Toeristisch bezoek aan Leiden 2007

Transcriptie

1 Toeristisch bezoek aan Leiden 2007 Continu Vakantie Onderzoek Colofon Serie Statistiek 2008 / 13 Gemeente Leiden Strategie en Onderzoek, BOA (Beleidsonderzoek en Advies) Postbus 9100, 2300 PC Leiden boa@leiden.nl Contactpersonen: Kees de Mooy, Economische Zaken Annemiek van Soest, BOA tel (beleidsinhoudelijk) tel (onderzoekstechnisch)

2 2

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Stedenbezoek: aantal bezoeken en bezoekers Leiden De steden vergeleken Vervoermiddel Leiden De steden vergeleken Ondernomen activiteiten Leiden De steden vergeleken Gezelschap tijdens het bezoek Leiden Steden vergeleken Hoofdreden van het bezoek Leiden De steden vergeleken Bestedingen Leiden De steden vergeleken Profiel van de stedenbezoekers Leeftijd Gezinssamenstelling Sociale klasse Provincie van herkomst WIN-model Meer- en Maatwerk Meerwerk Maatwerk Conclusies Bijlage: Vragenlijst

4 4

5 1. Inleiding In 2007 deed Leiden voor de vijfde keer mee aan het CVO (Continu Vakantie Onderzoek), onderdeel toeristisch bezoek aan steden. Dit jaarlijks terugkerende onderzoek wordt uitgevoerd door NBTC- NIPO research, een joint venture tussen het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) en TNS NIPO. De gegevens van het CVO zijn waardevol voor Leiden omdat zij inzicht geven in het aantal Nederlandse bezoekers en bezoeken aan Leiden, het bezoekersprofiel, het gebruikte vervoermiddel, de ondernomen activiteiten en de belangrijkste reden van bezoek. Daarnaast is in 2007 aandacht besteed aan het gezelschap waarmee mensen de stad bezoeken. Doordat er ongeveer twintig grote en middelgrote steden per jaar deelnemen, kunnen er ook vergelijkingen tussen steden worden gemaakt. Bovendien is het mogelijk ontwikkelingen door de jaren heen te volgen. In 2007 hebben 25 steden meegedaan aan het CVO. Het CVO vindt plaats onder een deel van een vast NIPO-panel van huishoudens die via hun eigen PC meedoen aan het onderzoek. Voor het CVO worden ruim mensen benaderd, die representatief zijn voor de hele Nederlandse bevolking. Op verschillende kenmerken (zoals persoonsgegevens en PC-bezit) is gecorrigeerd. Vier keer per jaar beantwoorden deze mensen vragen over onder andere vakanties. Het deelonderzoek waar Leiden aan deelneemt betreft het toeristisch bezoek aan steden. Hieronder wordt verstaan: bezoeken die voor ontspanning/ plezier worden gemaakt. Zakelijke bezoeken en familie-/ vriendenbezoek blijven dus buiten beschouwing. Jaarlijks verzorgt het NBTC voor de deelnemers een landelijke, beknopte, rapportage over het toeristisch bezoek aan steden. Daarnaast verzorgt bureau BOA (Beleidsonderzoek en Advies) van de gemeente Leiden een Leids rapport. Ook meer- en maatwerk behoort hierbij tot de mogelijkheden. gebruik gemaakt van NIPO-panel ( huishoudens) NBTC-NIPO research Continu Vakantie Onderzoek hieruit mensen benaderd voor CVO, toeristisch bezoek aan steden landelijk themarappport toeristisch bezoek aan steden op basis hiervan maakt BOA rapport toeristisch bezoek aan Leiden 5

6 Bij het lezen van de onderzoeksuitkomsten moet met de volgende zaken rekening gehouden worden: Met de term toeristisch bezoek moeten we voorzichtig zijn: hoewel je dat niet direct toerisme zou noemen, tellen ook mensen uit de regio die bijvoorbeeld in Leiden komen winkelen in het onderzoek mee. Een bezoeker kan meerdere bezoeken in een jaar brengen. Dit rapport geeft informatie over zowel bezoekers, als bezoeken. Let daarom bij het lezen goed op de basis van de gepresenteerde cijfers, deze informatie staat onder elke tabel en grafiek. De gepresenteerde bezoekcijfers hebben alleen betrekking op het bezoek van Nederlanders, bezoeken van buitenlandse toeristen blijven buiten beschouwing. Toeristische bezoeken van inwoners aan hun eigen stad worden ook buiten beschouwing gelaten. Het blijkt dat mensen die relatief dichtbij Leiden wonen, de stad vaker bezoeken dan mensen die verder weg wonen. Om de gegevens niet te vertekenen wordt een maximum van 6 bezoeken per kwartaal per bezoeker aangehouden. Bovenstaande constatering heeft ook als consequentie dat de uitkomsten van het CVO relatief gevoelig zijn voor variaties in de steekproef. Als er minder mensen uit de directe omgeving van Leiden in de steekproef zitten heeft dat een negatieve invloed op het aantal bezoeken. We moeten er rekening mee houden dat schommelingen in de respons zowel hierdoor kunnen worden veroorzaakt, als door daadwerkelijke toe- of afname van de bezoekaantallen. In dit rapport gaat het bij toeristisch bezoek aan steden om dagtochten. In het CVO basisrapport 2004 is het aantal meerdaagse verblijven (vakanties) in Nederlandse steden onderzocht en is gebleken dat dat beperkt is. Men heeft geen leeftijdsgrens ingebouwd: ook van kinderen wil men weten of ze steden hebben bezocht. In dat geval is de vragenlijst door een ouder / verzorger ingevuld, maar wel namens het kind. Meningsvragen vallen dan uit waardoor de steekproef in dat geval lager is. De bezoekcijfers in het CVO worden doorgerekend naar nationale totalen. Aangezien het om een steekproefonderzoek gaat dient rekening te worden gehouden met marges rond de gepresenteerde getallen. Daar waar een getal in een tabel vetgedrukt is, wijkt het getal significant af van het gemiddelde van alle 25 steden (op 95% betrouwbaarheid). Dat kan zowel positief als negatief zijn. In deze rapportage worden de belangrijkste resultaten voor Leiden weergegeven. Deze worden afgezet tegen de resultaten van eerdere jaren. Tevens wordt een vergelijking gemaakt met Haarlem, Delft en Gouda. Er is gekozen voor deze steden omdat ze net als Leiden een historisch karakter hebben en qua inwoneraantal ook gerekend kunnen worden tot middelgrote steden. De opzet van het rapport is als volgt: we beginnen met een hoofdstuk over toeristisch bezoek en gaan vervolgens in op de verschillende onderdelen van dat bezoek. Vervolgens wordt het bezoekersprofiel besproken. In hoofdstuk 9 noemen we de mogelijkheden van meer- en maatwerk. We eindigen met de conclusies. 6

7 2. Stedenbezoek: aantal bezoeken en bezoekers Aan het eind van elk kwartaal wordt aan het panel gevraagd of men aan een aantal genoemde steden de afgelopen drie maanden een bezoek heeft gebracht. Steden die genoemd worden zijn de steden die vooraf hebben aangegeven mee te doen aan het onderzoek. In 2007 zijn dit 25 steden en het gaat dus om bezoeken in het jaar Leiden Ongeveer Nederlanders hebben in 2007 tenminste één bezoek aan Leiden gebracht. Gemiddeld bezochten deze mensen Leiden 2,2 maal in deze periode, zodat er ruim twee miljoen toeristischrecreatieve bezoeken aan Leiden zijn geweest in dit jaar. In 2006 is in Leiden het Rembrandtjaar gevierd, dit heeft extra bezoekers getrokken. Ten opzichte van 2006 is het aantal bezoekers nog eens gestegen met 4%, het aantal bezoeken is gedaald met 4%. Tabel 1. Aantal bezoeken en bezoekers, 2004 t/m Aantal bezoekers Aantal bezoeken Gem. aantal bezoeken 2,8 2,3 2,4 2,2 In 2006 trokken de wintermaanden meer bezoekers dan in de jaren daarvoor. In 2007 is deze verschuiving weer verdwenen en is het weer vooral de periode juli september die de meeste bezoekers trekt. Tabel 2. Aantal bezoeken per seizoen, 2004 t/m 2007 aantal % Jan - mrt % 25% 27% 24% Apr - jun % 24% 22% 26% Jul - sep % 29% 24% 29% Okt - dec % 22% 27% 21% Totaal % 100% 100% 100% 2.2 De steden vergeleken In een vergelijking van de deelnemende steden onderling staan de vier grote steden bovenaan met de meeste bezoeken per jaar. Tabel 3 en grafiek 1 bevatten gegevens over de achttien steden die vanaf 2004 elk jaar aan het CVO hebben deelgenomen. Hoewel het aantal bezoeken in sommige steden per jaar varieert, blijkt uit de grafiek dat de volgorde van de steden redelijk constant is, de positie van de steden ten opzichte van elkaar blijft redelijk gelijk. 7

8 Tabel 3. Aantal en ontwikkeling toeristische bezoeken aan steden, 2004 t/m aantal (*1.000) ontwikkeling Amsterdam % -0% +7% 2 Rotterdam % -7% +1% 3 Den Haag % -4% +1% 4 Utrecht % -5% +11% 5 Groningen % +9% -9% 6 Den Bosch % -11% -5% 7 Breda % -5% +12% 8 Arnhem % +0% +7% 9 Alkmaar % -4% +6% 10 Maastricht % -16% +11% 11 Amersfoort % +24% -1% 12 Haarlem % -8% -3% 13 Delft % +4% +5% 14 Tilburg % -5% -1% 15 Hoorn % -26% +28% 16 Leiden % +17% -4% 17 Deventer % -28% +9% 18 Gouda % -3% +15% Grafiek 1. Aantal toeristische bezoeken aan steden, 2004 t/m (*1.000) Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Groningen Den Bosch Breda Arnhem Alkmaar Maastricht Amersfoort Haarlem Delf t Tilburg Hoorn Leiden Deventer Gouda Alleen voor de achttien steden die alle vier jaar meededen. 8

9 Aan de 25 steden die in 2007 meededen met het CVO werden in totaal bijna 102 miljoen bezoeken gebracht door ruim 36,5 miljoen bezoekers. Indien men een stad bezocht, deed men dit gemiddeld over de 25 deelnemende steden 2,8 keer per jaar, zie tabel 4. In tabel 4 zien we verder dat Leiden door mensen bezocht is en dat deze mensen gezamenlijk bezoeken hebben afgelegd. Per bezoeker zijn dit 2,2 bezoeken. Hoorn scoort met gemiddeld 3,7 bezoeken per bezoeker het hoogst, Deventer heeft met gemiddeld 1,9 bezoeken per bezoeker de laagste bezoekfrequentie. Met een inwoneraantal van heeft Leiden 18 bezoekers per inwoner gehad. Alkmaar heeft het grootst aantal bezoeken per inwoner: 43 en Almere heeft met 9 het kleinst aantal bezoeken per inwoner. Haarlem, Delft en Gouda zijn steden waarmee Leiden zich goed kan vergelijken op het gebied van toeristisch bezoek aan steden. We zien dat Haarlem en Delft beter scoren dan Leiden: meer bezoekers en bezoeken, een hogere bezoekfrequentie en meer bezoekers per inwoner. Gouda heeft minder bezoekers en bezoeken getrokken dan Leiden maar heeft wel een hogere bezoekfrequentie en meer bezoekers per inwoner. Tabel 4. Gemiddeld aantal bezoeken aan steden per bezoeker en per inwoner, 2007 aantal bezoekers aantal bezoeken aant. bezoeken per bezoeker aantal inwoners aantal bezoeken per inwoner Amsterdam , Den Haag , Utrecht , Rotterdam , Den Bosch , Arnhem , Eindhoven , Groningen , Maastricht , Breda , Zwolle , Alkmaar , Amersfoort , Haarlem , Delft , Leiden , Deventer , Tilburg , Leeuwarden , Almere , Dordrecht , Hoorn , Gouda , Schiedam , Kampen , subtotaal 25 steden , Bron aantal inwoners: CBS, Leiden: GBA, 1 januari

10 3. Vervoermiddel Aan de respondenten werd gevraagd met welk vervoermiddel men de langste afstand heeft afgelegd om in de stad te komen. 3.1 Leiden Voor meer de helft van de toeristische bezoeken aan Leiden wordt de auto als vervoermiddel gebruikt: 59%. Dit zijn bezoeken. Vergeleken met vorige jaren is er voor minder bezoeken voor de trein gekozen. In meer gevallen is men op de fiets gekomen. Deze verschuiving kan te maken hebben met het feit dat er in 2007 veel bezoekers uit de provincie Zuid-Holland zijn geweest. Zie ook hoofdstuk 8. Tabel 5. Vervoermiddel langste afstand, 2004 t/m 2007 aantal (* 1.000) % Auto % 56% 52% 59% Trein % 30% 35% 19% Streekvervoer % 3% 4% 8% Fiets % 4% 6% 12% Anders % 7% 2% 2% Totaal % 100% 100% 100% Basis = bezoeken aan Leiden 3.2 De steden vergeleken Vergeleken met het gemiddelde van de 25 deelnemende steden is de fiets in Leiden, Haarlem, Delft en Gouda opvallend populair, de trein wordt juist minder vaak gebruikt in deze 4 steden. Het percentage bezoeken waarvoor voor de auto gekozen wordt, ligt onder het gemiddelde. Tabel 6. Vervoermiddel langste afstand, 2007: de steden vergeleken Leiden Haarlem Delft Gouda alle steden Auto 59% 63% 51% 57% 64% Trein 19% 21% 11% 20% 24% Streekvervoer 8% 8% 12% 0% 7% Fiets 12% 6% 25% 21% 4% Anders 2% 2% 1% 2% 1% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Vet gedrukt = afwijkend van het gemiddelde van alle deelnemende steden Basis = bezoeken aan betreffende stad 10

11 4. Ondernomen activiteiten Aan de respondenten is gevraagd welke activiteiten men tijdens het laatste bezoek aan de stad heeft ondernomen. De veertien hieronder genoemde mogelijkheden werden allen voorgelegd en men kon meerdere antwoorden kiezen. 4.1 Leiden De drie activiteiten winkelen, lunch/ diner en een terrasje pakken zijn in alle deelnemende steden het meest populair. Ook in Leiden staan deze activiteiten bovenaan: tijdens 55% van de bezoeken wordt gewinkeld, tijdens 28% van de bezoeken wordt geluncht/gedineerd en tijdens 25% van de bezoeken pakt men een terrasje. Kenmerkend voor Leiden is de hoge score van museumbezoek: tijdens 21% van de bezoeken gaat men naar een museum (gemiddeld in de 25 deelnemende steden: 10%). In 2006 nam het museumbezoek een tweede plaats in als ondernomen activiteit tijdens een bezoek. In dat jaar is in Leiden het Rembrandtjaar gevierd. Gemiddeld onderneemt men 1,7 activiteiten per bezoek aan Leiden. Gemiddeld in de 25 deelnemende steden is dit 1.9. Tabel 7 en grafiek 2 laten de ondernomen activiteiten in de afgelopen jaren zien tijdens het bezoek in Leiden. Tabel 7. Ondernomen activiteiten, 2004 t/m 2007 aantal (*1.000) % Winkelen % 46% 44% 55% Lunch/diner % 34% 28% 28% Terrasje % 21% 19% 25% Museum % 25% 28% 21% Stadswandeling % 22% 25% 15% Evenement % 10% 16% 6% Bioscoop % 5% 6% 4% Wellnesscentrum % 4% 2% 3% Uitgaan % 1% 2% 3% Strand % 1% 0% 2% Theater/concert % 1% 4% 2% Attractie % 0% 3% 2% Sportwedstrijd % 1% 0% Geen van deze % 5% 6% 8% Tot. aant. activiteiten Aantal bezoeken Gem. aant. activit. 1,9 1,7 1,9 1,7 1 Score telt op tot meer dan 100% omdat er meerdere activiteiten per bezoeker mogelijk zijn Basis = bezoeken aan Leiden 11

12 Grafiek 2. Ondernomen activiteiten 1, 2004 t/m 2007 (aantal x1.000) Winkelen Lunch/diner Terrasje Museum Stadsw andeling Evenement Bioscoop Wellnesscentrum Uitgaan Strand Theater/concert Attractie Sportw edstrijd Geen van deze Alleen de activiteiten die vier jaar lang gemeten zijn, zijn meegenomen Basis = bezoeken aan Leiden 12

13 4.2 De steden vergeleken Het aantal ondernomen activiteiten per bezoek is voor een stad een belangrijk gegeven. Als een bezoeker meer activiteiten onderneemt tijdens het bezoek zal hij of zij ook meer geld besteden tijdens dat bezoek. Gemiddeld wordt tijdens het bezoek in de periode ,9 activiteiten ondernomen in de deelnemende steden. In Leiden, Haarlem en Delft ligt dit gemdidelde op 1,8 activiteiten per bezoek. In Gouda worden gemiddeld minder activiteiten ondernomen per bezoek: gemiddeld 1,6. Grafiek 3. Gemiddeld aantal ondernomen activiteiten, 2004 t/m 2007: de steden vergeleken 2 1,9 gem. alle steden* 1,8 1,7 1,6 Delft Haarlem Leiden Gouda 1, Basis = bezoeken aan betreffende stad * Voor alle jaren geldt: alle steden verwijst naar de steden die hebben deelgenomen aan het CVO 13

14 De vier steden met een vergelijkbaar aanbod, scoren toch verschillend op de onderdelen. Leiden scoort hoog als museumstad, Delft scoort het hoogst op de stadswandeling en Gouda is vooral een winkelstad. Haarlem onderscheidt zich niet echt op één activiteit. Tabel 8. Ondernomen activiteiten, 2007: de steden vergeleken Leiden Haarlem Delft Gouda alle steden Winkelen 55% 66% 56% 70% 61% Lunch/diner 28% 29% 32% 26% 33% Terrasje 25% 23% 27% 18% 25% Museum 21% 9% 13% 6% 10% Stadswandeling 16% 13% 22% 17% 13% Evenement 6% 3% 11% 7% 9% Bioscoop 4% 5% 9% 6% 7% Wellnesscentrum 3% 1% - - 1% Uitgaan 3% 6% 0% - 6% Strand 2% 4% 0% 0% 3% Theater/concert 2% 3% 6% 7% 7% Attractie 2% 1% 1% 1% 4% Sportwedstrijd 0% 0% 2% 2% 3% Geen van deze 8% 10% 5% 8% 6% Totaal 174% 173% 184% 168% 188% Aantal bezoeken Gem. aantal activiteiten per bezoek 1,7 1,7 1,8 1,7 1,9 1 Score is hoger dan 100% omdat er meerdere activiteiten per bezoeker mogelijk zijn Vet gedrukt = afwijkend van het gemiddelde van alle deelnemende steden Basis = bezoeken aan betreffende stad - = komt niet voor 14

15 Grafiek 4. Museumbezoek als ondernomen activiteit, 2007: de steden vergeleken Amsterdam Leiden Delf t Hoorn Den Haag Arnhem Groningen Utrecht Haarlem Schiedam Den Bosch Rotterdam Deventer Dordrecht Gouda Maastricht Zw olle Alkmaar Leeuw arden Amersfoort Tilburg Breda Eindhoven Kampen Almere 6% 6% 6% 6% 6% 5% 4% 3% 3% 2% 2% 2% 1% 13% 12% 11% 10% 10% 10% 9% 9% 8% 8% 21% 22% Gemiddeld 10% 0% 5% 10% 15% 20% 25% Basis = bezoeken aan betreffende stad 15

16 5. Gezelschap tijdens het bezoek Bezoekers wordt jaarlijks gevraagd naar de samenstelling van het gezin waartoe zij behoren. Dit is echter niet vanzelfsprekend het gezelschap waarmee de bezoeker de stad heeft bezocht. In het CVO 2007 is specifiek gevraagd naar de samenstelling van het gezelfschap waarmee de bezoeker het toeristisch bezoek aan de stad heeft gebracht. 5.1 Leiden Wanneer men Leiden bezoekt, doet men dit in 42% van de gevallen samen met een vriend(in) of partner. En in een kwart van de gevallen in een grotere groep met kinderen. In 18% gaat men met meerdere volwassenen op pad, zonder kinderen. 14% van de bezoeken aan Leiden wordt alleen ondernomen. In grafiek 5 wordt duidelijk dat mannen liever dan vrouwen een stad alleen bezoeken. Grafiek 5. Gezelschap waar men de stad bezoekt Mannen Vrouw en Samen met een vriend(in)\partner In groepje (gezin\fam\vrienden), met kinderen In groepje (gezin\fam\vrienden), alleen volw assenen Alleen Basis = bezoeken aan betreffende stad In grafiek 6 kijken we naar het bezoekgezelschap per leeftijdsgroep. We zien dat de voorkeur voor het gezelschap waarin men Leiden bezoekt samenhangt met de leeftijd van de bezoeker. Kinderen (0-14) bezoeken Leiden vooral in een groepje. Jongeren (15-24) en ouderen (50+) geven de voorkeur aan het gezelschap van een vriend(in) of een partner: respectievelijk 46% en 72%. In de leeftijdsgroep van jaar is geen uitgesproken voorkeur te zien voor het gezelschap waarin hij of zij de stad bezoekt. 16

17 Grafiek 6. Gezelschap waar men de stad bezoekt, leeftijdsverdeling 100% 80% 14% 9% 14% 28% 21% 6% 60% 40% 42% 18% 75% 46% 24% 22% 72% Alleen Samen met een vriend(in)\partner In groepje, alleen volw assenen In groepje, met kinderen 20% 26% 22% 33% 15% 0% 4% 7% allen Basis = bezoeken aan betreffende stad Hangt de keuze voor het bezoekgezelschap af van de samenstelling van het gezin waarin men leeft? In grafiek 7 kunnen we zien dat dit zo is. 40% van de mensen die alleen komen, zijn alleenstaand. Respectievelijk tweederde en de helft van mensen die met een vriend(in) of partner of met een groep volwassenen komen, leven in een gezin zonder (thuiswonende) kinderen. En bijna iedereen de in een groep met kinderen Leiden bezoekt, leeft in een gezin met kinderen. Grafiek 7. Gezelschap waar men de stad bezoekt en gezinssamenstelling 100% 12% 15% 80% 40% 22% 29% Alleenstaand 60% 91% Gezin met kinderen 40% 20% 35% 25% 66% 56% Gezin zonder kinderen 0% Alleen Met een vriend(in)\partner Groep, alleen volw assenen 7% Groep, met kinderen Basis = bezoeken aan betreffende stad 17

18 5.2 Steden vergeleken In Leiden komen minder dan in de andere steden bezoekers met een vriend(in) of partner. En juist meer in een groepje met kinderen. Gouda wordt minder bezocht door mensen die in een groep met alleen volwassenen komen. En weer meer door mensen alleen. Haarlem en Delft volgende het gemiddelde: in de helft van de gevallen komen mensen met hun vriend(in) of partner, een kwart van de bezoeken wordt afgelegd in het gezelschap van een groepje met kinderen, in een vijfde komen mensen in een groepje zonder kinderen en 10% van alle bezoeken onderneemt men alleen. Zie ook tabel 9. Tabel 9. Gezelschap waarmee men de stad bezoekt: steden vergeleken Leiden Haarlem Delft Gouda alle steden Alleen 14% 11% 11% 17% 10% Samen met een vriend(in)\partner 42% 54% 49% 54% 50% In groepje, alleen volwassenen 18% 16% 17% 9% 18% In groepje, met kinderen 26% 20% 23% 20% 23% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Basis = bezoeken aan betreffende stad 18

19 6. Hoofdreden van het bezoek Aansluitend op de vraag welke activiteiten men in de stad heeft ondernomen, is gevraagd welke van die activiteiten de belangrijkste reden was om naar de stad te komen: Wat was de hoofdreden van uw laatste bezoek? De in tabel 10 genoemde mogelijkheden werden allen voorgelegd en men kon één activiteit als belangrijkste reden noemen. 6.1 Leiden Net als landelijk wordt winkelen voor het plezier in Leiden relatief het meest als hoofdreden voor een bezoek genoemd (in 38% van de bezoeken is winkelen de belangrijkste reden, bezoeken), dit is meer dan in Het museumbezoek als hoofdreden is afgenomen (van 20% naar 15%) maar staat nog steeds ruim op de tweede plaats. Tabel 10. Hoofdreden van bezoek, 2004 t/m 2007 aantal (* 1.000) % Winkelen % 34% 28% 38% Museum % 18% 20% 15% Lunch / diner % 5% 9% 7% Stadswandeling % 8% 9% 6% Evenement % 10% 10% 4% Terrasje % 3% 1% 4% Wellnesscentrum % 4% 2% 3% Nachtleven/ uitgaan % 0% 1% 3% Bioscoop % 2% 3% 2% Strand % 0% 0% 1% Theater / concert % 1% 2% 1% Attractie % 0% 3% 1% Sportwedstrijd % 1% 0% Geen hoofdreden % 13% 9% 14% Totaal % 100% 100% 100% Basis = bezoeken aan Leiden - = komt niet voor 19

20 In grafiek 8 is te zien dat, uitgedrukt in percentages van alle genoemde redenen, de top 5 van genoemde hoofdredenen door de jaren heen gelijkgebleven. Grafiek 8. Hoofdreden van bezoek, 2004 t/m 2007 (aantal x1.000) Winkelen Museum Lunch / diner Stadsw andeling Evenement Terrasje Wellnesscentrum Nachtleven/ uitgaan Bioscoop Strand Theater / concert Attractie Sportw edstrijd Geen hoofdreden Basis = bezoeken aan Leiden 20

21 6.2 De steden vergeleken Gemiddeld in de 25 deelnemende steden wordt winkelen relatief het meest als hoofdreden voor een bezoek genoemd (voor 44% van de bezoeken was dit de hoofdreden). De Leidse nummer 2, museumbezoek, volgt op grote afstand: gemiddeld 6% van de bezoeken hebben dit in de overige deelnemende steden als hoofdreden. Leiden scoort hoog ten opzichte van de andere deelnemende steden op museumbezoek. Activiteiten die in Leiden relatief minder vaak dan landelijk als belangrijkste reden van een bezoek worden genoemd, zijn: winkelen en theater/concertbezoek. Elke stad heeft zo haar eigen sterke en zwakke punten en eigen kenmerken. Haarlem en Gouda hebben bijvoorbeeld minder museumbezoek dan Leiden, maar zijn sterk als winkelstad. Deze steden volgen hiermee het gemiddelde beeld. Delft kenmerkt zich vooral door de stadswandelingen en is aantrekkelijk om een terrasje te pakken. Tabel 11. Hoofdreden van bezoek, 2007: de steden vergeleken Leiden Haarlem Delft Gouda alle steden Winkelen 38% 51% 43% 55% 44% Museum 15% 5% 8% 3% 6% Lunch / diner 7% 6% 8% 4% 6% Stadswandeling 6% 5% 11% 8% 5% Terrasje 4% 2% 6% 3% 3% Evenement 4% 2% 6% 4% 6% Nachtleven/ uitgaan 3% 5% 0% - 3% Wellnesscentrum 3% 1% - - 0% Bioscoop 2% 4% 3% 3% 3% Theater / concert 1% 3% 3% 4% 5% Attractie 1% 1% 1% 0% 3% Strand 1% 1% - 0 2% Sportwedstrijd 0% 0% 0% 2% 2% Geen hoofdreden 14% 16% 11% 14% 13% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Vet gedrukt = afwijkend van het gemiddelde van alle deelnemende steden Basis = bezoeken aan betreffende stad - = komt niet voor 21

22 7. Bestedingen Naast de invulling van het toeristische bezoek aan een stad zijn ook de bestedingen tijdens het bezoek relevant. In dit hoofdstuk worden de bestedingen per persoon, per bezoek geanalyseerd. 7.1 Leiden Er is meer geld uitgegeven tijdens het bezoek dan in voorgaande jaren. Grafiek 9 laat zien dat in de meeste gevallen 20 tot 50 wordt uitgegeven tijdens een bezoek (tijdens 26% van alle bezoeken). Hele grote of hele kleine uitgaven komen minder voor. Vergeleken met 2005 en 2006 is er een verschuiving te zien: in 2005 werd tijdens de meeste bezoeken 10 tot 20 uitgegeven, in 2006 tijdens de meeste bezoeken 5 tot 10. Het gemiddelde bedrag dat in 2007 is uitgegeven tijdens een bezoek aan Leiden is 40. In 2006 was dit 34, in 2005 was dit 37. Grafiek 9. Bestedingen van bezoekers, % 25% 26% % 17% 18% 15% 14% 10% 5% 6% 4% 8% 6% 0% 0 0,01-5 5, , , , > 100 weet niet meer Basis = bezoeken aan Leiden 22

23 7.2 De steden vergeleken Gemiddeld in de 25 steden geeft men per persoon, per bezoek 38 uit, in Leiden gemiddeld 40. Gemiddeld in de 25 steden wordt het meeste geld uitgegeven in winkels, Delft en Gouda volgen dit beeld. In Leiden en Haarlem wordt in winkels en horeca eenzelfde bedrag uitgegeven. Tabel 12. Bestedingen van bezoekers, 2007: de steden vergeleken Leiden Haarlem Delft Gouda alle steden Bestedingen in winkels Bestedingen in horeca Overige bestedingen Totale bestedingen Basis = bezoeken aan betreffende stad 23

24 8. Profiel van de stedenbezoekers Van alle bezoekers die de stad één keer of vaker hebben bezocht is het profiel vastgesteld. We kijken naar leeftijd, gezinssamenstelling, sociale klasse en provincie van herkomst. 8.1 Leeftijd De leeftijdsverdeling van bezoekers in 2007 in Leiden verschilt minimaal van het gemiddelde van de deelnemende steden. Leiden trekt minder kinderen en juist meer ouderen dan de steden gemiddeld. Zie ook grafiek 10. Grafiek 10. Bezoekers naar leeftijd, 2004 t/m jaar jaar jaar 50+ jaar Leiden % 12% 37% 34% Leiden % 11% 32% 40% Leiden % 16% 33% 38% Leiden % 12% 36% 39% gem. alle* steden % 11% 37% 32% gem. alle steden % 11% 36% 33% gem. alle steden % 12% 36% 34% gem. alle steden % 13% 36% 34% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Basis = bezoekers aan betreffende stad * Voor alle jaren geldt: alle steden verwijst naar de steden die hebben deelgenomen aan het CVO Uit tabel 13 blijkt dat niet alleen Leiden minder kinderen en meer ouderen trekt, Haarlem en Gouda volgen deze trend. Delft laat dit beeld het duidelijkst zien. Tabel 13. Bezoekers naar leeftijd, 2007: de steden vergeleken aantal (* 1.000) % Leiden Haarlem Delft Gouda alle steden Leiden Haarlem Delft Gouda alle steden 0 t/m 14 jaar % 15% 10% 15% 18% 15 t/m 24 jaar % 10% 12% 9% 13% 25 t/m 49 jaar % 37% 30% 31% 36% 50+ jaar % 38% 48% 45% 34% Totaal % 100% 100% 100% 100% Basis = bezoekers aan betreffende stad 24

25 8.2 Gezinssamenstelling In deze paragraaf gaat het om het huishouden waaruit de bezoeker afkomstig is. Het is dus ook niet automatisch dat het gezin waaruit de bezoeker afkomstig is, mee is gekomen tijdens het bezoek aan de stad: tijdens het bezoek aan Leiden kan men met andere mensen gekomen zijn. Meer over het gezelschap waarmee men Leiden heeft bezocht staat in hoofdstuk 5. In grafiek 11 is te zien dat de gezinssamenstelling van de gemiddelde stedenbezoeker niet veel is veranderd. Het beeld van de Leidse bezoeker wijkt hier in 2007 minimaal van af. In voorgaande jaren week Leiden meer af van de gemiddelde stedenbezoeker, toen waren er relatief minder gezinnen met kinderen en meer gezinnen zonder kinderen. Grafiek 11. Bezoekers naar gezinssamenstelling, 2004 t/m 2007 alleenstaande gezin met kinderen gezin zonder kinderen Leiden % 42% 44% Leiden % 32% 55% Leiden % 35% 52% Leiden % 43% 41% gem. alle* steden % 46% 43% gem. alle steden % 45% 44% gem. alle steden % 44% 46% gem. alle steden % 44% 45% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Basis = bezoekers aan steden * Voor alle jaren geldt: alle steden verwijst naar de steden die hebben deelgenomen aan het CVO Tabel 14. Bezoekers naar gezinssamenstelling, 2007: de steden vergeleken aantal (* 1.000) % Haarlem Delft Gouda alle steden Haarlem Delft Gouda alle steden Leiden Leiden Alleenstaanden % 10% 19% 20% 10% Gezin met kinderen % 39% 31% 38% 44% Gezin zonder kinderen % 51% 49% 43% 45% Totaal % 100% 100% 100% 100% Basis = bezoekers aan betreffende stad 25

26 8.3 Sociale klasse Het begrip sociale klasse is gebaseerd op het inkomen, opleidingsniveau en beroep van de respondenten. In deze classificering is klasse A de hoogste klasse en klasse C/D de laagste. In de afgelopen jaren trok Leiden relatief veel bezoekers uit de A-klasse en B-bovenklasse, zie grafiek 11. Grafiek 12. Bezoekers uit sociale klasse A en B-boven, 2004 t/m 2007 Leiden 2004 Leiden 2005 Leiden 2006 Leiden % 53% 57% 59% gem. alle* steden 2004 gem. alle steden 2005 gem. alle steden 2006 gem. alle steden % 50% 48% 49% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Basis = bezoekers aan steden * Voor alle jaren geldt: alle steden verwijst naar de steden die hebben deelgenomen aan het CVO Tabel 15. Bezoekers naar sociale klasse, 2007: de steden vergeleken aantal (* 1.000) % Leiden Haarlem Delft Gouda alle steden Leiden Haarlem Delft Gouda alle steden A % 24% 20% 20% 17% B-boven % 31% 28% 32% 32% B-onder % 18% 18% 14% 17% C/D % 26% 34% 34% 33% Totaal % 100% 100% 100% 100% Basis = bezoekers aan betreffende stad 26

27 8.4 Provincie van herkomst Als we kijken naar de provincie van herkomst maakt het heel veel uit of je kijkt naar de bezoekers of naar de bezoeken. Immers, mensen uit de directe omgeving zullen in het algemeen de stad vaker bezoeken. Om dit duidelijk te maken hebben we het aantal bezoeken en bezoekers naast elkaar gezet en de bezoekfrequentie per provincie toegevoegd. Tabel 16 geeft aan waar de bezoekers van Leiden vandaan komen en hoeveel bezoeken zij afleggen. De meeste bezoekers komen uit de eigen provincie (48%). Deze bezoekers hebben Leiden in 2007 gemiddeld 2,8 keer bezocht. Bezoekers uit Noord-Holland (15%) zijn gemiddeld 2,1 in Leiden geweest. Bezoekers uit provincies die verder weg liggen komen gemiddeld minder vaak. Tabel 16. Woonprovincie van de bezoekers van Leiden, 2007 bezoekers bezoeken aantal % aantal % bezoeken per bezoeker Zuid-Holland % % 2,8 Noord-Holland % % 2,1 Gelderland % % 1,5 Noord-Brabant % % 1,5 Utrecht % % 2,1 Limburg % % 1,0 Overijssel % % 1,2 Flevoland % % 1,4 Groningen % % 1,6 Friesland % % 1,0 Drenthe % % 1,0 Zeeland - 0% - 0% - Totaal % % 2,2 Basis = bezoekers aan betreffende stad 27

28 Als we kijken naar de woonprovincie van de bezoekers van Leiden in de loop van de tijd, zien we dat de meeste bezoekers uit Zuid-Holland komen. De top-5 van woonprovincies van bezoekers van Leiden is niet veranderd sinds Tabel 17. Woonprovincie, 2004 t/m 2007, bezoekers en bezoeken bezoekers bezoeken Zuid-Holland 43% 43% 43% 48% 53% 57% 51% 61% Noord-Holland 21% 22% 17% 15% 21% 16% 26% 14% Gelderland 5% 9% 11% 11% 6% 6% 8% 8% Noord-Brabant 12% 11% 10% 8% 7% 9% 5% 5% Utrecht 5% 5% 7% 6% 3% 4% 4% 5% Limburg 3% 1% 3% 4% 1% 1% 1% 2% Overijssel 3% 4% 3% 3% 2% 2% 1% 2% Flevoland 1% 1% 1% 2% 3% 1% 0% 1% Friesland 2% 1% 2% 1% 1% 1% 1% 1% Drenthe 0% 0% 1% 1% 0% 0% 1% 0% Groningen 2% 1% 1% 1% 3% 0% 1% 1% Zeeland 2% 2% 2% - 1% 3% 1% - Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Basis = bezoekers aan betreffende stad - = komt niet voor 28

29 Uit tabel 17 blijkt dat Leiden een sterke regionale functie heeft: de meeste bezoekers komen uit de eigen provincie. Hoe is dat voor andere steden? In grafiek 13 is per stad het percentage bezoekers uit de eigen provincie op een rijtje gezet. In Schiedam is 77% van alle bezoekers afkomstig uit de eigen provincie. De stad heeft hiermee het grootste aandeel van de deelnemende steden. Voor Leiden geldt dat de helft van alle bezoekers (48%) uit de eigen provincie komt. Grafiek 13. Percentage bezoekers van steden uit de eigen provincie, 2007 Schiedam 77% Delf t Hoorn Dordrecht 67% 67% 66% Gouda 62% Alkmaar 53% Rotterdam Tilburg Leiden Haarlem Breda Eindhoven Den Bosch Arnhem Leeuw arden Den Haag 49% 49% 48% 46% 43% 42% 40% 39% 39% 37% Kampen Maastricht Zw olle Amsterdam Amersfoort Deventer 26% 25% 25% 23% 22% 22% Utrecht 18% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Basis = bezoekers aan betreffende stad 29

30 8.5 WIN-model De afkorting WIN staat voor Waarden In Nederland. Het model geeft een segementatie van de Nederlandse bevolking, gebaseerd op waarden en socio-demografische kenmerken.met het model worden acht groepen in de samenleving onderscheiden, die qua leefstijl, opvattingen, drijfveren en gedrag sterk van elkaar verschillen. Het model wordt gebruikt voor positionerings-, imago- en communicatieonderzoek. In het CVO 2007 zijn voor het eerst de Nederlandse stedenbezoekers ingedeeld volgens dit model. De volgende groepen worden onderscheiden. Behoudenden Vooral gericht op de eigen leefomgeving, gezinsleven en vriendenkring. Televisiekijken vooral entertainmentprogramma s. Kernwoord conformisme. Evenwichtigen Gemiddeld qua interesse, opleiding, bestedingsparoon, gedachtegoed en leefsituatie. Kernwoord: gemiddeld. Geëngageerden Harmonieus en stabiel. Sociaal. Meer ouderen, redelijk hoog opgeleid. Liever een boek dan t.v. Interesse in kunst, natuur en politiek. Kernwoord: veiligheid. Genieters Gezelligheidsdier. Geen maatschappelijke en politieke interesse. Commerciele t.v.. Impulsief koopgedrag. Kernwoord: plezier. Luxezoekers Ambitieus. Vinden een comfortabel leven belangrijk, zijn gericht op eigen behoeften. Maatschappelijk geinteresseerd. Leest Veronicagids en Telegraaf. Kernwoord: prestatie. Ruimdenkers Vooruitstrevend, goed opgeleid, voornamelijk links georienteerd. politiek geinteresseerd en milieubewust. Zelfontplooiing is belangrijk. Kernwoord: betrokken. Zakelijken Ambitieus en onafhankelijk. Gericht op eigen ontwikkeling, hoog opgeleid. Harde werkers, creatieve denkers. Vaak tweeverdienders, hoge inkomens. Schenken aan goede doelen. T.v. vooral nieuws en achtergronden. Kernwoord: zelfbepaling. Zorgzamen Sociaal, helpen hun naasten. Sober, wel gul.traditioneel. Gezelschaps-en gemeenschapsmensen. Regionale krant. Kernwoord: sociaal. 30

31 In grafiek 14 zetten we het percentage per segment van de bezoeker van Leiden naast het gemiddelde van de deelnemende steden. In de gemiddelde groep stedenbezoekers komen de evenwichtigen het meest voor. In Leiden komen de zorgzamen het meest voor. In Leiden vinden we verder meer luxezoekers en ruimdenkers dan gemiddeld in de deelnemende steden. En minder behoudenden en genieters dan gemiddeld in de deelnemende steden. Grafiek 14. Stedenbezoekers, naar segmenten Zorgzamen Luxezoekers Leiden deelnemende steden Ruimdenkers Geëngageerden Zakelijken Evenw ichtigen Behoudenden Genieters Niet bekend 0% 5% 10% 15% 20% 25% Basis = bezoekers aan betreffende stad 31

32 9. Meer- en Maatwerk Het jaarlijkse ContinuVakantieOnderzoek, onderdeel toeristisch bezoek aan steden wordt uitgevoerd door NBTC-NIPO research. Jaarlijks doen er 20 tot 25 steden mee met het onderzoek. Voor Leiden treedt de gemeente Leiden op als opdrachtgever. In het begin van het jaar levert NBTC-NIPO research de rapportage met daarin de resulaten van het voorafgaande jaar voor alle deelnemende steden. Dit rapport bevat een korte toelichting op de resultaten, in de bijlagen van het rapport zijn alle tabellen opgenomen. Elke deelnemende gemeente ontvangt het rapport. 9.1 Meerwerk Ieder jaar kan een gemeente in mei aangeven of men het lopend jaar meedoet met het onderzoek. Tevens wordt de mogelijkheid geboden om het betreffende jaar extra vragen te laten meelopen in het onderzoek. Dit kunnen vragen zijn van de gemeente zelf maar ook andere partijen komen hiervoor in aanmerking, denk aan partners van Citymarketing. De vragen worden in overleg opgesteld en men ontvangt vooraf een offerte. Leiden heeft sinds 2002 elk jaar meegedaan met het basis-onderzoek. In het nu lopende onderzoek (CVO 2008) hebben we extra vragen laten opnemen in de vragenlijst. 9.2 Maatwerk Gemeenten die hebben meegedaan met het onderzoek ontvangen tevens het data-bestand van de eigen stad. Met dit bestand kan een gemeente zelf analyses maken en een specifieke rapportage maken. In Leiden doen we dit. Naast een jaarlijkse Leidse rapportage hebben we daardoor een groeiend databestand met gegevens over de Nederlandse toerist die Leiden voor een dagbezoek heeft aangedaan. Dit databestand bevat een schat aan informatie en staat tot beschikking van de gemeente Leiden en haar partners. In overleg kan een onderzoeksvraag worden geformuleerd om meer inzicht te krijgen in de bezoekers van de eigen bedrijfstak, of om combinatie-aanbiedingen te ontwikkelen, een collegabedrijfstak. Tot nu toe gemaakte analyses: Wie onderneemt de meeste activiteiten in de stad? Een analyse naar hoofdreden van bezoek, gezinssamenstelling en woonprovincie van de bezoeker die in de periode de meeste activiteiten ondernomen heeft. In voorbereiding: Een analyse van de van de bezoekfrequentie van de bezoeker die specifiek voor museumbezoek naar Leiden komt. Meer informatie over Meer- en Maatwerk kunt u opvragen bij: Annemiek van Soest Afdeling Strategie en Onderzoek, gemeente Leiden a.van.soest@leiden.nl Meer cijfers over toerisme in Leiden zijn te vinden op 32

33 10. Conclusies In dit onderzoek gaat het over toeristisch/ recreatief bezoek van Nederlandse bezoekers aan steden binnen Nederland. Dat varieert van een echt dagje uit tot een terrasje pakken of winkelen voor het plezier. Omdat we te maken hebben met een verzameling deelnemende steden die erg variëren qua karakter, ligging etc. is een vergelijking met het gemiddelde van de deelnemende steden beperkt interessant. Een aantal belangrijke uitkomsten In 2007 werd Leiden bezocht door bezoekers. Dit is meer dan in 2006, toen waren het er Bezoekers brachten in 2007 gemiddeld 2,2 bezoeken aan Leiden. In 2006 was dit 2,4. In totaal werden er bezoeken aan Leiden gebracht, 4% minder dan in Meer dan de helft van de bezoekers kwam met de auto naar Leiden. Dat is minder dan gemiddeld in de deelnemende steden. Het percentage is wel hoger dan voorgaande jaren. Minder mensen dan vorig jaar kwamen met de trein (19% t.o.v. 35%) en meer met de fiets (12% t.o.v. 6%). Ondernomen activiteiten: per bezoek ondernam men gemiddeld 1,7 activiteiten, dit is minder dan in 2006 (1,9 activiteiten per bezoek). In Leiden is winkelen voor het plezier (funshoppen) net als landelijk de meest ondernomen activiteit. Het aantal funshoppers in Leiden is lager dan gemiddeld in alle deelnemende steden (Leiden: 55%, gemiddeld deelnemende steden: 61%) maar hoger dan in 2006 (44%). Leiden is nog steeds sterk in museumbezoek. Minder goed is Leiden in het aantrekken van mensen voor concert, theater- of attractiebezoek. Het gezelschap waarmee men Leiden bezoekt, hangt sterk samen met de samenstelling van het gezin waarin men leeft. Leiden trekt meer bezoekers die alleen komen en minder bezoekers die samen met een vriend(in) of partner komen dan gemiddeld in de deelnemende steden. Een kwart van de bezoekers komt in een groepje met (ook) kinderen. Als hoofdreden om naar Leiden te komen noemt men vooral winkelen (38%). Dit is vaker dan in 2006 (28%). Vaker dan in andere steden komen bezoekers van Leiden voor een museum (15%). Iemand die Leiden bezoekt, geeft tijdens dit bezoek gemiddeld 40 uit. Dat is meer dan in 2006 ( 34). Ruim een kwart van de bezoekers besteedt meer dan 50. Het geld wordt vooral besteed in winkels en in horecagelegenheden. De leeftijdsverdeling van de bezoeker van Leiden komt overeen met de gemiddelde stedenbezoker: relatief veel jarigen en 50+ en minder jongeren en kinderen. Alleenstaanden zijn in de minderheid, de meeste bezoekers leven in een gezin al dan niet met (thuiswonende) kinderen. Leiden trekt meer bezoekers uit de sociale klasse A en klasse B-boven dan gemiddeld in de deelnemende steden. In 2007 behoort 59% van de bezoekers tot één van deze twee sociale klassen. Bijna de helft van de bezoekers van Leiden zijn woonachtig in Zuid-Holland (48%), zij nemen 61% van de bezoeken voor hun rekening. Van de bezoekers van Leiden behoort het grootste deel tot de zorgzamen, volgens het WINmodel. De zakelijken zijn het minst vertegenwoordigd. Gemiddeld in de deelnemende steden zijn de bezoekers in de meeste gevallen de evenwichtigen. Het minst vaak komen de ruimdenkenden voor. 33

34 Bijlage: Vragenlijst VRAAG 1001 In dit vragenblok staat het toeristisch bezoek aan steden centraal. Onder toeristisch bezoek verstaan we bezoeken die voor ontspanning en\of plezier worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld het bezoeken van een museum, een attractie of een evenement, winkelen voor plezier, e.d.. Bezoeken om zakelijke redenen, alsmede familie\kennissenbezoek blijven buiten beschouwing. Let op: indien <u> in één van de genoemde steden woont, <hoeft u> bezoeken aan deze plaats niet te vermelden. FORMULIER VRAAG VRAAG 1002 Welk van de onderstaande Nederlandse steden <heeft u> de afgelopen drie maanden (PERIODE) voor ontspanning en\of plezier bezocht gedurende een dagtocht of tijdens een vakantie? MEERVOUDIGE VRAAG 103L29 3 Alkmaar 4 Almere 5 Amersfoort 6 Amsterdam 7 Arnhem 8 Breda 9 Delft 10 Den Bosch 11 Den Haag (incl. Scheveningen en Kijkduin) 12 Deventer 13 Dordrecht 14 Eindhoven 15 Gouda 16 Groningen 17 Haarlem 18 Hoorn 19 Kampen 20 Leeuwarden 21 Leiden 22 Maastricht 23 Rotterdam 24 Schiedam 25 Tilburg 26 Utrecht 27 Zwolle 29 Geen van deze steden bezocht GA VERDER NAAR VRAAG 1015 INDIEN [ # Q1002, G4 ] GA VERDER NAAR VRAAG 1107 VRAAG 1003 Hoe vaak <heeft u> <STAD> in de afgelopen drie maanden voor ontspanning\plezier bezocht? FORMULIER VRAAG VRAAG 1004 Met welk vervoermiddel <heeft u> de langste afstand afgelegd bij <uw> <LAATSTE> bezoek aan <STAD>? 138L1 1 Auto 2 Trein 3 Touringcar 4 Streekvervoer 5 Fiets 9 Boot 6 Anders, namelijk 34

35 VRAAG 1006 Welke van de onderstaande activiteiten <heeft u> tijdens <uw> <laatste> bezoek aan <STAD> ondernomen? (Meer antwoorden mogelijk) MEERVOUDIGE VRAAG 139L19 2 Lunchen\dineren in restaurant 3 Op terrasje zitten 4 Bezoek evenement 5 Bezoek museum 6 Bezoek theater\concert 7 Bezoek sportwedstrijd 8 Het maken van een stadswandeling 9 Bezoek aan attractie (dierentuin, attractiepark, subtropisch zwembad) 10 Winkelen voor plezier 11 Bezoek strand 12 Bezoek bioscoop 13 Bezoek aan nachtleven\uitgaan 14 Bezoek wellness-, sauna-, beautycentrum 19 Geen van deze VRAAG 1008 INDIEN [ Q1007 > 1 ] TOON ALLEEN ANTWOORDCATEGORIËN GENOEMD IN Q L2 Welke van de door <u> ondernomen activiteiten vormde de belangrijkste reden voor <uw> <laatste> bezoek aan <STAD>? 2 Lunchen\dineren in restaurant 3 Op terrasje zitten 4 Bezoek evenement 5 Bezoek museum 6 Bezoek theater\concert 7 Bezoek sportwedstrijd 8 Het maken van een stadswandeling 9 Bezoek aan attractie (dierentuin, attractiepark, subtropisch zwembad) 10 Winkelen voor plezier 11 Bezoek strand 12 Bezoek bioscoop 13 Bezoek aan nachtleven\uitgaan 14 Bezoek wellness-, sauna-, beautycentrum 19 Er was geen belangrijkste reden VRAAG 1011 Hoeveel geld is er gemiddeld PER PERSOON uitgegeven in <STAD> tijdens dit <laatste> bezoek? 162L1 1 Geen geld uitgegeven GA VERDER NAAR VRAAG Tussen 0,- en 5,- euro 3 Tussen 5,01 en 10,- euro 4 Tussen 10,01 en 20,- euro 5 Tussen 20,01 en 50,- euro 6 Tussen 50,01 en 100,- euro 7 Meer dan 100,- euro 9 Weet niet meer GA VERDER NAAR VRAAG

36 VRAAG 1121 <Kunt u> globaal (in een percentage) aangegeven welk deel van dit bedrag is besteed in winkels, in horecagelegenheden (zoals café, restaurant, terrasje, e.d.) en aan overige bestedingen? Let op: het totaal moet optellen tot 100%. FORMULIER VRAAG In winkels: % VRAAG 1122 <Kunt u> globaal (in een percentage) aangegeven welk deel van dit bedrag is besteed in winkels, in horecagelegenheden (zoals café, restaurant, terrasje, e.d.) en aan overige bestedingen? Let op: het totaal moet optellen tot 100%. FORMULIER VRAAG In winkels: % In de horeca: % VRAAG 1123 <Kunt u> globaal (in een percentage) aangegeven welk deel van dit bedrag is besteed in winkels, in horecagelegenheden (zoals café, restaurant, terrasje, e.d.) en aan overige bestedingen? Let op: het totaal moet optellen tot 100%. FORMULIER VRAAG In winkels: % In de horeca: % Overig: % VRAAG 1124 <Kunt u> globaal (in een percentage) aangegeven welk deel van dit bedrag is besteed in winkels, in horecagelegenheden (zoals café, restaurant, terrasje, e.d.) en aan overige bestedingen? Let op: het totaal moet optellen tot 100%. FORMULIER VRAAG In winkels: % In de horeca: % Overig: % ---- Totaal: % VRAAG 1125 De som van de percentages is < >, en dus niet gelijk aan 100. <Wilt u> alstublieft nogmaals de percentages inschatten. INDIEN [ TOTAAL > 100 \ TOTAAL < 100 ] 175L1 1 Correctie - klik 'BACK'\'TERUG' aan om terug te gaan GA VERDER NAAR VRAAG 1120 VRAAG 1009 De som van de percentages is < >, en dus niet gelijk aan 100. <Wilt u> alstublieft nogmaals de percentages inschatten. 174L1 1 Alleen 2 Samen met een vriend(in)\partner 3 In groepje (gezin\familie\vrienden), alleen volwassenen 4 In groepje (gezin\familie\vrienden), met kind(eren) waarvan jongste kind jonger dan 6 jaar 5 In groepje (gezin\familie\vrienden), met kind(eren) waarvan jongste kind 6 tot 12 jaar 6 In groepje (gezin\familie\vrienden), met kind(eren) waarvan jongste kind 12 tot 18 jaar 36