BLVC-kader De Entree. Bijlage 3 bij de Vraagspecificatie Proces Contract AI De Entree / Stationseiland

Transcriptie

1 ,. Definitief Contract AI De Entree / Stationseiland Auteur(s) Katinka Fledderus, Alice Clijncke Opdrachtgever Stijn Lechner, contractmanager Contactpersoon Katinka Fledderus Ingenieursbureau Kenmerk FLE0607akkoordWWU

2 Pagina 2 van 67 Inhoud 1 Inleiding Project De Entree Contractvorm, doel en positie BLVC-kader Proces van BLVC-kader tot BLVC-uitvoeringsplan Leeswijzer 5 2 Omgevingsscan Huidige verkeerssituatie De belangen van de partijen in de directe omgeving Omgevingsprojecten Verkeerskundige Groep (VG) 17 3 BLVC-uitvoeringseisen Algemeen Hoofdlijnen eisen ten aanzien van Bereikbaarheid Hoofdlijn eisen ten aanzien van Leefbaarheid Hoofdlijn eisen ten aanzien van Veiligheid Randvoorwaarden fasering Communicatie en organisatie 34 Bijlage(n) Bijlage 1 - BLV-uitvoeringseisen Bijlage 2 - Uitvoeringseisen tram en tramfasering t.b.v. contract De Entree

3 Gemeente Amsterdam Pagina 3 van 67 1 Inleiding 1.1 Project De Entree Amsterdam krijgt bij het Centraal Station een nieuwe entree die prettig, veilig en goed bereikbaar is voor reizigers, bezoekers en omwonenden. Het wordt een entree met meer water, minder auto s en meer ruimte voor voetgangers en fietsers. Daarvoor wordt in de komende jaren de centrumzijde van Amsterdam Centraal over de hele breedte van het Stationseiland vernieuwd. De Prins Hendrikkade wordt opnieuw ingericht tussen de Schreierstoren en de Martelaarsgracht. Tussen Damrak en Martelaarsgracht wordt de weg autovrij. De Westertoegang, de weg die onder de treinsporen loopt aan de westkant van het Stationseiland, wordt verdiept. Voor het station komt meer water. Onder het water komt een fietsenstalling met ruimte voor fietsen. Er komen nieuwe aanlegsteigers en onder de grond komt ruimte voor voorzieningen voor de passagiersvaart. Het stationsplein krijgt een bekleding van natuursteen en er komen twee nieuwe tramemplacementen. Project De Entree sluit aan op project De Rode Loper en samen vormen zij straks dé entree van Amsterdam. Afbeelding 1. Scope en projectgebied De Entree

4 Pagina 4 van Contractvorm, doel en positie BLVC-kader De Entree wordt in 2016 als UAV-gc contract aanbesteed. De uitvoering loopt in de periode tot en met Middels dit BLVC kader krijgt de Opdrachtnemer kaders mee waarbinnen hij moet werken. De randvoorwaarden worden vastgelegd in contractdocumenten, met name in de Vraagspecificaties (eisen en proces). Specifiek voor de uitvoering zijn uitvoeringseisen opgesteld. Opdrachtnemer dient tijdens realisatie te voldoen aan de in bijlage 1 en 2 van dit BLVC kader gestelde eisen. Op basis van deze (BLVC) uitvoeringseisen dient Opdrachtnemer BLVC uitvoeringsplannen op te stellen en als onderdeel van de Werken in de Openbare Ruimte (WIOR) vergunning ter toetsing voorleggen aan de Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU). 1.3 Proces van BLVC-kader tot BLVC-uitvoeringsplan Het voorliggende BLVC-kader is mede tot stand gekomen door alle gesprekken met de vele stakeholders. Het project De Entree is gestart met een goed fundament op basis van jarenlange ervaring in andere projecten en hebben deze aangevuld / locatie-specifiek gemaakt door alle te honoreren eisen, ingebracht door de stakeholders, toe te voegen. Het BLVC-kader is onderdeel van het contract van De Entree. De partij met de winnende inschrijving (de Opdrachtnemer) zal op basis van het BLVC-kader en zijn eigen nadere uitwerking waarmee hij ingeschreven heeft, fase voor fase BLVC-uitvoeringsplannen maken. In een BLVC-uitvoeringsplan (zie VSP) dient in woord en beeld aangegeven te worden waar en hoe er gewerkt wordt. Welke maatregelen getroffen worden ten behoeve van de bereikbaarheid voor de verschillende modaliteiten (voetganger, brommers, taxi, fiets, auto, laden en lossen, openbaar vervoer, etc). Ook dient in het BLVC-uitvoeringsplan aangegeven te worden welke maatregelen de opdrachtnemer treft om de overlast voor de omgeving te beperken. Belangrijke onderdelen hierin zijn bijvoorbeeld: Verdeling van de werkzaamheden overdag en s nachts; Beperken van stof- en geluids- en trillingproductie van de werkzaamheden; Methode van afzetten van het werkterrein.; Minimalisatie overlast door bouwverkeer; Zorgdragen voor een nette bouwplaats; Planvorming ten aanzien van laden en lossen; Planvorming ten aanzien van bouwafval en afval van ondernemingen; Etc.

5 Pagina 5 van 67 Ook dient de Opdrachtnemer de risico s voor mogelijke onveilige situaties te identificeren en aan te geven welke maatregelen getroffen worden om die te voorkomen. De uitvoeringsmethode en de omgeving van het werkterrein moeten veilig zijn voor de aanwezige weggebruikers. Om de veiligheid te waarborgen naast het wettelijk kader verlangt Opdrachtgever hier een maximale inspanning van Opdrachtnemer. De BLVC-uitvoeringsplannen dienen te worden ondersteund met faserings- omleidings-, bebordings- en bebakeningstekeningen en de overall planning. Het moet voor Opdrachtgever aan de hand van de tekeningen duidelijk zijn hoe de verkeerssituatie er uitziet voor alle soorten verkeersdeelnemers op de verschillende/relevante momenten in het werk. Elke tekening dient één fase te bevatten waarbij de locatie van het werkterrein inclusief alle onttrekkingen van de openbare ruimte worden weergeven. Uit de faseringstekeningen blijkt per fase op welke locatie de opdrachtnemer en eventueel derden, werkzaamheden uitvoer(t)(en). Faserings- omleidings- bebordings- en bebakeningstekeningen mogen uiteraard worden gecombineerd. De concept BLVC-uitvoeringsplannen worden na voorbespreking in het WIOR-vooroverleg Centrum (of een specifiek -breder- samengesteld vooroverleg voor De Entree), besproken in de WWU. Na akkoord kan voor de desbetreffende fase een WIOR vergunning verkregen worden. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de huidige situatie en de projectomgeving toegelicht. Hoofdstuk 3 geeft op hoofdlijnen de randvoorwaarden op de aspecten Bereikbaarheid, Leefbaarheid en Veiligheid voor de uitvoering weer. Bijlage 1 en 2 bevatten de specifieke uitvoeringseisen. De uitvoeringseisen zoals verwoord in deze bijlagen zijn leidend en gaan boven de beschrijvende teksten in hoofdstuk 2 en 3.

6 Pagina 6 van 67 2 Omgevingsscan 2.1 Huidige verkeerssituatie Hoofd- en plusnet Auto Hoofd- en plusnet OV Hoofd- en plusnet Fiets Hoofd- en plusnet Voetganger

7 Pagina 7 van 67 Hoofdnetten en plusnetten De hoofdnetten en plusnetten geven de hiërarchie van infrastructuur weer, volgend uit Amsterdams beleid. De hoofdnetten zijn bedoeld om de stad bereikbaar te houden en om de bereikbaarheid tussen stadsdelen te garanderen. Met het benoemen van plusnetten laat Amsterdam zien waar welke vervoerwijze de hoogste prioriteit verdient, in de toegemeten ruimte op straat, in de voorrangsverlening op kruispunten en bij de inzet van investeringsmiddelen. Het is een aanscherping van het beleidskader Hoofdnetten dat is vastgesteld in Hierin wordt voor een groot aantal straten in de stad aangegeven welke vervoervormen prioriteit krijgen. Nieuw bij de plusnetten is dat er ook een plusnet voor de voetganger is gedefinieerd op plekken waar de kwaliteit en ruimte voor de voetganger belangrijk is. Het samenvallen van de verschillende plusnetten wordt op smalle straten binnen de Ring zoveel mogelijk vermeden om een goede kwaliteit en verkeersveiligheid te waarborgen. In de meeste straten binnen de ring zijn dan ook niet meer dan twee plusnetten voorzien. In bredere straten, in het gebied buiten de Ring en in Noord kunnen plusnetten vaak wel worden gecombineerd en is dat soms ook wenselijk met het oog op de sociale veiligheid. Onderstaand een korte opsomming van de voor De Entree relevante verbindingen uit het hoofden plusnet in de aanvangssituatie. Auto: De IJtunnel, Kattenburgerstraat, de De Ruyterkade, Houtmankade en Nassaukade zijn onderdeel van Het Plusnet corridor auto (Rood met geel). De westelijke onderdoorgang, Prins Hendrikkade -> Martelaarsgracht en Prins Hendrikkade -> ODE-brug zijn onderdeel van het Hoofdnet Auto (oranje). Op dit moment behoren ook het Rokin en het Damrak tot het hoofdnet auto. OV: De beide tramemplacementen, De Martelaarsgracht -Nieuwezijds Voorburgwal Raadhuisstraat Rozengracht en de Middentoegangsbrug -> Prins Hendrikkade -> Kamperbrug -> de De Ruyterkade zijn onderdeel van het Plusnet OV tram (paars). Het Damrak is onderdeel van het hoofdnet OV tram (donkerblauw blauw). In lichtblauw is het hoofdnet OV bus weergegeven en in het roze het plusnet OV-bus. Fiets: Het Damrak, De Martelaarsgracht Nieuwezijds Voorburgwal, De Prins Hendrikkade, de De Ruyterkade, De Cuijperspassage en de ODE-brug Geldersekade zijn alle onderdeel van het Plusnet fiets (donkergroen), het IBIS-straatje is onderdeel van Hoofdnet fiets (lichtgroen). Voetganger: De IJzijde, het stationsplein en het Prins Hendrikplantsoen zijn pleinen met verblijfsfunctie / Plusnet voetganger (bruin). Vaarwegen: Binnen het plangebied zijn niet alleen de routes over land van belang, maar ook de vaarwegen. De rondvaartboten hebben binnen de systeemgrenzen aanlegplekken en ook aangrenzend op het Damrak zijn aanlegplakken. De rondvaartboten kunnen van hier uit naar de stad en het IJ varen..

8 Pagina 8 van De belangen van de partijen in de directe omgeving Specifieke informatie en wensen per stakeholder Op basis van gesprekken met stakeholders is veel informatie verkregen over de wijze waarop deze stakeholders functioneren en wat voor hen belangrijk is voor een optimale bedrijfsvoering. Op basis hiervan zijn generieke uitvoeringseisen opgesteld (zie bijlage 1). Tijdens de gesprekken zijn echter ook veel specifieke zaken meegegeven die belangrijk zijn voor Opdrachtnemer om te weten en waarmee rekening moet worden gehouden bij het uitwerken van de plannen. Deze specifieke informatie is in deze paragraaf weergegeven. Opdrachtnemer dient in overleg te treden met de stakeholders naar aanleiding van de uitgewerkte plannen. NB de nu volgende opsomming bevat o.a. informatie over bereikbaarheid en laad- en lostijden zoals deze door stakeholders aan opdrachtgever zijn geformuleerd. De opdrachtnemer krijgt de opdracht mee de bedrijven bereikbaar te houden, zodat de bedrijfsvoering in stand kan blijven. Het kan nodig zijn om daarbij andere afspraken te maken over bijvoorbeeld de laad- en lostijden. De uitvoeringseisen (bijlage 1) zijn bindend. NB. Onderstaande opsomming is niet limitatief, zowel wat betreft het aantal stakeholders als de specifieke informatie per stakeholder. 1. Amsterdam Marketing - Waardetransport komt één maal per week bij Amsterdam; - Amsterdam Marketing krijgt één maal per week goederen geleverd; - Het afval wordt twee maal per week opgehaald.

9 Pagina 9 van Beekwilder - Twee maal per week worden goederen tot aan de deur van Beekwilder gelost. 3. Canal Company - Venstertijden voor bevoorrading van de tijdelijke steiger zijn van 7-11 uur; - De steiger moet ook bereikbaar te zijn voor waarde transport; - De passagiersvaart (rederijen: Canal Company, Lovers en Kooij) wil betrokken worden bij het totstandkomen van het DO van de voorzieningen voor de passagiersvaart. 4. GVB Ticketoffice - Het ticketoffice moet goed vindbaar en bereikbaar te zijn reizigers. - De openingstijden van het GVB Ticketoffice zijn: ma-vr van uur en za-zo uur. - 2x per week komt een geldwagen bij het GVB ticketoffice. 5. Ibis - Laden en lossen van linnen vindt tussen 5.00 en 6.00 uur plaats; - Goederen voor het Ibis hotel door leveranciers met vrachtauto's worden dagelijks met uitzondering van zondagen tussen uur geleverd tot aan de deur. De piekleveranties zijn op maandag, woensdag en vrijdag tussen en uur. 6. Loetje - Het afval moet elke dag tussen 7 en 11 uur bij de deur opgehaald kunnen worden; - Ten behoeve van bier leverancies moet een vrachtwagen eenmaal per week tot 25 m vanaf het ingangspunt kunnen komen om bier te kunnen leveren; - Overige leveranciers moeten op een veilige manier met een rolcontainer binnen te kunnen komen; - Monteurs met auto moeten nabij de entree te kunnen komen om spullen af te zetten; - De vetvangput aan de oostzijde wordt 1 maal per 3 à 4 weken geleegd. Informatie over de exacte ligging van de vetvangput moet bij Loetje te worden opgevraagd. 7. Barbizon - Barbizon heeft een eigen parkeergarage, bezoekers met de auto dienen zoveel mogelijk de parkeergarage van Barbizon te kunnen bereiken; - Bij evenementen dient De Olofskapel voor laden en lossen bereikbaar te zijn tot de entree. Informatie over dagen en tijden en eisen m.b.t. deze bereikbaarheid dient bij NH Barbizon Palace te worden opgehaald; - Het NH Barbizon Hotel en restaurant Vermeer worden 24/7 bevoorraad, dit moet mogelijk gemaakt worden. 8. Nicolaas parochie - Bij uitvaartdiensten dient een kist vanaf de entree zonder obstakels in de openbare ruimte in dan wel uit de rouwauto te kunnen worden gedragen;

10 Pagina 10 van 67 - Bij rechtstreekse tv-uitzendingen dient er ruimte gemaakt te worden voor een satellietwagen naast de entree van de Nicolaas Parochie. Informatie over de (datum van deze) tv-uitzendingen dient opgevraagd te worden bij de Nicolaas Parochie ( - De afscherming van het werkterrein ter hoogte van de entree van de kerk dient bescherming te bieden tegen stof. 9. NS - Bij de IJpassage is geen normale ingang, maar wel een vluchtweg die ook bereikbaar moet zijn bij calamiteiten; - De westelijke in/uitgang is 24/7 open (uitgezonderd oudejaarsavond). Deze in/uitgang dient altijd bereikbaar te zijn voor treinreizigers; - Als 1 van de ingangen (tijdelijk) niet bereikbaar kan zijn dient dit in overleg met NS Stations te worden voorbereid; - Alle gewone ingangen zijn vluchtwegen. Deze dienen te allen tijde bereikbaar te zijn; 10. Lovers - Een tankwagen komt één keer per week gedurende twee uur aaneengesloten naast de steigers langs de PHK West de boten van Lovers om deze te voorzien van diesel. Het tijdstip en de dag dient in overleg met de rederij te worden bepaald; - Laden en lossen van de Lovers rederij langs de Prins Hendrikkade West dient elke dag, uitgezonderd zondag, tussen uur plaats te vinden; - De Lovers rederij langs Prins Hendrikkade West dient één maal per week bereikbaar te zijn voor waarde-transport. Het tijdstip en de dag dient bij de rederij te worden opgevraagd; - Elke dag moet vuilnis kunnen worden opgehaald; - Bevoorrading van de keuken dient elke dag, uitgezonderd zondag, incidenteel op zaterdag (zwaartepunt tussen 8.00 en uur) plaats te kunnen vinden. 11. PPHE - Naast het Victoria hotel/art'otel langs de Martelaarsgracht dienen auto's kort te kunnen halteren (Kiss&ride plek) om gasten van het hotel te kunnen brengen en halen; - Bezoekers met de auto/personenbus dienen bij de entree van het Art'Otel te kunnen voorrijden om mensen/bagage af te kunnen zetten en/of gebruik te kunnen maken van de aangeboden valet parking.; - Taxi's dienen tot voor de ingang van Prins Hendrikkade 33 en de hoofdingang van Hotel Victoria mensen te kunnen ophalen/afzetten; - De tankwagen met bier dient op maximaal 10 meter van de entree van Prins Hendrikkade 38 te kunnen staan; - Laden en lossen van goederen bij zowel de leveranciersingang van Prins Hendrikkade 34 als het kelderluik ter hoogte van Prins Hendrikkade 36 (Haarlemsch Koffiehuis) moet zoveel mogelijk op maximaal 3 m van de genoemde ingangen plaatsvinden. 12. Rederij Kooij

11 Pagina 11 van 67 - De eisen van Rederij Kooij zijn opgenomen in de uitvoeringseisen, geen nadere detaillering in deze paragraaf. Een uitgebreid overzicht van stakeholders (voor zover bij De Entree bekend) is opgenomen in Annex XV van het contract. 2.3 Omgevingsprojecten In en rondom het projectgebied van de Entree zijn meerdere projecten in voorbereiding dan wel uitvoering. Annex VI van van het contract geeft een volledig overzicht van deze projecten. De Opdrachtnemer van De Entree wordt in relatie tot deze andere projecten coördinerend Opdrachtnemer.. In de figuur en de tabellen hieronder zijn de projecten met de voornaamste raakvlakken (inclusief hun planning) met het project De Entree genoemd. Tevens is op hoofdlijnen genoemd welke acties Opdrachtnemer dient te uit te voeren met betrekking tot deze projecten. A. Rode Loper Herinrichting van Damrak, Rokin, Muntplein en Vijzelgracht en twee bruggen Vijzelstraat. Vanaf Damrak is er een 'linksaffer'. De linksaffer kan pas worden gewijzigd (verdwijnen) na ingebruikname 'Knip' Martelaarsgracht. Bevoorrading ondernemers Damrak vindt plaats vanaf de Prins Hendrikkade richting Damrak (Noord-Zuid). Nadat de 'Knip' is gezet kan er alleen bevoorraad worden van Zuid-Noord. Dit betekent dat de bebording dient te worden aangepast. Ook dienen ondernemers geïnformeerd te worden over het moment waarop deze routering verandert. Planning 1. Damrak is gereed. 2. Rokin en 'knip' Muntplein zijn klaar in juli Verkeer richting Damrak zal dan via de Amstel aan moeten rijden. 3. De Vijzelgracht is klaar in oktober 2017, daarnaast moeten twee bruggen op de Vijzelstraat gerenoveerd worden. Hierdoor is de Vijzelstraat tijdelijk gestremd. Deze werkzaamheden vinden plaats in 2018 en hebben gevolgen voor de doorstroming richting Damrak. 4. De bouw van de ondergrondse fietsenstalling op het beursplein start in De bouw loopt door tot in 2018.

12 Pagina 12 van 67 B. Oosterdok west Oosterdok West omvat de Prins Hendrikkade (ten oosten van de Geldersekade) en De jetty-steiger (300 meter openbare steiger) aan de Oosterdokskade. De definitieve inrichting van Oosterdok West kan worden gemaakt bij oplevering van de 'Knip' waarbij rechtdoorgaand verkeer niet meer mogelijk is. Totdat de knip is gezet dient rechtdoorgaand verkeer nog wel gefaciliteerd te worden. Oosterdok zal de tijdelijke inrichting verzorgen, waarna Opdrachtnemer op een nader te bepalen moment de definitieve inrichting realiseert. Communicatie en afstemming met woonbootbewoners en Amrath hotel (heeft in die periode ook renovatiewerkzaamheden). Planning Gereed medio C. Stationsrenovaties Stationsrenovaties Oostlijn is onderdeel van meerjarenvervangingsprogramma (MVP) Amsterdam Metro en betreft de bouwkundige en architectonische renovaties van de ondergrondse en bovengrondse Metrostations van de Oostlijn. Indien de werkzaamheden van Stationsrenovaties vertragen dan dient de opdrachtnemer rekening te houden met werkzaamheden van de Oostlijn Stations (stijgpunten). Opdrachtnemer dient af te stemmen met Project Stationsrenovaties over BLVC aspecten. Planning Gereed D. Noord/Zuidlijn Stations Noord/Zuidlijn. Planning Het uitgangspunt is vooralsnog per september 2017 gereed (info dd medio juni 2016).

13 Pagina 13 van 67 E. Project Ijsei; Waterfront en De Ruyterkade West Project IJsei bestaat uit de herinrichting van de De Ruijterkade West en de inrichting van het Waterprogramma; namelijk bouw van een langs steiger, aanvaarbescherming, fietsenstallingen, waterplein en een nieuwe pontfuik. De Michiel de Ruijtertunnel, taxistandplaats en de Kiss & Ride strook dienen bereikbaar te zijn. Ook dient de NS te kunnen laden en lossen op het busplatform en bij de loading docks oostzijde (via K&R lus oost te bereiken). Het gebied dient bereikbaar te zijn voor Nood-en hulpdiensten. De Cuyperspassage (langzaam verkeerspassage) is open gesteld voor voetgangers- en fietsverkeer en dient bereikbaar en berijdbaar te zijn. Indien de autotunnel door omstandigheden (tijdelijk) afgesloten is, treedt een omleidingsprocedure/scenarioanalyse in werking. De Westertoegang maakt deel uit van de omleidingsroute. Bij stremming van de Westertoegang dient tijdig een alternatief omleidingsscenario in werking te treden. De Opdrachtgever zal hiervoor tijdig contact opnemen met de Assetmanager Tunnels om deze alternatieve omleidingsroute vast te stellen. Planning De herinrichting van de De Ruijterkade West zal begin 2018 gereed zijn. Vanaf oktober 2017 zal het autoverkeer weer in twee richtingen mogelijk zijn. Vanaf dat moment mag de Westertoegang gestremd worden (verdieping Westertoegang). F. Gebiedsontwikkeling ODE en Dijksgracht Totaalprogramma ten opzichte van het reeds bestaande programma van m2, in de invloedsfeer van project De Entree. Hoewel er bereikbaarheidseisen aan de bouwer van kavel 5/6 opgenomen worden in diens contract, ontkomt men er niet aan om gedurende de bouw (2017/2020, of in ieder geval lange perioden daarbinnen) het verkeer ter plaatse van de bouwkavel te stremmen. Onder de Oosterdokskade wordt namelijk een 2-laags parkeergarage gebouwd en boven de Oosterdokstraat een overkraging. Verkeersontsluiting van ODE (kavels 1-5 en de huidige parkeergarage) tijdens de werkzaamheden aan kavel 5/6 vindt plaats via de ODE-brug (aanrijden: vanaf het zuiden en dan rechtsaf op ODE-brug naar ODE, afrijden: naar ODE-brug toe en dan linksaf naar Prins Hendrikkade en vervolgens linksaf in westelijke richting verder. De kruising ODE-brug / Prins Hendrikkade komt hiermee verder onder druk te staan. Planning ODE: Start bouw medio Bouwtijd: projectduur.

14 Pagina 14 van 67 G. Tramlijn Haarlemmer Houttuinen Tramlijn tussen Haarlemmerplein en Droogbak. De traminfra dient mogelijk aan te sluiten op bestaande traminfra op Prins Hendrikkade west. Er is ruimte gereserveerd voor toekomstige aanpassingen en aansluiting op de traminfra, maar op dit moment is het geen onderdeel van contract Entree. Planning Er is nog geen projectbesluit. H. Raadhuisstraat / Rozengracht Herinrichting Raadhuisstraat Rozengracht inclusief zes bruggen. Wanneer de Raadhuisstraat in uitvoering gaat en er naar verwachting eenrichting verkeer stad-uit via Raadhuisstraat ingesteld wordt, zal via de Haarlemmerhouttuinen Droogbak verkeer richting Martelaarsgracht mogelijk moeten zijn, anders komt de verkeersafwikkeling in de westelijke binnenstad te veel in verdrukking. Planning Planning I. Dynamisch Spoortoewijzing Systeem (DSS/wisselbesturing) en Dynamisch Reizigers Informatie Systeem (DRIS) DRIS maakt onderdeel uit van DSS. GVB (ver)plaatst volgens huidige planning de DRIS panelen. Daarna zullen er nog aanpassingen volgen. In een aparte overeenkomst zal de wisselbesturing worden gerealiseerd. Dit vervangt het verouderde wisselsysteem. DRIS heeft ook een relatie met wayfinding. Opdrachtnemer De Entree is verantwoordelijk voor de tramsporen en tramhaltes. GVB zorgt voor de DSS en DRIS. Planning loopttijd Entree

15 Pagina 15 van 67 J. Nieuwezijds Voorburgwal Herinrichting Nieuwezijds voorburgwal naar Prins Hendrikkade, hierbij wordt mogelijk eenrichtingverkeer ingesteld. Opdrachtnemer De Entree dient ervoor te zorgen dat er op de Martelaarsgracht altijd verkeer van noord naar zuid mogelijk is. De Spuistraat is eenrichting in zuidelijke richting. Wanneer de Nieuwezijds voorburgwal eenrichting in noordelijke richting wordt, dient de buurtbereikbaarheid gegarandeerd te blijven. Planning Er is nog geen projectbesluit. K. Renovatie Cuypersgebouw Centrale hal, gevel, luifels en nood- en toegangsdeuren van Amsterdam Centraal Station. Raakvlak afhankelijk van planning met betrekking tot bouwlogistiek en vluchtwegen. Planning Medio 2017 starten. L. Fietsenstalling Zuidoost Fietsenstalling Oost wordt op korte termijn verbouwd naar een stalling voor 1800 plekken. Uiteindelijk naar 5200 plekken. Deze stalling dient tijdens de werkzaamheden Entree bereikbaar te blijven. Planning Fietsenstalling Oost wordt in 2016 verbouwd naar 1800 plekken. Na 2018 wordt ook het huidige kantoor van M&T hieraan toegevoegd en de stalling vergroot naar 5200 plekken. M. Fietsenstalling Zuidwest De IBIS stalling wordt verbouwd en groeit van 1200 naar 4200 plekken. Een deel van deze plekken bevindt zich onder de grond (ter plaatse van de IBIS weg). De IBIS stalling wordt door ProRail gerealiseerd. Planning De IBIS stalling wordt gedurende de uitvoeringsperiode van De Entree gerealiseerd.

16 Pagina 16 van 67 N. Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) Verbreden van de oost-tunnel CS. Midden-sporen verwijderen en de perrons verbreden. De bruggen aan de oostzijde (t.p.v. de Oostertoegang) worden vernieuwd. Stijgpunten verbreden en westknoop. Aanleveren van materialen via het stationsplein in overleg met opdrachtnemer De Entree. Om de sporen op de brug aan te passen zal per spoor één weekend het spoor buiten dienst worden genomen (in totaal acht maal een weekend). De westbuis van de oostertoegang is dan niet toegankelijk. Dat betekent dat bussen die weekenden in twee richtingen via de ODE-brug moeten rijden. De westbuis van de oostertoegang is tijdens realisatie PHS project 8 weekenden afgesloten. Mogelijk vallen enkele of meerdere weekenden binnen de uitvoeringsperiode van De Entree. Planning De werkzaamheden starten in 2020 met de westknoop, ten behoeve van het verbeteren van de capaciteit en geschikt maken voor mindervaliden. Daarna wordt de oostpassage tijdelijk omgebouwd tot oosttunnel (binnen het stationsgebouw), zodat reizigers vanaf de passage de perrons op kunnen. Na afronding hiervan zal de oosttunnel worden aangepast. O. Keerlus tramlijn 26 Realiseren van een calamiteiten keerlus nabij Centraal Station aan de IJzijde voor lijn 26. Keerlus heeft een relatie met de uitvoeringseisen tram. Er moet een keermogelijkheid beschikbaar zijn zodra het oostelijk tramemplacement buiten gebruik wordt genomen. De wens is er om de keerlus al beschikbaar te hebben wanneer het westelijke emplacement buiten gebruik is. Planning Tijdens de uitvoering van project Entree.

17 Pagina 17 van Verkeerskundige Groep (VG) Project De Entree zal gefaseerd uitgevoerd worden. Daardoor zullen er verschillende tijdelijke situaties ontstaan voor het verkeer. Soms zijn het tijdelijke veranderingen, soms definitieve veranderingen (bijvoorbeeld: geen doorgaand verkeer meer op de Prins Hendrikkade -de Knip-). Ook kunnen ontwikkelingen buiten het projectgebied invloed hebben op de verkeersafwikkeling van, naar en door het projectgebied van De Entree. De omgevingsprojecten die genoemd zijn in paragraaf 2.3 kunnen een dusdanige impact op de verkeerscirculatie hebben, dat er uitvoeringsvoorwaarden of strategische keuzes nodig zijn voor De Entree. Eén van de uitvoeringsvoorwaarden is bijvoorbeeld dat pas gestart kan worden met de Westertoegang, als de De Ruyterkade tijdens de uitvoering in twee richtingen beschikbaar is. Project De Entree heeft een Verkeerskundige Groep (VG) ingesteld die als doel heeft om tijdig strategische (maar ook tactische en operationele) voorstellen te doen rondom De Entree. Zijn er buiten de scope (buiten het invloedsgebied van de opdrachtnemer van de Entree) zinvolle aanpassingen mogelijk die de doorstroming binnen de projectscope verbeteren? Zijn die aanpassingen zelfs noodzakelijk omdat de doorstroming onvermijdelijk (ongeacht de gekozen fasering) onder druk zal komen te staan? De VG adviseert de Opdrachtnemer over bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid. Zij toetst de door de Opdrachtnemer in te stellen verkeerskundige stappen, voordat deze de officiële kanalen in gaan voor besluitvorming. De VG is een kennis- en adviesbron voor op te lossen verkeerspuzzels binnen project De Entree en neemt hierin het Beste voor Amsterdam principe als leidraad. De Opdrachtnemer dient zich als toekomstig lid van de VG welkom en ondersteund te weten met kennis van de stad. De VG zorgt dat er contact gelegd en gehouden wordt met alle relevante ambtelijke partijen. Opdrachtgever (team omgevingsmanagement) en Opdrachtnemer houden alle andere stakeholders rond het Stationseiland betrokken op een wijze zoals is verwoord in Visie omgevingsmanagement (zie Vraagspecificatie Algemeen).

18 Pagina 18 van 67 3 BLVC-uitvoeringseisen 3.1 Algemeen Uitgangspunt voor project De Entree is dat de functionaliteiten in het gebied in stand moeten blijven tijdens de uitvoering. Functies moeten zo veel mogelijk bereikbaar zijn voor dezelfde modaliteiten als voor de start van de realisatie. De eisen die hieraan gesteld zijn en de uitwerking daarvan zijn onder paragraaf 3.2 uitgewerkt. De eisen ten aanzien van leefbaarheid en veiligheid zijn in paragrafen 3.3 en 3.4 uitgewerkt. De concrete eisen ten aanzien van deze drie aspecten zijn te vinden in bijlage Hoofdlijnen eisen ten aanzien van Bereikbaarheid Algemeen De routes voor wegverkeer gaan veranderen. In de toekomst zal er geen doorgaand autoverkeer meer op de Prins Hendrikkade kunnen rijden. Ook de bussen op de Prins Hendrikkade zullen een andere route gaan rijden en zullen aan de IJzijde in plaats van op het Prins Hendrik Plantsoen halteren. Deze definitieve veranderingen die veroorzaakt worden door de knip zullen in de uitvoeringsperiode van De Entree op een nog nader vast te stellen moment worden ingevoerd. Om deze veranderingen in routing allemaal mogelijk te maken dient eerst de Westertoegang te worden verdiept. De Kamperbrug wordt ook heringericht en geschikt gemaakt voor bussen in twee richtingen. Naast deze veranderingen in de verkeerssituatie wordt de (rail)infrastructuur vernieuwd. De uitstraling wordt hoogwaardiger en zal aansluiten op de uitstraling van het Damrak (Rode Loper). In de volgende tabellen wordt de ontwikkeling van de verkeersituatie gedurende de realisatie tot aan het eindbeeld geschetst. Dit overzicht is met zorg samengesteld en dient als ondersteuning bij het lezen van het VO Openbare Ruimte dat is opgenomen in de VSE en de uitvoeringseisen in bijlage 1 en 2. Ondanks de zorgvuldigheid kan het voorkomen dat de beschrijving in dit BLVC kader niet overeenkomt met hetzij de lay-out van het VO Maaiveld hetzij de uitvoeringseisen in bijlage 1 en 2. In deze gevallen zijn het VO Maaiveld en de uitvoeringseisen in bijlage 1 en 2 leidend en de beschrijving in dit BLVC kader ondergeschikt.

19 Pagina 19 van A B C D E 9 Locatie 1: Westertoegang westbuis Huidig: Autoverkeer; in twee richtingen, doorrijdhoogte 3,50 meter Fietsverkeer; in twee richtingen (fiets-stroken); Voetgangers; aan beide zijden een voorziening OV; busroute voor lijn 48 Bouwfase: De Westertoegang wordt verdiept waardoor er een doorrijdhoogte van 4,2 meter komt. Tijdens de werkzaamheden kan de Westertoegang gestremd worden. Het alternatief voor de huidige gebruikers tijdens de uitvoering is: Autoverkeer; --> Houtmankade en ODE-brug, deze routes mogen niet gelijktijdig met de Westertoegang gestremd zijn. Fietsverkeer; conform eindsituatie via de oostbuis van de westertoegang en de Cuijperspassage Voetgangers; oostbuis en de Cuijperspassage OV; bus 48 via de Kamperbrug naar het busstation en via westelijke afrit naar de Ruyterkade West. Eindsituatie: Autoverkeer; in twee richtingen; Fietsverkeer; geen toegang Voetgangers; aan beide zijden een voorziening. OV; busroute voor lijn 18,21 en 22 en streekbussen

20 Pagina 20 van 67 Locatie 2: Westertoegang oostbuis Huidig: Autoverkeer in éénrichting (zuidelijk); Laden en lossen voor Ibis/ Regardz en een aanrijdroute voor P1 Fietsverkeer in twee richtingen, o.a. route van/naar fietsflat; Voetgangers aan beide zijden een voorziening Bouwfase: Autoverkeer: Ibis en Regardz moeten bereikbaar blijven; P1 moet bereikbaar blijven; Fietsverkeer kan ook via Cuijperspassage, scooters en brommers mogen niet door de Cuijperspassage. Voetgangers; Panden altijd bereikbaar houden voor voetgangers. Eindsituatie: Wordt heringericht maar behoud zelfde functionaliteit. Locatie 3: Fiets/voetgangers brug Huidig: Fietsverkeer in twee richtingen; Voetgangers in twee richtingen Bouwfase: Fietsverkeer en voetgangers; Brug 13 (locatie 5) is het alternatief. Eindsituatie: Locatie 4: Huidig: Behoud zelfde functionaliteit.. Autoverkeer; (bestemmingsverkeer) in één richting van de De Ruyterkade naar de Prins Hendrikkade. Bestemming Ibis/Regardz en P1. Fietsverkeer; in twee richtingen. O.a. ontsluiting van de fietsflat. Ook route voor bromfietsen en scooters die niet door de Cuijperspassage mogen. Voetgangers; in twee richtingen. Bouwfase: Autoverkeer; Ibis/Regardz en P1 moeten bereikbaar blijven. Fietsverkeer; de fietsflat moet bereikbaar blijven en brommers en scooters moeten een verbinding behouden Voetgangers; de panden langs de route moeten bereikbaar blijven/ontsloten worden. Eindsituatie: Wordt heringericht maar behoud zelfde functionaliteit.

21 Pagina 21 van 67 Locatie 5: brug 13 (Melkmarktsbrug) Huidig: Autoverkeer; in één richting van noord naar zuid (nood en hulpdiensten ook van zuid naar noord via trambaan) Fietsverkeer; in twee richtingen aan de west zijde Voetgangers; in twee richtingen aan beide zijden van de brug. Tram; De aanrijdroute van het westelijk tramemplacement gaat via brug 13 in noordelijke richting. Bouwfase: Autoverkeer; P1 moet bereikbaar blijven. Ibis en Regardz moeten bevoorraad/bereikbaar blijven. Nood- en hulpdiensten moeten het Station en de Ibis straat via brug 13 kunnen bereiken Fietsverkeer; fietsverkeer van en naar de Cuijperspassage in stand houden. Voetgangers; altijd beschikbaar houden voor voetgangers. Tram; zolang het westelijke tramemplacement in bedrijf is, rijdt de tram in noordelijke richting op brug 13. Eindsituatie: Wordt heringericht maar behoudt zijn functionaliteit (ook voor nood- en hulpdiensten). Tramverkeer in één richting (naar het noorden), afrijdend bestemmingsverkeer auto in één richting (naar het zuiden). Fietsers in twee richtingen en voetgangers in twee richtingen. Locatie 6: Prins Hendrikkade west Huidig: Autoverkeer; in twee richtingen. Van en naar Martelaarsgracht en van en naar Prins Hendrikplantsoen / Prins Hendrikkade oost. Fietsverkeer; aan beide zijden twee richtingen Voetgangers; aan beide zijden OV; busverkeer in twee richtingen (lijn 22 en 48) en route voor nachtbussen tussen busstation en Martelaarsgracht. Touringcar; haltes voor touringcars Bouwfase: Autoverkeer; altijd autoverkeer richting Martelaarsgracht behouden Fietsverkeer; fietsverkeer in twee richtingen behouden Voetgangers; alle bestemmingen blijven te voet bereikbaar. OV; tot invoeren van de knip rijdt er busverkeer in twee richtingen (lijn 22 en 48). Tijdens werkzaamheden Westertoegang westbuis rijden nachtbussen tussen busstation en Martelaarsgracht via Kamperbrug/ODE-brug. Touringcar; haltes voor touringcars Eindsituatie: Autoverkeer; Geen doorgaand oost-west verkeer meer. Verkeer in oostelijke richting naar Martelaarsgracht en P1 (U-turn). Verkeer in westelijke richting vanaf Martelaarsgracht en vanaf Ibisstraat.Touringcarhaltes aan de noordzijde. Fietsverkeer; aan beide zijden tweerichtingen. Voetganger; aan beide zijden.

22 Pagina 22 van 67 OV; alleen nachtbussen tussen busstation en Martelaarsgracht via Westertoegang. Touringcar; haltes voor touringcars Locatie 7: Martelaarsgracht Huidig: Autoverkeer; in twee richtingen (onderdeel van route goederenvervoer). Nu geen gemotoriseerd linksaf verkeer vanaf Martelaarsgracht. Fietsverkeer; aan beide zijden een fietsstrook. Voetganger; aan beide zijden. OV; trams in twee richtingen, nachtbussen en streeklijnen in twee richtingen. Taxi/L/L; aan de oostzijde kunnen auto s even kort staan (laden/lossen) om gasten van het hotel te halen of brengen. Bouwfase: Autoverkeer; altijd minimaal in één richting (in zuidelijke richting) Fietsverkeer; bij stremming dient er een goede vervangende N/Z route beschikbaar te zijn. Voetganger; aan beide zijden. OV; trams in twee richtingen, bussen via alternatieve route mede in verband met werkzaamheden Raadhuisstraat/Rozengracht. Tijdelijke tramhalte Taxi/L/L: Wanneer de rijrichting in noordelijke richting gestremd is, en laad- en losplaatsen in Martelaarsgracht niet bereikbaar zijn, zal op het Prins Hendrikplantsoen een laad/los mogelijkheid dienen te zijn. Eindsituatie: Autoverkeer; in twee richtingen; vanaf het westen rechtsaf erin en vanaf het zuiden linksaf eruit. Fietsverkeer; aan beide zijden een vrijliggend fietspad (1-richting). Voetganger; aan beide zijden. OV; trams in twee richtingen, nachtbussen in twee richtingen. Taxi/L/L; aan de oostzijde kunnen auto s even kort staan (laden/lossen) om gasten van het hotel te halen of brengen. Locatie 8: Prins Hendrikplantsoen Huidig: Autoverkeer; in twee richtingen Fietsverkeer; aan de zuidzijde in twee richtingen Voetganger; aan beide zijden OV; trams vanaf het westelijke emplacement naar Martelaarsgracht, bussen in twee richtingen, halteplaatsen voor lijn 18,21, 22, 48 en hop-on-hop-off Touringcar; haltes voor touringcars Bouwfase: Autoverkeer; Na verdieping Westertoegang (en ingebruikname in twee richtingen) kan de KNIP ingesteld worden. Er rijdt dan geen doorgaand autoverkeer meer op het Prins Hendrikplanstoen. Laden en lossen t.b.v. de aanwezige functies moet mogelijk blijven.

23 Pagina 23 van 67 Fietsverkeer; blijft in stand in twee richtingen Voetganger; blijft in stand in twee richtingen OV; Na de KNIP rijden er geen bussen meer via het Prins Hendrikplantsoen. Trams van en naar de Martelaarsgracht of van en naar Damrak (wanneer oostelijk emplacement buiten gebruik is) blijven altijd via Prins Hendrikplantsoen rijden. Eindsituatie: Autoverkeer; Geen doorgaand autoverkeer, alleen bevoorrading (L/L) en halen brengen gasten hotel met taxi s Fietsverkeer; aan de zuidzijde in twee richtingen. Aan de noord-/westzijde de in/uitgang voor de nieuwe grote fietsenstalling onder het Open Havenfront. Voetganger; aan beide zijden OV; Geen bussen, wel trams vergelijkbaar met huidige situatie L/L; Bevoorrading Damrak is nu van Zuid naar Noord, dus niet meer via het Prins Hendrikplantsoen. Touringcar; geen haltes voor touringcars Locatie 9: Damrak Huidig: Autoverkeer; in eenrichting (noordelijke) en dan rechtsaf of linksaf Fietsverkeer; aan beide zijden eenrichting fietsverkeer Voetganger; aan beide zijden OV; trams in twee richtingen, geen lijnbussen Bouwfase: Autoverkeer; na de knip kan het autoverkeer vanaf het Damrak alleen nog maar rechtsaf. De linksaffer wordt opgeheven. Fietsverkeer; geen verandering Voetganger; geen verandering OV; na uur is het mogelijk om alle tramlijnen via Damrak te laten rijden. Op die manier kan de route Martelaarsgracht eenvoudiger vrij gemaakt worden om werkzaamheden uit te voeren. L/L; Bevoorrading Damrak zal vanaf de KNIP in noordelijke richting plaatsvinden. Eindsituatie: Autoverkeer; in eenrichting (noordelijke) en dan rechtsaf. Fietsverkeer; geen verandering Voetganger; geen verandering OV; traminfrastructuur conform ontwerp Locatie 10: Middentoegangsbrug Huidig: Autoverkeer; alleen afrijdend laad- en losverkeer Fietsverkeer; geen Voetganger; aan beide zijden, tevens in/uitgang van metro OV; trams vanaf oostelijk- en westelijk tramemplacement rijden in zuidelijke richting over de Middentoegangsbrug

24 Pagina 24 van 67 Bouwfase: Ongewijzigde functionaliteit + tijdelijk verplaatste passagiersvaart aan de oostzijde van de brug Eindsituatie: Functionaliteit conform huidige situatie. Meer ruimte voor voetgangers. Locatie 11: Westelijk tramemplacement Huidig: Autoverkeer; alleen opstelplek voor politie Fietsverkeer; geen Voetganger; zuid en noordzijde. Uitstappende en instappende tramreizigers en in/uitgang metro. OV; Emplacement voor trams vanaf Martelaarsgracht Bouwfase: Het emplacement zal in één keer een aaneengesloten periode volledig uit gebruik genomen worden. De dienstregeling blijft in stand. Eindsituatie: tramemplacementen conform ontwerp. Opstelplek politie vervalt. Locatie 12: Oostelijk tramemplacement Huidig: Autoverkeer; laad- en losverkeer voor aanwezige functies op het Stationseiland. Fietsverkeer; geen Voetganger; zuid en noordzijde. Uitstappende en instappende tramreizigers en in/uitgang metro. OV; Emplacement voor trams vanaf Damrak en IJburg (lijn 26). Bouwfase: Het emplacement zal in één keer een aaneengesloten periode volledig uit gebruik genomen worden. De dienstregeling blijft in stand. In deze periode rijdt lijn 26 tot aan de keerlus aan de IJzijde van Centraal Station. Eindsituatie: tramemplacementen conform ontwerp. Locatie 13: Prins Hendrikkade oost Huidig: Autoverkeer; in twee richtingen. Een parallelweg langs Barbizon en aan de zuidzijde halterende touringcars. Fietsverkeer; in twee richtingen aan de zuidzijde Voetganger; aan beide zijden OV; trams in 1 richting (naar oost), bussen in twee richtingen Bouwfase: Na de knip autoverkeer in 1 richting (van Damrak naar oost) Na de knip geen busverkeer. Dat rijdt allemaal via busstation. Geen trams tijdens verbouwing oostelijk tramemplacement. Behalve enkele overbrengingsritten voor lijn 26 (zie bijlage 2).

25 Pagina 25 van 67 Voldoende plekken voor de touringcars behouden. Aan en op kade tijdelijke voorzieningen voor de passagiersvaart. Eindsituatie: Autoverkeer; in een richting (van Damrak naar oost) Fietsverkeer en Voetganger; functionaliteit conform huidige situatie OV; trams in 1 richting (naar oost), geen OV-bussen. Touringcar; 6 touringcarplekken Locatie 14: Kamperbrug Huidig: Autoverkeer; alleen laad- en losverkeer ten behoeve van de aanwezige functies op het Stationseiland. Fietsverkeer; in twee richtingen aan de oostzijde met herkomst/bestemming zuidoostelijke fietsenstalling of fietsparkeren op maaiveld. Voetganger; aan beide zijden en aan noordzijde een ongeregelde zebra OV; bussen in noord/oostelijke richting (naar busstation IJzijde), trams in noord/westelijke richting (naar oostelijk emplacement), een afslaande tram in noord/oostelijke richting (lijn 26) naar IJburg en in/uitgangen naar de metrooostlijn. Bouwfase: Eindsituatie: Tijdens de verbouwing van het oostelijk emplacement en Kamperbrug en gedurende 8x een weekend (ten gevolge van werkzaamheden trein-sporen) rijden de bussen in twee richtingen via de ODE-brug en rijden er geen trams via de Kamperbrug. Overige functionaliteiten blijven in stand. Autoverkeer; alleen laad- en losverkeer t.b.v. de aanwezige functies. Fietsverkeer; als een rode loper in twee richtingen tussen trambaan en busbaan. Voetganger; aan beide zijden een voetpad en aan zuidzijde een geregelde zebra OV; bussen in twee richtingen, van en naar busstation IJzijde, trams in noord/westelijke richting (naar oostelijk emplacement) en een afslaande tram in noord/oostelijke richting (lijn 26) naar Ijburg. Locatie 15: Prins Hendrikkade-oosterdok Huidig: Autoverkeer; in twee richtingen Fietsverkeer; in twee richtingen aan de zuidzijde Voetganger; aan beide zijden OV; Bussen in een richting (in westelijke richting) naar het busstation IJzijde via de Kamperbrug. Er is een uitstaphalte aan de noordzijde. Bouwfase: Na de knip geen autoverkeer in westelijke richting. Busverkeer in twee richtingen, van en naar het busstation IJzijde, met uitzondering van de periode waarin het oostelijk emplacement + Kamperbrug

26 Pagina 26 van 67 verbouwd worden en gedurende 8x een weekend i.v.m. werkzaamheden PHS door ProRail. Dan rijden de bussen in twee richtingen via de ODE-brug. De huidige uitstaphalte aan de noordzijde zal tijdens werkzaamheden aan de Kamperbrug niet bereikbaar zijn. Als vervanging wordt ter hoogte van het Scheepsvaarthuis een tijdelijke uitstaphalte voor 4 bussen gerealiseerd. Eindsituatie: Autoverkeer; in een richting, in oostelijke richting. Fietsverkeer; in twee richtingen aan de zuidzijde Voetganger; aan beide zijden OV; Bussen in twee richtingen, van en naar het busstation IJzijde. Locatie 16: Westbuis Oostertoegang Huidig: Autoverkeer; geen Fietsverkeer; geen Voetganger; geen OV; bus in een richting naar het busstation IJzijde, tramlijn 26 in twee richtingen. Bouwfase: Eindsituatie: Tijdens de bouwfase zullen de bussen in twee richtingen via de westbuis van de oostertoegang rijden, m.u.v. de periode waarin het oostelijk emplacement en Kamperbrug verbouwd worden. tijdens uitvoering oostelijk emplacement geen regulier tramverkeer (zie bijlage 2). Bussen in twee richtingen van en naar het busstation IJzijde en tramlijn 26 in twee richtingen. Locatie 17: ODE-brug Huidig: Autoverkeer; in twee richtingen. Autoverkeer vanaf het zuiden kan halverwege naar rechts richting Oosterdoksstraat. Autoverkeer vanaf Oosterdoksstraat mag op de ODE-brug alleen naar links richting Prins Hendrikkade. Fietsverkeer; aan de zuidkant in twee richtingen aan de westzijde en aan de noordkant in twee richtingen aan de oostzijde. Voetganger; aan beide zijden OV; bussen in een richting (naar het zuiden) vanaf het busstation IJzijde. Bouwfase: Tijdens de bouwfase zullen de bussen in twee richtingen naar de Kamperbrug gaan. Tijdens de verbouwing van het oostelijk tramemplacement en de Kamperbrug en t.g.v. het PHS project van Prorail gedurende 8x een weekend gaan de bussen tijdelijk in twee richtingen naar de ODE-brug. Vanaf de knip rijden er meer auto s in noordelijke richting. Eindsituatie: Functionaliteit voor auto, fiets en voetganger gelijk aan huidige situatie. Bussen rijden niet meer via de ODE-brug. Zij rijden in twee richtingen via de Kamperbrug.

27 Pagina 27 van 67 Kruising A: Verandering: Autoverkeer; Minder verkeer vanaf het oosten (verkeer vanaf Martelaarsgracht en laad- en losverkeer vanaf Ibisstraat), meer linksafslaand verkeer vanaf het westen naar de Westertoegang. Fietsverkeer; Na verdieping westbuis Westertoegang, geen fietsverkeer meer van en naar de westbuis Westertoegang. Voetganger; geen functionele veranderingen. OV; geen bussen van west naar oost. Die gaan nu van west naar noord. Kruising B: Verandering: Autoverkeer; Vanaf Martelaarsgracht alleen naar links mogelijk m.u.v. laden en lossen en taxi s t.b.v. hotels (gasten halen en brengen). Geen verkeer van west naar oost (knip), wel een U-turn (van west naar west) naar P1 garage en naar de touringcarhaltes aan de noordzijde. Fietsverkeer; in/uitgang voor de nieuwe fietsenstalling aan de noordoost zijde van de kruising en een tweerichtingen by-pass van zuidoost naar Cuijperspassage en visa versa. Voetganger; geen functionele veranderingen OV; geen oost-west west-oost bussen, tijdelijk trams van zuid naar oost (als westelijke emplacement buiten gebruik is). Kruising C: Verandering: Autoverkeer; Geen autoverkeer meer van zuid naar west, geen autoverkeer van west naar oost en geen autoverkeer van oost naar west. Fietsverkeer; geen functionele veranderingen Voetganger; geen functionele veranderingen OV; geen oost-west en west-oost bussen, tijdelijk trams van zuid naar west (als het oostelijk emplacement buiten gebruik is). Kruising D: Verandering: Bussen rijden in twee richtingen via de Kamperbrug. Er komt geen autoverkeer meer vanaf het oosten naar de kruising toe. Kruising E: Verandering: Geen autoverkeer van oost naar west. Wel extra autoverkeer van oost naar noord. Geen lijnbussen van noord naar oost, maar wel van west naar oost.

28 Pagina 28 van 67 Wegverkeer Tijdens de werkzaamheden dienen woningen en bedrijven in het projectgebied bereikbaar te blijven. Als er voor de deur gewerkt wordt zal de bereikbaarheid korte tijd niet mogelijk zijn of sterk verminderd. Het moment waarop er voor de deur wordt gewerkt dient te worden afgestemd zodat de hinder die hierdoor ontstaat zo gering mogelijk is. Het wegverkeer zal in het begin van de bouwperiode hinder ondervinden als de Westertoegang wordt afgesloten om de ombouw (verdieping) mogelijk te maken. Het wordt drukker op de ODEbrug. Ook het openbaar vervoer ondervindt daar hinder van. Tijdens de stremming van de Westertoegang zijn zowel de Kamperbrug als de ODE-brug beschikbaar. Zodra de Westertoegang en bijbehorende kruispunten zijn aangepast kan de Knip worden ingesteld. Het verkeer zal dan conform de nieuwe, definitieve routes afgewikkeld worden. Dit betekent ook dat alle bussen die nu op het Prins Hendrik Plantsoen halteren vanaf dat moment dienen te halteren op het busstation aan de IJzijde. Vervolgens wordt de tram- en weginfrastructuur langs het Prins Hendrik Plantsoen en Prins Hendrik kade aangepast. Daarbij dient altijd een doorgaande route van het Damrak richting de IJtunnel beschikbaar te blijven. Ook de route vanuit oostelijke richting naar de Michiel de Ruytertunnel dient beschikbaar te blijven. De bussen dienen altijd het busplatform te kunnen bereiken. Tijdens de werkzaamheden aan de infrastructuur op de Kamperbrug dienen de bussen tijdelijk van en naar het busstation via de ODE-brug en de De Ruyterkade te rijden. Nood- en hulpdiensten Nood- en hulpdiensten moeten te allen tijde alle bestemmingen in het gebied kunnen bereiken. Ook dienen de voorzieningen voor nood- en hulpdiensten bereikbaar en beschikbaar te zijn. De opdrachtnemer zal de fasering en de manier waarop het gebied bereikbaar blijft dienen voor te leggen aan de nood- en hulpdiensten. Voorzieningen De voorzieningen in het gebied (touringcarhaltes, fietsparkeerplaatsen, autodate plekken, invalideparkeerplaatsen, voorzieningen passagiersvaart..) dienen daar waar deze tijdelijk niet beschikbaar zijn te worden gecompenseerd. Gedurende de uitvoeringsperiode dienen 12 touringcarhaltes beschikbaar en bereikbaar te zijn binnen de systeemgrenzen. Gedurende een periode van 2 keer 3 maanden in de maanden tussen medio november en medio maart, kan het aantal touringcarhaltes in het gebied teruggebracht worden naar minimaal 9 stuks. In het projectgebied zijn enkele publieke en private parkeergarages. Deze parkeergarages dienen bereikbaar te blijven, zo nodig via een (goed aangegeven) alternatieve route. Voor P1 is de zogenaamde U-turn op het kruispunt met de Martelaarsgracht nodig wanneer de garage niet meer vanuit oostelijke richting te bereiken is. Tram De werkzaamheden aan de traminfrastructuur zijn bepalend voor de fasering van de werkzaamheden in het gebied en bepalen tevens in grote mate de doorlooptijd van de uitvoering. Door V&OR en GVB tezamen zijn diverse varianten voor de tramfasering bekeken. In het contract wordt de fasering met de minste hinder voor trams opgelegd aan de opdrachtnemer. In bijlage 2 zijn alle eisen met betrekking tot de traminfrastructuur opgenomen.

29 Pagina 29 van 67 Na gunning wordt de opdrachtnemer in staat gesteld om, samen met opdrachtgever (en als onderdeel van opdrachtgeversorganisatie de adviseurs van GVB), de tramfasering verder te optimaliseren. Langzaam verkeer (voetgangers en fietsers) Er dienen altijd twee van de drie (Westertoegang, Cuijperspassage, ODE-brug) Noord-Zuid verbindingen en twee (één aan de IJzijde en één aan de Stadszijde) Oost-West verbindingen voor fietsers te zijn. Voetgangers dienen aan de stadszijde twee Oost-West routes te hebben tussen de Stationsgevel en de Prins Hendrikkade.Deze routes dienen logisch en zo direct mogelijk te zijn. De veiligheid dient geborgd te worden door het aantal kruisende bewegingen te beperken. Daar waar interactie met bouwverkeer is dienen verkeersregelaars te worden ingezet. Ook wordt geëist dat bestemmingen in het gebied voor voetgangers bereikbaar blijven. Alleen wanneer er direct voor de deur wordt gewerkt kan de bereikbaarheid korte tijd beperkt zijn. Vaarwegverkeer Tijdens de realisatie van De Entree zal de middenkom (ten westen van de Middentoegangsbrug) lange tijd gestremd zijn. De passagiersvaart die nu in de middenkom een steiger hebben zullen tijdelijk worden verplaatst naar de oostkom en naar de westkom. Dat betekent dat er tijdens de uitvoering zowel ten oosten als ten westen van de middenkom steigers voor passagiersvaart zullen zijn. Voor deze passagiersvaart zal er een route van en naar de stad en het IJ beschikbaar moeten zijn. Met de passagiersvaart is een verplaatsingsplan opgesteld. De eisen volgend uit het verplaatsingsplan zijn opgenomen in de Vraagspecificatie Eisen. Evenementen In de uitvoeringsperiode zullen meerdere grote evenementen plaats vinden, zoals o.m. de jaarlijkse Koningsdag en Sail Tijdens evenementen komen grote groepen bezoekers via Centraal Station naar Amsterdam. Om deze reizigersstromen goed te kunnen afwikkelen over het stationsplein is per loopstroom een minimale loopbreedte van 7 m nodig. Ook worden er in het kader van de handhaving van de openbare orde aanvullende voorwaarden gesteld aan met name de afzetting van de werkterreinen. De vereiste maatregelen, zoals opgenomen in de uitvoeringseisen in bijlage 1, volgen uit jarenlange ervaring van de gemeente met de combinatie van werkzaamheden op het stationsplein en evenementen. Bewegwijzering Goede bewegwijzering is een belangrijk onderdeel in de bereikbaarheid van functies. De opdrachtnemer krijgt de taak om tijdig informatie aan te leveren zodat de bewegwijzering (wayfinding) bij elke fase van het werk aangepast kan worden. Dit heeft betrekking op zowel de wayfinding in het projectgebied als de wayfinding in het invloedsgebied. Wanneer bestaande bewegwijzering verplaatst dan wel tijdelijk verwijderd moet worden, dan dient de Nationale Bewegwijzeringsdienst als zelfstandig rechtspersoon ingeschakeld te worden voor de uitvoering hiervan. Opdrachtnemer dient de benodigde maatregelen tijdig kenbaar te maken.

30 Pagina 30 van Hoofdlijn eisen ten aanzien van Leefbaarheid Algemeen In dit project wordt ernaar gestreefd om de hinder en de ervaring van hinder voor de omgeving zo veel mogelijk te beperken en de functies in het gebied in stand te houden. Daarbij wordt voornamelijk gestreefd naar een korte duur van de hinder. De hinder ten aanzien van leefbaarheid heeft zowel betrekking op de omwonenden en bedrijven als de doorgaande (OV-) reizigers in dit gebied. De eisen ten aanzien van leefbaarheid zijn ondergebracht in drie categorieën: milieuaspecten, werkterrein gerelateerd en economisch belang. Milieuaspecten Onder milieuaspecten worden aspecten als geluid, trillingen, stof, bouwlicht en emissies verstaan. Werktijden Voor de uitvoering van De Entree wordt het gemeentelijk beleid ten aanzien van werktijden gevolgd. Dit houdt in dat de Opdrachtnemer in principe 6x12 uur kan werken, van 7.00 tot uur op ma-za, met een uitloop tot uur voor minder geluidbelastende werkzaamheden. Afwijkingen (meer/ minder ) moeten worden onderbouwd en tijdig gecommuniceerd. Lange werkdagen mogen niet ten koste gaan van de kwaliteit, leefbaarheid en bereikbaarheid. Werkzaamheden op/aan/onder de trambaan zullen voornamelijk s nachts tussen en uur plaatsvinden en overdag, of 24 uur per dag als de trambaan buiten gebruik is. Voor werkzaamheden buiten de periode van tot uur en op zondag is een ontheffing nodig, die door de Opdrachtnemer aangevraagd moet worden. De Opdrachtnemer dient bij het aanvragen van de ontheffing aan te tonen dat afwijken van reguliere tijden noodzakelijk is of dat er aanzienlijke voordelen te behalen zijn met betrekking tot planning, werkfasering en/of het beperken van overlast voor de omgeving. Specifiek voor De Entree zal van de Opdrachtnemer worden geëist om voor 09.00u geen zeer geluid-belastende werkzaamheden zoals hei- en sloopwerkzaamheden uit te voeren. Geluid en trillingen Opdrachtnemer zal een nulmeting doen en een bouwkundige opname van de belendende percelen. Tijdens de uitvoering worden trillingen en geluid gemonitord. In de Vraagspecificatie Proces wordt aangegeven aan welke eisen deze opname en monitoring moet voldoen. In algemene zin moet de opdrachtnemer voldoen aan vigerende wet- en regelgeving of, indien strikter, Amsterdams beleid. Licht en verlichting Een ander belangrijk aspect is licht. Enerzijds is er aandacht voor voldoende verlichting voor de sociale veiligheid en het aanlichten van functies in het gebied. Anderzijds is er aandacht voor het beperken van lichthinder, zoals de verlichting van het werkterrein zelf en de kranen op het werkterrein. Vooral voor het Victoria hotel en het Art Otel, die lange tijd een bouwkuip voor de deur hebben, is dit van belang.

31 Pagina 31 van 67 Werkterrein gerelateerd Onder werkterrein gerelateerd vallen zaken als zicht & uitstraling van de bouwhekken, tijdelijk materiaalgebruik, de bouwplaats en schoon & heel. De voorschriften aan bouwhekken sluiten aan bij het Amsterdams beleid op dit punt. Halfdichte hekken en zodanig geplaatst dat er geen onoverzichtelijke hoeken ontstaan. In het gebied mogen keten worden geplaatst, maar wel zo min mogelijk. In de uitvoeringseisen, bijlage 1, is een zone aangewezen waarbinnen keten mogen worden geplaatst. Parkeren van personenauto s op het werkterrein wordt niet toegestaan. Verder moet de logistiek van het bouwproces en de aanvoer van materiaal en materieel zo worden geoptimaliseerd dat het werkterrein zo beperkt mogelijk wordt gehouden. NB: het dagelijks beheer van schoon en heel in het gebied buiten de hekken wordt door Stadsdeel Centrum verzorgd. Opdrachtnemer zal door hem veroorzaakt stof etc. moeten opruimen en beter nog met voorzorgsmaatregelen moeten voorkomen. Bedrijfsvoering en economisch belang De meeste functies in het gebied blijven vanaf hun huidige locatie in bedrijf. De voorzieningen van de passagiersvaart dienen door Opdrachtnemer tijdelijk te worden verplaatst van de middenkom naar de oostelijke- en westelijke kom, zodat ook deze bedrijvigheid doorgang kan vinden tijdens de uitvoering. Zie hiervoor de Vraagspecificatie Eisen. Veel van de aspecten die belangrijk zijn voor de bedrijven in en rond het projectgebied zijn al bij geluid en bereikbaarheid aan de orde gekomen. Zichtbaarheid van een functie is een van de aspecten die ertoe bijdragen dat een functie kan worden gevonden. De bouwwerkzaamheden op het rond het stationsplein brengen met zich mee dat er bouwhekken zullen worden geplaatst en er binnen de hekken materiaal en materieel komt te staan. In sommige gevallen kunnen deze hekken, of hetgeen er binnen de hekken staat, zichtlijnen onderbreken. De zichtbaarheid van de functies in het gebied zal dus tijdelijk anders zijn dan nu het geval is. Dat kan niet worden voorkomen. Daar waar de zichtbaarheid tijdelijk vermindert, zullen maatregelen dienen te worden getroffen (denk aan tijdelijke bebording) om ervoor te zorgen dat functies wel vindbaar blijven.

32 Pagina 32 van Hoofdlijn eisen ten aanzien van Veiligheid Algemeen Veiligheid staat in de uitvoering voorop. In het contact tussen opdrachtgever en opdrachtnemer zal hier voortdurend aandacht aan worden besteed. Naast de BLVC uitvoeringsplannen wordt aan opdrachtnemer opgedragen een veiligheidsplan op te stellen en deze ter acceptatie aan opdrachtgever voor te leggen (zie Annex III en IV) De eisen ten aanzien van veiligheid zijn onderverdeeld in eisen op het gebied van verkeersveiligheid, calamiteiten en noodsituaties, bouwveiligheid, sociale veiligheid en openbare orde en veiligheid. Hierbij dient altijd te worden voldaan aan vigerende wet- en regelgeving. In deze paragraaf zijn enkele project specifieke eisen genoemd. Verkeersveiligheid Het verkeer in en rond het projectgebied moet zoveel mogelijk conflictvrij worden afgewikkeld. Zeker in dit gebied, met veel langzaam verkeer, waaronder zoekende toeristen en OV gebruikers, is dat een belangrijke eis. Aan de verkeersbewegingen van bouwverkeer worden eisen gesteld; zoveel mogelijk vooruit het werkterrein op- en afrijden en zo min mogelijk kruisende bewegingen. Daar waar nodig moeten gecertificeerde verkeersregelaars worden ingezet. Calamiteiten en noodsituaties De functies in het projectgebied moeten bereikbaar blijven voor nood- en hulpdiensten. Ook moeten het stationsgebouw en de metrohal altijd op een veilige manier ontruimd kunnen worden. Daartoe moeten voldoende (vlucht)deuren van het stationsgebouw beschikbaar zijn en er moet voldoende ruimte op het stationsplein zijn om de mensen op te vangen. De vluchtroutes kunnen per fase verschillen. Belangrijk is dat er voorafgaand aan de betreffende fases gekeken wordt of het stationsgebouw en de metrohal veilig ontruimd kunnen worden, eventueel met een aangepast ontruimingsplan. Naast calamiteiten in het stationsgebouw kan er zich een situatie voordoen waardoor de Michiel de Ruytertunnel tijdelijk moet worden afgesloten. De huidige omleidingsroute loopt via het projectgebied. De Verkeersgroep De Entree heeft als taak om tijdig een alternatief omleidingsplan te maken voor de fase waarin de Westertoegang wordt verdiept en dus geen onderdeel uit kan maken van de omleidingsroute. Werkterrein en bouwveiligheid Werkterreinen moeten goed worden afgesloten zodat deze niet toegankelijk zijn voor onbevoegden. Er mag geen los materiaal, zoals stenen rondom het werkterrein blijven liggen na werktijden. Er zijn meerdere werkprotocollen en richtlijnen van toepassing (CROW, ZWIA, ), waarin nadere eisen worden gesteld om de bouwveiligheid te borgen.

33 Pagina 33 van 67 Sociale veiligheid De sociale veiligheid hangt nauw samen met de locatie en vormgeving van de bouwhekken en de verlichting rondom. In het gebied is cameratoezicht. Deze moet ook tijdens uitvoering voldoende dekking blijven geven. Openbare orde en veiligheid De eisen ten aanzien van openbare orde en veiligheid hebben voornamelijk betrekking op eisen die worden gesteld tijdens een evenement. Tijdens Koningsdag, Gaypride, Dam tot Damloop en Sail 2020 (de relevante grootschalige evenementen binnen het gebied) mag niet (of beperkt ) gewerkt worden. Ook worden er eisen gesteld ten aanzien van zaken die het zicht op het werkterrein verminderen en moeten de bouwhekken stevig worden verankerd. Tijdens een evenement moeten de loopstromen van en naar Amsterdam Centraal goed en veilig kunnen worden afgewikkeld. De breedte van ieder looppad moet minimaal 7 m zijn. Voorafgaand aan een evenement zal de politie met de gebiedsbeheerder een inspectie houden om te bezien of er aanvullende maatregelen nodig zijn in het kader van de openbare orde en veiligheid (bijvoorbeeld meer loopruimte beschikbaar maken). 3.5 Randvoorwaarden fasering Opdrachtnemer zal worden uitgedaagd om de fasering zo veel mogelijk te optimaliseren om een zo kort mogelijke doorlooptijd van de uitvoeringswerkzaamheden en daarbij zo min mogelijk hinder te verkrijgen. In een complex en gevoelig gebied is het noodzakelijk enkele randvoorwaarden mee te geven: De Westertoegang mag vanaf oktober 2017 gestremd worden met als randvoorwaarde dat de De Ruyterkade west weer in twee richtingen beschikbaar is; De verdieping van de Westertoegang zal zo vroeg mogelijk in het project worden gerealiseerd. Een verdiepte Westertoegang is randvoorwaarde voor het kunnen zetten van de Knip; Tijdens stremming van de Westertoegang moeten de Kamperbrug en ODE-brug beschikbaar zijn; De Martelaarsgracht moet altijd van noord naar zuid beschikbaar zijn voor autoverkeer (aanrijden via Haarlemmerhouttuinen en/of Westertoegang); Voorafgaand aan de knip Prins Hendrikkade, zal de Westertoegang verdiept moeten zijn en zullen de kruispunten Martelaarsgracht Prins Hendrikkade en Haarlemmer Houttuinen/Droogbak Prins Hendrikkade klaar moeten zijn voor de nieuwe verkeersafwikkeling; De Knip is randvoorwaardelijk voor het vrij kunnen maken van het Prins Hendrikplantsoen (PHP) voor werkzaamheden aan de traminfra op het PHP en het vergroten van de middenkom met daar onder de fietsenstalling; Voordat de middenkom functievrij kan worden gemaakt moeten de voorzieningen voor de passagiersvaart in de west- en oostkom gereed zijn;

34 Pagina 34 van 67 Voordat de knip wordt gezet moeten de bussen in twee richtingen via de Kamperbrug afgewikkeld worden; De hoofdfasering voor de traminfrastructuur zoals omschreven in bijlage 2 moet worden gevolgd. 3.6 Communicatie en organisatie Tijdens de uitvoering van het project moeten opdrachtgever en opdrachtnemer intensief samenwerken. Het onderscheid tussen publiekscommunicatie en bouwcommunicatie zoals vaak gehanteerd wordt in UAV-gc contracten is arbitrair. Bouwcommunicatie die mis gaat, verwordt tot onderdeel van het publieke debat. Bouwcommunicatie die goed gaat, maakt de belofte waar die op corporate niveau wordt gedaan. Ongeacht de samenwerkingsvorm is een aantal eisen geformuleerd ten aanzien van het communicatieresultaat, -proces en -samenwerking. Deze zijn opgenomen in de Vraagspecificatie Proces. De visie over samenwerking tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever is opgenomen in de Vraagspecificatie Algemeen.

35 Pagina 35 van 67 Begrippenlijst Term De Knip Wayfinding Sits Open Haven Front (OHF) Toelichting De verkeerskundige maatregel waardoor rechtsafslaand wegverkeer vanaf de Martelaarsgracht als linksafslaand verkeer vanaf het Damrak naar het oosten niet meer mogelijk is en wegverkeer op de Prins Hendrikkade komende vanaf het oosten, ter hoogte van de ODE-brug alleen nog rechtsaf mag slaan. De bewegwijzering van en naar de modaliteiten op stationseiland Systeem van houten panelen dat o.a. in de stationshal gebruikt wordt om werkterreinen (visueel) af te schermen. De verzamelnaam voor de drie waterbekkens aan de zuidzijde van Centraal Station

36 Pagina 36 van 67 Documentenlijst Nr Document Werken op het Stationseiland 1 Amsterdam Centraal Zo werken wij in Amsterdam op 2 straat Protocol werken rondom 3 metroverdeelhal 4 Werken rondom de Noord-Zuidlijn Versie / datum Februari Procedure buitengebruikname spoor (TBGN), 24 mei Veiligheidsvoorschriften kabel en leidingbeheerders 7 Functiekaart Centraal Station 15 juni Tekening locatie fietsenstallingen / parkeerregels Stationseiland - 9 Handboek Wayfinding en Branding Metronet en R-net 10 tpve toegankelijke bushaltes Versie 5, 12 mei 2015

37 Bijlage(n)

38

39 Bijlage 1 - BLV-uitvoeringseisen

40 Bereikbaarheid Nr Aspect Deel aspect Eis Toelichting bijlage U 1 Algemeen algemeen Opdrachtnemer dient bij het uitvoeren van de werkzaamheden voldoen aan wet- en regelgeving en aan de eisen die voortvloeien uit door Opdrachtnemer of Opdrachtgever verkregen vergunningen, toestemmingen etc. U 2 Opdrachtnemer dient voorafgaand aan werkzaamheden die het verkeer substantieel beïnvloeden, tenminste ter plaatse van elke verkeersmaatregel informatieborden te plaatsen en deze direct na afloop van de betreffende uitvoeringswerkzaamheden te verwijderen. U 3 U 4 U 5 Opdrachtnemer dient te waarborgen dat tijdelijke verkeersmaatregelen eenduidig en helder zijn en voldoen aan de CROW-96B richtlijnen. Opdrachtnemer dient te waarborgen dat tijdelijke routes in het gebied zo direct mogelijk en logisch zijn. Tijdelijke routes dienen goed te zijn aangeduid, conform het wayfinding systeem dat op het stationseiland gebruikt wordt. Deze aanduiding dient aan te sluiten bij de naamgeving van de functies in het gebied (metro, trein, tram). Opdrachtnemer dient de informatie voor het aanpassen van wayfinding aan te leveren bij Opdrachtgever en dient indien van toepassing op aanwijzing van Opdrachtgever de dragers (panelen, palen, consoles) te verplaatsten. Opdrachtnemer dient tevens zorg te dragen voor tijdige aanpassingen aan bewegwijzering in de aangrenzende gebieden en op de hoofdaanrijroutes in relatie tot de werkzaamheden van De Entree. Denk hierbij aan bebording, wegmarkering, geleiding etc. Dit is inclusief een logische en duidelijke aanduiding van tijdelijke routes Handboek Wayfinding en Branding Metronet en R- net U 6 Opdrachtnemer dient de openbare ruimte, indien nodig, zo kort mogelijk en in aaneengesloten periodes te onttrekken aan de openbaarheid. U 7 Opdrachtnemer dient werkterreinen binnen 2 dagen na afronding van de werkzaamheden waar het werkterrein voor bestemd is kleiner te maken, danwel te verdwijnen. U 8 U 9 Bereikbaarheid functies Alle (zowel ondersteunende als primaire) functies die bij aanvang van de realisatie bereikbaar zijn dienen tijdens de realisatie ook bereikbaar te zijn voor de modaliteiten binnen het projectgebied. Dit geldt ook voor, op het moment van aanvang van het project bekende, geplande functies En voor de passagiersvaart die tijdelijk vanaf een andere locatie zal opereren. Hierop geldt een uitzondering voor de functies die na het instellen van de knip komen te vervallen, voor deze functies geldt deze eis tot het instellen van de knip. Aanpassingen aan de instellingen van VRI s behoren tot de verantwoordelijkheid van Opdrachtgever. Opdrachtnemer dient benodigde aanpassingen aan instellingen van VRI s tenminste 13 weken voorafgaand aan het beoogde moment van de aanpassing bij Opdrachtgever aan te geven. Denk aan: passagiersvaart, bevoorrading (o.a. horeca bedrijven), catering, hotels, restaurants, taxi halen/brengen,.. U 10 U 11 Wegverkeer Doorgaand verkeer Opdrachtnemer dient mogelijk te maken dat wegverkeer altijd vanaf het Damrak richting IJtunnel kan rijden. Van de drie parallelle Noord-Zuid routes Kamperbrug, ODE brug en de Westertoegang mag gedurende de realisatie maximaal 1 gestremd zijn. Stremming dient zo kort mogelijk te zijn.

41 U 12 U 13 U 14 Opdrachtnemer dient te waarborgen dat vanaf het instellen van de knip voertuigen met een hoogte tot 4,2 meter en gelede bussen vanuit zowel de richting Martelaarsgracht als Haarlemmerhouttuinen via de Westertoegang naar de Michiel de Ruijterkade kunnen rijden en vice versa. Opdrachtnemer dient de route voor wegverkeer vanaf de Michiel de Ruytertunnel en/of de Haarlemmer Houttuinen over het kruispunt Martelaarsgracht Prins Hendrik Kade en de Martelaarsgracht in Noord-Zuid richting te allen tijde in stand te houden. Bij stremming van de Westertoegang dient de route oost-> west op de Prins Hendrikkade (tussen Binnenkant en Droogbak) beschikbaar te zijn. U 15 U 16 U 17 Nood- en hulpdiensten Opdrachtnemer dient de bereikbaarheid van functies, voorziening, woningen en bedrijven rondom en binnen de systeemgrenzen voor nood- en hulpdiensten te waarborgen. De wijze waarop dient te worden afgestemd met de Brandweer. Tijdelijke wegen en / of tijdelijk versmalde wegen dienen minimaal aan de volgende eisen te voldoen: De doorrijdbreedte voor éénrichtingverkeer minimaal 3,5 meter; Doorrijdbreedte tweerichtingsverkeer minimaal 5,5 meter; Doorrijdhoogte minimaal 4,2 meter of, indien de hoogte in aanvangssituatie minder is, minimaal de hoogte van de aanvangssituatie; Bochtstraal R7; Hellingbaan maximaal 7%. Indien de route ook door gelede bussen wordt gebruikt dient door middel van een rijcurvetest te worden aangetoond dat gelede bussen de route kunnen rijden. Opdrachtnemer dient te allen tijde te voorzien in voldoende bereikbare opstelplaatsen voor brandweervoertuigen. De Brandweer dient tot een afstand van maximaal 10 meter van een gevel te kunnen komen met een voertuig. De benodigde ruimte voor het opstellen van een wagen is 5*10 meter (breedte * lengte). De maximale afstand tussen twee opstellocaties is 35 meter. U 18 De Brandweer dient te allen tijde met de autospuit tot 15 meter van de aansluiting van droge stijgleidingen op het stationsplein te kunnen komen. Functiekaart stationseiland U 19 U 20 Brandweer De Brandweer dient te allen tijde ongehinderd toegang tot de (blus)voorzieningen en veiligheidsmaatregelen binnen de systeemgrenzen te hebben. De blusvoorzieningen en bijbehorende aanduidingen dienen te allen tijde schoon, heel en zichtbaar te zijn. De hydranten dienen rondom 2 meter vrij te zijn van obstakels. Voor de Brandweer dient te allen tijde een route komend vanaf oostelijke richting rijdend over het Prins Hendrik Plantsoen tegenover Victoria Hotel rechtsaf naar de IBIS weg (via de trambaan) beschikbaar te zijn. Functiekaart stationseiland U 21 De routes vanaf Brug 13 en de Kamperbrug over het voorplein dienen altijd beschikbaar en berijdbaar te zijn voor de Brandweer. U 22 De route over Brug 13 richting het IBIS hotel dient altijd beschikbaar en berijdbaar te zijn voor de Brandweer.

42 U 23 Bestemmingsverkeer Alle buurten binnen en grenzend aan de systeemgrenzen dienen voor het autoverkeer toegankelijk te blijven. Omrijden mag U 24 Parkeergarages De parkeergarages binnen de systeemgrenzen en de parkeergarages die via de systeemgrenzen bereikt worden dienen bereikbaar te blijven. Het betreft de parkeergarages P1, de parkeergarage van Barbizon hotel en Parkeergarage Oosterdok en de Kolk. U 25 De P1 garage dient altijd vanuit tenminste twee richtingen te kunnen worden bereikt. U 26 Indien een route naar een (openbare) parkeergarage wijzigt, dient de bewegwijzering erheen direct aangepast te worden vanaf de hoofdaanrijroutes tot aan de parkeergarage. U 27 Auto date Greenwheels / auto date/ kiss & ride plekken dienen, indien deze tijdelijk niet beschikbaar of bereikbaar zijn, in overleg met de gebiedsbeheerder van Stadsdeel Centrum gecompenseerd te worden. U 28 Voorzieningen Invalidenparkeerplaatsen dienen, indien deze tijdelijk niet beschikbaar of bereikbaar zijn, te worden gecompenseerd op een alternatieve locatie op maximaal 25 meter vanaf de oorspronkelijke locatie. De tijdelijke locatie van de invalidenparkeerplaatsen dient bereikbaar te zijn voor invaliden. U 29 Ter plaatse van de te verplaatsen invalide parkeerplaats dient minimaal 48 uur van tevoren een duidelijke aanduiding dient te worden aangebracht dat de betreffende parkeerplaats tijdelijk wordt opgeheven, inclusief de verwijzing naar de tijdelijke locatie van de invalidenparkeerplaats. U 30 Laden en lossen Venstertijden voor laden en lossen en afval inzameling dienen zoveel mogelijk gehandhaafd te blijven. Wanneer tijdelijk beperkingen noodzakelijk zijn, dient dit in zorgvuldig overleg met de belanghebbenden gedaan te worden. De afstemming met belanghebbenden is de verantwoordelijkheid van opdrachtnemer. De algemene venstertijden voor laden en lossen binnen het gebied zijn van 7-11 uur. Hierop zijn en kunnen (nieuwe) ontheffingen afgegeven worden. U 31 U 32 Restaurant Vermeer dient volcontinu (24 uur per dag) bevoorraad te kunnen worden. Wanneer tijdelijk beperkingen noodzakelijk zijn, dient dit in zorgvuldig overleg met de belanghebbenden afgestemd te worden. Wanneer de Martelaarsgracht in noordelijke rijrichting gestremd is, en de laad- en losplaatsen in de Martelaarsgracht niet bereikbaar zijn, dient op het Prins Hendrikplantsoen een laad/los mogelijkheid te zijn voor het Art otel en het Victoria hotel. Deze laad/los mogelijkheid dient vanaf Prins Hendrik Kade West bereikt te kunnen worden. U 33 Bezoekers van de hotels dienen met de auto tot nabij de ingang van de hotels te kunnen komen en daar kort te kunnen halteren. De locatie hiervoor dient te worden afgestemd met het betreffende hotel. U 34 De rondvaartboten aan de steigers binnen de systeemgrenzen en de opstallen van de passagiersvaart binnen de systeemgrenzen dienen bevoorraad te kunnen worden.

43 U 35 U 36 Waardetransport en ticket-automaten Kabels & leidingtracés Bedrijven, geldautomaten en ticket-automaten in en rond het projectgebied moeten tijdens de bouwperiode zo veel mogelijk bereikbaar blijven voor waardetransport. Indien er momenten zijn waarop bedrijven, ticket-automaten of geldautomaten tijdelijk niet bereikbaar zijn voor waardetransporten dient dit tijdig afgestemd te worden met de betreffende eigenaar. Kabels en leidingen en bijbehorende voorzieningen dienen bereikbaar te zijn voor onderhoud en in het geval van calamiteiten of verstoringen. Opdrachtnemer dient de toegankelijkheid van nutsvoorzieningen ten behoeve van de instandhouding ervan af te stemmen met betreffende eigenaren. NB ook de metroverdeelhal moet bereikbaar zijn voor waardetransport. U 37 OV-Bussen Het openbaar busvervoer dient tijdens de uitvoering van De Entree volgens (een zonodig tijdig aangepaste) dienstregeling kunnen worden afgewikkeld. Bestaande busbanen en bushalten dienen zo veel mogelijk gehandhaafd te worden. Wanneer door bijzondere omstandigheden een tijdelijke buitendienststelling van exploitatielijnen toch noodzakelijk is, kan dit alleen maar plaatsvinden in overleg met en na instemming van de vervoerder(s). U 38 vervallen U 39 Het busplatform aan de IJ-zijde van het CS dient na de knip gedurende de exploitatietijden vanuit oostelijke en westelijke toegang (via voorzijde) in beide rijrichtingen permanent bereikbaar te zijn voor bussen. U 40 Voorzieningen bus Tot het moment van de knip dienen OV bussen en de hop on hop off bussen op het Prins Hendrik Plantsoen te kunnen halteren. U 41 U 42 U 43 U 44 In exploitatie zijnde bushaltes dienen veilig bereikbaar te zijn voor reizigers, zijn als zodanig ook een veilig verblijfsgebied en kunnen ook veilig verlaten worden. Tijdelijke verplaatsing van in- en uitstaphaltes van OV-bussen dient in overleg met de vervoerders te geschieden. Tijdelijke haltes dienen een vergelijkbare capaciteit als de tijdelijk vervallen haltes te hebben en dienen op maximaal 250 meter vanaf de tijdelijk vervallen haltes te liggen, tenzij de ligging en capaciteit door opdrachtgever expliciet zijn vermeld. Bij stremming van de Kamperbrug dienen de in- en uitstaphaltes voor OV-bussen tijdelijk tegenover het Scheepvaarthuis te worden gesitueerd. De capaciteit van de tijdelijke haltes dient een minimale lengte te hebben van 60 meter. De tijdelijke haltes dienen te voldoen aan de CROW normen en het tpve toegankelijke bushaltes. Buitengebruikname en ingebruikname van een bushalte dient te verlopen conform de reguliere TBGN-procedure. tpve toegankelijke bushaltes TBGN procedure U 45 U 46 touringcars Gedurende de uitvoeringsperiode dienen er 12 touringcarhaltes beschikbaar en bereikbaar te zijn binnen de Systeemgrenzen. Met uitzondering van een periode van maximaal 2 maal 3 maanden in de maanden tussen november en medio maart, waarin het aantal touringcarhaltes in het gebied teruggebracht kan worden naar minimaal 9 stuks. Tijdelijke halteerplekken voor touringcars dienen zich na de knip evenredig verdeeld over de Prins Hendrikkade tussen de Singel en de ODE brug te bevinden. Tot de knip dienen halteerplekken op het Prins Hendrik Plantsoen bereikbaar te zijn vanaf het Damrak.

44 U 47 U 48 U 49 Er dient te allen tijde een touringcarhalte op maximaal 250 meter van de entree van het Victoria hotel te zijn. Er dient bij de touringcarhaltes voldoende ruimte te zijn om veilige in- en uitstap van groepen in de touringcarbussen te waarborgen. De touringcarhaltes dienen altijd bereikbaar te zijn via de Westertoegang of het Damrak. U 50 U 51 U 52 U 53 U 54 U 55 U 56 U 57 Bouwverkeer Tram Metro Trein Bouwverkeer mag niet wachten op de openbare weg rondom de bouwplaats. Indien nodig dienen, in overleg met de wegbeheerder (Stadsdeel Centrum), bufferplaatsen gecreëerd worden. Laden en lossen van materialen dient op het werkterrein plaats te vinden. Bouwverkeer dient zoveel mogelijk de spitsen te mijden ( / ). De logistiek van aan- en afvoer van bouwmaterialen en sloopafval dient te worden geoptimaliseerd zodat dat opslag van materialen is geminimaliseerd, de beladingsgraad van vrachtwagens is gemaximaliseerd. Opdrachtnemer dient te voldoen aan de uitvoeringseisen tram en tramfasering tbv contract De Entree zoals opgenomen in bijlage 2 bij dit BLVC kader. De werkzaamheden in het kader van De Entree mogen geen beperkingen opleveren aan de exploitatie van de metro. De in gebruik zijnde toegang tot het metrostation en de technische ruimten dienen altijd bereikbaar te zijn voor zwaar materieel ten behoeve van beheer en onderhoud. De voetgangerstraverse voor busreizigers aan de oostzijde van de Kamperbrug dient in stand te worden gehouden totdat de definitieve voetgangersruimte voor buspassagiers beschikbaar is. De werkzaamheden in het kader van De Entree mogen geen beperkingen opleveren voor de exploitatie van de treinen. U 58 U 59 U 60 U 61 Scheepvaart De nautische veiligheid in het projectgebied dient te worden gewaarborgd. Opdrachtnemer dient de in gebruik zijnde vaarwegen en afmeerlocaties binnen de systeemgrenzen en aangrenzende vaarwegen bereikbaar te houden voor de reguliere scheepvaart en (bagger)onderhoud. Bij stremming van de middenkom van het open haven front dient voor de passagiersvaart te allen tijde doorvaart vanuit de westelijke en oostelijke kom van het open haven front richting het IJ en de binnenstad mogelijk te blijven. Daarbij dient de doorvaart onder de Kamperbrug altijd in 2 richtingen tegelijk mogelijk te zijn. De doorvaart door de middenkom voor de reguliere scheepvaart dient voorafgaande aan de bouw van het PHP gebouw zo lang mogelijk ongestoord doorgang te vinden. Daarbij geldt een doorvaartprofiel van 13 meter breedte met een bodemligging op -3,5 m NAP als uitgangspunt.

45 U 62 U 63 De ombouw naar de tijdelijke situatie voor de passagiersvaart dient tot een zo kort mogelijke hinder voor de scheepvaart te leiden. Bij stremming van de middenkom van het open haven front dient door middel van een ontheffing op de Verordening op het Binnenwater de oostkom van het open haven front alleen toegankelijk te zijn voor beroepsvaart (waaronder passagiersvaart) en niet voor recreatievaart. U 64 Bij werkzaamheden vanaf een schip op het water waarbij de overige scheepvaart niet wordt gehinderd, moet een melding worden gedaan bij nautische zaken van Waternet. Indien bij de werkzaamheden hinder kan ontstaan dan dient er tenminste 6 weken voor aanvang van de werkzaamheden toestemming te worden gevraagd bij nautische zaken van Waternet. U 65 Fietsers fietsroutes Wanneer een fietsroute (tijdelijk) opgeheven wordt, dient er een gelijkwaardig alternatief beschikbaar te zijn, welke dient te voldoen aan de eisen in publicatie 74 van het CROW. De omrijdafstand van de tijdelijke fietsroute mag maximaal 250 meter bedragen. Dat kan een bestaande verbinding zijn, of, indien deze route te ver om is, via een tijdelijke nieuwe verbinding. U 66 U 67 Binnen de systeemgrenzen dienen te allen tijde twee doorgaande Oost-West én twee Noord-Zuid fietsverbinding in beide rijrichtingen beschikbaar te zijn. De fietsverbinding over de ODE brug mag daarin worden meegerekend als Noord-Zuid verbinding. De fietsverbinding aan de IJzijde mag worden meegerekend als Oost-West verbinding. De Langzaam Verkeers Passage (Cuijperspassage) onder het stationsgebouw door dient zoveel mogelijk in gebruik te zijn als onderdeel van de operationele Noord-Zuid fietsverbinding en mag maximaal 2 weekenden volledig worden gestremd. U 68 Indien tijdelijke fietspaden langer dan een jaar in gebruik zullen zijn, dienen deze te voldoen aan dezelfde functionele eisen als in de eindsituatie. U 69 Fiets voorzieningen Stallingsplaatsen voor fietsers, die tijdelijk verwijderd moeten worden, dienen met een gelijk aantal te worden vervangen. De locatie van deze tijdelijke stallingsplaatsen dient te worden afgestemd met Stadsdeel Centrum. U 70 De in exploitatie zijnde fietsenstallingen binnen het projectgebied dienen voor fietsers en voetgangers bereikbaar te zijn. U 71 U 72 U 73 Voetgangers Wanneer een route voor voetgangers (tijdelijk) opgeheven wordt, dient er een gelijkwaardig alternatief beschikbaar te zijn. De voetpaden dienen van een goede kwaliteit te zijn. Mindervalide verkeersdeelnemers en rolstoelgebruikers zijn maatgevend voor de uitvoering van de maatregelen. De eisen en richtlijnen Zo werken wij in Amsterdam op straat (ZWIA) dienen te worden geïmplementeerd danwel opgevolgd. Er dienen te allen tijde twee doorgaande Oost-West én minimaal twee Noord-Zuid voetgangersverbindingen beschikbaar te zijn. De Noord-Zuid routes dienen in het verlengde van de Martelaarsgracht en het Damrak te liggen. De doorgaande Oost- West verbindingen dienen tussen het stationsgebouw en de gevel van het Victoriahotel te liggen. Zo werken wij in Amsterdam op straat U 74 De route tussen Centraal Station en het Damrak dient in de spits tenminste afwikkelingsniveau C/D te hebben of een breedte van tenminste 5,0 meter.

46 U 75 U 76 Omleidingsroutes voor voetgangers dienen logisch, veilig en zo kort mogelijk te zijn. De Langzaam Verkeers Passage (Cuijperspassage) (LVP) onder het stationsgebouw door dient zoveel mogelijk in gebruik te zijn als onderdeel van de operationele Noord-Zuid verbinding voor voetgangers. De LVP mag daarbij maximaal 2 weekenden volledig worden gestremd. U 77 U 78 Er dient te allen tijde een directe looproute voor reizigers van de bushaltes nabij de Kamperbrug naar het Centraal Station en vice versa te zijn. De openbare ruimte op het Stationseiland dient altijd op een veilige wijze een capaciteit van tenminste passanten per 24 uur en passanten in 5 minuten in de spits te kunnen afwikkelen. verplicht verificatie methode: Opdrachtnemer dient middels loopstroommodellen aan te tonen dat entrees van het stationsgebouw en de metro voldoende bereikbaar zijn tijdens de bouw. NB deze eis heeft betrekking op reguliere dagen. De eisen tijdens evenementen staan vermeld onder 'veiligheid'. U 79 U 80 U 81 De westelijke in/uitgang van het stationsgebouw dient s nachts altijd bereikbaar te zijn voor voetgangers. Gedurende de uitvoeringsperiode dienen ten minste 2 van de 3 Metrotoegangen op het Voorplein beschikbaar te zijn, waarbij het maaiveld tot ten minste 10 m vanaf de metrotoegang vrij moet zijn van obstakels om de loopstromen niet te hinderen. Gedurende de uitvoeringsperiode dienen ten minste 3 van de 4 Metrotoegangen bij de Kamperbrug beschikbaar te zijn en bereikbaar voor voetgangers. Na definitieve buitengebruik name van de metrotoegang Schreierstoren dienen ten minste 2 van de 3 Metrotoegangen beschikbaar en bereikbaar te zijn. De metrotoegang ten Zuidoosten van de Kamperbrug dient te allen tijde bereikbaar te zijn ten behoeve van een veilige overstap van reizigers van bus naar metro. Tijdelijke afsluiting van metro toegangen dient te worden afgestemd met de asset owner van Dienst Metro en Tram. verplicht verificatie methode: Opdrachtnemer dient middels loopstroommodellen aan te tonen dat entrees voldoende bereikbaar zijn tijdens de bouw. verplicht verificatie methode: Opdrachtnemer dient middels loopstroommodellen aan te tonen dat entrees voldoende bereikbaar zijn tijdens de bouw. Functiekaart Functiekaart U 82 U 83 Een van de twee liften naar de metroverdeelhal dient altijd voor mindervaliden bereikbaar en toegankelijk te zijn. De GVB ticket automaat op emplacement west nabij de halte van lijn 2 dient altijd bereikbaar te zijn. Tijdens ombouw emplacement west dient deze verplaatst te worden naar emplacement oost. De locatie dient in overleg met GVB overeen gekomen te worden.

47 Leefbaarheid Nr Aspect Deel aspect Eis Toelichting bijlage Milieu aspecten Geluid & trillingen De werkzaamheden dienen qua hinder(beperking) ten minste te voldoen aan vigerende wet- en regelgeving. U 84 U 85 U 86 U 87 U 88 Geluid- en trillingoverlast tijdens uitvoering dient tot een minimum te worden beperkt. Daartoe dienen ten minste alle eenvoudig toe te passen en gangbare maatregelen te worden toegepast. De sterkte van het door apparaten geproduceerde geluid mag op 7 m afstand van de bron niet meer bedragen dan een equivalent (gemiddeld over de 8-urige werkdag) geluidsniveau van 80 db(a). Voor 9.00 uur 's ochtends dienen geen geluidsintensieve werkzaamheden zoals bijvoorbeeld hei- en sloopwerkzaamheden, frezen van asfalt of zagen van materialen uitgevoerd te worden. Licht De verlichting van het werkterrein dient zo min mogelijk hinder voor de omgeving te veroorzaken. Denk hierbij aan o.a. geluidsarme pompen / aggregaten bij bemaling van een bouwput. U 89 Verlichting werkterrein Het gebied rondom het werkterrein dient te worden verlicht ten behoeve van het creëren van een sociaal veilige omgeving. U 90 Openbare verlichting Gedurende de uitvoeringsperiode dient de openbare ruimte een vergelijkbaar verlichtingsniveau te hebben als in aanvangssituatie. U 91 U 92 U 93 illuminatie Gedurende de uitvoeringsperiode dient de illuminatieverlichting van objecten binnen de systeemgrenzen gelijk te blijven aan de aanvangssituatie. De openbare verlichting ter plekke van de bus- en tramhaltes dient optimaal te zijn en te voldoen aan vigerende richtlijnen. De toegangen tot de metro dienen een vergelijkbaar verlichtingsniveau en comfort te hebben als in de aanvangssituatie. Daarbij ook aandacht voor de richting van het licht opdat reizigers die de metrotoegang opgaan niet verblind worden. U 94 Stof De Werkzaamheden dienen zo min mogelijk stofoverlast te veroorzaken aan derden. Op/wegwaaien van materialen, bodem en stof dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Indien verspreiding van (opwaaiende) materialen en bodem- en stofdeeltjes vanaf het werkterrein, bouwwegen en de bouwput naar omliggende ruimte en gebouwen optreedt dient de Opdrachtnemer deze direct op te ruimen. NB De Nicolaas Parochie heeft de deuren altijd open staan tijdens een dienst. U 95 Opdrachtnemer dient de emissies van aan- en afvoer van materialen zoveel mogelijk te beperken.

48 U 96 Werkterrein Parkeren van personenvoertuigen op het werkterrein is niet toegestaan. U 97 Zicht & uitstraling Bouwhekken dienen een hoogwaardige uitstraling te hebben conform de richtlijnen in zo werken wij op het Stationseiland Amsterdam Centraal. De vormgeving hiervan dient te worden afgestemd met de directe omgeving, waaronder de hotels. De uitwerking dient te worden voorgelegd aan Opdrachtgever. zo werken wij op het Stationseiland Amsterdam Centraal U 98 Tijdelijk materiaalgebruik Tijdelijke situaties dienen qua materiaalgebruik en vormgeving eenheid uit te stralen. Hierbij dient in overleg met de gebiedsregisseur aansluiting te worden gezocht bij het SITS systeem. SITS U 99 U 100 U 101 Werktijden De uitstraling van de tijdelijk ingerichte openbare ruimte dient qua uitstraling minimaal het niveau van de aanvangssituatie te zijn. Dit geldt zowel voor de inrichting als de materialisatie als het beheer- en onderhoudsregime. De werktijden, met uitzondering van de geluidsintensieve werkzaamheden, conform de APV dienen te worden aangehouden. Opdrachtnemer mag ontheffingen hierop aanvragen bij het bevoegd gezag. Afwijkingen moeten worden onderbouwd en tijdig worden gecommuniceerd met de omgeving. Lange werkdagen mogen niet te koste gaan van de kwaliteit, leefbaarheid en bereikbaarheid. Bouwplaats Er dient een zo beperkt mogelijke bouwkeet in het werkgebied te zijn. U 102 Opdrachtnemer mag na verplaatsen van de passagiersvaart keten plaatsen in de middenkom. De maximale hoogte van de keten bedraagt 1 verdiepingshoogte vanaf maaiveld. Opdrachtgever wenst ten behoeve van de samenwerking met Opdrachtnemer onder 1 dak te werken. Opdrachtnemer dient daartoe 10 werkplekken in een eigen afsluitbare ruimte voor U 103 Opdrachtgever te faciliteren. U 104 Het werkterrein dient zo beperkt mogelijk te zijn. U 105 Bouwpuin dient direct te worden afgevoerd. U 106 U 107 U 108 U 109 U 110 Schoon & heel Tijdelijke opslag en/of stalling van materiaal en materieel is alleen toegestaan binnen de bouwhekken en dient minimaal 1 meter uit de bouwhekken te liggen. Containers, schaftketen e.d., dienen minimaal 5 meter uit bestaande gevels geplaatst te worden. Bij bijzondere gebouwen van cultuurhistorische waarde, zoals monumenten, is de afstand minimaal 10 meter. Bouwmaterieel dat het werkterrein verlaat moet schoon zijn, zodat de openbare ruimte niet vervuild wordt. Tijdens de bouwperiode dient de Opdrachtnemer vervuiling / beschadiging door zijn schuld buiten en binnen het werkterrein in de openbare ruimte direct te herstellen op zijn kosten. Dit in afstemming met de wegbeheerder. Indien het niet mogelijk is om schade binnen 24 uur na constatering te herstellen, dient de Opdrachtnemer binnen 24 uur na constatering de situatie veilig te stellen en te onderbouwen waarom herstel binnen de gestelde termijn niet mogelijk is. Binnen 2 werkdagen dient Opdrachtnemer met een herstelplan te komen en zal deze overleggen aan Opdrachtgever.

49 U 111 U 112 Bedrijfsvoering & economisch belang Tijdens uitvoering van de werkzaamheden dient de hinder voor omwonenden, reizigers, toeristen en bedrijven in en rond het projectgebied tot een minimum te worden beperkt. De bedrijfsvoering van bedrijven op en rondom het projectgebied dient gedurende de uitvoering doorgang te kunnen vinden. U 113 U 114 Publieke voorzieningen De lichtprojectie op de gevel van het stationsgebouw dient tijdens de uitvoering in stand gehouden te worden. De wijze waarop de projectie in stand wordt gehouden behoeft afstemming met NS. De Opdrachtnemer dient bij iedere aanpassing van het (tijdelijke) mastenplan aan te geven hoe de projectie op CS in stand wordt gehouden. Tijdens de uitvoering mogen er geen voertuigen van opdrachtnemer nabij de gevel van het stationsgebouw te worden geparkeerd. In de nachtelijke uren van 1 tot 5 uur wordt deze projectie geplaatst op de gevel. U 115 bedrijven De vindbaarheid van toeristische functies (garage, horeca en informatie/verkooppunten) dient gedurende de bouwfase gewaarborgd te worden. U 116 Passagiersvaart De steigers en overige voorzieningen van de passagiersvaart dienen in de tijdelijke situatie gesitueerd te worden op de locatie en met de specificaties conform de eisen in de VSE. U 117 U 118 NZH Koffiehuis De tijdelijke steigers en voorzieningen voor de passagiersvaart dienen functioneel te zijn voordat de passagiersvaart hun exploitatie kunnen verplaatsen naar deze steigers en voorzieningen.. Voor het gebouw van GVB tickets en voor het Koffiehuis dient in de periode van 1 april t/m 30 september en in de kerstvakantie ruimte te zijn voor het faciliteren van een rij van 20 personen met koffers voor de ingang van beide gebouwen. Voor de ticketverkoop van Lovers, ticketverkoop van het GVB en het VVV (I Amsterdam) ontstaatn tijdens dit seizoen rijen voor de deur. Hiervoor moet ruimte blijven tijdens de uitvoering. U 119 Terrassen Terrassen dienen zoveel mogelijk in stand gehouden te worden. Indien werkzaamheden ter plaatse van een terras moeten plaatsvinden dient in overleg met Stadsdeel Centrum en de ondernemer een passend alternatief te worden gezocht, waarbij de afstand van de locatie van het terras tot het gebouw van de betreffende ondernemer maximaal 15 m mag zijn. U 120 In de periode van 1 maart tot 30 november dient de hotdog-car zijn bedrijfsvoering te kunnen runnen op de plek die deze in aanvangssituatie heeft, dat wil zeggen ten noorden van de Middentoegangsbrug. Indien deze locatie in verband met bouwwerkzaamheden niet mogelijk is dient in overleg met de eigenaar en Stadsdeel Centrum een alternatieve locatie op het stationsplein nabij het stationsgebouw geboden te worden. U 121 Beekwilder Op de dag waarop "etalage van het jaar" wordt georganiseerd door Beekwilder dient voldoende ruimte te zijn voor de entree van Beekwilder, waarbij informatie over de datum bij Beekwilder moet worden verkregen.

50 U 122 Nicolaas Parochie Tijdens rechtstreekse TV uitzendingen vanuit de Nicolaas Parochie dient een satelietwagen naast de entree van de Nicolaas Parochie te kunnen staan. U 123 overige Gedurende de uitvoeringsperiode dienen parkeermeters in stand te worden gehouden. U 124 U 125 Reclame objecten Gedurende de uitvoeringsperiode dient het aantal brievenbussen binnen de systeemgrenzen gelijk te blijven aan het aantal in de aanvangssituatie en dienen deze bereikbaar zijn met een voertuig met een maximale loopafstand van 25 meter van het voertuig tot de brievenbus. Indien de brievenbussen verplaatst worden dient de nieuwe locatie afgestemd te worden met Post NL. Gedurende de uitvoeringsperiode dienen reclameobjecten op masten en bij haltes (ABRI) in stand te worden gehouden. Indien dit niet mogelijk is dienen deze elders binnen de systeemgrenzen te worden gecompenseerd. De locatie dient te worden afgestemd met de exploitant. U 126 afvalbakken Gedurende de uitvoeringsperiode dient het aantal en de capaciteit van de afvalbakken binnen de systeemgrenzen gelijk te blijven aan het aantal in de aanvangssituatie. Eventuele verplaatsing dient te worden afgestemd met Stadsdeel Centrum.

51 Veiligheid Nr Aspect Deel aspect Eis Toelichting bijlage U 127 U 128 Algemeen De werkzaamheden mogen geen veiligheidsrisico s voor de omgeving opleveren. Opdrachtnemer dient hiertoe tenminste te voldoen aan vigerende wet- en regelgeving. De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd conform vigerende richtlijnen. Opdrachtnemer dient medewerking te verlenen aan het beheersen van de openbare orde en veiligheid bij een calamiteit. Alle aanwijzingen die door het bevoegd gezag in dat kader worden gegeven dienen door opdrachtnemer opgevolgd te worden. U 129 Verkeersveiligheid Conflictvrije verkeersafwikkeling Het verkeer binnen de systeemgrenzen dient zoveel mogelijk conflictvrij te worden afgewikkeld. Indien conflictvrij niet haalbaar is dienen maatregelen te worden getroffen om de veiligheid voor verkeersdeelnemers te garanderen. U 130 Veiligheid bouwverkeer De opdrachtnemer dient het aantal invoegende en kruisende bewegingen van bouwverkeer met overig verkeer in het gebied te minimaliseren. U 131 Bouwverkeer dient altijd vooruit het werkterrein in- en uit te rijden zodat de chauffeur goed zicht heeft op de verkeersstromen ter plaatse. U 132 Achteruitrijdend bouwverkeer is slechts toegestaan indien Opdrachtnemer kan aantonen dat er geen andere oplossing mogelijk is. U 133 U 134 Calamiteiten & noodsituaties verkeersregelaars Toegangen en uitgangen Opdrachtnemer dient verkeersregelaars in te zetten bij tenminste het achteruit rijdend en afslaand bouwverkeer dat overige verkeersstromen ongeregeld kruist. De verkeersregelaars dienen in het bezig te zijn van een aanstellingscertificaat geldig voor Amsterdam. De verkeersregelaars dienen dit certificaat bij uitvoering van de werkzaamheden bij zich te dragen. De verkeersregelaars dienen duidelijk herkenbaar te zijn. Er dienen te allen tijde voldoende toetredingen, uitgangen en nooduitgangen van het stationsgebouw en de metro toegankelijk te zijn, zowel tijdens een spits als in geval van calamiteiten. Er kan maximaal 1 van de in/uitgangen dicht ivm werkzaamheden op het stationsplein. Daarbij moet uit worden gegaan van de situatie dat alle reizigers via het stationsplein het stationsgebouw moeten kunnen verlaten. De hiertoe verplichte vluchtwegberekening moet ter goedkeuring worden voorgelegd NS en Dienst Metro en Tram. Indien voor de deur gewerkt moet worden dient dit tenminste 3 maanden van te voren afgestemd te worden met NS en dienst Metro en Tram. De IJpassage is bij calamiteiten ook een vluchtweg. Functiekaart U 135 U 136 Vrijhouden toegangen en uitgangen. Calamiteitenplan NS en metro Toetredingen, uitgangen en nooduitgangen van bijeenkomstgebouwen (o.a. horeca) die op dat moment in gebruik zijn dienen ongehinderd te kunnen functioneren. Er dient voldoende ruimte op het stationsplein te zijn om ontruiming van het stationsgebouw en metrohal naar stationsplein mogelijk te maken. Dit geldt ook tijdens risicowerkzaamheden en evenementen. Functiekaart Calamiteitenplan NS, calamiteitenplan MeT

52 U 137 U 138 U 139 Werkterrein & bouwveiligheid Afzetting werkterrein Sociale veiligheid Observatie camera s De wijze van afzetting en toegang tot het werkterrein dient onbevoegde toegang te voorkomen en dient vandalisme bestendig te zijn. Gedurende de uitvoeringsperiode dient het observatiebereik van de observatiecamera's gelijk te zijn aan de aanvangssituatie, ook als blijkt dat camera(s) moeten worden verplaatst. De locatie van de camera s dient te worden afgestemd met de betreffende eigenaar. De eigenaar van de camera s verplaatst te camera s. Ten behoeve van de sociale veiligheid dient te worden voorkomen dat er langs het werkterrein donkere hoeken of onderbroken zichtlijnen ontstaan. Openbare orde en veiligheid Grote evenementen Bij grootschalige evenementen in de Binnenstad van Amsterdam (zoals bijvoorbeeld Koningsdag, Gaypride, Dam tot Damloop, Sail 2020, oudejaarsviering ) dienen werkzaamheden binnen de systeemgrenzen te worden opgeschort voor de duur van het evenement + 1 dag voorafgaand en 1 dag na afloop van het evenement. De evenementen worden uiterlijk 3 maanden voorafgaand aan het evenement kenbaar gemaakt op U 140 U uur voorafgaand aan het grootschalige evenement dient de capaciteit van de looproutes binnen de systeemgrenzen te worden geoptimaliseerd, zodat deze voldoende capaciteit hebben om de bezoekersaantallen op een veilige manier te kunnen afwikkelen. Daarbij dient iedere doorloop een minimale breedte van 7 m te hebben. U 142 Opdrachtnemer dient voorafgaand aan grootschalige evenementen (ruim vooraf bekend) of een officiële ontvangst (kort van tevoren bekend) in afstemmening met de WIOR vergunningverlener eventueel maatregelen te treffen ten behoeve van de openbare orde en veiligheid. Opdrachtgever zal niet-jaarlijks terugkerende evenementen minimaal 3 maanden van te voren aankondiging. Opdrachtnemer dient eens per kwartaal met Opdrachtgever de maatregelen tijdens evenementen door te nemen. U 143 U 144 Tijdens grootschalige evenementen dienen de bouwhekken dichtgezet te zijn en er dient geen doorzicht op het werkterrein te zijn. De voeten van de bouwhekken dienen naar binnen gedraaid te zijn en te zijn geschoord. Tijdens Koningsdag dient er voldoende ruimte op de toegangsbruggen te zijn om cityfences te plaatsen op last van de politie in het kader van crowd-management. De benodigde ruimte en locatie dient te worden afgestemd met de politie.

53 Techniek en bouwvolgorde Nr Aspect Deel aspect/naam Eis Toelichting bijlage U 145 De werkzaamheden dienen binnen de systeemgrenzen te worden uitgevoerd, met uitzondering van de tijdelijke tramhaltes (zoals benoemd in bijlage 2 van dit BLVC kader) en de tijdelijke bushaltes tegenover het Scheepvaarthuis. Tekening systeemgrenzen U 146 U 147 Fasering Verdieping Westertoegang Voorwaarden knip De Westertoegang dient zo spoedig mogelijk te worden verdiept. De KNIP kan worden ingesteld als: de Westertoegang verdiept is en beschikbaar is in 2 rijrichtingen; de linksaffer vanaf Haarlemmerhouttuinen naar de Westertoegang is aangepast zodat ook gelede bussen deze bocht kunnen maken; de U-turn op de Prins Hendrikkade ter hoogte van de Martelaarsgracht is gerealiseerd; Bussen in twee richtingen via de Kamperbrug kunnen rijden conform tekening tijdelijke maatregel Kamperbrug. De verdiepte Westertoegang is randvoorwaarde voor de knip Tekening Tijdelijke maatregel Kamperbrug U 148 Verplaatsing passagiersvaart De verplaatsing van de passagiersvaart dient na de datum genoemd in annex II plaats te vinden en dient tussen of 1 en 21 november of in de periode vanaf 21 januari tot 15 maart plaats te vinden. U 149 Instandhouding functies Oppervlakte water Bij een stremming van de middenkom van het open havenfront dient te allen tijde wateruitwisseling tussen de oostelijke en westelijke kom van het open havenfront mogelijk te zijn ten behoeve van het handhaven van de waterkwaliteit in de middenkom. U 150 grondwater Indien de grondwaterstand plaatselijk verlaagd wordt, mag dit geen invloed hebben op de grondwaterstand bij (paalfunderingen van) omliggende bouwwerken. U 151 De grondwaterstand onder het spoorviaduct Westertoegang dient minimaal het huidige niveau te zijn. U 152 U 153 afwatering maaiveld De grondwaterstand onder het monumentale gebouw aan de Droogbak dient minimaal het huidige niveau te zijn. Opdrachtnemer dient te waarborgen dat de afwatering in het projectgebied tijdens realisatie tenminste vergelijkbaar is met de aanvangssituatie en dient zodanig te zijn dat het regenwater afgevoerd wordt via kolken en er geen plasvorming ontstaat. Dit om te voorkomen dat regenwater de metrohal in stroomt. U 154 U 155 Metro Aansluiting metroverdeelhal Bij werkzaamheden op of rond de constructies van de Noordzuidlijn dient het protocol werken rondom de Noordzuidlijn gehanteerd te worden Eventueel tijdelijke maatregelen ten behoeve van het realiseren van de aansluiting op de metroverdeelhal mogen de constructie en het functioneren van de metroverdeelhal niet nadelig beïnvloeden.. Werken rondom de Noordzuidlijn U 156 De 2 afvoeren voor toiletunits op het stationsplein dienen gehandhaafd te blijven zijn tot en met oplevering. Op deze locaties worden tijdens evenementen plaskruizen geplaatst.

54 U 157 De rooktegels bij de oostelijke en westelijke ingang van het stationsgebouw dienen op dezelfde locatie gehandhaafd te blijven. Indien tijdelijke verplaatsing nodig is dient dit te worden afgestemd met de gebiedscoördinator U 158 U 159 U 160 U 161 U 162 U 163 Tijdelijke materialen en hulpconstructies Kabels en leidingen Bij eindoplevering van het werk dienen alle tijdelijke materialen, hulpconstructies en in het werk vrijkomende materialen te zijn verwijderd en te zijn afgevoerd. Gedurende de periode 1 oktober tot 1 april mag niet worden gewerkt aan hogedruk gasleidingen en tevsn aan de lage druk gasleiding in de Westertoegang. Het gasnetwerk dient slechts eenmaal buiten bedrijf te zijn ten behoeve van de aansluiting van de verleggingen op het bestaande netwerk. De tijd dat het gasnetwerk buiten bedrijf is ten behoeve van de aansluiting van de verleggingen op het bestaande netwerk dient zo kort mogelijk te zijn, met een maximum van acht uur tussen 9.00 en uur. gedurende de periode 1 december tot en met 31 januari mag niet worden gewerkt aan data kabels. Indien er werkzaamheden plaats vinden binnen een afstand van 10 m van een gietijzeren gasleiding, dient deze gietijzeren gasleiding vooruitlopende op de betreffende werkzaamheden te worden verlegd. Opdrachtnemer dient rekening te houden met tenminste de volgende voorwaarden ten aanzien van klantonderbrekingen van data kabels. Daarbij dienen klantonderbrekingen altijd tenminste 8 weken voorafgaand aan de onderbreking aangevraagd te worden bij de betreffende eigenaar. - onderbrekingen van Telecom kan uitsluitend plaats vinden tijdens de weekenden (van vrijdag 24.00u tot zondag 24.00u) en in de nacht (van 00.00u tot 06.00u); - onderbreking van Telecom mag niet plaats vinden tijdens de Olympische Spelen en EK en WK voetbal; - gedurende de freeze periode (1 december tot en met 31 januari) mag niet worden gewerkt aan data kabels. U 164 U 166 U 167 U 168 U 169 Bij het slaan van heipalen en/of aanbrengen van damwanden dient een minimale afstand van 1,5 meter tot kabels en leidingen van Eurofiber aangehouden te worden De Opdrachtnemer dient te zorgen voor de ongestoorde instandhouding van alle kabels en leidingen tijdens het verrichten van de Werkzaamheden, behoudens voor zover met Kabel- en Leiding Beheerders anders is overeengekomen. Hiertoe behoort het in acht nemen van de (veiligheids)voorschriften van onder andere de Kabel- en Leiding Beheerders. Opdrachtnemer dient rekening te houden met een doorlooptijd van 1 week voor het bemonsteren, testen en in bedrijf stellen van de leidingen van Waternet en de kabels en leidingen van Liander. Aan weerszijde van de sleuf dient rekening gehouden te worden met een proefgat t.b.v. bemonsteren. Tijdelijk verlegde kabels en leidingen dienen zodanig te liggen dat de kabels en leidingen voorafgaand aan de bouw van kunstwerken niet onderlangs kruisen. De kabels en leidingen dienen geen zettingen te ondergaan en/of schade op te kunnen lopen door bouwwerkzaamheden. Veiligheidsvoorschriften kabel en leiding eigenaren

55 U 170 Tijdens realisatie dient rondom kabels en leidingen voldoende ruimte te zijn om deze in een open ontgraving, zonder toepassing van constructies zoals bijvoorbeeld sleufbekisting en/of damwanden, te kunnen aanbrengen, repareren of vervangen. Toepassing van overkluizingen is toegestaan zolang het overkluisde leidingdeel in zijn geheel verwijderd en weer ingebracht kan worden en het ophopen van gas niet mogelijk is. U 171 U 172 U 173 U 174 Vooruitlopend op graafwerkzaamheden dienen er proefsleuven gegraven te worden voor de bepaling van de juiste ligging van de kabels en leidingen. Opdrachtnemer dient te waarborgen dat bij hulpconstructies voor kabels en leidingen tbv werkzaamheden aan de Westertoegang voldaan wordt aan: - Indien er tijdens de realisatiefase van de westertoegang niet voldoende ruimte aanwezig is voor reparaties van schade aan de telecomkabels dient er een calamiteitenroute beschikbaar te zijn - De hulpconstructie voor de tijdelijke verlegging van Kabels en Leidingen dient de kabels rondom af te schermen waarbij de afscherming handmatig met standaard gereedschap te demonteren is. - De hulpconstructie dient de kabeltracés gedurende de uitvoering over de volledige lengte te ondersteunen. - In de hulpconstructie dient een afzonderlijk compartiment inclusief afdekking, van minimaal 50 cm breed, beschikbaar te zijn voor de kabels van Liander - De hulpconstructie dient een vloeiende overgang voor kabels en leidingen te realiseren zijn tussen de vaste constructie en het maaiveld. - Bevriezing en opwarming van de waterleiding dient voorkomen te worden - De hulpconstructie dient dusdanig te zijn uitgevoerd dat de kabeltracés 24 uur per dag 7 dagen in de week bereikbaar te zijn bij storingen. - De hulpconstructie dient vrij te zijn van scherpe delen en/of randen. - De hulpconstructie voor de tijdelijke verlegging van kabels en leidingen dient een vaste gefundeerde constructie te zijn. Opdrachtnemer dient kabel en leiding tracés (leidingen, kasten, handholes, ) goed bereikbaar te houden ten behoeve van onderhoud en calamiteitenbestrijding Het pasmaken van rioolbuizen mag geschieden door middel van slijpen U 175 U 176 Bemalingen Elke pomp dient op de riolering te lozen via zandvang van voldoende capaciteit. Lozingen op betonnen en gemetselde putten dienen te worden aangebracht door middel van boren. U 177 voedingskast In overleg met Stadsdeel Centrum dient een moment te worden gekozen voor het verwijderen van de voedingskast voor de voorzieningen van de passagiersvaart bij de brug bij de natte Damrak. Het stadsdeel dient namelijk eerst een andere aansluiting te hebben gerealiseerd voor de reders

56 U 178 Tram U 179 Diversen U 180 U 181 U 182 De traminfra dient te allen tijde te voorzien in alle tijdelijke benodigde voorzieningen die nodig zijn voor een goed werkend tramsysteem. Opdrachtnemer dient rekening te houden met de aanwezigheid van onbekende ondergrondse obstakels. Indien rozetten moeten worden aangebracht op gevels van panden van derden dient de locatie hiervan te worden afgestemd met de eigenaar van het betreffende pand. Als gevolg van de werkzaamheden aan het PHP gebouw en de PHP metroverbinding dient de geluidsbelasting geminimaliseerd te worden tot TBD db. Tijdens de bouwwerkzaamheden moet te allen tijde een solide waterkering aanwezig zijn die de metroverdeelhal beschermt. Een mogelijke damwandbouwkuip wordt hiertoe niet beschouwd als een solide waterkering

57 Project de Entree Bijlage 2 - Uitvoeringseisen tram en tramfasering t.b.v. contract De Entree Realisatie traminfra de hoofdlijn In de periode wordt er flink gewerkt op het Stationseiland. Tijdens de werkzaamheden zullen de trams blijven rijden volgens de dienstregeling 1. Het belangrijkste uitgangspunt is dat alle trams die nu bij Amsterdam Centraal halteren, dat ook tijdens uitvoering blijven doen. De meeste trams stoppen dan op een van beide tramemplacementen. Sommige lijnen zullen tijdelijk op een andere plek nabij het Centraal Station stoppen, hetzij op het Prins Hendrikplantsoen, hetzij aan de IJzijde. Naast andere haltes nabij het Centraal Station zullen sommige haltes op de route iets verplaatst moeten worden en zullen er extra verbindingssporen en wissels moeten worden aangelegd om de (tijdelijke) routes mogelijk te maken. Sommige lijnen zullen namelijk tijdelijk andere routes moeten rijden tussen Dam en het Centraal Station om bij de juiste halte te kunnen komen. Daardoor zullen ook op en rond de Dam een aantal haltes moeten worden aangepast (verlengd of verplaatst). Van de twee tramemplacementen op het Stationsplein zal er altijd minimaal één in gebruik zijn, terwijl de andere wordt omgebouwd. Ten behoeve van de realisatie van nieuwe traminfrastructuur zal een stelsel van tijdelijke tramfaseringen noodzakelijk zijn. Hiertoe heeft Opdrachtgever een analyse uitgevoerd en heeft zij een eigen tramfasering ontwikkeld. De tramfasering heeft opdrachtgever inzicht gegeven in de uitvoerbaarheid van de vernieuwing van de traminfrastructuur binnen stringente eisen van de exploitatie van alle betrokken tramlijnen in het gebied èn binnen de uitvoeringsduur van het totale project. De tramfasering wordt bindend voorgeschreven in dit contract. De overige werkzaamheden in het kader van het project De Entree maken geen onderdeel uit van de bindend voorgeschreven fasering, tenzij deze expliciet zijn vermeld in randvoorwaardelijke sfeer voor de tramfasering, de uitvoeringseisen of anderszijds. In de tramfasering worden 6 fasen onderkend: Fase 0: realiseren van de randvoorwaarden voordat fase 1 kan starten, te weten: vergroten doorrijhoogte westertoegang, aanpassing kruising Droogbak, aanpassing kruising aan IJzijde westertoegang, knip Prins Hendrikkade ter hoogte van het Victoriahotel voor al het auto- en busverkeer. Fase 1: voorbereiding voorzieningen t.b.v. buitengebruikname emplacement west (incl. traminfra kruispunt Martelaarsgracht en Prins Hendrikplantsoen); Fase 2: buitengebruikname / ombouw / indienststelling emplacement west; hierna te noemen: Ombouw West ; Fase 3: voorbereiding voorzieningen t.b.v. buitengebruikname emplacement oost (halte lijn 26 aan IJzijde, incl. keerlus); 1 De dienstregeling die t.b.v. de tramfasering is aangehouden is de dienstregeling [lijnvoering en frequenties] zoals die gold d.d. voorjaar 2015, zonder lijn 24. De reden hiervoor is dat destijds is ingeschat dat lijn 24 na ingebruikname van de Noordzuidlijn komt te vervallen.

58 Datum Contractteam de Entree Kenmerk FLE0607WWU Pagina 58 van 67 Fase 4: buitengebruikname / ombouw / indienststelling emplacement oost (inclusief traminfra kruispunt Damrak, oostzijde Prins Hendrikkade en Oostertoegang) hierna te noemen: Ombouw Oost ; Fase 5: verwijderen tijdelijke voorzieningen ten behoeve van tramfasering. Aan opdrachtnemer worden uitvoeringseisen meegegeven. Daarmee wordt de tramfasering voorgeschreven. We eisen zowel de volgorde van de werkzaamheden als welke routes er gereden moeten kunnen worden. Opdrachtnemer wordt verantwoordelijk voor het tijdig gereed zijn van routes door werkzaamheden. GVB blijft verantwoordelijk voor de dienstregeling en het rijden volgens dienstregeling. De met de uitvoering gepaarde exploitatie- danwel rijtijdverliezen vallen daarmee buiten de verantwoordelijkheid van opdrachtnemer. NB uiteraard zal opdrachtnemer moeten voldoen aan de gestelde uitvoeringseisen. Na gunning zal aan Opdrachtnemer de mogelijkheid worden geboden om in samenwerking met Opdrachtgever (incl. GVB) de fasering en uitvoeringswerkzaamheden te optimaliseren. Opdrachtgever behoudt hierin het recht om vast te houden aan de fasering zoals hieronder omschreven. Uitvoeringseisen bereikbaarheid tram De uitvoeringseisen m.b.t. tramfasering zijn als volgt: De traminfrastructuur dient conform de werkvolgorde (de vier hoofdfaseringen 1 t/m 4) in dit document te worden aangelegd; Gedurende de werkzaamheden aan de traminfrastructuur dient de dienstregeling conform de per fase beschreven routes (en vereiste halteerplekken) doorgang te kunnen vinden; Ieder emplacement dient bij buitendienststelling eenmalig en volledig buitengebruik genomen te worden; Opdrachtnemer dient een buitendienststelling of indienststelling aan te kondigen en uit te voeren volgens de regels van de procedure TBGN; Het is vereist om gedurende de buitendienststelling van emplacement westzijde de Martelaarsgracht voor wegverkeer in Noordelijke richting af te sluiten. De werkzaamheden behorende bij fase 0, fase 1 en fase 3 zijn fases waarin voorzieningen dienen te worden gerealiseerd die randvoorwaardelijk zijn voor het ombouwen van de emplacementen (respectievelijk fase 2 en fase 4). Daarbij mogen werkzaamheden zoals omschreven bij fase 3 tegelijkertijd met werkzaamheden fase 1 en fase 2 worden uitgevoerd, zolang deze wanneer eerder uitgevoerd geen extra hinder opleveren. De werkzaamheden behorende bij fase 1 zijn randvoorwaardelijk voor het kunnen starten met werkzaamheden behorende bij fase 2; Voor fase 1 in de tramfasering gelden de volgende eisen: o De werkzaamheden fase 1 omvatten het realiseren van tijdelijke voorzieningen die buitendienststelling van emplacement west en bijbehorende traminfrastructuur mogelijk maken, te weten: Trams dienen vanaf de Martelaarsgracht via het Prins Hendrikplantsoen naar het Damrak te kunnen rijden. Trams dienen vanaf het Damrak via het Prins Hendrikplantsoen (via een ander spoor dan hierboven genoemd) naar de Martelaarsgracht te kunnen rijden. Per richting dient dus één spoor beschikbaar te zijn;

59 Datum Contractteam de Entree Kenmerk FLE0607WWU Pagina 59 van 67 Trams dienen vanaf emplacement Oost via de Middentoegangsbrug naar het Damrak te kunnen rijden = aanvangssituatie; Trams dienen vanaf het Damrak via de Prins Hendrikkade Oost naar emplacement Oost te kunnen rijden = aanvangssituatie; Trams dienen vanaf emplacement Oost en het Prins Hendrikplantsoen naar de Martelaarsgracht te kunnen rijden; Trams dienen vanaf de Martelaarsgracht, het Prins Hendrikplantsoen en de PH-kade Oost naar emplacement Oost te kunnen rijden; Er dienen langs beide nieuw te realiseren sporen op het Prins Hendrik Plantsoen tijdelijke haltes te worden gerealiseerd. De lengte van beide perrons dient 65 m (2 trams elk) te zijn.; Er dient een overloopspoor voor trams in beide richtingen van het Prins Hendrik Plantsoen naar de Prins Hendrikkade oost te worden gerealiseerd; Er dient een tijdelijke halte op de Martelaarsgracht tussen de Nieuwendijk en het Prins Hendrikplantsoen voor trams in noordelijke richting te worden gerealiseerd. Deze tramhalte dient tenminste 35 m lang te zijn (1 tram); in fase 1 dient de Martelaarsgracht in noordelijke richting voor autoverkeer te zijn afgesloten opdat er ruimte is om genoemde tramhalte te kunnen realiseren. Buiten de systeemgrenzen dienen onderstaande haltes door opdrachtnemer te worden aangepast: Halte Damrak ter hoogte van de Bijenkorf oostzijde (richting station) verlengen naar 95 meter zodat hier 3 trams kunnen halteren; Tramhalte Mozes & Aäronstraat noordzijde verlengen naar 65 m (2 trams); Tramhalte Rokin westzijde (vanaf station), vlak na de Dam aanleggen met een lengte van 65 m (2 trams), dusdanig ver van de Dam gesitueerd dat een derde tram achter deze 2 trams kan halteren zonder de kruising met de Paleisstraat te hinderen; Het is wenselijk om al in fase 1 de mogelijkheid te bieden om lijn 26 met behulp van een definitieve keerlus aan de IJzijde te laten keren. o De tijdelijke voorzieningen zoals omschreven in fase 1 dienen tot aan het einde van fase 4 hun functie te behouden; o Indien een tijdelijke halte voor een periode van meer dan 4 maanden wordt aangelegd, dan dient het perron op de plaats waar de conducteur zich bevindt een hoogte te hebben van 24 cm boven spoor (toegankelijkheidseis); o Aanpassingen aan de traminfrastructuur in fase 1 dienen na het instellen van de knip te worden uitgevoerd, tenzij deze werkzaamheden aantoonbaar geen belemmering vormen voor de overige weggebruikers; o Ten behoeve van de aansluiting van de nieuw aan te leggen traminfrastructuur op het bestaande netwerk is het toegestaan de trams vanaf 20.00u tot een half uur voor aanvang dienst via de Martelaarsgracht te laten rijden, zodat binnen dit tijdvak de aansluitingen kunnen worden gerealiseerd; - Voor fase 2 in de tramfasering ( Ombouw West ) gelden de volgende eisen

60 Datum Contractteam de Entree Kenmerk FLE0607WWU Pagina 60 van 67 o De werkzaamheden fase 2 omvatten het ombouwen van tramemplacement west en de daarbij horende infrastructuur, te weten: De traminfrastructuur (emplacement West en de infrastructuur op beide aansluitende bruggen,..); Het afsluiten van de Martelaarsgracht voor het autoverkeer in noordelijke richting. o De maximaal toegestane periode van buitendienststelling van het tramemplacement west bedraagt 12 aaneengesloten weken; - Voor fase 3 in de tramfasering gelden de volgende eisen: o De werkzaamheden fase 3 omvatten het realiseren van tijdelijke voorzieningen die buitendienststelling van tramemplacement oost en bijbehorende traminfrastructuur mogelijk maken, te weten: Emplacement West (4 sporen) en emplacement Prins Hendrik Plantsoen (2 sporen) dienen volledig beschikbaar te zijn. Voor lijn 26 dient een halte van minimaal 65 m lengte en keervoorziening aan de IJ-zijde van Amsterdam Centraal te worden gerealiseerd. De maximale loopafstand van de halte tot de ingang van Amsterdam Centraal is 250 m. Opdrachtgever werkt parallel aan het project De Entree aan een permanente voorziening voor lijn 26 aan de IJ-zijde (project IJ-tram). Opdrachtgever behoudt zich het recht voor om, indien blijkt dat de permanente voorziening tijdig beschikbaar is, de scope gerelateerd aan de keervoorziening voor lijn 26 tegen een vastgestelde som uit het contract De Entree te halen. Opdrachtgever dient uiterlijk 18 maanden voor de door ON geplande start werkzaamheden aan de keervoorziening aan te geven indien de scope gerelateerd aan de keervoorziening voor lijn 26 uit het contract wordt gehaald. o Lijn 26 dient ten behoeve van periodieke inspectie en regulier onderhoud van het trammaterieel en voor het verhelpen van storingen en defecten middels enkelspoor verbonden te blijven tussen de tijdelijke voorziening aan de IJ-zijde en het netwerk aan de voorzijde van het station. Deze enkelspoorse verbinding mag zonder bovenleiding zijn en dient gedurende fase 4 elke dag gedurende een tijdsvenster van u tot 02.00u uur of een met de vervoerder nader overeen te komen tijdsvenster beschikbaar te zijn; De enkelspoorse verbinding dient veilig berijdbaar te zijn in beide richtingen. Dit zonder inzet van verkeersregelaars; Indien de enkelspoorse verbinding zonder bovenleiding beschikbaar is dient de tram over het enkelspoor getrokken danwel geduwd te kunnen worden door een voertuig (bijv. Unimog); In alle andere fasen dient lijn 26 van aanvang dienst tot einde dienst op 7 dagen per week van en naar het Damrak te kunnen rijden. Indien een enkelspoorse verbinding tijdelijk niet mogelijk is dient Opdrachtnemer een gelijkwaardig alternatief te bieden. Een oplossing is gelijkwaardig als (minimaal) dezelfde functionaliteit wordt geboden in combinatie met

61 Datum Contractteam de Entree Kenmerk FLE0607WWU Pagina 61 van 67 (maximaal) dezelfde inspanning van Opdrachtgever danwel vervoerder. Dit ter beoordeling van Opdrachtgever en vervoerder; o Het is toegestaan om de keerlus aan de IJzijde ten behoeve van lijn 26 eerder te realiseren dan in fase 3. o Ten behoeve van aansluiting lijn 26 op tijdelijke voorzieningen (aansluiting van de keervoorziening op de tramsporen en aansluiting van een hulp-/overbrengingsspoor) is max 3 weekenden buitendienststelling toegestaan, waarbij maximaal 1 weekend buiten de zomerdienstregeling mag vallen. - Voor fase 4 in de tramfasering gelden de volgende eisen: o De werkzaamheden fase 4 ( Ombouw Oost ) omvatten het ombouwen van tramemplacement oost en de daarbij horende infrastructuur, te weten: De traminfrastructuur (Emplacement Oost, Prins Hendrikkade oost, Oostertoegang, ). o De maximaal toegestane periode van buitendienststelling van emplacement oost bedraagt 15 aaneengesloten weken. Indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden is een verlening van de buitendienstelling tot maximaal 20 aaneengesloten weken mogelijk: Opdrachtnemer kan aantonen dat een doorlooptijd van 15 weken niet haalbaar is en de totale hinder bij een doorlooptijd van 20 weken niet meer is dan bij een kortere doorlooptijd; De enkelspoorse verbinding dient vanaf 19.00u beschikbaar te zijn zodat ook reguliere uitwisselingsritten ten behoeve van wassen en zandvullen van het overbrengingsspoor gebruik kunnen maken; Indien er sprake is van enkelspoor dient het spoor veilig berijdbaar te zijn in beide richtingen en dienen de overbrengingsritten geen belemmering (ivm wachten) op te leveren voor de exploitatie van lijn 26; De definitieve voorziening aan de IJ-zijde dient beschikbaar te zijn. - Voor fase 5 geldt de eis: Tijdelijke voorzieningen dienen, tenzij geïntegreerd in de eindsituatie, binnen een termijn van 2 maanden na afronding van fase 4 te worden verwijderd. De exploitatie van de tram mag daarbij niet worden gehinderd. Uitvoeringseisen techniek Naast eisen aan de exploitatie gelden de volgende tram gerelateerde uitvoeringseisen: In exploitatie zijnde tramhaltes en de aanlooproutes dienen voldoende capaciteit te hebben, cf huidige situatie, of indien binnen dit contract te realiseren tijdelijke haltes cf CROW, normblad toegankelijkheid, zodat het verblijf bij de haltes en het verloop van het in- en uitstapproces op het drukste moment in een reguliere spitsperiode veilig verloopt. Tijdelijke traminfrastructuur dient te voldoen aan de OVNS-en traminfrastructuur. Instaphaltes van Tram en Bus dienen te zijn voorzien van statische informatieborden en Passagiers Informatie Displays. Opdrachtnemer dient te voorzien in de informatiedragers, Opdrachtgever levert en plaatst de informatie. Alle tramhaltes dienen toegankelijk te zijn voor alle categorieën reizigers, d.w.z. inclusief reizigers met een auditieve, visuele of motorische beperking en voor reizigers met bagage, kinderwagens, rollators of een rolstoel. De traminfra dient te allen tijde te voorzien in alle tijdelijke benodigde voorzieningen die nodig zijn voor een goed werkend tramsysteem.

62 Datum Contractteam de Entree Kenmerk FLE0607WWU Pagina 62 van 67 Opdrachtnemer dient in geval van een calamiteit/verstoring op het tramspoor de vervoersmaatschappij(en) direct toegang te verschaffen ten behoeve van het herstellen van de verstoring/calamiteit dient daarbij medewerking te aan de herstelwerkzaamheden; In elke fase dient het Dynamisch Spoor Systeem (DSS) functioneel en aangesloten te zijn op de traminfrastructuur en bediening ervan. Dit in overleg met de vervoersmaatschappij.

63 Datum Contractteam de Entree Kenmerk FLE0607WWU Pagina 63 van 67 Tramfasering De Entree Fase 1: voorbereiding voorzieningen ten behoeve van buitengebruikname emplacement west Tramlijnvoering fase 1 rondom Centraal Station (=tramlijnvoering aanvangssituatie) Tramlijnvoering fase 1 rondom de Dam (=tramlijnvoering aanvangssituatie) Omschrijving werkzaamheden: Fase 1 omvat het realiseren van de tijdelijke voorzieningen om emplacement west buiten dienst te kunnen stellen terwijl de trams op emplacement oost, het Prins Hendrikplantsoen en rondom de Dam bij tijdelijk aangelegde of tijdelijk verlengde haltes kunnen halteren. Randvoorwaarden start fase 1: Knip gezet. De Knip kan worden gezet als: o de Westertoegang verdiept is en beschikbaar is in 2 rijrichtingen o de linksaffer vanaf Haarlemmerhouttuinen naar de Westertoegang is aangepast conform ontwerp o de U-turn op de Prins Hendrikkade ter hoogte van de Martelaarsgracht is gerealiseerd Maximale uitvoeringsduur: nvt

64 Datum Contractteam de Entree Kenmerk FLE0607WWU Pagina 64 van 67 Fase 2: ombouw emplacement west en bijbehorende traminfrastructuur ( Ombouw West ) Tramlijnvoering Centraal Station fase 2 Tramlijnvoering rondom de Dam, fase 2 Omschrijving werkzaamheden: Fase 2 omvat het ombouwen van emplacement west en de wisselcomplexen bij brug 13 en bij de Middentoegangsbrug. Randvoorwaarden start fase 2: Knip gezet Voorzieningen zoals genoemd onder fase 1 gereed Maximale uitvoeringsduur: 12 weken

65 Datum Contractteam de Entree Kenmerk FLE0607WWU Pagina 65 van 67 Fase 3: voorbereiding voorzieningen ten behoeve van buitengebruikname emplacement oost Tramlijnvoering Omschrijving werkzaamheden: Randvoorwaarden start fase 3: Afhankelijk van het moment dat deze werkzaamheden worden uitgevoerd zal de tramlijnvoering cf fase 1 of fase 2 zijn. Fase 3 omvat het realiseren van de voorzieningen voor lijn 26 (eilandbedrijf) opdat emplacement oost buiten dienst kan worden genomen en de trams op emplacement West, het Prins Hendrik Plantsoen en de voorziening aan de IJ-zijde kunnen halteren. nvt Maximale uitvoeringsduur: Nvt

66 Datum Contractteam de Entree Kenmerk FLE0607WWU Pagina 66 van 67 Fase 4: ombouw emplacement oost en bijbehorende traminfrastructuur ( Ombouw Oost ) Tramlijnvoering rondom Centraal Station, fase 4 Tramlijnvoering rondom de Dam, fase 4 Omschrijving werkzaamheden: Fase 4 omvat het ombouwen van emplacement oost, het aanpassen van de traminfrastructuur (eindsituatie) op de Prins Hendrikkade oost, de Kamperbrug en de verbindende traminfrastructuur. Randvoorwaarden start fase 4: Noordzuidlijn in bedrijf Emplacement West in bedrijf Keervoorziening IJzijde in bedrijf Overige voorzieningen zoals genoemd onder fase 1, 2 en 3 gereed Maximale uitvoeringsduur: 15 weken, op te rekken tot 20 weken indien het verbindingsspoor voor lijn 26 ook na 19.00u beschikbaar is en indien er een definitieve keerlus voor lijn 26 aan de IJzijde aanwezig is.

67 Datum Contractteam de Entree Kenmerk FLE0607WWU Pagina 67 van 67 Fase 5: verwijderen tijdelijke voorzieningen tramfasering Tramlijnvoering fase 5 rondom Centraal Station (=tramlijnvoering aanvangssituatie = situatie voorjaar 2015) Tramlijnvoering fase 5 rondom de Dam (=tramlijnvoering aanvangssituatie) Omschrijving werkzaamheden: Fase 5 omvat het verwijderen van tijdelijke voorzieningen ten behoeve van de tramfasering rondom CS en rondom de Dam. Randvoorwaarden start fase 5: Fase 2 en 4 gereed Maximale uitvoeringsduur: 2 maanden