NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DONDERDAG 27 OKTOBER 2016

Transcriptie

1 NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DONDERDAG 27 OKTOBER 2016 Zittinghebbende leden: 21 Aanwezig: Gino DUMON (sp.a), gemeenteraadslid-voorzitter; Ignace DEREEPER (CD&V), burgemeester; Myriam MAES (s.pa), Peter VELLE (CD&V), Ulrike VANHESSCHE (sp.a) en Johan TANGHE (CD&V), schepenen; Rita MEYNS (CD&V), OCMW-voorzitter en toegevoegde schepen, buiten quorum [vanaf punt 2]; Anthony DUMAREY (Open VLD), Roland BLOMME (Open VLD), [**jl**], Isabelle CAPELLE (CD&V), Gudrun DE VLAM (CD&V) [vanaf punt 2], Hubert DE GRYSE (CD&V), [**sr**], Romina VANHOOREN (Open VLD), Herlinde DEVRIENDT (Open VLD), Annie COBBAERT (CD&V), Jean- Pierre VAN DIERENDONCK (CD&V), Freddy DECLERCK (N-VA), Stefanie VAN EEGHEM (CD&V), Anni CHRISTIAEN (CD&V) en Marc GILLIAERT (N-VA), raadsleden; Johan ROSSEEL, secretaris. Verontschuldigd: Jaak LINGIER (Open VLD) en Stefaan REYNAERT (Open VLD), raadsleden. Afwezig zonder voorafgaande kennisgeving: - De gemeenteraadsleden werden door de voorzitter van de gemeenteraad uitgenodigd via . De oproeping werd overeenkomstig artikel 21 van het gemeentedecreet bezorgd op dinsdag 18 oktober De plaats, dag, tijdstip en agenda werden overeenkomstig artikel 23, 1, lid 1 van het gemeentedecreet openbaar gemaakt op dezelfde dag.../..

2 Op vrijdag 21 oktober 2016 werd een verzoek ingediend om een extra punt aan de agenda toe te voegen. Het toegevoegde punt, zoals vastgesteld door de voorzitter op maandag 24 oktober 2016, werd op dinsdag 25 oktober 2016 door de gemeentesecretaris per medegedeeld aan de raadsleden (samen met de toegelichte voorstellen). Dit geschiedde met inachtneming van artikel 22 van het gemeentedecreet, dat voorziet dat dit onverwijld gebeurt. De toegevoegde punten werden bekendgemaakt op dezelfde dag, overeenkomstig artikel 23, 1, lid 2 (binnen 24 uur na vaststelling van de aanvullende agenda). [De vergadering wordt geopend om uur.] [Quorum bij aanvang: 18.] A. IN OPENBARE VERGADERING 1. GOEDKEURING VAN DE NOTULEN VAN DE OPENBARE ZITTING VAN 22 SEPTEMBER 2016 De raad; gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder artikel 33, artikel 180 en artikel 181; na voorlezing van de notulen van de vorige openbare zitting van de gemeenteraad gehouden op 22 september 2016; overwegende dat deze notulen ten minste acht dagen voor huidige zitting ter beschikking werden gesteld van de gemeenteraadsleden; overwegende dat geen opmerkingen werden gemaakt over de tekst van de notulen; in openbare vergadering; aangenomen met eenparigheid van stemmen; besluit: artikel 1: De notulen van de openbare zitting van de gemeenteraad van 22 september 2016 zijn goedgekeurd. artikel 2: De goedgekeurde notulen zullen worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris en zullen worden overgeschreven in het register van de beraadslagingen. 2. GOEDKEURING VAN HET GEZAMENLIJK DUURZAAM ENERGIEACTIEPLAN (SEAP) VOOR DE GROEP VERBINDINGSGEBIED KUST-HOUTLAND (IN HET KADER VAN HET BURGEMEESTERSCONVENANT) [Voorafgaand aan de bespreking wordt door Evelien BOLLE, klimaatdeskundige bij de WVI, een uiteenzetting gegeven over de doelstellingen van het Burgemeestersconvenant en de opmaak en de inhoud van het duurzaam energieactieplan voor de regio De Haan-Oudenburg-Ichtegem. De gebruikte PowerPointpresentatie zal bij het verslag worden gevoegd. [Tijdens de toelichting bij agendapunt 2 vervoegen achtereenvolgens OCMW-voorzitter Rita MEYNS (buiten quorum) en raadslid Gudrun DE VLAM de vergadering. Nieuw quorum: 19.] Tijdens de bespreking achteraf komen volgende topics aan bod. Raadslid Romina VANHOOREN vraagt zich af bij welke gebouwen men zal investeren in hernieuwbare energie (SEAP, gemeente als organisatie, pag. 24, sub 4). Schepen van energie Myriam MAES denkt aan de Abdijhoeve, cultuurcomplex De Zuidpoort en sporthal Ter Beke. Raadslid VANHOOREN merkt op dat de investeringen in de Abdijhoeve waarschijnlijk te laat zullen komen aangezien de CO2-reductie tegen 2020 behaald moet zijn, terwijl er van concrete bouwplannen voor het nieuw administratief centrum nog geen sprake is.../..

3 Raadslid VANHOOREN peilt ook naar de vergroening van het wagenpark (SEAP, gemeente als organisatie, pag. 26, sub 4.1) en naar de invoering van premies voor energiebesparende maatregelen. Schepen MAES antwoordt dat de stad dit genegen is, maar dat bij de eventuele overweging voor de aankoop van een voertuig op elektriciteit of aardgas ook de kostprijs in rekening zal worden gebracht. Voor wat betreft de energiepremies verwijst de schepen naar de bestaande premie voor de aankoop van een zonneboiler (SEAP, woningen, pag. 34, sub 8). Raadslid Anthony DUMAREY is geïnteresseerd in de energierapporten (SEAP, gemeente als organisatie, pag. 24, sub 6.1). Hij vraagt of het mogelijk is deze te kunnen inkijken [zie in dit verband artikel 11, 3 van het huishoudelijk reglement], of om ze op de website van de stad te publiceren. Het raadslid merkt op dat de energieverslindende verlichting in de raadzaal nog steeds niet werd vervangen. Dat is volgens hem niet meteen het goede voorbeeld. Volgens schepen MAES en schepen Johan TANGHE (beroepshalve expert) is de vervanging echter geen sinecure. Raadslid DUMAREY stelt vast dat het plan niet voorziet in deelname aan de Week van de Mobiliteit (SEAP, mobiliteit, pag. 42, sub 3, en pag. 45, sub 14). Schepen MAES antwoordt dat dit niet per se betekent dat dit in de toekomst niet zou kunnen veranderen. Zijzelf is daar voorstander van. Raadslid DUMAREY vraagt in welke gebouwen het aanbrengen van isolatie voorzien is (SEAP, gemeente als organisatie, pag. 23, sub 1). De schepen antwoordt dat dit nog niet werd geïnventariseerd. Raadslid DUMAREY vraagt of de stad het voorstel van Infrax al overwogen heeft, waarbij voorzien wordt in een premie bij aankoop van een wagen op CNG. De schepen bevestigt dit. Er werd zelfs al een testrit gemaakt. Voor de schepen blijft evenwel het totale kostenplaatje van belang. Raadslid DECLERCK merkt op dat gestreefd wordt naar een CO2-reductie van 20%, doch hij betwijfelt of deze doelstelling zal kunnen worden gehaald nu blijkt dat er nog geen concrete acties gepland zijn. Raadslid VANHOOREN vraagt wat Energy Performing Contracting inhoudt (SEAP, gemeente als organisatie, pag. 23, sub 1). De klimaatdeskundige verduidelijkt dat hier gedoeld wordt op de dienstverlening van Infrax als Energy Service Company (ESCO). Raadslid DUMAREY is benieuwd welke trage wegen (SEAP, mobiliteit, pag. 40, sub 1.1) de gemeente wil heropenen of waar alternatieven zouden worden voorzien. Schepen van toerisme en recreatie Peter VELLE verwijst hiervoor naar het mobiliteitsplan waarin een aantal suggesties zijn opgenomen. Als concreet voorbeeld geeft hij het nieuwe fiets- en wandelpad dat is voorzien in het kader van de aanleg en ontsluiting van de Bellerochewijk (tussen de Zeeweg en de Bekestraat). Raadslid DUMAREY heeft ook een aantal vragen over de fietsvergoeding (SEAP, gemeente als organisatie, pag. 26, sub 1). Hoeveel bedraag de fietsvergoeding? Hoeveel personeelsleden maken hiervan gebruik? Hoe wordt het bestaan van de fietsvergoeding gecommuniceerd naar de personeelsleden? Raadslid DUMAREY vraagt hoe ver het staat met de uitrol van de digitale economische kaart (SEAP, tertiaire sector, pag.47, sub 1). Volgens schepen van lokale economie Johan TANGHE ligt de oorzaak van de vertraging bij de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij zelf. Raadslid VANHOOREN merkt op dat de aanstelling van een energieverantwoordelijke voor de gebouwen niet als actiepunt is opgenomen voor Oudenburg (SEAP, gemeente als organisatie, pag.25, sub 6.8). Schepen MAES antwoordt dat er in Oudenburg geen verantwoordelijke meer moet aangeduid worden aangezien er reeds een verantwoordelijke werd aangesteld.../..

4 Raadslid VANHOOREN vraagt of er al nieuwe cijfers zijn om te vergelijken met de nulmeting (2011). Volgens de klimaatdeskundige van de WVI dateren de meest recente cijfers van Hetzelfde raadslid vraagt of er jaarlijks over de uitvoering van het plan zal worden gerapporteerd. De klimaatdeskundige van de WVI deelt mee dat dit slechts om de twee jaar is voorzien. De oppositie dringt toch aan op een jaarlijkse terugkoppeling. Raadslid DUMAREY verklaart tot slot dat zijn fractie het plan zal goedkeuren, ook al vreest hij dat het vooropgestelde resultaat niet zal worden gehaald.] De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet (en latere wijzigingen), inzonderheid artikel 2 betreffende de taakstelling van de gemeente, en artikel 42 en artikel 43, betreffende de bevoegdheid van de gemeenteraad; gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 23 april 2015 tot ondertekening van het Burgemeestersconvenant (Covenant of Mayors), als lid van de groep Verbindingsgebied Kust- Houtland (waar ook De Haan en Ichtegem deel van uitmaken); gelet op de plechtige ondertekening van het toetredingsformulier op 3 juni 2015; gelet op het meerjarenplan van de stad Oudenburg, goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 30 december 2013 (en laatst aangepast op 17 december 2015); gelet op het gemeentelijk woonplan voor de periode , goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2015; gelet op de voorlopige vaststelling van het gemeentelijk mobiliteitsplan (na herziening), bij gemeenteraadsbeslissing van 23 juni 2016; overwegende dat door de ondertekening van het Burgemeestersconvenant de stad zich engageert om - samen met De Haan en Ichtegem binnen de groep Verbindingsgebied Kust-Houtland - tegen 2020 een gezamenlijke CO2-reductie van minstens 20% te realiseren door in te zetten op energieefficiëntie en gebruik van duurzame energiebronnen; overwegende dat binnen het jaar na ondertekening van het Burgemeestersconvenant wordt verwacht dat de groep van gemeenten een gezamenlijk duurzaam energieactieplan (Sustainable Energy Action Plan, kortweg SEAP), inclusief nulmeting, opmaakt voor het gezamenlijk grondgebied; dat volgende thema s hierin verplicht aan bod dienen te komen: gebouwen, mobiliteit, openbare verlichting en lokale energieproductie; overwegende dat in het SEAP wordt aangegeven welke reductiedoelstelling de gemeenten binnen de groep Verbindingsgebied Kust-Houtland gezamenlijk tegen 2020 nastreven, wat het referentiejaar is, welke sectoren betrokken zijn en welke acties hiervoor nodig zijn; gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepen van 28 april 2015 waarbij de WVI (dienstverlenende vereniging, met zetel in de Baron Ruzettelaan 35 te 8310 Brugge) werd aangesteld om dit plan op te maken en op te volgen, alsook om de algemene coördinatie van het ontwikkelings- en implementatieproces op zich te nemen; overwegende dat de WVI hierbij gebruik maakte van de instrumenten aangereikt door de Vlaamse overheid; dat de WVI voor het uitvoeren van de opdracht een participatietraject opstelde en uitvoerde; dat door de WVI werden gekozen voor volgende thematische indeling: 1. de gemeente als organisatie (eigen gebouwen, eigen wagenpark, openbare verlichting), 2. wonen (huishoudens), 3. mobiliteit (particulier en commercieel transport, openbaar vervoer), 4. de tertiaire sector (gebouwen en activiteiten), en 5. de lokale energieproductie; dat bijzondere aandacht werd besteed aan de voorbeeldfunctie van de gemeente; dat door de WVI op basis van de individuele input van elk van de deelnemende gemeenten en van de voorstellen die werden gedaan tijdens de intergemeentelijke workshops en de interactieve sessie met de lokale adviesraden een dubbele actielijst werd opgesteld (met zowel gezamenlijke acties als individuele acties per gemeente en per thema), die de grondslag moest vormen voor een gemeenschappelijk energieactieplan, en die werd beoordeeld door het college van burgemeester en schepenen op 28 juni 2016;../..

5 gelet op het ontwerp van gezamenlijk duurzaam energieactieplan, zoals bezorgd (in finale versie) op 21 oktober 2016, waarin de globale doelstellingen alsook de verschillende acties per thema zijn opgenomen; overwegende dat het gezamenlijk duurzaam energieactieplan in overeenstemming is met de andere gemeentelijke beleidsplannen; dat met name de CO2-reductie is opgenomen in het gemeentelijk meerjarenplan , als actieplan AP-152 (als onderdeel van beleidsdoelstelling BD-23: Het bewuster en zuiniger omgaan met energie en milieu); dat sensibilisering rond energiebesparende maatregelen is opgenomen in het gemeentelijk meerjarenplan , als actieplan AP-134 (als onderdeel van beleidsdoelstelling BD-22: Het bewerkstelligen van een kwaliteitsvol en energiezuinig patrimonium), alsook in het gemeentelijk woonplan (als onderdeel van beleidsdoelstelling 4: Streven naar een kwaliteitsvol en energiezuinig patrimonium); dat in het gemeentelijk mobiliteitsplan tot slot aandacht wordt besteed aan duurzaam fietsbeleid, openbaar vervoer en trage wegen; overwegende dat door de WVI een eenmalig uitstel van negen maanden verkregen werd voor het indienen van het SEAP; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; na toelichting, bespreking en beraad; in openbare zitting; aangenomen met eenparigheid van stemmen; beslist: artikel 1 : Het gezamenlijk duurzaam energieactieplan, inclusief de nulmeting en reductiedoelstelling, voor de groep Verbindingsgebied Kust-Houtland, is goedgekeurd. Het goedgekeurde plan maakt integraal deel uit van deze beslissing. Na aanvaarding van het plan door de andere leden van de groep zal het op de website van de stad worden gepubliceerd. artikel 1bis: Het betreft de verdere uitvoering van actieplan AP-152 (als onderdeel van beleidsdoelstelling BD-23: Het bewuster en zuiniger omgaan met energie en milieu). artikel 2: Kennisgeving van deze beslissing zal worden gedaan aan de WVI, t.a.v. Nathalie GARRÉ, Baron Ruzettelaan 35, 8310 Brugge, met verzoek om (in het kader van hun opdracht) het nodige te doen voor de tijdige indiening van het plan bij het Secretariaat van het Burgemeestersconvenant (dit is voor 7 februari 2017). Een afschrift van deze beslissing zal worden meegestuurd. Het indienen dient online te gebeuren via My Covenant, de extranet-toepassing van het Burgemeestersconvenant ( Aan de WVI zal worden gevraagd om te melden wanneer het plan werd ingediend, alsook wanneer het aanvaard werd door het Joint Research Centre van de Europese Commissie. artikel 3. Een afschrift van deze beslissing wordt (samen met een exemplaar van het goedgekeurde plan) bezorgd: - aan de dienst milieu, voor verdere opvolging en coördinatie; - aan alle andere betrokken diensten (de dienst huisvesting, de dienst openbare werken de dienst mobiliteit, de technische uitvoeringsdienst, de dienst communicatie, de dienst lokale economie, de diensten sport, jeugd, cultuur en toerisme), als leidraad voor de komende jaren; - aan de dienst financiën, ter informatie. Het goedgekeurde plan dient voor alle diensten vlot en permanent consulteerbaar te zijn.../..

6 artikel 4. Kennisgeving van deze beslissing wordt ook gedaan (1) aan de andere leden van de groep, met name: - de gemeente De Haan, t.a.v. het college van burgemeester en schepenen, p/a Leopoldlaan 24, 8420 De Haan; - de gemeente Ichtegem, t.a.v. het college van burgemeester en schepenen, p/a Stationsstraat 1, 8480 Ichtegem, alsook (2) aan de interlokale vereniging Woonpunt, Stationsstraat 1, 8480 Ichtegem, als partner voor het thema wonen. 3. VASTSTELLING EN TOEKENNING VAN DE WERKINGSBIJDRAGE AAN DE HULPVERLENINGSZONE 1 WEST-VLAANDEREN, VOOR HET BOEKJAAR 2017 [Raadslid Romina VANHOOREN maakt van de gelegenheid gebruik om de burgemeester te interpelleren over de gedeeltelijke sluiting van de kazerne van de civiele bescherming in Jabbeke (1 dag op 4) vanaf december. Volgens de burgemeester is er over de definitieve ontmanteling nog niets beslist en wordt er vanuit West-Vlaanderen druk geijverd om minstens een alternatieve dienstverlening te voorzien voor specifieke acties op zee.] De raad, gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 42 en artikel 43 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en de artikelen 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikel 255, 11 ; gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 67, artikel 68, artikel 134 en artikel 139; gelet op het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones; gelet op de omzendbrief BB 2015/2 van 10 juli 2015 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen en de budgetten 2016, inzonderheid de inleiding, in fine (verwijzing naar omzendbrief BB 2013/4) en rubriek 3.2 (Dotaties aan de hulpverleningszones); overwegende dat de stad Oudenburg (samen met de steden en gemeenten Blankenberge, Brugge, De Haan, Gistel, Knokke-Heist, Middelkerke, Oostende, Oostkamp, Torhout, Beernem, Bredene, Damme, Ichtegem, Jabbeke, Zedelgem en Zuienkerke) deel uitmaakt van Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen (regio Brugge-Oostende); gelet op het besluit van de gemeenteraad van 25 september 2014 tot instap in Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen met ingang van 1 januari 2015 en goedkeuring van de financiële verdeelsleutel en de daaraan verbonden modaliteiten voor de periode ; gelet op de bespreking en goedkeuring van de ontwerpbegroting 2017 van de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen in de schoot van het zonecollege op 1 september 2016, zoals blijkt uit de lijst van de beslissingen van het zonecollege, ontvangen op 20 september 2016, en in de schoot van de zoneraad op 12 september 2016, zoals blijkt uit de lijst van de beslissingen van de zoneraad, ontvangen op 2 oktober 2016; overwegende dat de ontwerpbegroting 2016 van de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen, via elektronisch bericht werd bezorgd op 14 september 2016; dat een verbeterde versie werd nagestuurd op 22 september 2016 (met afrondingscorrectie); dat het de bedoeling is om de begroting in de eerstvolgende zitting van de zoneraad (op 7 november 2016) ter goedkeuring voor te leggen; overwegende dat op 27 september 2016 een infovergadering werd georganiseerd voor de gemeenteraadsleden van de 17 steden en gemeenten van de Hulpverleningszone met betrekking tot onder andere de ontwerp begroting 2017; overwegende dat het te financieren saldo van de begroting van de zone begroot wordt op ,00 EUR;../..

7 dat het aandeel van de stad Oudenburg in de financiering van de zone voor het boekjaar 2017 vastgelegd werd op 1,0946% van het te financieren saldo; dat dit neerkomt op (afgerond) ,00 EUR; overwegende dat de gemeentelijke dotatie dient te worden ingeschreven in de gemeentebegroting; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; in openbare vergadering; na toelichting, discussie en beraad; aangenomen met eenparigheid van stemmen; besluit: artikel 1: artikel 1: Voor het boekjaar 2016 wordt de werkingsbijdrage van de stad Oudenburg, die wordt toegekend aan de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen, vastgesteld op ,00 EUR. artikel 2: De noodzakelijke kredieten voor de betaling van de gemeentelijke bijdrage aan de hulpverleningszone zullen als uitgave worden voorzien in de financiële nota van het budget voor het boekjaar 2017, op algemene rekening (beleidsitem ). artikel 3: Een afschrift van dit besluit wordt onverwijld bezorgd aan de voorzitter van de zoneraad van de Hulpverleningszone West-Vlaanderen 1, Siemenslaan 8, 8020 Oostkamp, ter kennisgeving. artikel 4: Deze beslissing wordt opgenomen op de lijst met de beknopte omschrijving van de aangelegenheden waarover een beslissing werd genomen die binnen de twintig dagen per aangetekende zending aan de provinciegouverneur (als commissaris van de Vlaamse regering) wordt gezonden in het kader van het algemeen bestuurlijk toezicht, via het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling West-Vlaanderen, Jacob van Maerlantgebouw, Koning Albert I-laan 1-2 bus 103, 8200 Brugge. Dit zal geschieden op digitale wijze. artikel 5: Deze beslissing zal daarnaast en binnen dezelfde termijn ter goedkeuring worden gestuurd naar de provinciegouverneur (als commissaris van de federale regering) in het kader van het bijzonder specifiek toezicht, via de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Dienst Civiele Veiligheid, FAC Kamgebouw, Koning Albert I-laan 1/5 bus 6, 8200 Brugge. Dit zal gebeuren per aangetekende zending. Een afschrift zal tezelfdertijd worden gestuurd aan de minister van Binnenlandse Zaken, via de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Civiele Veiligheid, Leuvenseweg 1, 1000 Brussel, ter kennisgeving. Dit zal eveneens gebeuren per aangetekende zending. artikel 6: Een kopie van deze beslissing wordt bezorgd aan de financieel beheerder. 4. BESLISSING TOT SOLIDAIRE BORGSTELLING TEN OPZICHTE VAN ING BELGIÊ* BANK VOOR EEN LENING AANGEGAAN DOOR DE KERKFABRIEK SINT-ELIGIUS, ETTELGEM, VOOR HERSTELLINGSWERKEN AAN DE SINT-ELIGIUSKERK [Burgemeester Ignace DEREEPER geeft een korte toelichting. De lening is nodig voor het financieren van een aantal nodige herstellingen (en voor de aanzet tot de opmaak van een kerkenplan). Volgens raadslid Romina VANHOOREN is het dossier onvolledig en laattijdig enerzijds omdat de andere twee door de kerkfabriek aangevraagde offertes ontbreken en anderzijds omdat de geldigheidsduur van de offerte van ING verstreken zou zijn. Zij pleit er zelfs voor om dit dossier te verdagen. De gemeentesecretaris legt uit dat de gemeenteraad enkel dient te beslissen over het al dan niet verlenen van de borg (en niet over de keuze van de bankinstelling of de offerte als dusdanig) en dat de lening al werd afgesloten zij het onder opschortende voorwaarde van borgstelling door de gemeente. Desalniettemin meent raadslid Anthony DUMAREY dat in het vervolg alle offertes bij het dossier zouden moeten worden gevoegd om de raad met volle kennis van zaken te kunnen laten oordelen. Waarvan akte.]../..

8 De raad, gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2 en artikel 42; gelet op de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, inzonderheid Boek III, Titel XIV; gelet op het verzoek van de penningmeester van de kerkraad van de kerkfabriek Sint-Eligius, Ettelgem, ingediend bij brief van 3 oktober 2016 (ontvangen op 5 oktober 2016); gelet op de bijgevoegde stukken; overwegende dat voormelde kerkraad in vergadering van 24 mei 2016 beslist heeft om voor de financiering van een aantal prioritaire herstellingen aan de Sint-Eligiuskerk een lening aan te gaan ten bedrage van ,00 EUR; dat vervolgens de markt werd bevraagd en dat uiteindelijk op 13 september 2016 door de betrokken kerkraad werd beslist om de lening af te sluiten bij ING België nv, met een looptijd van 10 jaar en tegen een vaste rente; gelet op de bevestiging van de modaliteiten van het krediet door ING België, bij brief van 23 september 2016, en het akkoord van de kerkfabriek, bij wege van ondertekening van de brief door de voorzitter en de secretaris op 3 oktober 2016; overwegende dat ING België als voorwaarde stelt dat deze lening gewaarborgd wordt door een borgstelling door de gemeente Oudenburg; gelet op het voorbeeld van borgstellingsakte bezorgd door ING België op 30 januari 2015, dat ook werd gebruikt als model voor de redactie van een gelijkaardige beslissing genomen 30 maart 2015; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; na toelichting en beraad; in openbare vergadering; aangenomen met 13 ja-stemmen (Myriam MAES, Peter VELLE, Ulrike VANHESSCHE, Isabelle CAPELLE, Gudrun DE VLAM, Hubert DE GRYSE, Annie COBBAERT, Jean-Pierre VAN DIERENDONCK, Anni CHRISTIAEN, Stefanie VAN EEGHEM, Johan TANGHE, Ignace DEREEPER en Gino DUMON) tegenover 6 onthoudingen (Marc GILLIAERT, Freddy DECLERCK, Herlinde DEVRIENDT, Romina VANHOOREN, Roland BLOMME en Anthony DUMAREY); besluit: artikel 1: De stad Oudenburg stelt zich hoofdelijk en ondeelbaar borg voor de betaling en/of de terugbetaling van alle bedragen in hoofdsom, interesten, provisies en toebehoren die door de kerkfabriek Sint-Eligius uit Ettelgem, hierna genoemd de hoofdschuldenaar, verschuldigd zijn of zouden zijn aan ING België nv ingevolge de afsluiting van een lening ten bedrage van ,00 EUR voor de financiering van prioritaire herstellingswerken aan de Sint-Eligiuskerk te Ettelgem, terug te betalen in tien jaar, hierna genoemd het leningscontract. Voormelde hoofdsom zal verhoogd worden met de interesten, de provisies en het toebehoren zoals die van toepassing zijn of zouden zijn op de hoofdschuldenaar, doch slechts verschuldigd vanaf de ingebrekestelling. artikel 2: De stad als borg ontzegt zichzelf het recht de betaling van de gevorderde bedragen te weigeren en termijnen van respijt te vragen onder voorwendsel van het bestaan van andere zakelijke of persoonlijke zekerheden verleend door de hoofdschuldenaar of derden, alsook het recht om de voorafgaande tegeldemaking van deze zekerheden te eisen. artikel 3: Vanaf de ingebrekestelling mag ING België naar goeddunken elk bedrag dat zij gerechtigd is op te vorderen van de stad, op het debet boeken van elke rekening die de stad bij haar aanhoudt. artikel 4: De stad als borg erkent dat, behoudens uitdrukkelijk afwijkend beding, alle persoonlijke of zakelijke zekerheden, andere dan de onderhavige borgstelling, die hij of derden aan ING België verleden heeft of zou verlenen ter dekking van bestaande of toekomstige kredieten en faciliteiten van de hoofdschuldenaar afzonderlijke verbintenissen (zullen) uitmaken. ING België zal hierop dus, gelijktijdig of niet, een beroep kunnen doen, met dien verstande dat de uitwinning van de ene en/of de andere van deze zekerheden aan de volle doeltreffendheid van deze borgstelling geen nadeel kan berokkenen en de geldigheid van de andere zekerheden niet kan aantasten.../..

9 artikel 5: De stad neemt er akte van dat de borg zijn borgstelling kan herroepen. Om rechtsgeldig te zijn moet de herroeping gedaan worden met een bij de post aangetekende brief. De herroeping zal slechts uitwerking hebben bij het verstrijken van een opzeggingstermijn van één maand vanaf de datum van haar ontvangst. In geval van herroeping blijft de stad als borg, behalve bij akkoord van ING België om hem geheel of gedeeltelijk te bevrijden, hoofdelijk en ondeelbaar gehouden voor alle verbintenissen, zelfs eventuele, gewaarborgd door deze borgstelling en aangegaan vóór het verstrijken van de opzeggingstermijn, afgezien van het feit of deze verbintenissen al dan niet eisbaar zijn op de vervaldatum van de opzeggingstermijn. Ingeval de borgstelling niet wordt herroepen, blijft de stad als borg gehouden, ten belope van het bedrag vermeld in artikel 1 van dit besluit, voor alle verbintenissen van de hoofdschuldenaar gewaarborgd door deze borgstelling. ING België kan op elk ogenblik één of meerdere borgen geheel of gedeeltelijk bevrijden. In dat geval blijft elke niet-bevrijde borg gehouden, ten belope van het bedrag vermeld in artikel 1 van dit besluit, voor alle verbintenissen die de hoofdschuldenaar, gewaarborgd door deze borgstelling. ING België is er niet toe gehouden de borgen te melden dat één of meer onder hen hun verbintenis hebben herroepen en/of dat zij één of meerdere borgen heeft bevrijd. artikel 6: De stad als borg neemt er akte van dat de hoofdelijke en ondeelbare waarborg van de borgen zich ten belope van het bedrag voormeld in artikel 1 uitstrekt tot alle bepaalbare schulden die hun oorzaak vinden in het leningscontract zoals gepreciseerd in artikel 1, ongeacht de wijzigingen die ING België en de hoofdschuldenaar na het nemen van deze beslissing zouden aanbrengen in het bedrag of inde modaliteiten van de kredieten en faciliteiten toegestaan of toe te staan aan de hoofdschuldenaar, en ongeacht de wijzigingen die zouden kunnen aangebracht worden in de bestaande of toekomstige zekerheden, onderscheiden van onderhavige borgstelling en verleend ten gunste van ING België door de hoofdschuldenaar, eventuele derdegaranten en/of de stad als borgsteller. Dit betekent dat op het ogenblik waarop een beroep zal gedaan worden op onderhavige borgstelling, ING België zonder betwisting gedekt zal zijn ten belope van het bedrag van onderhavige borgstelling voor alle bepaalbare schulden die hun oorzaak vinden in het leningscontract afgesloten tussen ING België en de hoofdschuldenaar (en dit onverminderd het bepaalde in artikel 12). Derhalve zullen noch ING België, noch de hoofdschuldenaar gehouden zijn de stad als borg in kennis te stellen van de wijzigingen in het bedrag of de modaliteiten van de kredieten of faciliteiten aan de hoofdschuldenaar toegestaan of toe te staan, of in de zekerheden die deze kredieten en faciliteiten dekken. De stad als borg ontzegt zichzelf dus het recht de gelijkenis in te roepen die er zou kunnen bestaan tussen het bedrag ten belope waarvan de borgstelling verleend wordt en het bedrag van gelijk welk krediet of van gelijk welke faciliteiten door ING België aan de hoofdschuldenaar op welk tijdstip ook, toegestaan. artikel 7: De verbintenissen van de stad als borg zullen ondeelbaar zijn tussen zijn rechthebbenden; ING België zal dus het gehele bedrag kunnen opeisen van gelijk welke rechthebbende. artikel 8: De stad als borg ziet ervan af elke indeplaatsstelling in te roepen in de rechten van ING België uit hoofde van betalingen gedaan aan deze laatste en van de uitoefening van elk verhaal tegen de hoofdschuldenaar, tegen elke medeschuldenaar of medeborg zolang ING België niet volledig in hoofdsom, interesten, provisies, kosten en ander toebehoren terugbetaald is.../..

10 artikel 9: De stad als borg ziet er eveneens van af zijn bevrijding in te roepen indien een betaling door of voor de hoofdschuldenaar aan ING België gedaan, niet geldig zou zijn of zou dienen te worden terugbetaald. artikel 10: ING België mag aan de hoofdschuldenaar termijnen van respijt, faciliteiten, verlengingen en schikking toestaan, zonder ertoe gehouden te zijn de stad als borg hiervan in kennis te stellen. De stad als borg kan bovendien het voordeel hiervan niet inroepen. artikel 11: De stad als borg verklaart uitdrukkelijk af te zien van het voorrecht van artikel 2037 van het Burgerlijk Wetboek, dat luidt als volgt: De borg is ontslagen, wanneer hij door toedoen van de schuldeiser niet meer in de rechten, hypotheken en voorrechten van die schuldeiser kan treden. artikel 12: ING België heeft op ieder ogenblik het recht om van de stad als borg te eisen dat hij, naar haar eigen goeddunken, een volledige of gedeeltelijke provisie vormt en overdraagt in het voordeel van ING België tot dekking van haar risico. ING België heeft het recht op elk ogenblik en mits een gewoon bericht de rekeningen van de stad te debiteren met een bedrag bestemd voor de vorming van een dergelijke provisie. Het bedrag van deze provisie zal aan de stad terugbezorgd worden op voorwaarde dat hij geen enkele verplichting meer heeft ten overstaan van ING België uit hoofde van de door hem verleende borgstelling. artikel 13: Twee voor eensluidend verklaarde afschriften van deze beslissing worden verzonden aan de kerkfabriek Sint-Eligius, Ettelgem, t.a.v. Marleen DE MUYT, penningmeester, p/a Dorpsstraat 71, 8460 Oudenburg, ter kennisgeving en voor verder gevolg. Een exemplaar is bestemd om te worden bezorgd aan ING België nv, ter vervollediging van het leningsdossier. artikel 14: Een ingescande versie van de beslissing zal worden bezorgd aan ING België nv, Business Lending Client Services Gent, Lending and Insurance Services, t.a.v. Franky MINNEBO, Gaston Crommenlaan 4 bus 0301, 9050 Ledeberg, via franky.minnebo@ing.be, met het oog op de vlotte afhandeling van het dossier. artikel 15: Een afschrift van deze beslissing wordt eveneens bezorgd aan de financieel beheerder, ter kennisgeving. 5. BESPREKING VAN DE AGENDA VAN DE BIJZONDERE ALGEMENE VERGADERING VAN OVCO VAN 23 NOVEMBER 2016 (OMVATTENDE EEN WIJZIGING VAN DE STATUTEN) EN VASTSTELLING VAN HET MANDAAT VAN DE VERTEGENWOORDIGERS De raad, gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2, artikel 35, artikel 42 en artikel 43; gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, inzonderheid artikel 39 en artikel 44; overwegende dat de stad Oudenburg deelnemer is in de opdrachthoudende vereniging voor crematoriumbeheer in het arrondissement Oostende (OVCO), met zetel te 8400 Oostende, Vindictivelaan 1; gelet op de statuten van OVCO ov, oorspronkelijk vastgesteld op 5 december 2011 (bij de ondertekening van de oprichtingsakte) en goedgekeurd bij ministerieel besluit van 8 februari 2012; overwegende dat in de loop van het laatste trimester van elk jaar een bijzondere algemene vergadering moet worden belegd om de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het volgende boekjaar te bespreken; dat op de agenda van deze vergadering een door de raad van bestuur opgestelde begroting moet staan; dat deze vergadering volgens de statuten (artikel 30) belegd wordt in de laatste trimester van elk jaar;../..

11 overwegende dat de oproeping voor elke algemene vergadering minstens 60 kalenderdagen vooraf, en per aangetekend schrijven, moet worden bezorgd aan de deelnemers (artikel 31 van de statuten); overwegende dat de raad van bestuur de werkingsbijdrage van de gemeenten wenst te verhogen van 1,00 naar 2,00 EUR per inwoner, om budgettaire redenen; dat dit een aanpassing vergt van artikel 44, lid 1 van de statuten (en een aanpassing van de begroting voor het jaar 2016); dat van de gelegenheid gebruik gemaakt wordt om ook de procedure voor de aanstelling van de vertegenwoordigers te vereenvoudigen zodat vaste afgevaardigden mogelijk worden (artikel 28) en de termijn voor de bijeenroeping van de algemene vergadering in te korten tot dertig dagen om sneller te kunnen samenkomen indien nodig (artikel 31); dat voor het doorvoeren van een wijziging van de statuten vereist is dat uiterlijk negentig dagen voor de algemene vergadering die de statutenwijziging moet beoordelen een (door de raad van bestuur opgesteld) ontwerp aan de deelnemers moet worden bezorgd; gelet op de uitnodiging, gedaan per aangetekende brief van 19 september 2016 (gedateerd op 15 september 2016, ontvangen op 21 september 2016), voor de algemene vergadering van aandeelhouders van de OVCO, die doorgaat te Oostende op woensdag 23 november 2016 om uur; gelet op de agenda van de vergadering; overwegende dat in de gemeenteraad over ieder agendapunt kan worden gedebatteerd; dat minstens over ieder agendapunt een standpunt dient te worden ingenomen; overwegende dat volgende punten geagendeerd staan: (1) goedkeuring van de notulen van de algemene vergadering van 28 juni 2016, (2) de benoeming van een aantal bestuurders, (3) een wijziging van de statuten, (4) de wijziging van de begroting voor het jaar 2016, en (5) mededelingen; gelet op de stukken die werden meegestuurd: (1) het verslag van de algemene vergadering van 28 juni 2016, (2) het verslag van de raad van bestuur van 28 juni 2016, (3) het toegelichte voorstel van statutenwijziging, (4) een gecoördineerde versie van de statuten na wijziging, en (5) het voorstel voor begrotingswijziging 2016; overwegende dat voortaan enkel de vaststelling van het mandaat van vertegenwoordiger herhaald moet worden voor elke algemene vergadering (en niet langer de ganse benoemingsprocedure); dat het mandaat van de vertegenwoordiger wel nog steeds concreet moet worden ingevuld; gelet op de bevestiging van de aanduiding van Hubert De GRYSE, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Madeliefjesstraat 20, als eerste effectieve vertegenwoordiger, Annie COBBAERT, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Brugsesteenweg 51, als tweede effectieve vertegenwoordiger, en Jean-Pierre VAN DIERENDONCK, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Hoogwegel 53, als plaatsvervangend vertegenwoordiger, voor alle komende vergaderingen van de OVCO, en dit tot aan de volgende algehele vernieuwing van de gemeenteraden, bij beslissing van de gemeenteraad van 28 november 2013; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; in openbare vergadering; na kennisname en bespreking; na toelichting en beraad; overwegende dat er geen opmerkingen of vragen werden geformuleerd over of bezwaren werden geopperd tegen de op de dagorde opgenomen punten; aangenomen met eenparigheid van stemmen; besluit: artikel 1: De stad Oudenburg heeft geen opmerkingen bij of bezwaren tegen de volgende agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van OVCO, die zal doorgaan te Oostende op 23 november 2016: (1) goedkeuring van de notulen van de algemene vergadering van 28 juni 2016, (2) de benoeming van een aantal bestuurders, (3) de wijziging van de statuten, (4) de wijziging van de begroting voor het jaar 2016, en (5) mededelingen. artikel 1bis: Het ontwerp tot wijziging aan de statuten van OVCO, omvattende een aanpassing van artikel 28, artikel 31 en artikel 44, zoals dat zal worden voorgelegd aan de bijzondere algemene vergadering van 23 november 2016, wordt goedgekeurd.../..

12 artikel 2: Deze beslissing bepaalt de concrete invulling van het mandaat van de vertegenwoordiger voor de bijzondere algemene vergadering van de OVCO van 23 november Dit betekent dat de aanwezige vertegenwoordiger op deze algemene vergadering dient te handelen overeenkomstig het standpunt van de gemeenteraad. De stukken betreffende voornoemde vergadering zullen aan de eerste effectieve vertegenwoordiger worden bezorgd. artikel 3: Twee voor eensluidend verklaarde afschriften van deze beslissing zullen worden bezorgd aan de OVCO, opdrachthoudende vereniging, Vindictivelaan 1, 8400 Oostende, tegen uiterlijk 21 november Één exemplaar is bestemd om te worden gevoegd bij het verslag van de bijzondere algemene vergadering (voor wat betreft de statutenwijziging). artikel 4: Een afschrift van deze beslissing wordt eveneens gestuurd aan de aangestelde vertegenwoordigers van de stad Oudenburg, met name: Hubert De GRYSE, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Madeliefjesstraat 20, eerste effectieve vertegenwoordiger, Annie COBBAERT, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Brugsesteenweg 51, tweede effectieve vertegenwoordiger, en Jean-Pierre VAN DIERENDONCK, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Hoogwegel 53, plaatsvervangend vertegenwoordiger. Voor zover als nodig geldt dit besluit als bekrachtiging van hun aanstelling als vaste vertegenwoordigers. 6. BESPREKING VAN EEN VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN HET REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN HET IPSO FACTO MET HET OOG OP HET TOELATEN VAN FUIVEN (TOEGEVOEGD AGENDAPUNT) [Raadslid Romina VANHOOREN licht haar voorstel toe. Door fuiven toe te laten in de grote zaal van ipso facto zou het rendement van het cultuurcomplex kunnen worden verhoogd. De aanpassing in die zin van het reglement zou meteen ook de gangbare praktijk (om in bepaalde gevallen toch fuiven toe te laten) officialiseren. Schepen van jeugd en cultuur Peter VELLE stelt dat ipso facto niet als fuifzaal werd geconcipieerd en daarvoor dus ook verre van geschikt is: in de inkom van de zaal staan folderrekken en planten, de deuren zijn van glas, de muren zijn wit geschilderd, de cafetariaruimte kan niet worden afgesloten. Het toelaten van fuiven zal ongetwijfeld het risico op schade en vandalisme vergroten, zowel in het cultuurcomplex als in het aanpalende park. Fuiven zullen dus niet alleen voor meer kosten zorgen, maar ook voor een grotere overlast voor de omwonenden. De schepen acht het dus niet verantwoord om fuiven (als dusdanig) in ipso facto toe te laten. Voor dergelijke evenementen kan men trouwens nog altijd terecht in de kleine zaal van de stedelijke sporthal, die hiervoor veel beter gelegen en uitgerust is. Samen met raadslid VANHOOREN vindt raadslid Anthony DUMAREY dit hypocriet aangezien er recent nog wel een fuif werd toegelaten (met name de Foute Fuif, georganiseerd door vzw De Victors, ten voordele van de Rode Neuzen Dag). Schepen VELLE repliceert dat de fuif die plaatsvond op 15 oktober deel uitmaakte van een totaalprogramma voor een goed doel, en eerder gericht was op een ouder publiek. Essentieel was ook het familiaal karakter van het evenement. Hij ontkent met klem dat het hier om vriendjespolitiek of cliëntelisme zou gaan. Dat deze familiefuif mocht plaatsvinden vindt hij getuigen van gezond verstand. Voor zover dit in overeenstemming is met de geest van het reglement heeft de schepen hier geen enkel probleem mee. Hij blijft een pragmatische aanpak verkiezen boven een aanpassing van het reglement.../..

13 Ook raadslid Freddy DECLERCK is van oordeel dat ipso facto niet geschikt is voor het organiseren van fuiven: de zaal is gelegen in het centrum van de stad, wat zal zorgen voor overlast, en er zijn onvoldoende parkeermogelijkheden. De sporthal biedt volgens hem voldoende mogelijkheden. Raadslid Anthony DUMAREY stelt dat zijn partij (Open VLD) bereid is om het voorstel in te trekken om het bestuur alsnog de kans te geven om het reglement aan te passen door het te laten aansluiten bij de realiteit om zo een correcte toepassing te kunnen garanderen. De voorzitter gaat niet in op deze suggestie. Waarom wordt anders een extra agendapunt ingediend, zo vraagt hij zich luidop af - en gaat onverstoord over tot de stemming.] De raad, gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2, artikel 20, artikel 41 en artikel 42; gelet op het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 4 juli 2013; overwegende dat raadsleden (die geen lid zijn van het college van burgemeester en schepenen) punten aan de agenda kunnen toevoegen; dat dit kan tot uiterlijk vijf dagen voor de vergadering; dat de toegelichte voorstellen van beslissing aan de gemeentesecretaris moeten worden bezorgd, die de voorstellen op zijn beurt aan de voorzitter van de gemeenteraad dient te bezorgen; gelet op het verzoek ingediend door raadslid Romina VANHOOREN (Open VLD), gedateerd op 21 oktober 2016, ontvangen en geregistreerd op 21 oktober 2016 (als inkomend stuk nummer ), voor de toevoeging van een extra punt aan de agenda van de vergadering van de gemeenteraad van 27 oktober 2016; gelet op de vaststelling van de aanvullende agenda door de voorzitter op 19 september 2016; gelet op de mededeling aan de gemeenteraadsleden van het aanvullende agendapunt (samen met het gemotiveerde toegelichte voorstel) door de gemeentesecretaris per (conform de gemaakte afspraken) op 25 oktober 2016; gelet op het reglement en de tarieven voor het gebruik van het cultuurcomplex in de Marktstraat 25, vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 7 mei 2009, inzonderheid artikel 1, 2; overwegende dat voorgesteld wordt om het gebruiksreglement aan te passen en voortaan ook fuiven toe te laten in cultuurcomplex ipso facto; dat het aanvullende agendapunt wordt ingediend om de activiteitsgraad te verhogen (en meer inkomsten te genereren) en om het reglement te laten aansluiten bij de gangbare praktijk (aangezien er in het cultuurcomplex wel degelijk fuiven worden toegelaten, waarbij verwezen wordt naar de Foute Fuif die recent werd georganiseerd in het kader van een Rode Neuzen-actie); overwegende evenwel dat geoordeeld wordt dat het cultuurcomplex ipso facto niet geschikt is voor fuiven, noch qua inrichting noch qua ligging; dat het toelaten van fuiven het risico op schade (aan het gebouw en aan de omgeving) en meer overlast (voor de buurt) ongetwijfeld zou verhogen; dat de stedelijke sporthal een bestaand en meer geschikt alternatief is voor dergelijke evenementen; dat het derhalve niet verantwoord - maar ook niet nodig - is om het reglement van ipso facto aan te passen zoals wordt voorgesteld; dat het principieel verbod op fuiven dus gerust gehandhaafd kan blijven; dat om te beoordelen of een evenement al dan niet als een fuif beschouwd kan worden men immers de ruimere context van het evenement in acht moet nemen, en niet louter op de bewoording mag afgaan; dat eventuele twijfelgevallen moeten kunnen voor zover ze verenigbaar zijn met de geest van het reglement; na discussie; in openbare vergadering;../..

14 na stemming met volgend resultaat: 15 neen-stemmen (Myriam MAES, Peter VELLE, Ulrike VANHESSCHE, Isabelle CAPELLE, Gudrun DE VLAM, Hubert DE GRYSE, Annie COBBAERT, Jean-Pierre VAN DIERENDONCK, Anni CHRISTIAEN, Stefanie VAN EEGHEM, Marc GILLIAERT, Freddy DECLERCK, Johan TANGHE, Ignace DEREEPER en Gino DUMON) tegenover 4 onthoudingen (Herlinde DEVRIENDT, Romina VANHOOREN, Roland BLOMME en Anthony DUMAREY); besluit: enig artikel: Het voorstel voor het wijzigen van het reglement voor het gebruik van ipso facto om voortaan ook fuiven toe te laten wordt verworpen. 7. VARIA Na de behandeling van de geagendeerde punten worden nog een aantal mondelinge vragen gesteld (die vooraf waren aangekondigd). Wat hier volgt is een summiere samenvatting van de vraagstelling (zoals schriftelijk verwoord) en de verstrekte antwoorden. Eventuele uitweidingen en aansluitende discussies worden niet weergegeven. A. Vraag gesteld door raadslid Anthony DUMAREY (Open VLD) vooraf schriftelijk medegedeeld via elektronisch bericht op maandag 24 oktober 2016 (geregistreerd op dinsdag 25 oktober 2016). Een gelijkaardige vraag werd gesteld door raadslid Freddy DECLERCK (zie sub C.5). Wat betreft de ontwikkeling van de Abdijhoevesite antwoordt burgemeester Ignace DEREEPER dat er zes kandidaat-ontwerpers werden geselecteerd en gehoord, en dat de aanstelling normaal binnen de maand zal gebeuren. Het komt dan aan de gekozen ontwerper toe om een plan op te maken binnen de budgettaire voorzieningen. Voor wat betreft het beschermde gedeelte wordt gestreefd naar een maximale betoelaging. Welke gebouwen eventueel verkocht zouden worden, en wanneer, daar is men binnen het college van burgemeester en schepenen nog niet uit. Wel is het zo dat de gebouwen waarin diensten gevestigd zijn die in het nieuwe administratief centrum zouden worden ondergebracht, pas kunnen worden verkocht wanneer er duidelijk zicht is op de verhuisdatum. Daarnaast zijn er ook een aantal andere gebouwen die als opslagplaats zullen moeten kunnen blijven dienen. Raadslid DUMAREY betreurt dat de gemeenteraad niet geïnformeerd werd over de preselectie van de mogelijke ontwerpers en hij pleit ervoor om de gemeenteraad zeker nauwer te betrekken bij het verdere traject (bijvoorbeeld via een werkgroep). Raadslid Marc GILLIAERT vraagt welke diensten in het nieuwe stadhuis zouden worden ondergebracht, en of in de voormalige Abdijhoeve ook ruimte voorzien is voor privé-initiatief of horeca. De diensten die naar de nieuwe site zouden verhuizen zijn alle administratieve diensten die momenteel in het stadhuis en in De Groote Poorte zijn gehuisvest, en de sociale dienst van het OCMW. Er is geen ruimte voorzien voor private initiatieven. Raadslid Freddy DECLERCK vraagt waarom niet geopteerd werd voor een publiek-private samenwerking. Volgens de burgemeester was dit geen voor de hand liggende keuze. Raadslid Romina VANHOOREN vraagt of 2020 zal worden gehaald als deadline. De burgemeester verwacht dat het ontwerp in 2017 klaar zou moeten zijn, maar merkt op dat het Agentschap Onroerend Erfgoed vaak een onberekenbare factor is. Op de vraag of het feit dat het nieuw administratief centrum maar gerealiseerd zal worden na de verkiezingen ook betekent dat de burgemeester nog ambities heeft om zijn politieke carrière te verlengen (omdat hij ooit heeft verklaard dat het Abdijhoeveproject het pronkstuk zou vormen van zijn verwezenlijkingen als burgemeester) komt geen antwoord.../..

15 B. Vragen gesteld door raadslid Romina VANHOOREN (Open VLD) vooraf schriftelijk medegedeeld via elektronisch bericht op maandag 24 oktober 2016 (geregistreerd op dinsdag 25 oktober 2016). 1. Wat betreft het stedenbouwkundig beleid antwoordt burgemeester Ignace DEREEPER, bevoegd voor ruimtelijke ordening, dat in november een eerste bijeenkomst van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening gepland staat, die vooral bedoeld zal zijn om kennis te maken en om een huishoudelijk reglement op te maken. De vermelding van dit adviesorgaan op de stedelijke website zal gebeuren naar aanleiding van de officiële installatie. De eerstvolgende taak van de commissie zal zijn om advies uit te brengen over het voorontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Nadien komt het aan de gemeenteraad toe om het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voorlopig vast te stellen. Aansluitend volgt dan een openbaar onderzoek en een nieuwe adviesronde, waarna het plan definitief door de gemeenteraad kan worden vastgesteld (maar wel nog door de deputatie moet worden goedgekeurd). 2. Wat betreft de lage score die de stad Oudenburg behaalde inzake de toegankelijkheid van het stadhuis voor mindervaliden (in het kader van De Grote Gemeentetest van de krant Het Nieuwsblad) antwoordt schepen van sociale zaken Johan TANGHE dat het cijfer (3,8 op 10) gerelativeerd moet worden. Voor 8 van de 15 criteria behaalde de stad 75 op 75. Voor de resterende 7 aandachtspunten 0 op 120. Dergelijke zwart-witbeoordeling geeft een vertekend en ongenuanceerd beeld. Zo werd bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de schuine helling, noch met het feit dat het stadhuis een oud gebouw is. Hij geeft toe dat de toegankelijkheid voor verbetering vatbaar is, maar vindt dat geen grote kosten meer moeten worden gemaakt nu de administratieve diensten over een paar jaar zullen verhuizen naar een andere site. Belangrijk is dat bij de opmaak van de plannen voor het nieuwe stadhuis ruime aandacht wordt besteed aan deze problematiek. Voor een bestuur dat begaan is met de mindervalide medemens is dit niet meer dan vanzelfsprekend, zo besluit de schepen. 3. Over de tweede editie van het jeugdcongres dat dit jaar plaatsvond op 21 oktober 2016 vertelt schepen van jeugd Peter VELLE het volgende. Het initiatief werd dit jaar overgelaten aan de jeugdraad, vanuit een bottom-up-benadering. Er werd ook gekozen voor een hippere benaming (Stadslab 16-18). Het evenement werd niet enkel via de traditionele publiciteitskanalen bekendgemaakt: alle betrokken jongeren (266) werden persoonlijk aangeschreven. Er waren 16 aanwezigen (dat is 11 meer dan vorig jaar). Er werd rond een aantal stellingen van gedachten gewisseld (volgens het speeddateconcept). De vraagsteller is benieuwd naar de bevindingen. Volgens de schepen is het daarvoor nog wat vroeg. De resultaten zullen door de jeugddienst worden verwerkt en worden teruggekoppeld naar de deelnemers en de jeugdraad. Het is de bedoeling om ook voor het vervolgtraject de bal in het kamp van de jongeren te leggen. De stad zou dan voornamelijk ondersteunend optreden. 4. Wat de omgevingssubsidie betreft deelt schepen van milieu Ulrike VANHESSCHE mee dat in aanvragen werden ingediend voor het onderhoud van wegbermen (voor een totaalbedrag van 1.328,20 euro). In 2016 werden opnieuw 2 dergelijke aanvragen ingediend (voor hetzelfde totaalbedrag) en 2 aanvragen voor het organiseren van zwerfvuilacties (voor een totaalbedrag van 154,96 euro). Ze betreurt dat er ondanks de ruime en gerichte communicatie (naar alle verenigingen en scholen) slechts een lage respons te noteren viel. De schepen blijft positief en kondigt aan dat ze in het kader van haar zwerfvuilactieplan verder zal blijven inzetten op sensibilisatie en participatie. Voor de verdere uitbouw van het zwerfvuilbeleid zal volgend jaar bovendien worden samengewerkt met de OVAM (via een coachingtraject in het kader van de INDEVUILBAK-campagne). De vraagsteller vraagt zich af of het reglement niet te omslachtig is en zal worden vereenvoudigd. De schepen antwoordt dat dit voorlopig niet zal gebeuren.../..