NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DONDERDAG 26 NOVEMBER 2015

Transcriptie

1 NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DONDERDAG 26 NOVEMBER 2015 Zittinghebbende leden: 21 Aanwezig: Gino DUMON (sp.a), gemeenteraadslid-voorzitter; Ignace DEREEPER (CD&V), burgemeester; Myriam MAES (s.pa), Peter VELLE (CD&V), Ulrike VANHESSCHE (sp.a) en Johan TANGHE (CD&V), schepenen; Rita MEYNS (CD&V), OCMW-voorzitter en toegevoegde schepen, buiten quorum; Anthony DUMAREY (Open VLD), Roland BLOMME (Open VLD), [**jl**], Isabelle CAPELLE (CD&V), Gudrun DE VLAM (CD&V), Hubert DE GRYSE (CD&V), [**sr**], Romina VANHOOREN (Open VLD), Herlinde DEVRIENDT (Open VLD), Annie COBBAERT (CD&V) [vanaf punt 5], Jean- Pierre VAN DIERENDONCK (CD&V), Freddy DECLERCK (N-VA), Stefanie VAN EEGHEM (CD&V), Anni CHRISTIAEN (CD&V) en Marc GILLIAERT (N-VA), raadsleden; Johan ROSSEEL, secretaris. Verontschuldigd: Jaak LINGIER (Open VLD) en Stefaan REYNAERT (Open VLD), raadsleden. Afwezig zonder voorafgaande kennisgeving: - De gemeenteraadsleden werden door de voorzitter van de gemeenteraad uitgenodigd bij gewone brief. De oproeping werd overeenkomstig artikel 21 van het gemeentedecreet bezorgd op dinsdag 17 november De plaats, dag, tijdstip en agenda werden overeenkomstig artikel 23, 1, lid 1 van het gemeentedecreet openbaar gemaakt op dezelfde dag. [Quorum bij aanvang: 18.] [De vergadering wordt geopend om uur.]../..

2 A. IN OPENBARE VERGADERING 1. GOEDKEURING VAN DE NOTULEN VAN DE VORIGE OPENBARE ZITTING De raad; gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder artikel 33, artikel 180 en artikel 181; na voorlezing van de notulen van de vorige openbare zitting van de gemeenteraad gehouden op 22 oktober 2015; overwegende dat deze notulen ten minste acht dagen voor huidige zitting ter beschikking werden gesteld van de gemeenteraadsleden; overwegende dat geen opmerkingen worden gemaakt over de tekst van de notulen; in openbare vergadering; aangenomen met eenparigheid van stemmen; besluit: artikel 1: De notulen van de openbare zitting van de gemeenteraad van 22 oktober 2015 zijn goedgekeurd. artikel 2: De goedgekeurde notulen zullen worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris en zullen worden overgeschreven in het register van de beraadslagingen. 2. GOEDKEURING VAN DE EERSTE BUDGETWIJZIGING VOOR HET BOEKJAAR 2015 INZAKE EXPLOITATIE EN INVESTERINGEN (BUDGETWIJZIGING ) [De Open VLD, zo verklaart fractieleider Anthony DUMAREY, zal de wijziging om principiële redenen niet goedkeuren. Voor de inhoudelijke motivering verwijst hij naar de bespreking van het budget 2015 tijdens de zitting van 18 december 2014.] De raad, gelet op de grondwet, in het bijzonder artikel 170, 4; gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2, artikel 28, artikel 42, artikel 43, artikel 87, artikel 93, artikel 145, artikel 146, artikel 148, artikel 149, artikel 150, artikel 151, artikel 153, artikel 156, artikel 178bis, artikel 252 en artikel 253, 1, 2 ; gelet op de nog toepasselijke artikelen uit de nieuwe gemeentewet, meer bepaald artikel 255; gelet op het decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder de Vlaamse gemeenschap en het Vlaamse gewest periodiek plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 januari 2015 houdende de vaststelling van de wijze van communicatie in het kader van het bestuurlijk toezicht op de lokale overheid, de provincieoverheid en de intergemeentelijke overheid, inzonderheid artikel 2 en artikel 3; gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het ministerieel besluit van 9 juli 2013 betreffende de digitale rapportering van gegevens van de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het ministerieel besluit van 26 februari 2015 houdende vastlegging van de specificaties van het systeem waarmee de digitale communicatie in het kader van het bestuurlijk toezicht verloopt; gelet op de omzendbrief BB 2012/01 van 20 juli 2012 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, houdende instructies voor het opstellen van de meerjarenplannen en de budgetten 2013 van de gemeenten en van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Vlaamse Gewest;../..

3 gelet op de omzendbrief BZ/2012/3 van 26 oktober 2012 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand betreffende de vermindering van de plan- en rapporteringsverplichtingen: bekendmaking van de Vlaamse beleidsprioriteiten; gelet op de omzendbrief WVG/2012/03 van 21 december van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin betreffende de Vlaamse beleidsdoelstellingen bij de uitvoering van het decreet betreffende het lokaal sociaal beleid voor de periode ; gelet op de omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan ) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; gelet op de omzendbrief BB 2013/7 van 6 september 2013 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand betreffende de digitale rapportering over de beleids- en beheerscyclus; gelet op de gezamenlijke brief van september 2013 vanwege de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw (VVSG), het Departement Bestuurszaken (DBZ) en het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB) betreffende de implementatie van de planlasten; gelet op de omzendbrief BB 2013/8 van 1 oktober 2013 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand betreffende de veralgemeende invoering van de beleids- en beheerscyclus; gelet op de omzendbrief BB 2014/4 van 5 september 2014 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen en de budgetten 2015, inzonderheid punt 1.1. in fine (verwijzing naar omzendbrief BB 2013/4); gelet op het meerjarenplan voor de boekjaren 2014 tot en met 2019, vastgesteld en goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 30 december 2013, en aangepast bij gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2014 (niet geschorst, noch vernietigd); gelet op het budget voor het boekjaar 2015, goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2014 (niet geschorst, noch vernietigd); overwegende dat een aantal wijzigingen aan het budget nodig zijn die niet door middel van een interne kredietaanpassing noch door een aanpassing van de ramingen kunnen worden doorgevoerd; dat derhalve een budgetwijziging noodzakelijk is; gelet op het ontwerp van budgetwijziging, vastgesteld bij beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 10 november 2015, omvattende een verklarende nota, een wijziging van de beleidsnota, een financiële nota en de toelichting inzake het exploitatiebudget en het investeringsbudget, met volgende cijfers; Resultaat op kasbasis Budget 2015 Budgetwijziging 1 Verschil I. Exploitatiebudget (B-A) , , ,66 A. Uitgaven , , ,51 B. Ontvangsten , , ,15 a. Belastingen en boetes , , ,43 b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 0,00 0,00 0,00 c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 0,00 0,00 0,00 2. Overige , , ,72 II. Investeringsbudget (B-A) , , ,31 A. Uitgaven , , ,79 B. Ontvangsten , , ,48 III. Andere (B-A) , , ,00 A. Uitgaven , ,23 0,00 1. Aflossing financiële schulden , ,23 0,00 a. Periodieke aflossingen , ,23 0,00 b. Niet-periodieke aflossingen 0,00 0,00 0,00

4 2. Toegestane leningen 0,00 0,00 0,00 3. Overige transacties 0,00 0,00 0,00 a. Terugbetaling van borgtochten ontvangen in contanten 0,00 0,00 0,00 b. Vorderingen op lange termijn die binnen het jaar vervallen 0,00 0,00 0,00 B. Ontvangsten ,00 0, ,00 1. Op te nemen leningen en leasings ,00 0, ,00 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 0,00 0,00 0,00 a. Periodieke terugvorderingen 0,00 0,00 0,00 b. Niet-periodieke terugvorderingen 0,00 0,00 0,00 3. Overige transacties 0,00 0,00 0,00 a. Borgtochten ontvangen in contanten 0,00 0,00 0,00 b. Vorderingen op lange termijn die binnen het jaar vervallen 0,00 0,00 0,00 c. Schenkingen, andere dan opgenomen onder deel I en II 0,00 0,00 0,00 IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) , , ,65 V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar , , ,26 VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) , , ,39 VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) 0,00 0,00 0,00 A. Bestemde gelden voor de exploitatie 0,00 0,00 0,00 B. Bestemde gelden voor investeringen 0,00 0,00 0,00 C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen 0,00 0,00 0,00 VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) , , ,39 Autofinancieringsmarge Budget 2015 Budgetwijziging 1 Verschil I. Financieel draagvlak (A-B) , , ,66 A. Exploitatieontvangsten , , ,15 B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) , , ,51 1. Exploitatie-uitgaven , , ,51 2. Nettokosten van schulden , ,14 0,00 II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) , ,37 0,00 A. Netto-aflossingen van schulden , ,23 0,00 B. Nettokosten van schulden , ,14 0,00 III. Autofinancieringsmarge (I-II) , , ,66 overwegende dat het meerjarenplan niet moet worden aangepast indien het budget, inclusief de budgetwijzigingen, past in het meerjarenplan; overwegende dat het budget past in het meerjarenplan als aan al de volgende voorwaarden is voldaan : 1 de doelstellingennota van het budget bevat voor het financiële boekjaar de beleidsdoelstellingen en actieplannen die ook in de strategische nota van het meerjarenplan zijn opgenomen; 2 het resultaat op kasbasis van het financiële boekjaar is groter dan of gelijk aan nul; 3 de autofinancieringsmarge van het financiële boekjaar in het budget is groter dan of gelijk aan de autofinancieringsmarge van hetzelfde financiële boekjaar in het meerjarenplan; overwegende dat aan voormelde voorwaarden is voldaan; overwegende dat op dinsdag 17 november 2015 aan elk gemeenteraadslid (samen met de agenda voor de vergadering van heden) een exemplaar van het ontwerp van budgetwijziging werd bezorgd, in de voorgeschreven vorm en vergezeld van de bijlagen vereist voor de definitieve vaststelling; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; op basis van de voorgelegde cijfers en de verklarende nota ervan; na toelichting, bespreking en beraadslaging;../..

5 in openbare vergadering; aangenomen met 12 ja-stemmen (Myriam MAES, Peter VELLE, Ulrike VANHESSCHE, Isabelle CAPELLE, Gudrun DE VLAM, Hubert DE GRYSE, Jean-Pierre VAN DIERENDONCK, Anni CHRISTIAEN, Stefanie VAN EEGHEM,, Johan TANGHE, Ignace DEREEPER en Gino DUMON) tegenover 2 onthoudingen (Marc GILLIAERT en Freddy DECLERCK) en 4 neen-stemmen (Herlinde DEVRIENDT, Romina VANHOOREN, Roland BLOMME en Anthony DUMAREY); besluit: artikel 1: De voorgestelde wijzigingen aan het budget 2015, omvattende een verklarende nota, een wijziging van de beleidsnota, de financiële nota en de toelichting inzake het exploitatiebudget en het investeringsbudget, is goedgekeurd en wordt dienovereenkomstig vastgesteld. artikel 2: Een kopie van deze beslissing zal, samen met de nodige exemplaren van de goedgekeurde budgetwijziging en de vereiste bijlagen, binnen twintig dagen, voor kennisgeving en toezicht worden verzonden naar de gouverneur van de provincie, via het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, afdeling West-Vlaanderen, Jacob van Maerlantgebouw, Koning Albert I-laan 1-2 bus 103, 8200 Brugge. Dit zal geschieden op digitale wijze. artikel 3: Onmiddellijk na de verzending van de budgetwijziging aan de toezichthoudende overheid zullen de gegevens van de vastgestelde en goedgekeurde budgetwijziging in een digitaal bestand worden bezorgd aan de Vlaamse Regering, op de wijze zoals bepaald door de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden. Er wordt akte van genomen dat de vastgestelde budgetwijziging pas uitvoerbaar is als de Vlaamse Regering in het bezit is van de digitale rapporten. artikel 4: Onderhavig besluit wordt opgenomen op de lijst met de beknopte omschrijving van de besluiten van de gemeenteraad van heden. Deze lijst zal gedurende minstens twintig dagen openbaar gemaakt worden op het gemeentehuis zodat het publiek er te allen tijde kennis van kan nemen. De vastgestelde budgetwijziging zal gedurende dezelfde periode ter inzage liggen op het gemeentehuis, waar eenieder er tijdens de openingsuren ter plaatse kennis van kan nemen. De goedgekeurde budgetwijziging zal ook worden bekendgemaakt op de stedelijke website. artikel 5: Een kopie van deze beslissing wordt bezorgd aan de financieel beheerder. 3. VASTSTELLING VAN DE AANVULLENDE BELASTING OP DE PERSONENBELASTING VOOR HET AANSLAGJAAR 2016 [Ook dit punt zal de Open VLD niet goedkeuren, zo stelt raadslid Anthony DUMAREY. Volgens zijn fractie is het belastingniveau in Oudenburg zeer hoog in vergelijking met sommige omliggende gemeenten; dit zou anders moeten. Dit geldt zowel voor de aanvullende belasting als voor de opcentiemen.] De raad, gelet op de grondwet, in het bijzonder artikel 170, 4; gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2, artikel 42, artikel 43, artikel 187, artikel 251 en artikel 253; gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikel 238; gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid artikel 359 en de artikelen 465 tot en met 470bis; gelet op het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid artikel 200;../..

6 gelet op de wet van 24 juli 2008 ter bekrachtiging van de vestiging van sommige aanvullende gemeentebelastingen en de aanvullende agglomeratiebelasting op de personenbelasting voor elk van de aanslagjaren 2001 tot 2007 en tot wijziging, met ingang van het aanslagjaar 2009, van artikel 468 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992; gelet op de omzendbrief BB 2011/01 van 10 juni 2011 uitgaande van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, houdende de coördinatie van de onderrichtingen inzake gemeentefiscaliteit; gelet op de omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan ) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus, inzonderheid punt 4.2.4; gelet op de omzendbrief BB 2015/2 van 10 juli 2015 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen en de budgetten 2016, inzonderheid de inleiding, in fine (verwijzing naar omzendbrief BB 2013/4) en rubriek 2.4 (Fiscale ontvangsten); overwegende dat de financiële toestand van de stad de invoering van rendabele fiscale maatregelen vergt; gelet op het belang van de aanvullende belasting op de totale personenbelasting en de koppeling ervan aan een basisbelasting die jaarlijks herstemd wordt; overwegende dat de aanvullende gemeentebelasting moet vastgesteld worden in een gemeenteraadsbesluit dat uiterlijk op 31 januari van het aanslagjaar in werking moet kunnen treden; zonder afbreuk te doen aan de engagementen aangegaan in het kader van het lokaal pact met de Vlaamse regering; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; na toelichting en beraad; in openbare zitting; aangenomen met 12 ja-stemmen (Myriam MAES, Peter VELLE, Ulrike VANHESSCHE, Isabelle CAPELLE, Gudrun DE VLAM, Hubert DE GRYSE, Jean-Pierre VAN DIERENDONCK, Anni CHRISTIAEN, Stefanie VAN EEGHEM,, Johan TANGHE, Ignace DEREEPER en Gino DUMON) tegenover 2 onthoudingen (Marc GILLIAERT en Freddy DECLERCK) en 4 neen-stemmen (Herlinde DEVRIENDT, Romina VANHOOREN, Roland BLOMME en Anthony DUMAREY); besluit: artikel 1: Voor het aanslagjaar 2016 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de stad Oudenburg op 1 januari van het aanslagjaar. artikel 2: De aanvullende belasting wordt voor alle belastingplichtigen van de stad eenvormig vastgesteld op 8 % van de volgens artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag op de totale belasting voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het jaar dat aan het aanslagjaar voorgaat. artikel 3: Het aanslagjaar valt samen met het financiële dienstjaar. artikel 4: De vestiging en de inning van de aanvullende belastingen zullen geschieden door toedoen van de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën, overeenkomstig artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen artikel 5: Een kopie van dit besluit zal binnen de twintig dagen worden gestuurd naar de provinciegouverneur, via het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling West-Vlaanderen, Jacob van Maerlantgebouw, Koning Albert I-laan 1-2 bus 103, 8200 Brugge, ter kennisgeving en met het oog op de uitoefening van het algemeen bestuurlijk toezicht. Dit zal geschieden op digitale wijze.../..

7 artikel 5bis: Er wordt akte van genomen dat de provinciegouverneur de lijst van de toe te passen aanslagvoeten per gemeente zal doorsturen aan de bevoegde dienst van de FOD Financiën, die instaat voor de inkohiering en de invordering. artikel 6: Kennisgeving van deze beslissing zal onverwijld worden gedaan aan de Federale Overheidsdienst Financiën, Stafdienst beleidsexpertise en ondersteuning, Studie- en documentatiedienst, Cel Begroting, fiscale ontvangsten en statistiek, t.a.v. Anneliese D haeseleer, North Galaxy - Toren B, 25 ste verdieping, Koning Albert II-laan 33 - bus 43, 1030 Brussel. Dit zal geschieden per aangetekende brief. artikel 7: Een afschrift van deze beslissing wordt gestuurd aan de financieel beheerder, ter kennisgeving. 4. VASTSTELLING VAN DE OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING VOOR HET AANSLAGJAAR 2016 [Zie punt 3.] De raad, gelet op de grondwet, in het bijzonder artikel 170, 4; gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2, artikel 42, artikel 43, artikel 251 en artikel 253; gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikel 238 en artikel 260; gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid artikel 249 en artikel 464/1; gelet op het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid artikel 200; gelet op het decreet van 24 oktober 2012 houdende diverse bepalingen betreffende financiën en begroting, inzonderheid artikel 9, dat bepaalt dat de opcentiemen voortaan uiterlijk op 31 januari van het aanslagjaar moeten worden vastgesteld door de gemeenteraad; gelet op het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit, inzonderheid artikel , artikel , 2 en artikel ; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 2013 houdende de uitvoering van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013; gelet op de omzendbrief BB 2011/01 van 10 juni 2011 uitgaande van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, houdende de coördinatie van de onderrichtingen inzake gemeentefiscaliteit; gelet op de omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan ) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus, inzonderheid punt 4.2.4; gelet op de omzendbrief BB 2015/2 van 10 juli 2015 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen en de budgetten 2016, inzonderheid de inleiding, in fine (verwijzing naar omzendbrief BB 2013/4) en rubriek 2.4 (Fiscale ontvangsten); overwegende dat de financiële toestand van de stad de invoering van rendabele fiscale maatregelen vergt; gelet op het belang van de opcentiemen op de onroerende voorheffing en de koppeling ervan aan een basisbelasting die jaarlijks herstemd wordt; overwegende dat de opcentiemen uiterlijk op 31 januari van het aanslagjaar moeten zijn vastgesteld, en uiterlijk op 1 maart van hetzelfde jaar per aangetekende brief moeten worden meegedeeld aan de Vlaamse Belastingdienst; zonder afbreuk te doen aan de engagementen aangegaan in het kader van het lokaal pact met de Vlaamse regering; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; na toelichting en beraad;../..

8 in openbare zitting; aangenomen met 12 ja-stemmen (Myriam MAES, Peter VELLE, Ulrike VANHESSCHE, Isabelle CAPELLE, Gudrun DE VLAM, Hubert DE GRYSE, Jean-Pierre VAN DIERENDONCK, Anni CHRISTIAEN, Stefanie VAN EEGHEM,, Johan TANGHE, Ignace DEREEPER en Gino DUMON) tegenover 2 onthoudingen (Marc GILLIAERT en Freddy DECLERCK) en 4 neen-stemmen (Herlinde DEVRIENDT, Romina VANHOOREN, Roland BLOMME en Anthony DUMAREY); besluit: artikel 1: Voor het aanslagjaar 2016 worden gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd. artikel 2: Het aanslagjaar valt samen met het financiële dienstjaar. artikel 3: De vestiging en de invordering van de opcentiemen zullen geschieden door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst, overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse Codex Fiscaliteit. artikel 4: Een kopie van dit besluit zal binnen de twintig dagen worden gestuurd aan de provinciegouverneur, via het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling West-Vlaanderen, Jacob van Maerlantgebouw, Koning Albert I-laan 1-2 bus 103, 8200 Brugge, ter kennisgeving en met het oog op de uitoefening van het algemeen bestuurlijk toezicht. Dit zal geschieden op digitale wijze. artikel 4bis: Er wordt akte van genomen dat de provinciegouverneur de lijst van de toe te passen opcentiemen per gemeente aan de Vlaamse Belastingdienst zal doorsturen tegen 1 maart artikel 5: Kennisgeving van deze beslissing zal onverwijld worden gedaan aan het Agentschap Vlaamse Belastingdienst, Onroerende Voorheffing, t.a.v. Katrien Matthijs, Vaartstraat 16, 9300 Aalst. Dit zal geschieden per aangetekende brief. artikel 6: Een afschrift van deze beslissing wordt gestuurd aan de financieel beheerder, ter kennisgeving. 5. GOEDKEURING VAN DE BEGROTING 2016 VAN DE VZW SPORT EN RECREATIE OUDENBURG [Raadslid Annie COBBAERT vervoegt de vergadering tijdens de bespreking van dit agendapunt. Nieuw quorum: 19.] [Raadslid Anthony DUMAREY feliciteert de raad van bestuur van de vzw voor zijn puike werk.] De raad, gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2, artikel 42, artikel 43 en artikel 160, 2; gelet op de statuten van de vzw Sport en Recreatie Oudenburg, opgemaakt op 16 mei 1992, gepubliceerd in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 1 oktober 1992, laatst gewijzigd bij beslissing van de algemene vergadering van 22 november 2004, inzonderheid artikel 8, eerste en tweede lid (nieuw); gelet op de uitbatingsovereenkomst tussen de stad Oudenburg en de vzw Sport en Recreatie Oudenburg, goedgekeurd bij beslissing van de gemeenteraad van 28 februari 1994, inzonderheid artikel 17 en artikel 18; overwegende dat de stad Oudenburg ertoe gehouden is het gebeurlijk deficit in de begroting van de vzw te dekken en de begroting in evenwicht te brengen, door de toekenning van een bijzondere subsidie; gelet op de voorliggende begroting van de vzw voor het werkingsjaar 2016, zoals medegedeeld bij brief van 12 november 2015 (ontvangen en geregistreerd op 13 november 2014); gelet op de goedkeuring van de begroting van de vzw voor het werkingsjaar 2016 door de algemene vergadering van de vzw op 10 november 2015;../..

9 overwegende dat de exploitatieontvangsten van de vzw voor 2016 geraamd worden op ,00 EUR; dat de exploitatieuitgaven van de vzw voor 2016 geraamd worden op ,00 EUR; dat het geraamde exploitatietekort van de vzw voor ,00 EUR bedraagt; overwegende dat de uitgaven inzake leningslasten voor 2016 geraamd worden op 5.369,01 EUR; dat het totale geraamde werkingstekort van de vzw voor 2016 aldus ,01 EUR bedraagt; overwegende dat het tekort genoegzaam verantwoord wordt; overwegende dat de vzw geen slecht beheer verweten kan worden; overwegende dat de vzw voor 2016 voorziet in een investering van 5.000,00 EUR voor de aankoop van een scheidingsgordijn; dat voor de financiering van deze investering een beroep zou worden gedaan op een bijzondere investeringstoelage van de stad (eerder dan hiervoor een lening aan te gaan); overwegende dat deze werkwijze aanvaard kan worden; gelet op het verplicht voorafgaand visum van de financieel beheerder, verleend op 17 november 2015; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; na toelichting en beraad; in openbare vergadering; aangenomen met eenparigheid van stemmen; besluit: artikel 1: De begroting van de vzw Sport en Recreatie Oudenburg, Weststraat 24, 8460 Oudenburg, voor het werkingsjaar 2016 is goedgekeurd. artikel 2: De toelage van de stad wordt begroot op ,01 EUR. De nodige kredieten zullen worden voorzien in de financiële nota van het budget voor het boekjaar 2016, in het exploitatiebudget, op algemene rekening (bijdrage in de werkingskosten te bedrage van ,01 EUR) en in het investeringsbudget, op algemene rekening (bijdrage in de investeringsuitgaven ten bedrage van 5.000,00 EUR), in investeringsenveloppe OBGBB12 (beide gekoppeld aan beleidsitem ). artikel 3: Kennisgeving van deze beslissing zal worden gedaan aan de vzw Sport en Recreatie Oudenburg, p/a Bekestraat 16, 8460 Oudenburg. artikel 4: Een kopie van deze beslissing wordt ook bezorgd aan de financieel beheerder. 6. VASTSTELLING EN TOEKENNING VAN DE WERKINGSBIJDRAGE AAN DE HULPVERLENINGSZONE 1 WEST-VLAANDEREN, VOOR HET BOEKJAAR 2016 De raad, gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 42 en artikel 43 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en de artikelen 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikel 255, 11 ; gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 67, artikel 68, artikel 134 en artikel 139; gelet op het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones; gelet op de omzendbrief BB 2015/2 van 10 juli 2015 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen en de budgetten 2016, inzonderheid de inleiding, in fine (verwijzing naar omzendbrief BB 2013/4) en rubriek 3.2 (Dotaties aan de hulpverleningszones);../..

10 overwegende dat de stad Oudenburg (samen met de steden en gemeenten Blankenberge, Brugge, De Haan, Gistel, Knokke-Heist, Middelkerke, Oostende, Oostkamp, Torhout, Beernem, Bredene, Damme, Ichtegem, Jabbeke, Zedelgem en Zuienkerke) deel uitmaakt van Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen (regio Brugge-Oostende); gelet op het besluit van de gemeenteraad van 25 september 2014 tot instap in Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen met ingang van 1 januari 2015 en goedkeuring van de financiële verdeelsleutel en de daaraan verbonden modaliteiten voor de periode ; gelet op de bespreking en goedkeuring van de ontwerpbegroting 2016 van de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen in de schoot van het zonecollege op 28 september 2015, zoals blijkt uit de lijst van de beslissingen van het zonecollege, ontvangen op 16 oktober 2015, en in de schoot van de zoneraad op 5 oktober 2015, zoals blijkt uit de lijst van de beslissingen van de zoneraad, ontvangen op 23 oktober 2015; overwegende dat de ontwerpbegroting 2016 van de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen, via elektronisch bericht werd bezorgd op 12 oktober 2015; dat het de bedoeling is om de begroting op 7 december 2015 ter goedkeuring voor te leggen aan de zoneraad; overwegende dat het te financieren saldo van de begroting van de zone begroot wordt op ,00 EUR; dat het aandeel van de stad Oudenburg in de financiering van de zone voor het boekjaar 2016 vastgelegd werd op 1,0664% van het te financieren saldo; dat dit neerkomt op (afgerond) ,00 EUR; overwegende dat de gemeentelijke dotatie dient te worden ingeschreven in de gemeentebegroting; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; in openbare vergadering; na toelichting, discussie en beraad; aangenomen met eenparigheid van stemmen; besluit: artikel 1: Voor het boekjaar 2016 wordt de werkingsbijdrage van stad Oudenburg aan, die wordt toegekend aan de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen, vastgesteld op ,00 EUR. artikel 2: De noodzakelijke kredieten voor de betaling van de gemeentelijke bijdrage aan de hulpverleningszone zullen als uitgave worden voorzien in de financiële nota van het budget voor het boekjaar 2016, op algemene rekening (beleidsitem ). artikel 3: Een afschrift van dit besluit wordt onverwijld (en uiterlijk tegen 7 december 2015) bezorgd aan de voorzitter van de zoneraad van de Hulpverleningszone West-Vlaanderen 1, Siemenslaan 8, 8020 Oostkamp, ter kennisgeving. artikel 4: Deze beslissing wordt opgenomen op de lijst met de beknopte omschrijving van de aangelegenheden waarover een beslissing werd genomen die binnen de twintig dagen per aangetekende zending aan de provinciegouverneur (als commissaris van de Vlaamse regering) wordt gezonden in het kader van het algemeen bestuurlijk toezicht, via het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling West-Vlaanderen, Jacob van Maerlantgebouw, Koning Albert I-laan 1-2 bus 103, 8200 Brugge. Dit zal geschieden op digitale wijze. artikel 5: Deze beslissing zal daarnaast en binnen dezelfde termijn ter goedkeuring worden gestuurd naar de provinciegouverneur (als commissaris van de federale regering) in het kader van het bijzonder specifiek toezicht, via de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Dienst Civiele Veiligheid, FAC Kamgebouw, Koning Albert I-laan 1/5 bus 6, 8200 Brugge. Dit zal gebeuren per aangetekende zending. Een afschrift zal tezelfdertijd worden gestuurd aan de minister van Binnenlandse Zaken, via de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Civiele Veiligheid, Leuvenseweg 1, 1000 Brussel, ter kennisgeving. Dit zal eveneens gebeuren per aangetekende zending.../..

11 artikel 6: Een kopie van deze beslissing wordt bezorgd aan de financieel beheerder. 7. GOEDKEURING VAN HET PROGRAMMA EN DE BEGROTING VOOR HET WERKJAAR (ZEVENDE WERKJAAR) VAN INTERLOKALE VERENIGING WOONPUNT [Raadslid Anthony DUMAREY vraagt een toelichting aan de ondervoorzitter van Woonpunt, raadslid Isabelle CAPELLE. De ondervoorzitter vertelt dat voor het zevende werkjaar grotendeels dezelfde activiteiten op het programma staan als voorheen. Een nieuw accent is wel de extra aandacht die zal worden besteed aan duurzaam energiegebruik.] De raad, gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder artikel 2, artikel 42 en artikel 43; gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; gelet op de oprichting van de interlokale vereniging zonder rechtspersoonlijkheid Woonpunt, door de gemeenten Gistel, Ichtegem en Oudenburg, overeenkomstig de overeenkomst met statutaire draagkracht, zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 5 maart 2009; gelet op voormelde overeenkomst met statutaire draagkracht, zoals aangepast ingevolge de principiële beslissing van het beheerscomité van 9 oktober 2013, en goedgekeurd door alle betrokken gemeentebesturen, inzonderheid artikel 4 (Financieel aspect van de samenwerking) en artikel 5 (Informatieverstrekking en evaluatie); gelet op de goedkeuring van de tweede verlenging van het project Wonen in Gistel, Ichtegem en Oudenburg (van 1 februari 2016 tot 31 januari 2019), en de medegaande verbintenis tot medefinanciering, bij gemeenteraadsbeslissing van 25 juni 2015; overwegende dat de deelnemende gemeenten dienen bij te dragen in de werkingskosten (met inbegrip van de loonkosten) en de investeringskosten van de interlokale vereniging; dat het programma en de begroting van de interlokale vereniging jaarlijks ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten; dat de financiële inbreng van de stad Oudenburg in de werkingskosten vastgesteld werd op 26%; dat de deelnemende gemeenten jaarlijks in het budget de nodige kredieten dienen te voorzien om hun bijdrage te kunnen voldoen; gelet op het meerjarenplan van de stad Oudenburg, goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 30 december 2013 (en laatst aangepast op 18 december 2014); gelet op het budget van de interlokale vereniging Woonpunt voor het zevende werkjaar (1 februari januari 2017), zoals besproken en goedgekeurd door het beheerscomité 21 oktober 2015; gelet op het programma van de interlokale vereniging Woonpunt voor het zevende werkjaar, zoals goedgekeurd door het beheerscomité op 21 oktober 2015; overwegende dat het aandeel van de stad Oudenburg in de werkingskosten voor het zevende werkjaar van de vereniging ,98 EUR bedraagt; dat hieraan deels voldaan wordt door de deeltijdse inzet van een personeelslid (begroot op ,37 EUR); dat aanvullend dient te worden voorzien in een financiële bijdrage van ,61 EUR; overwegende dat de interlokale vereniging geen slecht beheer kan worden verweten; overwegende dat de nodige kredieten voor de financiële gemeentelijke bijdrage voorzien zijn in de financiële nota van het meerjarenplan voor de jaren , in het exploitatiebudget, op algemene rekening (gekoppeld aan beleidsitem ); gelet op het visum van de financieel beheerder, verleend op 12 november 2015; gelet op de beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties inzake wonen, zoals opgenomen in het meerjarenplan van de stad Oudenburg, inzonderheid beleidsdoelstelling BD-21 (Het streven naar een gedifferentieerd en betaalbaar woonaanbod) en beleidsdoelstelling BD-22 (Het bewerkstelligen van kwaliteitsvol en energiezuinig patrimonium); overwegende dat het voorliggende jaarprogramma van Woonpunt bijdraagt tot de verwezenlijking van voormelde doelstellingen, actieplannen en acties; dat het jaarprogramma kadert in de uitvoering van het project Wonen in Gistel, Ichtegem en Oudenburg;../..

12 op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; na toelichting en beraad; in openbare vergadering; aangenomen met eenparigheid van stemmen; besluit: artikel 1: Het jaarprogramma en de bijhorende begroting van de interlokale vereniging Woonpunt voor het werkjaar worden goedgekeurd. Er worden geen opmerkingen gemaakt. artikel 2: De nodige kredieten voor de betaling van de financiële gemeentelijke bijdrage, begroot (en afgerond) op ,00 EUR, zullen worden voorzien in de financiële nota van het budget voor het boekjaar 2017, in het exploitatiebudget, op algemene rekening (gekoppeld aan beleidsitem ). artikel 3: Kennisgeving van deze beslissing wordt gedaan aan het beheerscomité van Woonpunt iv, p/a Stationsstraat 1, 8480 Ichtegem. artikel 4: Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de financieel beheerder. 8. BESPREKING VAN DE AGENDA VAN DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN DE WVI VAN 10 DECEMBER 2015 EN VASTSTELLING VAN HET MANDAAT VAN DE VERTEGENWOORDIGERS De raad, gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2, artikel 35, artikel 42 en artikel 43; gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, inzonderheid artikel 44; overwegende dat de stad Oudenburg deelnemer is in de West-Vlaamse Intercommunale (WVI), dienstverlenende vereniging, gevestigd te 8310 Brugge, Baron Ruzettelaan 35; gelet op de statuten van de WVI, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 28 januari 1964, het laatst gewijzigd bij besluit van de buitengewone algemene vergadering van 18 december 2013; overwegende dat in de loop van het laatste trimester van elk jaar een bijzondere algemene vergadering moet worden belegd om de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het volgende boekjaar te bespreken; dat op de agenda van deze vergadering een door de raad van bestuur opgestelde begroting moet staan; dat deze vergadering volgens de statuten (artikel 13) plaats heeft in de loop van het vierde kwartaal; overwegende dat de agenda van elke algemene vergadering uiterlijk 30 kalenderdagen voor haar zitting aan de deelnemers moet worden verstuurd; gelet op de uitnodiging, gedaan per aangetekende brief van 22 oktober 2015 (gedateerd op 23 [sic] oktober 2015 en ontvangen op 26 oktober 2015), voor de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van de WVI, die doorgaat te Ledegem op donderdag 10 december 2015 om uur; gelet op de agenda van de vergadering; overwegende dat in de gemeenteraad over ieder agendapunt kan worden gedebatteerd; dat minstens over ieder agendapunt een standpunt dient te worden ingenomen; overwegende dat volgende punten geagendeerd staan: (1) goedkeuring van het verslag van de algemene vergadering van 28 mei 2015, (2) goedkeuring van de begroting 2016, (3) benoeming van een lid in het regionaal comité Brugge-Oostende, en (4) mededelingen; gelet op het bijgevoegde verslag van de vergadering van 28 mei 2015; gelet op de meegestuurde verplichte stukken, met name de begroting 2016; overwegende dat de begroting de vertaling is van de strategische keuzes; overwegende dat voortaan enkel de vaststelling van het mandaat van vertegenwoordiger herhaald moet worden voor elke algemene vergadering (en niet langer de ganse benoemingsprocedure); dat het mandaat van de vertegenwoordiger wel nog steeds concreet moet worden ingevuld;../..

13 gelet op de bevestiging van de aanduiding van Johan TANGHE, schepen, wonende te 8460 Oudenburg, Oude Brugseweg 73, als effectieve vertegenwoordiger, en Jean-Pierre VAN DIERENDONCK, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Hoogwegel 53, als plaatsvervangend vertegenwoordiger, voor alle komende vergaderingen van de WVI, en dit tot aan de volgende algehele vernieuwing van de gemeenteraden, bij beslissing van de gemeenteraad van 30 oktober 2013; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; in openbare vergadering; na kennisname en bespreking; na toelichting en beraad; overwegende dat er geen opmerkingen of vragen werden geformuleerd over of bezwaren werden geopperd tegen de op de dagorde opgenomen punten; aangenomen met eenparigheid van stemmen; besluit: artikel 1: De stad Oudenburg heeft geen opmerkingen bij of bezwaren tegen de volgende agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van de WVI, die zal doorgaan te Ledegem op donderdag 10 december 2015: (1) goedkeuring van het verslag van de algemene vergadering van 28 mei 2015, (2) goedkeuring van de begroting 2016, (3) benoeming van een lid in het regionaal comité Brugge-Oostende, en (4) mededelingen. artikel 2: Deze beslissing bepaalt de concrete invulling van het mandaat van de vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van de WVI van 10 december Dit betekent dat de aanwezige vertegenwoordiger op deze algemene vergadering dient te handelen overeenkomstig het standpunt van de gemeenteraad. artikel 3: Een voor eensluidend verklaarde afschrift van deze beslissing zal onverwijld worden gestuurd aan de WVI, dienstverlenende vereniging, Baron Ruzettelaan 35, 8310 Brugge, ter kennisgeving. artikel 4: Een eensluidend afschrift van deze beslissing wordt eveneens gestuurd aan de aangestelde vertegenwoordigers van de stad Oudenburg, met name: Johan TANGHE, schepen, wonende te 8460 Oudenburg, Oude Brugseweg 73, als effectieve vertegenwoordiger, en Jean- Pierre VAN DIERENDONCK, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Hoogwegel 53, als plaatsvervangend vertegenwoordiger. Een verklaring van volmacht zal worden bezorgd aan de effectieve vertegenwoordiger om te worden afgegeven aan de zaalingang op de dag van de vergadering. De stukken nodig voor voornoemde vergaderingen zullen aan de effectieve vertegenwoordiger worden bezorgd. 9. BESPREKING VAN DE AGENDA VAN DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN DE IVOO WEST VAN 15 DECEMBER 2015 EN VASTSTELLING VAN HET MANDAAT VAN DE VERTEGENWOORDIGERS De raad, gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2, artikel 35 en artikel 42; gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, inzonderheid artikel 39, artikel 40 en artikel 44; gelet op het decreet van 18 januari 2013 houdende de wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;../..

14 overwegende dat de stad Oudenburg deelnemer is in de Intergemeentelijke vereniging voor het afvalbeheer voor Oostende en Ommeland (IVOO), opdrachthoudende vereniging, met maatschappelijke zetel te 8400 Oostende, Klokhofstraat 2; gelet op de statuten van de IVOO, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 29 september 1974, en de later aangebrachte wijzigingen, het laatst bij besluit van de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2013; overwegende dat in de loop van het laatste trimester van elk jaar een buitengewone algemene vergadering moet worden belegd om de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het volgende boekjaar te bespreken; dat op de agenda van deze vergadering een door de raad van bestuur opgestelde begroting moet staan; dat deze vergadering volgens de statuten (artikel 31) plaats heeft in de loop van het vierde kwartaal; overwegende dat de agenda van elke algemene vergadering uiterlijk 30 kalenderdagen voor haar zitting aan de deelnemers moet worden verstuurd; gelet op de uitnodiging vanwege de IVOO, gedaan per aangetekend schrijven van 21 oktober 2015 (ontvangen op 22 oktober 2015), voor de buitengewone algemene vergadering die zal doorgaan te Oostende op dinsdag 15 december 2015 om uur; gelet op de agenda van de vergadering; overwegende dat in de gemeenteraad over ieder agendapunt kan worden gedebatteerd; dat minstens over ieder agendapunt een standpunt dient te worden ingenomen; overwegende dat volgende punten geagendeerd staan: (1) goedkeuring van de te ontwikkelen activiteiten en van de te volgen strategie in 2016, (2) goedkeuring van de begroting 2016, en (3) mededelingen en diversen; gelet op de meegestuurde verplichte stukken, met name het beleidsplan 2016 en de begroting 2016 (versie 20 oktober 2015); gelet op de nagestuurde vervangende bijlage 2 (beleidsplan annex begroting 2016, versie 23 oktober 2015, met verduidelijking), bij aangetekend schrijven van 23 oktober 2015 (ontvangen op 26 oktober 2015); overwegende dat voortaan enkel de vaststelling van het mandaat van vertegenwoordiger herhaald moet worden voor elke algemene vergadering (en niet langer de ganse benoemingsprocedure); dat het mandaat van de vertegenwoordiger wel nog steeds concreet moet worden ingevuld; gelet op de bevestiging van de aanduiding van Hubert DE GRYSE, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Madeliefjesstraat 20, als effectieve vertegenwoordiger, en Annie COBBAERT, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Brugsesteenweg 51, als plaatsvervangend vertegenwoordiger, voor alle komende vergaderingen van de IVOO, en dit tot aan de volgende algehele vernieuwing van de gemeenteraden, bij beslissing van de gemeenteraad van 28 mei 2013; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; in openbare vergadering; na kennisname en bespreking; na toelichting en beraad; overwegende dat er geen opmerkingen of vragen werden geformuleerd over of bezwaren werden geopperd tegen de op de dagorde opgenomen punten; aangenomen met eenparigheid van stemmen; besluit: artikel 1: De stad Oudenburg heeft geen opmerkingen bij of bezwaren tegen volgende agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van de Intergemeentelijke vereniging voor het afvalbeheer voor Oostende en Ommeland (IVOO) die zal doorgaan te Oostende op dinsdag 15 december 2015 om uur: (1) goedkeuring van de te ontwikkelen activiteiten en van de te volgen strategie in 2016, (2) goedkeuring van de begroting 2016, en (3) mededelingen en diversen. artikel 2: Deze beslissing bepaalt de concrete invulling van het mandaat van de aangestelde vertegenwoordigers voor de buitengewone algemene vergadering van de IVOO van 15 december /..

15 Dit betekent dat de aanwezige vertegenwoordigers op deze algemene vergadering dienen te handelen overeenkomstig het standpunt van de gemeenteraad. De stukken betreffende voornoemde vergadering zullen aan de effectieve vertegenwoordiger worden bezorgd. artikel 3: Een voor eensluidend verklaard afschrift van deze beslissing zal onverwijld worden gestuurd aan de IVOO, opdrachthoudende vereniging, Klokhofstraat 2, 8400 Oostende, ter kennisgeving. artikel 4: Een voor eensluidend afschrift van deze beslissing wordt eveneens gestuurd aan de aangestelde vertegenwoordigers van de stad Oudenburg, met name: Hubert DE GRYSE, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Madeliefjesstraat 20, effectieve vertegenwoordiger, en Annie COBBAERT, gemeenteraadslid, wonende te 8460 Oudenburg, Brugsesteenweg 51, plaatsvervangend vertegenwoordiger. 10. AANPASSING VAN HET DIENSTREGLEMENT VOOR DE PLAATSELIJKE OPENBARE BIBLIOTHEEK [Op vraag van raadslid Romina VANHOOREN vat schepen van cultuur Peter VELLE de wijziging samen. Het nieuwe reglement wijzigt niets aan de werkwijze; enkel de termijnen en de tarieven worden aangepast om ze gelijk te schakelen met de andere bibliotheken in de provincie. De schepen schat dat de budgettaire impact miniem zal zijn: de mindere inkomsten inzake ontleningen zullen gecompenseerd worden door de hogere opbrengsten uit andere prestaties en boetes. De schepen betreurt dat het Interbibliothecair Leenverkeer in het gedrang komt omwille van de stopzetting per 1 januari 2016 van de samenwerkingsovereenkomst met de provincie in het kader van het Provinciaal Bibliotheeksysteem. Dit is het gevolg van de afbouw van de provinciale persoonsgebonden bevoegdheden. De provincie heeft zich wel geëngageerd om deze dienstverlening nog tot eind 2016 aan te bieden. Momenteel is er evenwel nog geen zekerheid over de continuïteit van het systeem nadien. Hij vreest het ergste. Deze bekommernis wordt gedeeld door raadslid Anthony DUMAREY, tevens provincieraadslid, die ervoor pleit om de Vlaamse regering hierover te interpelleren.] De raad, gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2, artikel 42, artikel 43, artikel 186, artikel 187, artikel 251, artikel 252 en artikel 253, 1, 3 ; gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens; gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact, waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt; gelet op de vaststelling van de beheersvorm van de stedelijke plaatselijke openbare bibliotheek, bij gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 1988, en gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 22 januari 2001, wat betreft de samenstelling; gelet op het huishoudelijk reglement van het beheersorgaan van de stedelijke plaatselijke openbare bibliotheek, zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 25 september 2008; gelet op het decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid; gelet op het besluit van de Vlaamse regering 26 oktober 2012 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid; gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 22 mei 2003 houdende goedkeuring en vaststelling van een dienstreglement voor de stedelijke openbare bibliotheek; gelet op de provinciale richtlijn (inzake) tarieven en termijnen (voor lokale openbare bibliotheken), zoals goedgekeurd door de deputatie van de provincie West-Vlaanderen op 11 april 2013; gelet op de beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties inzake de lokale bibliotheekwerking, zoals opgenomen in het meerjarenplan van de stad Oudenburg, goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 30 december 2013 (en laatst aangepast op 18 december 2014);../..

16 gelet op de adviserende bevoegdheid van het beheersorgaan van de openbare bibliotheek ten aanzien van de inrichtende overheid voor alle aspecten van het bibliotheekwerk; gelet op de gewijzigde maatschappelijke en juridische context; gelet op de voortschrijdende technologische ontwikkelingen; gelet op de schaalvergroting binnen de bibliotheeksector en de groeiende structurele samenwerking tussen bibliotheken; gelet op de verregaande digitalisering van de bibliotheekwerking; gelet op de nood aan administratieve vereenvoudiging en transparantie; gelet op de noodzaak aan een meer gestroomlijnde reglementering op bovenlokaal niveau, hoofdzakelijk op het vlak van tarieven en termijnen; gelet op het voorliggende ontwerp van reglement, zoals opgemaakt door de bibliothecaris, en goedgekeurd door het beheersorgaan van de plaatselijke openbare bibliotheek, in zitting van 29 september 2015; overwegende dat bij de vaststelling van de tarieven en de termijnen naar een evenwicht werd gezocht tussen de responsabilisering van de gebruiker en het genereren van inkomsten enerzijds en de laagdrempeligheid en de transparantie van de dienstverlening; in overeenstemming met beleidsdoelstelling BD-10 (De organisatie van een laagdrempelige bibliotheek, aangepast aan de hedendaagse behoeften), en met actieplan AP-103 en actie A (Het stimuleren van het leesplezier, de leesmotivatie en de cultuureducatie) en actieplan AP-104 en actie A (De bevordering van de e-inclusie en de verhoging van de informatiegeletterdheid en mediawijsheid); in het kader van het streekgericht bibliotheekbeleid, zoals gevoerd door de provincie; zonder afbreuk te doen aan de lokale autonomie; in het belang van de goede werking van de bibliotheek; op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; in openbare vergadering; na toelichting en beraad; aangenomen met eenparigheid van stemmen; besluit: artikel 1: Het aangepaste reglement tot regeling van het gebruik (dienstreglement) van de plaatselijke openbare bibliotheek (POB) Sint-Lutgart van Oudenburg, zoals positief geadviseerd door het beheersorgaan op 29 september 2015, wordt goedgekeurd. Dit reglement maakt integrerend deel uit van dit besluit. artikel 2: De betaling van de verschuldigde vergoedingen (voor inschrijving, reproductie en reservatie) kan gebeuren in speciën, op elektronische wijze (bij voorkeur) of door overschrijving. De betaling dient te gebeuren op het ogenblik van de aanvraag, of ten spoedigste na mededeling van de verschuldigde vergoeding (doch uiterlijk binnen de 30 dagen na de toezending van de betalingsuitnodiging). Geen aflevering kan geschieden zonder betaling. artikel 3: Bij niet betaling of bij gebrek aan vrijwillige betaling (van boetes en/of schadevergoedingen) zal de invordering en vervolging gebeuren overeenkomstig de bepalingen van het gemeentedecreet of overeenkomstig de regelen van het burgerlijk recht. artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit. artikel 4bis: Het college van burgemeester en schepenen wordt bij deze gemachtigd om de tarieven aan te passen en om desgevallend ook de wijze van inning te wijzigen. artikel 5: Het dienstreglement zoals vastgesteld door het beheersorgaan op 22 april 2003 en goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 22 mei 2003 wordt opgeheven met ingang van 1 januari /..