Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Vergelijkbare documenten
BOA draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Toeristisch bezoek aan Leiden

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2008

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2010

Toeristisch bezoek aan Leiden 2004

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2009

Toeristisch bezoek aan steden 2009

Toeristisch bezoek aan Dordrecht

Toerisme en recreatie

Toeristisch bezoek aan Leiden 2006

Toeristisch bezoek aan Leiden 2003

Toeristisch bezoek aan Leiden 2005

Toeristisch bezoek aan Leiden 2007

Toeristisch bezoek aan steden Themarapport CVO

Continu Vakantie Onderzoek (CVO)

Toeristisch bezoek aan steden 2018 Rapportage jaarresultaten

Onderzoek Metropoolregio

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I

Gastvrije Stad. Meest. van Nederland

ContinuVrijeTijdsonderzoek (CVTO) 2015 Tussentijdse rapportage jaarmeting

FACTS & FIGURES

Rapportage JongerenPanel Binding met Leiden

Detailhandel in cijfers Leiden 2013

Hotelgastenenquête Leiden 2005

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Rapportage LeidenPanel Binding met Leiden

Trends en ontwikkeling in (cultuur) toerisme. Evelien Jonker - projectleider NBTC-NIPO Research

Nederlandse spoorwegen. rapportage schoonste stationsgebied verkiezing 2015

s-hertogenbosch, voor de vierde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland en iets uitgelopen op de concurrentie.

Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten

Monitor inkomend dagbezoek vanuit Duitsland Eindrapportage 2010/2011 Samenvatting Gelderland Uitgevoerd in opdracht van de provincie Gelderland

Meest Gastvrije Stad 2010

2014 Hoofdstuk 15. Programma Binnenstad Inleiding. Staat van Leiden

Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden

Meer inzicht in Duitse vakantiegangers Rapportage multicliëntonderzoek Duitsland 2017 voor Nationale Parken

Dagelijkse Boodschappen en Winkelen in de Gemeente Soest

De Nederlandse vakantiemarkt Trends & verwachting. Vakantiebeurs 12 januari 2016 Ad Schalekamp & Kees van der Most

Toch is er een echte marktvergroting nodig om 1 miljoen bezoekers te kunnen trekken, denk hierbij aan zaken als;

Amsterdam rapportage schoonste winkelgebied verkiezing 2015

Meest Gastvrije Stad 2010

VERBLIJFSTOERISME TOERISTISCHE GASTEN IN WEST-BRABANT

LeidenPanel en Regiopanel DZB Leiden. BELEIDSONDERZOEK I I

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful

Vakanties van Nederlanders in Zuid-Holland. ContinuVakantieOnderzoek

Leidenincijfers. Peiling Ondernemingsklimaat

Nr. 1 s-hertogenbosch voor de derde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland 2012, en iets uitgelopen op de concurrentie

Hoofdstuk 17. Stadsbezoek Hoofdstuk 18. Leiden Marketing

Bekendheid Overijsselse regio s

Binnenlandse kustvakanties

Monitor inkomend dagbezoek vanuit Duitsland Eindrapport 2015/2016: Resultaten Gelderland Uitgevoerd in opdracht van de provincie Gelderland

Hoofdstuk 23. Stadsbezoek

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012)

Inhoudsopgave. Achtergrond en doelstellingen. Samenvatting. Resultaten. Contact

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Meest Gastvrije Stad 2013

Resultaten seizoensmeting zomervakantie 2017

Nederlander minder op vakantie in 2010

Stadspark. Een stadspanelonderzoek B A S I S V O O R B E L E I D. November Marjolein Kolstein.

Toeristisch bezoek aan steden 2019 Voorstel

Bekendheid Overijsselse regio s

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

LEESWIJZER FACTSHEETS

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen

Wie kent het Groene Hart?

BURGERPANEL MOERDIJK OVER LEVENDIGE CENTRA

Fietsen in Groningen 2017

Vergelijk bekendheid, imago en potentieel van de Nederlandse Hanzesteden in België (Vlaanderen) en Duitsland

Bekendheid Overijsselse regio s

Beleving van de Giro d'italia Utrecht

Sociale samenhang in Groningen

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Factsheet toerisme Vergelijking Utrecht met de G4 en Maastricht

Bekendheid Overijsselse regio s

Hoofdstuk 8. Stadsbezoek

Meest Gastvrije Stad 2011

KWART NEDERLANDSE BEVOLKING BEZOEKT FOC

Vakanties van Nederlanders in Flevoland. ContinuVakantieOnderzoek

Consumentenenquête. Venray centrum Woonmax De Brier. Seinpost Adviesbureau Maart 2015

Onderzoek Bereikbaarheid Cronjéstraat

Hoofdstuk 27. RijnGouweLijn

Binnensteden en hun bewoners

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website

Recreëren in Alblasserdam

Stadsagenda Vlaardingen

Meest Gastvrije Stad 2012

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Trots op Groningen Hoe beleven Groningers het wonen en recreëren in de provincie?

OnSignalement 5e jaargang, nr 6 6 juli 2010

Bijlage verzuimcijfers

Piek Binnenstad. Ontwikkelingen en kansen. Oktober 2009

BINNENSTADSMONITOR ENSCHEDE 2018

Dagrecreatie en verblijf in Overijssel (binnenlands) Feiten & cijfers

Kracht van regiomerken onderzoek 2013 Provincie Flevoland. Den Haag, december 2013

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

LEESWIJZER FACTSHEETS

Check Je Kamer Rapportage 2014

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn

Binnenlandse hotelvakanties Het groeisegment op de Nederlandse vakantiemarkt

Transcriptie:

incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming 2006-2016 Toeristisch bezoek aan BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I www.leidenincijfers.nl

1. Inleiding Al vele jaren laat het onderdeel Toeristisch bezoek aan steden van het Continu Vakantie Onderzoek (CVO) uitvoeren. Naast een vragenblok dat elk jaar hetzelfde is, is er elk jaar een ander thema waarover specifieke vragen worden gesteld. Dit jaar is dat de binnenstad. In paragraaf 2 van deze publicatie staan de uitkomsten hiervan voor weergegeven. In de paragrafen 3 tot en met 8 volgen de uitkomsten van de jaarlijkse trendvragen in de jaren 2006 tot en met 2016. Belangrijk is om te vermelden dat het gaat om dagbezoeken door Nederlanders (niet aan hun eigen stad). Meer informatie over de opzet van het CVO staat in paragraaf 9. Uitleg figuren trendvragen: In elke figuur staat links een grafiek met daarin drie lijnen. De rode lijn met de bolletjes stelt voor, de blauwe lijn met de vierkantjes geeft de vier grote steden weer en de groene lijn met de driehoekjes representeert de middelgrote steden (zie paragraaf 8 voor een opsomming). In de grafiek worden driejaarsen per groep weergegeven. Dit is gedaan om jaarlijkse fluctuaties in de uitkomsten te filteren. In de grafiek staat bij het driejaarse van 2013-2015 vermeld. Naast de grafiek staat de top-3 hoog en de top-3 laag. Dit betreft ook het driejaarse van 2013-2015. 2. Thema de binnenstad In de editie 2016 van het onderzoek Toeristisch bezoek aan steden worden enkele vragen gesteld die specifiek over de binnenstad gaan. Het eerste deel gaat speciaal over de binnenstad als winkelgebied, het tweede deel over anders aspecten van de binnenstad. Aan de mensen die hebben aangegeven dat ze hebben gewinkeld in de betreffende stad is gevraagd welk rapportcijfer zij geven voor het winkelaanbod in de binnenstad. Het e cijfer voor is een 7,5. Dat is vrijwel gelijk aan het e van alle steden (7,6). De stad met het laagste e rapportcijfer voor het winkelaanbod krijgt een 6,2 en de stad met het hoogste een 8,0. Rapportcijfer winkelaanbod 7,5 Vervolgens is gevraagd wat voor soort winkel men heeft bezocht. Kledingwinkels zijn het meest bezocht: zowel in als bezocht ongeveer 70% van de mensen die winkelden een kledingwinkel. Typen winkels die in minder werden bezocht dan elders zijn warenhuizen (31% in ten opzichte van 39% ) en elektronicazaken (2% in ten opzichte van 13% ). Boekhandels daarentegen worden juist in vaker bezocht (27%) dan elders (19%). Verder is gevraagd of mensen het winkelaanbod in de afgelopen drie jaar beter of slechter hebben zien worden. Van de mensen die in winkelden zei 5% dat ze het aanbod vonden verbeterd, 40% vond het even goed als drie jaar geleden en 17% vond het verslechterd. 38% had er geen mening over, bv omdat ze nog niet eerder in hadden gewinkeld. De percentages zijn in andere steden ongeveer hetzelfde: meer mensen zien een verslechtering dan een verbetering van het winkelaanbod in Nederlandse binnensteden. In het vervolg van de vragenlijst zijn aan de mensen die hebben gewinkeld verschillende stellingen voorgelegd met de vraag in hoeverre ze het ermee eens of oneens zijn. In onderstaande grafiek zijn de categorieën zeer eens en eens samengevoegd en ook de categorieën zeer oneens en oneens. Per stelling wordt vergeleken met het e van alle deelnemende steden. 2

Er worden leuke (kortings)acties gehouden Er staan weinig winkels leeg Er zijn vernieuwende winkels Er zijn unieke winkels Er zijn veel verschillende winkels Er zijn veel winkels Over het algemeen oordeelt men over als winkelstad hetzelfde als over andere binnensteden. In onderstaande grafiek zijn er weinig verschillen tussen de antwoorden die men over geeft als over andere steden. Alleen met de stelling In de binnenstad staan weinig winkels leeg zijn mensen het vaker eens als het over gaat, dan als het andere binnensteden betreft. Tussen steden is er wel verschil. Bijvoorbeeld bij de stelling over leegstand lopen de percentages mensen het met deze stelling eens zijn van 4% tot 60%. Bij de stelling De binnenstad heeft unieke winkels zijn er steden waarbij rond de 10% het ermee eens is, maar ook steden waarbij het rond de 65% ligt. Bent u het eens of oneens met onderstaande stellingen over de binnenstad? - winkels (zeer) eens neutraal (zeer) oneens 0% 20% 40% 60% 80% 100% 74% 21% 6% 78% 16% 6% 73% 21% 6% 69% 23% 8% 56% 34% 10% 49% 38% 13% 38% 49% 13% 41% 45% 14% 27% 41% 32% 38% 37% 25% 12% 75% 13% 15% 69% 16% 3

Het is er levendig Er is gezellige horeca Er zijn veel evenementen Het is makkelijk bereikbaar Ik voel me er veilig Er heerst een aantrekkelijke sfeer Naast stellingen over winkels zijn er nog zes andere stellingen over de binnenstad voorgelegd. Bij drie hiervan springt er in positieve zin uit. Dat betreft het oordeel over veiligheid, het horeca-aanbod en levendigheid. Mensen die bezochten dachten hier positiever over dan. Wat verder opvalt is dat er geen (significant) verschil is in de beoordeling van de bereikbaarheid van in vergelijking met andere binnensteden. In andere onderzoeken is dit een punt waarop wel eens negatief opvalt. Maar in het onderzoek Toeristisch bezoek aan steden is 81% van de mensen het eens met de stelling dat makkelijk bereikbaar is. Paragraaf 7 gaat dieper in op de vervoermiddelen die dagbezoekers van gebruiken. Bent u het eens of oneens met onderstaande stellingen over de binnenstad? overige aspecten (zeer) eens neutraal (zeer) oneens 0% 20% 40% 60% 80% 100% 81% 13% 5% 76% 18% 6% 82% 14% 4% 73% 22% 5% 81% 9% 10% 80% 12% 8% 45% 54% 1% 48% 46% 6% 89% 9% 2% 79% 17% 4% 87% 9% 4% 81% 14% 4% 4

3. Bezoeken en bezoekers Het onderzoek onderscheidt bezoeken en bezoekers. Bezoekers zijn mensen die minimaal één keer in een jaar een stad bezoeken. Bezoeken betreft het totaal aantal keer dat bezoekers de stad bezoeken. Als iemand in 2016 bijvoorbeeld drie keer heeft bezocht, telt hij in de uitkomsten mee als één bezoeker en als drie bezoeken. Aantal bezoeken aan steden (x miljoen) 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0 1,6 1. Amsterdam (10,4) 2. Rotterdam (6,3) 3. Den Haag (5,0) 1. Schiedam (0,5) 2. Gouda (0,8) 3. Hoorn (1,0) Aantal bezoekers aan steden (x miljoen) 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 0,8 1. Amsterdam (4,1) 2. Rotterdam (2,4) 3. Den Haag (2,4) 1. Schiedam (0,2) 2. Gouda (0,4) 3. Hoorn (0,5) Uit bovenstaande grafieken blijkt (uiteraard niet verrassend) dat het e aantal bezoeken en bezoekers per jaar aan grote steden hoger ligt dan dat aan middelgrote steden en. Amsterdam ontvangt de meeste bezoeken en bezoekers (10,4 miljoen de afgelopen drie jaar). Schiedam heeft van de steden die aan het CVO meedoen het kleinste aantal bezoeken en bezoekers. ontving 842.000 bezoekers en 1.599.000 bezoeken. Interessant is het om te kijken naar de ontwikkeling in de tijd. Het blijkt dat alle groepen steden te maken hebben gehad met een daling. In daalde het aantal bezoeken tussen 2006-2008 en 2014-2016 met 26%, beperkter dan in de grote (-33%) en middelgrote (-38%) steden. Het aantal bezoekers daalde in in de genoemde periode met 13%, in de grote steden met 18% en in de middelgrote steden met 25%. Tot slot kan uit bovenstaande grafieken de bezoekfrequentie ( aantal keer dat een bezoeker per jaar een stad bezoekt) worden afgeleid. In was die tussen 2013 en 2015 1,9, in grote steden 2,4 en in middelgrote steden 2,2. De bezoekfrequentie is in alle (groep) steden de afgelopen tien jaar afgenomen. In het vervolg van deze publicatie gaat het alleen nog maar over bezoeken en niet over bezoekers. 5

Uitkomsten voor bezoeken en bezoekers aantal 2008-10 2011-13 2014-16 aantal bezoeken 2.260.000 1.810.000 1.599.000 aantal bezoekers 1.027.000 893.000 842.000 bezoekfrequentie 2,2 2,0 1,9 4. Hoofdreden Aan dagbezoekers wordt per bezoek gevraagd wat de hoofdreden was om de stad te bezoeken. Er zijn veertien mogelijke hoofdredenen, zie paragraaf 9. Hieronder bespreken we winkelen en twee groepen van hoofdredenen: cultureel bezoek (museumbezoek, stadswandeling, theaterbezoek, evenement en bioscoop) en horecabezoek (lunch/diner, terras, uitgaan). Percentage bezoeken met winkelen als hoofdreden 55% 45% 1. Eindhoven (47%) 2. Hoorn (47%) 3. Alkmaar (47%) 35% 25% 15% 19% 1. Den Haag (16%) 2. Amsterdam (18%) 3. (19%) Percentage bezoeken met cultuur als hoofdreden 55% 45% 35% 25% 15% 40% 1. Amsterdam (48%) 2. (40%) 3. Utrecht (34%) 1. Schiedam (16%) 2. Eindhoven (17%) 3. Amersfoort (18%) In zijn, in vergelijking met andere steden, cultureel bezoek en horecabezoek een belangrijke hoofdreden en winkelen juist relatief weinig een reden om de stad te bezoeken. Amsterdam lijkt in dit opzicht op. De afgelopen jaren beziend, blijkt dat winkelen steeds minder een reden is om een stad te bezoeken. Dat geldt voor, maar ook voor de middelgrote steden en voor de grote steden. Cultureel bezoek en horecabezoek lijkt juist toe te nemen. Opgemerkt moet wel worden dat de percentages in 2014-2016 op een kleiner aantal bezoeken betrekking hebben dan die in 2006-2008. Een procentuele stijging wil niet altijd zeggen dat er ook een absolute stijging is. 6

Percentage bezoeken met horecabezoek als hoofdreden 25% 20% 15% 10% 5% 18% 1. Delft (23%) 2. Breda (22%) 3. (18%) 1. Schiedam (5%) 2. Hoorn (10%) 3. Dordrecht (10%) Uitkomsten voor - Hoofdreden aantal % 2008-10 2011-13 2014-16 2008-10 2011-13 2014-16 winkelen 623.000 389.000 297.000 28% 21% 19% cultuur museum 470.000 414.000 397.000 21% 23% 25% stadswandeling 138.000 120.000 85.000 6% 7% 5% evenement 122.000 107.000 70.000 5% 6% 4% theater 16.000 79.000 47.000 1% 4% 3% bioscoop 38.000 60.000 36.000 2% 3% 2% horecabezoek lunch/diner 179.000 173.000 166.000 8% 10% 10% terras 88.000 55.000 75.000 4% 3% 5% uitgaan 64.000 48.000 47.000 3% 3% 3% overig wellness 56.000 33.000 33.000 2% 2% 2% sport 12.000 26.000 23.000 1% 1% 1% attractie 14.000 12.000 12.000 1% 1% 1% strand 0 2.000 4.000 0% 0% 0% geen 440.000 293.000 307.000 19% 16% 19% totaal 2.260.000 1.810.000 1.599.000 100% 100% 100% 7

5. Ondernomen activiteiten Naast de hoofdreden om een stad te bezoeken onderneemt een dagbezoeker ook andere activiteiten. Als hij bijvoorbeeld komt om te winkelen, dan kan hij bijvoorbeeld ook op een terras gaan zitten. Hieronder is steeds aangegeven in hoeveel procent van de bezoeken een bepaalde activiteit is ondernomen. Daarbij zijn de meest ondernomen activiteiten eruit gelicht. Percentage bezoeken waarin werd gewinkeld 70% 60% 1. Alkmaar (65%) 2. Hoorn (63%) 3. Eindhoven (62%) 50% 40% 30% 34% 1. Den Haag (32%) 2. (34%) 3. Amsterdam (37%) Percentage bezoeken waarin een museum werd bezocht 30% 20% 30% 1. Amsterdam (30%) 2. (30%) 3. Haarlem (20%) 10% 0% 1. Eindhoven (5%) 2. Breda (5%) 3. Amersfoort (7%) Percentage bezoeken waarin werd geluncht of gedineerd 40% 37% 1. Den Bosch (42%) 2. Haarlem (40%) 3. Den Haag (40%) 30% 20% 1. Schiedam (7%) 2. Hoorn (27%) 3. Dordrecht (29%) 8

Het beeld van als museumstad blijkt ook weer uit bovenstaande grafieken. is, met Amsterdam, de stad waarin relatief de meeste dagbezoekers een museum bezoeken (in 30% van de dagbezoeken brengt men een bezoek aan een museum). Winkelen is een activiteit die dagbezoekers in relatief weinig ondernemen. Wat verder geconcludeerd kan worden is dat in 19% van de bezoeken winkelen de hoofdreden is, maar dat in 34% van de gevallen daadwerkelijk gewinkeld wordt (in de periode 2014-2016). In 15% van de bezoeken winkelt men dus als nevenactiviteit. Uitkomsten voor Ondernomen activiteiten aantal % 2008-10 2011-13 2014-16 2008-10 2011-13 2014-16 lunch/diner 672.000 651.000 586.000 30% 36% 37% winkelen 1.038.000 727.000 540.000 46% 40% 34% museum 575.000 479.000 479.000 25% 26% 30% terras 449.000 357.000 374.000 20% 20% 23% stadswandeling 369.000 272.000 263.000 16% 15% 16% evenement 138.000 120.000 128.000 6% 7% 8% uitgaan 88.000 90.000 76.000 4% 5% 5% theater 23.000 79.000 59.000 1% 4% 4% sport 12.000 26.000 40.000 1% 1% 3% bioscoop 73.000 85.000 40.000 3% 5% 3% wellness 56.000 33.000 33.000 2% 2% 2% strand 13.000 10.000 20.000 1% 1% 1% attractie 21.000 18.000 15.000 1% 1% 1% iets anders 250.000 152.000 156.000 11% 8% 10% 6. Bestedingen In de enquête wordt de dagbezoekers gevraagd hoeveel ze per persoon per bezoek hebben uitgegeven. Vervolgens wordt verzocht om dit bedrag op te splitsen in bestedingen aan winkelen, aan horeca en overig (bijvoorbeeld parkeerkosten of toegangskaartjes). Totale bestedingen per bezoek 50 45 40 35 30 36 1. Eindhoven ( 47) 2. Maastricht ( 47) 3. Den Bosch ( 46) 1. Schiedam ( 27) 2. Delft ( 33) 3. Dordrecht ( 33) 9

In besteden dagbezoekers relatief weinig euro s: 36 in 2014-2016, tegenover 39 in middelgrote steden en 41 in grote steden. Het blijkt vooral dat in de bestedingen in winkels achterblijven, daar staan we bij de drie minst scorende steden. Overigens dalen de bestedingen van dagbezoekers in winkels in alle groepen steden en stijgen de bestedingen in de horeca (licht). Bestedingen per bezoek in winkels 25 20 1. Eindhoven ( 22) 2. Alkmaar ( 21) 3. Den Bosch ( 20) 15 10 5 9 1. Den Haag ( 9) 2. Schiedam ( 9) 3. ( 9) Bestedingen per bezoek aan horeca 25 20 19 1. Amsterdam ( 23) 2. Maastricht ( 22) 3. Den Haag ( 22) 15 10 5 1. Schiedam ( 12) 2. Hoorn ( 15) 3. Dordrecht ( 15) Uitkomsten voor Bestedingen aantal % 2008-10 2011-13 2014-16 2008-10 2011-13 2014-16 in winkels 12 10 9 34% 27% 25% in horeca 17 19 19 47% 51% 53% overig 7 8 8 19% 22% 23% totaal 36 37 36 100% 100% 100% 10

7. Vervoermiddel Welk vervoermiddel gebruiken dagbezoekers om hun bestemming te bereiken? Het CVO vraagt op welke manier mensen de grootste afstand hebben afgelegd. Mogelijkheden zijn: auto, trein, touringcar, streekvervoer, fiets, boot of anders. Bezoekers aan nemen, net als in de meeste andere steden, relatief het vaakst de auto om de stad te bereiken (48%). Toch bevindt zich hiermee in de onderste regionen: ten opzichte van andere middelgrote steden is het percentage dagbezoekers dat met de auto komt laag. De trein komt in op de tweede plaats (29%). Om naar te komen gebruikt men in 14% van de gevallen de fiets. Percentage bezoeken per auto 75% 65% 55% 45% 35% 48% 1. Alkmaar (78%) 2. Breda (77%) 3. Hoorn (76%) 1. Amsterdam (36%) 2. Utrecht (39%) 3. (48%) Percentage bezoeken per trein 50% 40% 30% 20% 10% 29% 1. Amsterdam (50%) 2. Utrecht (49%) 3. Maastricht (33%) 1. Schiedam (8%) 2. Hoorn (12%) 3. Breda (14%) Uitkomsten voor Vervoermiddel aantal % 2008-10 2011-13 2014-16 2008-10 2011-13 2014-16 auto 1.098.000 804.000 765.000 49% 44% 48% trein 802.000 635.000 468.000 35% 35% 29% touringcar 23.000 12.000 11.000 1% 1% 1% streekvervoer 129.000 93.000 55.000 6% 5% 3% fiets 194.000 184.000 227.000 9% 10% 14% boot 10.000 10.000 7.000 0% 1% 0% anders 5.000 72.000 67.000 0% 4% 4% totaal 2.260.000 1.810.000 1.599.000 100% 100% 100% 11

8. Leeftijd Tot slot zijn er gegevens over de leeftijd van de bezoekers. Overigens gaat het bij onderstaande cijfers nog steeds om de bezoeken. Als bijvoorbeeld iemand van 30 jaar drie keer bezocht telt hij drie keer bij de 19 t/m 49-jarigen. Percentage bezoeken door 0 t/m 18-jarigen 25% 20% 20% 1. Schiedam (26%) 2. Arnhem (25%) 3. Utrecht (23%) 15% 10% 1. Den Bosch (14%) 2. Maastricht (15%) 3. Delft (16%) Percentage bezoeken door 19 t/m 49-jarigen 50% 45% 1. Breda (51%) 2. Eindhoven (45%) 3. Amsterdam (44%) 40% 35% 39% 1. Schiedam (27%) 2. Gouda (36%) 3. Maastricht (36%) Percentage bezoeken door 50-plussers 45% 40% 40% 1. Den Bosch (49%) 2. Maastricht (49%) 3. Delft (48%) 35% 30% 1. Breda (34%) 2. Arnhem (35%) 3. Eindhoven (35%) Bij de leeftijdsverdeling valt op dat door alle leeftijdsgroepen wordt bezocht. In de tijd bekeken is alleen bij de 50-plussers een stijgende trend te zien. Dagbezoeken worden relatief vaker afgelegd door mensen in deze leeftijdsgroep. Dit is verklaarbaar doordat er nu eenmaal steeds meer Nederlanders van 50 jaar of ouder zijn. 12

Uitkomsten voor Profiel aantal % 2008-10 2011-13 2014-16 2008-10 2011-13 2014-16 0-2 jaar 38.000 36.000 21.000 2% 2% 1% 3-5 jaar 51.000 38.000 57.000 2% 2% 4% 6-14 jaar 230.000 235.000 150.000 10% 13% 9% 15-18 jaar 78.000 97.000 96.000 3% 5% 6% 19-24 jaar 215.000 149.000 158.000 10% 8% 10% 25-29 jaar 126.000 216.000 88.000 6% 12% 5% 30-39 jaar 296.000 157.000 143.000 13% 9% 9% 40-49 jaar 394.000 245.000 240.000 17% 14% 15% 50-64 jaar 536.000 384.000 410.000 24% 21% 26% 65-74 jaar 146.000 130.000 153.000 6% 7% 10% 75+ jaar 152.000 123.000 83.000 7% 7% 5% totaal 2.260.000 1.810.000 1.599.000 100% 100% 100% 9. Onderzoeksverantwoording Toeristisch bezoek aan steden, onderdeel van het CVO Het ContinuVakantieOnderzoek (CVO) is een grootschalige enquête naar het vakantiegedrag van Nederlanders. Een module (themarapport) van het CVO betreft Toeristisch bezoek aan steden. Gemeenten kunnen hieraan deelnemen. De stad wordt dan opgenomen in de lijst van steden waarnaar gevraagd wordt. Het CVO wordt uitgevoerd door NBTS-NIPO research. NBTC-NIPO Research is een joint venture tussen het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC Holland Marketing) en marktonderzoekbureau TNS NIPO. NBTC-NIPO Research is gespecialiseerd in onderzoek op het gebied van vakanties, vrije tijd en zakenreizen van Nederlanders. De volledige resultaten van de enquêtes zijn alleen tegen betaling te verkrijgen en mogen niet openbaar verspreid worden. Daarom staan in deze publicatie alleen driejaarsen en geen volledige lijsten met uitkomsten van andere steden. Nederlandse dagbezoekers zijn de doelgroep Het CVO-onderdeel Toeristisch bezoek aan steden heeft een specifieke doelgroep. De respondenten zijn Nederlanders die een stad een dag bezoeken om toeristisch-recreatieve reden. Er zijn echter nog andere bezoekers aan een stad. Bijvoorbeeld de bewoners van een stad zelf, buitenlandse toeristen en Nederlanders die een meerdaags bezoek aan de stad brengen. Ook mensen die om zakelijke, onderwijs- of privéredenen (bijvoorbeeld bezoek aan familie of vrienden of ziekenhuisbezoek) een stad bezoeken tellen niet mee. Het is dus belangrijk om bij de interpretatie van de uitkomsten te beseffen dat het CVO geen beeld geeft van álle mensen die in een stad winkelen, uitgaan of een museum bezoeken. Presentatie van de enquête-uitkomsten Bij de meeste enquêtes worden de onderzoeksresultaten weergegeven in percentages. Denk bijvoorbeeld aan de Stadsenquête of de Veiligheidsmonitor. Er staat dan bijvoorbeeld 66% van de aren heeft last van meeuwen of 18% van de Nederlanders voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt. In feite gebeurt dat bij het CVO ook, maar vervolgens worden de percentages losgelaten op de Nederlandse bevolking en wordt een groot deel van de uitkomsten weergegeven in absolute aantallen. Er staat bijvoorbeeld niet 5% van de Nederlanders heeft het afgelopen jaar een bezoek gebracht aan, maar 1 miljoen mensen bezochten het afgelopen jaar (cijfers fictief en 13

afgerond). Deze manier van presenteren heeft voordelen (het maakt de cijfers begrijpelijk en aansprekend) maar ook nadelen. Om bovenstaand voorbeeld te vervolgen: als het volgende jaar blijkt dat 4% van de Nederlanders heeft bezocht, zullen niet veel mensen van hun stoel vallen van verbazing. Men denkt: Het is wel een daling, maar het zijn nou eenmaal afgeronde cijfers en hoe zat dat ook alweer met betrouwbaarheidsmarges? Als er staat 800.000 mensen bezochten het afgelopen jaar is men in rep en roer en is dit blijkbaar wel een reden om te vragen waar die 200.000 mensen gebleven zijn. Terwijl het verschil tussen 5% en 4% enerzijds en 1.000.000 en 800.000 relatief even groot is. De schommelingen in de uitkomsten zijn niet uniek voor het CVO, maar door de manier van presenteren vallen ze meer op. In deze publicatie is mede daarom gekozen voor driejaarsen. Zo zijn meerjarige trends beter zichtbaar. Deelnemende steden Gemeenten kunnen, tegen betaling, meedoen aan het onderdeel Toeristisch bezoek aan steden. Elk jaar doen rond de 30 steden mee. In deze publicatie is gekeken naar de periode 2006 tot en met 2016. Alle steden die in elk van die jaren meededen zijn meegenomen in deze publicatie. Ze zijn ingedeeld in drie groepen: Grote steden Middelgrote steden - - Amsterdam - Den Haag - Rotterdam - Utrecht - Alkmaar - Amersfoort - Arnhem - Breda - Delft - Den Bosch - Deventer - Dordrecht - Eindhoven - Gouda - Groningen - Haarlem - Hoorn - Leeuwarden - Maastricht - Schiedam Hoofdredenen en activiteiten In de paragrafen 4 en 5 van deze publicatie wordt gesproken over ondernomen activiteiten en hoofdredenen. De enquête vraagt eerst naar welke activiteiten de bezoeker heeft ondernomen en vervolgens welke daarvan de hoofdreden was om de stad te bezoeken. Ten behoeve van deze publicatie zijn de hoofdredenen geclusterd naar winkelen, cultureel bezoek, horecabezoek en overig bezoek. De laatste categorie komt overigens niet expliciet aan bod in deze publicatie. De activiteiten/hoofdredenen zijn op de volgende manier geclusterd: Winkelen Cultureel bezoek Horecabezoek Overig - Winkelen voor plezier - Bezoek evenement - Bezoek museum - Bezoek theater / concert - Het maken van een stadswandeling - Bezoek bioscoop - Lunchen / dineren in restaurant - Op terrasje zitten - Bezoek nachtleven / uitgaan - Bezoek sportwedstrijd - Bezoek aan attractie - Bezoek strand - Bezoek wellness - Iets anders 14