24 september 2013; overwegende dat de IVOO de statuten van de vereniging in overeenstemming wil brengen met de gewijzigde Vlaamse regelgeving; overwegende dat elke wijziging in de statuten (in de vorm van een door de raad van bestuur opgesteld ontwerp) uiterlijk 90 kalenderdagen voor de algemene vergadering die de statutenwijzigingen moet beoordelen aan de deelnemende gemeenten moet worden voorgelegd; gelet op de uitnodiging door de IVOO, gedaan per aangetekend schrijven van 9 september 2013 (gedateerd op 4 september 2013, ontvangen op 10 september 2013), voor de buitengewone algemene vergadering die zal doorgaan te Oostende op dinsdag 17 december 2013 om 18.00 uur; gelet op de agenda van de vergadering;../..
overwegende dat in de gemeenteraad over ieder agendapunt kan worden gedebatteerd; dat minstens over ieder agendapunt een standpunt dient te worden ingenomen; overwegende dat volgende punten geagendeerd staan: (1) goedkeuring van de statutenwijziging, (2) goedkeuring van de gecoördineerde statuten, en (3) mededelingen en diversen; gelet op het bijgevoegde voorstel tot wijziging van de statuten; overwegende dat het in hoofdzaak gaat om aanpassingen als gevolg van de afschaffing van de functie van commissaris van de Vlaamse regering en van de gewijzigde toezichtsregeling (wijziging van de artikelen 20, 21, 24, 34 en 37, en invoeging van een nieuw artikel 40) alsook van de vereenvoudiging van de benoemingsprocedure van de gemeentelijke vertegenwoordigers (wijziging van artikel 32); dat van de gelegenheid gebruik wordt gemaakt om een schrijffout in artikel 39 recht te zetten; overwegende voorts dat in de loop van het laatste trimester van elk jaar een buitengewone algemene vergadering moet worden belegd om de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het volgende boekjaar te bespreken; dat op de agenda van deze vergadering een door de raad van bestuur opgestelde begroting moet staan; dat deze vergadering volgens de statuten (artikel 33) plaats heeft in de loop van het vierde kwartaal; overwegende dat de agenda van elke algemene vergadering uiterlijk 30 kalenderdagen voor haar zitting aan de deelnemers moet worden verstuurd; gelet op de tweede uitnodiging door de IVOO, gedaan per aangetekend schrijven van 24 oktober 2013 (gedateerd op 24 oktober 2013, verkeerdelijk besteld op het stadhuis van Oostende op 25 oktober 2013, alsnog ontvangen op 5 november 2013 via elektronisch bericht), voor de buitengewone algemene vergadering die zal doorgaan te Oostende op dinsdag 17 december 2013 om 18.00 uur; gelet op de agenda van de tweede vergadering; overwegende dat in de gemeenteraad over ieder agendapunt kan worden gedebatteerd; dat minstens over ieder agendapunt een standpunt dient te worden ingenomen; overwegende dat volgende punten geagendeerd staan: (1) te ontwikkelen activiteiten en te volgen strategie in 2014, (2) begroting 2014, (3) uitkering van een tussentijds dividend, (4) benoeming van een commissaris-revisor en vaststelling van zijn bezoldiging voor de boekjaren 2014, 2015 en 2016, (5) mededelingen en diversen; gelet op de meegestuurde stukken, met name het beleidsplan en de begroting 2014, de beslissingen van de raad van bestuur betreffende agendapunt 3 en 4; overwegende dat voortaan enkel de vaststelling van het mandaat van vertegenwoordiger herhaald moet worden voor elke algemene vergadering (en niet langer de ganse benoemingsprocedure); dat het mandaat van de vertegenwoordiger wel nog steeds concreet moet worden ingevuld; gelet op de aanduiding van Hubert DE GRYSE, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Madeliefjesstraat 20, als effectieve vertegenwoordiger, en Annie COBBAERT, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Brugsesteenweg 51, als plaatsvervangend vertegenwoordiger, voor de eerste algemene vergadering van de IVOO na de algehele vernieuwing van de gemeenteraden, bij beslissing van de gemeenteraad van 6 februari 2013, en de bevestiging en bestendiging van hun mandaat, voor alle komende vergaderingen, en dit tot aan de volgende algehele vernieuwing van de gemeenteraden, bij beslissing van de gemeenteraad van 28 mei 2013; gelet op de mededeling vanwege IVOO via elektronisch bericht van 27 november 2013 dat de buitengewone algemene vergadering houdende statutenwijziging zal doorgaan om 18 u en dat de buitengewone algemene vergadering betreffende het beleid en de begroting zal doorgaan na de buitengewone algemene vergadering houdende statutenwijziging; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; in openbare vergadering; na kennisname en bespreking; na toelichting en beraad; overwegende dat er geen opmerkingen of vragen werden geformuleerd over of bezwaren werden geopperd tegen de op de dagorde opgenomen punten; met eenparigheid van stemmen;../..
besluit: artikel 1: De stad Oudenburg heeft geen opmerkingen bij of bezwaren tegen volgende agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van de IVOO die zal doorgaan te Oostende op dinsdag 17 december 2013, om 18.00 uur: (1) goedkeuring van de statutenwijziging, (2) goedkeuring van de gecoördineerde statuten, en (3) mededelingen en diversen. artikel 1bis: Het ontwerp tot wijziging aan de statuten van de IVOO (omvattende een aanpassing van de artikelen 20, 21, 24, 32, 34, 37 en 39, en de invoeging van een nieuw artikel 40), zoals dat zal worden voorgelegd aan de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2013, wordt goedgekeurd. artikel 1ter: De stad Oudenburg heeft evenmin opmerkingen bij of bezwaren tegen volgende agendapunten van de tweede buitengewone algemene vergadering van de IVOO die zal doorgaan te Oostende op dinsdag 17 december 2013, aansluitend aan de vergadering vermeld in artikel 1: (1) te ontwikkelen activiteiten en te volgen strategie in 2014, (2) begroting 2014, (3) uitkering van een tussentijds dividend, (4) benoeming van een commissaris-revisor en vaststelling van zijn bezoldiging voor de boekjaren 2014, 2015 en 2016, (5) mededelingen en diversen. artikel 2: Deze beslissing bepaalt de concrete invulling van het mandaat van de vertegenwoordigers voor de dubbele buitengewone algemene vergadering van de IVOO van 17 december 2013. Op deze algemene vergaderingen dienen de aanwezige vertegenwoordigers derhalve te handelen overeenkomstig het standpunt van de gemeenteraad. artikel 3: Twee voor eensluidend verklaarde afschriften van deze beslissing zullen onverwijld worden gestuurd aan de IVOO, opdrachthoudende vereniging, Klokhofstraat 2, 8400 Oostende, één ter kennisgeving en één om te worden gevoegd bij het verslag van de buitengewone algemene vergadering houdende verlenging van de bestaansduur en medegaande wijziging van de statuten. artikel 4: Een eensluidend afschrift van deze beslissing wordt eveneens gestuurd aan de permanente vertegenwoordigers van de stad Oudenburg, aangeduid bij gemeenteraadsbeslissing van 28 mei 2013, met name Hubert DE GRYSE, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Madeliefjesstraat 20, als effectieve vertegenwoordiger, en Annie COBBAERT, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Brugsesteenweg 51, als plaatsvervangend vertegenwoordiger. 4. BESPREKING VAN DE AGENDA VAN DE DUBBELE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN DE WVI VAN 18 DECEMBER 2013 (OMVATTENDE EEN WIJZIGING VAN DE STATUTEN) EN VASTSTELLING VAN HET MANDAAT VAN DE VERTEGENWOORDIGERS De raad, gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2, artikel 35 en artikel 42; gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, inzonderheid artikel 39, artikel 40 en artikel 44; gelet op het decreet van 18 januari 2013 houdende de wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; overwegende dat de stad Oudenburg deelnemer is in de West-Vlaamse Intercommunale (wvi), dienstverlenende vereniging, gevestigd te 8310 Brugge, Baron Ruzettelaan 35; gelet op de statuten van de wvi, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 28 januari 1964, het laatst gewijzigd bij besluit van de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2008; overwegende dat de wvi de statuten van de vereniging in overeenstemming wil brengen met de gewijzigde Vlaamse regelgeving; overwegende dat elke wijziging in de statuten (in de vorm van een door de raad van bestuur opgesteld ontwerp) uiterlijk 90 kalenderdagen voor de algemene vergadering die de statutenwijzigingen moet beoordelen aan de deelnemende gemeenten moet worden voorgelegd;../..