Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen

Transcriptie

1 April 2013 Binding met aar verbonden met stad en regio In hoeverre richt de aar zich op de eigen stad dan wel op de regio voor diverse activiteiten? Wat is hun oriëntatie in de randstad? Deze vraag staat centraal in de peilingen van de digitale panels van de gemeente van jongeren en volwassenen. Belangrijke bevindingen Algemeen Tweederde van de panelleden voelt zich aar 8 voelt zich het meest verbonden met Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in wonen, daarna zijn en favoriete woonplaatsen School en (vrijwilligers)werk 77% van de jongere panelleden zit in op school 39% van de volwassen panelleden met een baan werkt in, 1 in en 9% in Van de jongeren met een baan werkt 62% in Van de volwassenen die vrijwilligerswerk doen, doet driekwart dat in Winkelen Ruim 10% winkelt altijd in ; ruim tweederde winkelt meestal in maar ook wel eens ergens anders Vereniging Driekwart zit op een vereniging in en ruim 10% in een buurgemeente Uitgaan Van de volwassen panelleden gaat 11% altijd en 61% meestal uit in. gaat men vaak naar of De jongere panelleden gaan vaker niet uit (vooral de jongsten) of blijven in de stad. Als ze elders uitgaan is dat ook vaak in of. Vervoermiddel Voor 88% van de jongere en 5 van de volwassen panelleden is de fiets in het algemeen het favoriete vervoermiddel Buiten en gaan volwassenen vaker met de auto. Jongeren fietsen ook vaak naar en en gaan verder weg met de trein. BOA feitenblad: Binding met

2 Inleiding en onderzoekverantwoording Tussen half december 2012 en februari 2013 is zowel het Panel als het JongerenPanel gevraagd naar hun binding met. Het doel van de metingen is na te gaan wat de oriëntatie van aren in de Randstad is. In hoeverre voelen jongeren zich verbonden met en in hoeverre richten zij zich op de regio? Komen ze vaak buiten de stad? Waarvoor is dat dan en van welk vervoermiddel maken ze gebruik? In februari 2013 is min of meer dezelfde vragenlijst aan het Panel (volwassenen) voorgelegd. Het JongerenPanel kent leden tussen de 12 en 22. Van de 558 leden die het JongerenPanel toen telde hebben 260 meegedaan met de peiling, een respons van 47%. Daarnaast heeft parallel aan de peiling een wervingsactie voor het JongerenPanel gelopen waarbij 130 nieuwe leden zijn geworven. Ook deze nieuwe leden hebben allen de vragenlijst over binding met ingevuld. In totaal zijn er dus 390 respondenten. Van de 720 leden van het Panel hebben 497 meegedaan met de peiling, een respons van 69%. Hieronder volgt een weergave van de resultaten. Zij worden hier en daar aangevuld met andere beschikbare informatie over de besproken onderwerpen. Plaats waarmee men het meest verbonden is 8 van de panelleden noemt als plaats waarmee ze zich het meest verbonden voelen. Alleen werd nog door een noemenswaardig aantal (2%) genoemd. en Rotterdam scoren elk 1%. Verder worden allerlei verschillende plaatsen genoemd. Met welke plaats voelt u zich het meest verbonden? Weet niet 8 Weet niet 1% 8 10% 11% 2% 2% Tweederde van de panelleden voelt zich een aar, dat geldt voor volwassenen en jongeren. Dit hangt af van de tijd die men al in woont: Onder jongeren die langer dan 10 in wonen voelt 81% zich aar. Jongeren die korter dan 10 in wonen voelen zich in 38% van de gevallen een aar. onder volwassen inwoners die al hun hele leven in wonen voelt 9 zich aar, van de mensen die korter dan 5 in wonen is het 32%. BOA feitenblad: Binding met 2 van 12

3 Voelt u zich een aar? Ja 67% Ja 6 Weet niet 1 Weet niet 11% Nee 17% Nee 2 Uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA) is te bepalen hoeveel procent van de mensen is geboren in en nooit ergens anders heeft gewoond. Van de kinderen en jongeren van is dat logischerwijs hoog, daarna daalt het tot 1 van de dertigers, waarna het percentage weer stijgt. Van alle aren woont 3 zijn of haar hele leven in, van de volwassenen 2. Percentage aren per leeftijdsgroep dat zijn/haar hele leven in heeft gewoond % 17% 1 20% 2 27% % en ouder Bron: GBA, stand op 1 januari 2013 Wonen Aan alle panelleden is de vraag gesteld waar ze wel en niet willen wonen als ze zouden verhuizen. Favoriet: staat bij beide groepen op de eerste plaats om te wonen met (bijna) 40%. Daarna zijn en het meest genoemd, bij de jongeren nog wat meer dan bij de volwassenen. Niet favoriet: Opvallend is dat bij de jongere panelleden ook bij de minst favoriete woonplaats vrij hoog staat, na Rotterdam. Bij de minst favoriete plaatsen onder de volwassenen staat Zoetermeer bovenaan. De reden om ergens wel of niet te willen wonen zijn heel divers. Op aanvraag zijn deze uitkomsten beschikbaar bij BOA. BOA feitenblad: Binding met 3 van 12

4 Als u zou gaan verhuizen, waar zou u het liefst willen wonen? 37% 3 1 9% 40% 40% Het is aardig om deze woonwensen te vergelijken met werkelijk verhuisgedrag, zoals uit de gemeentelijke basisadministratie bekend is. Dan blijkt dat men, bij een verhuizing naar elders, naar allerlei plaatsen uitwaaiert, ook naar het buitenland. Toch zien we ook in deze plaatjes en wel terugkomen. Werkelijke verhuizingen uit naar een andere plaats Alle aren 8% 8% 49% Buitenland 1 7% 9% 38% Utrecht Buitenland 28% Bron: GBA 2012 School of studie School of studie van jongeren: 9 van de panelleden gaan naar school of volgt een studie. Van hen gaat 77% in naar school of studie. Andere plaatsen die meer dan één keer werden genoemd zijn Delft, Utrecht,, Wassenaar en Rotterdam. Alle andere plaatsen (12) werden 1 keer genoemd. Logischerwijs gaan studenten die naar, of Rotterdam moeten vaker met de trein en scholieren en studenten in vaker met de fiets. BOA feitenblad: Binding met 4 van 12

5 School of studie van jongeren 12 t/m 22 Waar ga je naar school / studie? Hoe ga je naar school / studie? 77% 77% 12% 1 Uit andere bron, namelijk DUO (de Dienst Uitvoering Onderwijs) is ook bekend waar de in wonende leerlingen naar school gaan. Dit verschilt naar soort onderwijs. Waar gaan Leidse leerlingen naar school? Voortgezet onderwijs Middelbaar beroepsonderwijs 8 Wassenaar 8% Rotterdam 11% 1 50% Gouda 20% Bron: Dienst Uitvoering Onderwijs, school 2011/2012 Werk Werk van jongeren: 52% van de panelleden heeft werk. 62% van hen werkt in. Andere plaatsen die vaker werden genoemd zijn en. Ook hier is de fiets het meest gebruikte vervoermiddel. Werk van volwassenen: 72% van de panelleden heeft betaald werk. 39% van hen werkt in. Jongeren werken dus relatief vaker in, het gaat bij hen ook vaak om een bijbaantje, volwassenen werken vaker buiten de stad en verder weg. BOA feitenblad: Binding met 5 van 12

6 Waar werkt u? 62% 39% 1 2 Leiderdordam Amster- 1% 3 9% Hoe gaat u naar uw werk? 6 30% 29% 9% 1 9% 1 22% Pendel woon-werkverkeer Woont in Aantal werknemers LEIDEN Woont elders, werkt in Katwijk Teylingen Totaal Woont en werkt in : Woont in, werkt elders Werkt in Haarlemmermeer Totaal Aantal werknemers Bron: CBS 2011 BOA feitenblad: Binding met 6 van 12

7 Aanvullend op de panelvragen geven we hier informatie over de pendel van en naar. In totaal werken volgens het CBS mensen bij een bedrijf of instelling gevestigd in (41%) van hen woont ook in de stad. Daarnaast komen relatief veel werknemers uit de directe omgeving. Van de aren die werken, doet 48% dat in de eigen woonplaats. Daarnaast werken relatief veel aren in en. Dat is overeenkomstig de antwoorden van de panelleden. Vrijwilligerswerk Van de volwassen panelleden doet 40% vrijwilligerswerk. Bijna driekwart van hen doet dit werk in. De overige plaatsen, of mensen met wisselende werkplekken, staan bij. Ruim de helft gaat per fiets, 18% met de auto en 1 lopend. Deze vragen zijn niet aan jongeren gesteld. Vrijwilligerswerk volwassenen Waar doet u vrijwilligerswerk? 7 Hoe gaat u naar uw vrijwilligerswerk? 5 1 8% 1 18% Winkelen Jongeren: 8% van de panelleden winkelt nooit en 12% winkelt altijd in. Tweederde winkelt meestal in maar ook wel eens ergens anders. : van de panelleden winkelt nooit en 11% winkelt altijd in. Zeventig procent winkelt meestal in maar ook wel eens ergens anders. 80% van de jongeren en 8 van de volwassenen winkelt dus wel eens of meestal ergens anders dan in. Hierin verschillen jongeren en volwassenen dus niet sterk. Gemiddeld gaat het om een paar keer per. Toch zijn er wel verschillen tussen het winkelgedrag van jongeren en volwassenen: naast zijn, en de meest genoemde steden om te winkelen, maar wanneer men buiten winkelt, gaan de jongeren vaker naar en en de volwassenen vaker naar en Leidschendam. De jongeren nemen meestal de trein, volwassenen de auto. De redenen waarom men niet altijd in winkelt lopen uiteen: men vindt de winkels in die andere plaats beter of leuker (39% van de jongeren, 5 van de volwassenen) de mensen met wie ze winkelen willen dat graag (resp. 10% en 7%) die andere plaats is dichterbij (resp. en ) BOA feitenblad: Binding met 7 van 12

8 3 van de jongeren en de helft van de volwassenen geeft een andere reden op, vaak dat ze wel eens wat afwisseling willen, of dat er winkels zijn die niet heeft. Of ze zijn al in die andere plaats vanwege werk of omdat hun ouders er wonen. Ook de betere parkeermogelijkheden in andere plaatsen worden als reden genoemd om daar te gaan winkelen. Als we alleen kijken naar de jongeren die meestal elders winkelen, zien we dat voor hen in 78% van de gevallen de reden is dat ze het winkelaanbod in onvoldoende vinden. Waar winkelt u als u niet in winkelt? 4 28% L'schendam 1 Rotter- dam 27% 3 11% 1 Rotterdam L'schendam 10% Het koopstromenonderzoek biedt ook informatie over winkelgedrag. Het blijkt dat van een euro die aren uitgeven aan dagelijkse boodschappen 85 cent in Leidse winkels wordt besteed, 5 in en 10 elders. Van een euro die tijdens het winkelen (shoppen) wordt besteed komt 55 cent in terecht, 13 cent wordt via internet aangekocht en de rest in verschillende andere plaatsen. Waar winkelt de aar? Dagelijkse artikelen (boodschappen) Niet-dagelijkse artikelen (shoppen) 8% 8 Zoeterwoude Delft 1 5 2% 7% Internet 1 Bron: Koopstromenonderzoek Randstad 2011 BOA feitenblad: Binding met 8 van 12

9 Met welk vervoermiddel gaat u winkelen buiten? % 30% Vereniging Ruim de helft van de volwassenen en 70% van de jongeren zit op een vereniging. Driekwart van hen zit op een vereniging in. Nog eens ruim 10% gaat naar een vereniging in een van de buurgemeenten, of. Meestal gaan ze er elke week heen. De redenen om in een andere plaats op een vereniging te zitten zijn bij jongeren en volwassenen niet helemaal gelijk. Voor jongeren is de meest voorkomende reden dat de vereniging in die andere plaats beter/leuker is (47%, bij volwassenen is dat 30%). Voor volwassenen is de meest voorkomende reden (3) dat zo n vereniging niet in bestaat (18% bij jongeren). In 10 tot 1 van de gevallen is die vereniging buiten gewoon dichterbij. De overige 20 tot 2 geeft een andere reden, bijvoorbeeld dat het een vereniging is in de stad waar ze studeren, of dat ze er al op zaten voor ze in kwamen wonen. Hieronder staan de belangrijkste plaatsen waar respondenten op een vereniging zitten. In de meeste gevallen gaan ze er op de fiets heen. Waar zit u op een vereniging? 77% 7 10% 1 2% BOA feitenblad: Binding met 9 van 12

10 Met welk vervoermiddel gaat u naar uw vereniging? 5 7% 80% 7% 12% 2 Uitgaan Van de volwassen panelleden gaat 9 wel eens uit. k daarbij aan theater- en bioscoopbezoek, uit eten, dansen en dergelijke. 11% doet dit altijd in en 61% meestal in. 21% gaat meestal elders uit. 82% van de Leidse volwassen panelleden gaat dus wel eens ergens anders dan in uit. Gemiddeld gaat het om een paar keer per. en zijn de meest gekozen bestemmingen en de trein en de auto het meest gebruikte vervoermiddel. Van de jongere panelleden gaat 62% wel eens uit, de wat oudere panelleden vanaf 17 meer dan de jongere. 20% doet dit altijd in en 3 meestal in. 42% van de jongere panelleden gaat dus wel eens ergens anders dan in uit. Gemiddeld gaat het om een paar keer per. Net als bij winkelen zijn en de meest gekozen bestemmingen en de trein het meest gebruikte vervoermiddel. In de keuze van de bestemming zit dus niet veel verschil tussen volwassenen en jongeren. Jongeren gaan, logischerwijs, net als bij het winkelen, vaker met de trein. Waar gaat u uit als u niet in uitgaat? 28% 2 29% 3 3 Rotterdam 11% 30% Rotterdam 7% BOA feitenblad: Binding met 10 van 12

11 Welk vervoermiddel gebruikt u als u uitgaat buiten? % 8% 2% 49% Dag erop uit Als panelleden er eens een dag op uit gaan, gaan ze het liefst de natuur in of bezoeken ze een stad. Waar de activiteit plaatsvindt ligt voor de meeste mensen niet vast. Dat is afhankelijk van de activiteit, en verder geeft men aan van afwisseling te houden. Meest gebruikte vervoermiddel De fiets is veruit het meest gebruikte vervoermiddel, voor de jongeren nog meer dan voor de volwassenen: op de vraag welk vervoermiddel men het vaakst gebruikt antwoordt 88% van de jongeren en 5 van de volwassenen: de fiets. Meest gebruikte vervoermiddel 5 2% 88% 2 1 We kunnen het gebruikte vervoermiddel koppelen aan de verschillende bestemmingen, want bij een aantal onderwerpen is in deze enquêtes gevraagd naar de plaats waar inwoners iets ondernemen en het vervoermiddel dat ze gebruiken: school, werk, vrijwilligerswerk, winkelen, vereniging en uitgaan. Als we alle antwoorden koppelen ontstaat er een beeld van het vervoermiddel dat panelleden per bestemming het meest gebruiken. BOA feitenblad: Binding met 11 van 12

12 Bij bestemmingen in neemt men meestal de fiets, de jongeren in meerdere mate (8) dan de volwassenen (6). In de regio (bijvoorbeeld ) gebruiken de volwassenen al snel de auto en voor de grote steden veelal de trein. De jongeren fietsen overwegend ook nog naar bijvoorbeeld Wassenaar, en, waar de volwassenen dan toch vaker de auto nemen. Voor bestemmingen verder weg nemen de jongeren vaak de trein. Welk vervoermiddel gebruikt u voor welke bestemming? 0% 20% 40% 60% 80% 100% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Rotterdam Rotterdam COLOFON BOA BeleidsOnderzoek en Analyse Afdeling Strategie en Onderzoek Gemeente boa@leiden.nl of Direct zelf informatie opzoeken? Veel cijfers en onderzoeksgegevens over zijn te vinden via Serie Statistiek 2013/01e BOA feitenblad: Binding met 12 van 12