VERSLAG. VERGADERING van de COMMISSIE VOOR WELSTAND EN MONUMENTEN ROTTERDAM. WOENSDAG 22 maart 2017

Transcriptie

1 VERSLAG VERGADERING van de COMMISSIE VOOR WELSTAND EN MONUMENTEN ROTTERDAM WOENSDAG 22 maart 2017 Locatie: Het Timmerhuis Halvemaanpassage 90 1 e verdieping, kamer AANWEZIG Commissie: Michel (voorzitter), Galema, Diederen, Ruitenbeek, Van Oort (gedeeltelijk), Molenaar Secretariaat: Pronk, Van der Klauw (verslag) Bureau Monumenten: Knibbeler (gedeeltelijk) 4 BOUWPLANNEN 15:00 17: Staringbuurt, Delfshaven (1 e behandeling) (20 min) 15:00 omschrijving: Nieuwbouw 80 woningen ontwerp/opdracht: Coen Kampstra (Faro Architecten) / T. van Zwienen (Woonstad) OLO (conceptaanvraag) 4.2 Noordsingel 185, Noord (3 e behandeling) (20min) 15:20 omschrijving: Transformatie kantoorgebouw naar woningen ontwerp/opdracht: Xander Kruger / Mathijs Duiven (Transvormer) OMV PAUZE 15:40-15: Watertorenweg 336, Kralingen/Crooswijk (2 e behandeling) (nabij rijksmonument) (20 min) 15:50 omschrijving: Transformatie filtergebouw ontwerp/opdracht: Steven Biesiot (BB architecten) / Paul Jas (BD Consult) OLO (conceptaanvraag) 4.4 Mathenesserweg, Delfshaven (1 e behandeling) (20 min) 16:10 omschrijving: Renovatie en gevelwijziging van drie appartementengebouwen ontwerp/opdracht: Martijn Glas (Habeon Architecten BV), Havensteder OLO (conceptaanvraag) 4.5 Insulindestraat 210, Noord (2 e behandeling) (20min) 16:30 omschrijving: Spoorpunt: Eén blok stad, renovatie woningbouwblok nabij Hofpleinlijn ontwerp/opdracht: Harald Bottema (PutterParners) OLO (conceptaanvraag) 4.6 Koningin Emmaboulevard, Hoek van Holland (2 e behandeling) (20 min) 16:50 omschrijving: Nieuwbouw hotelrestaurant ter vervanging van expopaviljoen CEPEZED ontwerp/opdracht: Wim Veerbeek / Van Spelden, Timmers OLO (conceptaanvraag)

2 BOUWPLANNEN 4.1 Staringbuurt, Delfshaven (1 e behandeling) 15:00-15:20 omschrijving: ontwerp/opdracht: Nieuwbouw 80 woningen Coen Kampstra (Faro Architecten) / T. van Zwienen (Woonstad) OLO (conceptaanvraag) Toetsingskader De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) Omschrijving De architect presenteert het conceptplan voor de nieuwbouw van 80 woningen in de Staringbuurt. Het grootste deel van het plan is ontworpen door Faro architecten. Het deel aan de Vosmaerstraat is ontworpen door Venster architecten. Dit deel is qua vormgeving exact gelijk aan de reeds gerealiseerde nieuwbouw in deze straat. Alleen de hoekoplossing is niet eerder voorgekomen. Het deel van Faro architecten wordt door de architect toegelicht in de vergadering. Het plan is qua architectuur gebaseerd op de omliggende bebouwing. Het idioom van deze architectuur is op een eigentijdse wijze vertaald in het ontwerp. Het blok wordt niet als eenduidig blok ontworpen maar bestaat uit een opbouw van verschillende bouwblokken met een eigen vormgeving en materialisering. De architect wenst de blokken is verschillende tinten metselwerk uit te voeren afgestemd op de omliggende bebouwing. Er wordt gezocht naar een combinatie van kleuren die niet te ver uit elkaar liggen. De verschillende blokken sluiten soms direct op elkaar aan en soms door middel van een gemetselde tuinmuur. Sommige hoeken zijn daarom weliswaar open maar altijd voorzien van een gemetselde tuinmuur waardoor het karakter van gesloten bouwblokken in stand blijft. Ook wordt getoond hoe omgegaan wordt met de binnenterreinen. Voor de vormgeving van de binnenterreinen wordt samengewerkt met een landschapsarchitect. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Planmatig stedelijke uitbreidingen Welstandsniveau: Regulier Relevante criteria Ruimtelijke inpassing - Bouwinitiatieven houden de stedenbouwkundige structuur herkenbaar en verstoren deze niet. Verschijningsvorm - Nieuwbouw heeft een bij de omliggende bebouwing passende hoofdvorm. - Aan- en uitbouwen, dakkapellen, dakopbouwen en andere ingrepen aan het hoofdgebouw zijn in samenhang met de architectonische eenheid ontworpen. - Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. - Vormgeving of accentuering van de hoeken vindt plaats in samenhang met het blok als geheel en met de omringende blokken. - In- en uitspringende delen van de gevel (balkons, erkers en loggia s) blijven ondergeschikt aan de hoofdmassa en maken deel uit van het gevelontwerp. - Beganegrondgevels aan de openbare ruimte hebben een bij de situatie passende openheid. In woon-, winkel-, en kantoorgebieden zijn dichte (bergings-)gevels aan de straat ongewenst. - Materialen en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. - Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. - In woon-, kantoor- en winkelgebieden zijn detaillering en materiaalgebruik van de beganegrondgevel aan de straatzijde (met name rond de entree) van hoge kwaliteit (rijker en expressiever). - Erfafscheidingen zijn van hoogwaardig materiaal en worden zorgvuldig gedetailleerd. - Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp 2

3 Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking Het plan voor de nieuwbouw wordt positief ontvangen door de commissie. Op hoofdlijnen kan zij zich goed vinden in het plan, echter geeft zij aan nog niet overtuigd te zijn van het kappenlandschap. De kappen sluiten met name in de hoeken nog niet goed op elkaar aan. De commissie vraagt om nog eens goed naar de vormgeving van de kappen te kijken om tot een overtuigend en samenhangend geheel te komen. De commissie is tevens benieuwd naar de nadere uitwerking van het plan en de bemonstering van het metselwerk. Daarbij vraagt zij om eventuele kopersopties (zoals dakkapellen) alvast mee te nemen in het ontwerp. Voor het plan van Venster architecten wordt aandacht gevraagd voor de compositie van de kopgevel. De commissie vraagt of de gevelopeningen meer gespreid gepositioneerd kunnen worden zodat grote dichte gevelvlakken worden voorkomen. Conclusie De commissie reageert positief op de ingediende conceptaanvraag (voor zover uitgewerkt). Zij vraagt (ontwerp)aandacht voor de hierboven genoemde opmerkingen. In een nadere uitwerking van een eventueel aangepast planvoorstel dient sprake te zijn van passend materiaalgebruik en verfijnde / zorgvuldige detaillering. Op deze aspecten geldt dan ook een voorbehoud, zodat op deze aspecten eerst in latere instantie een advies kan worden afgegeven. De definitieve aanvraag wordt met belangstelling tegemoet gezien. 3

4 4.2 Noordsingel 185, Noord (3 e behandeling) (20min) 15:20-15:40 omschrijving: ontwerp/opdracht: Transformatie kantoorgebouw naar woningen Xander Kruger / Mathijs Duiven (Transvormer) OMV Toetsingskader De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de aangepaste aanvraag omgevingsvergunning getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 8 van het reglement van orde) Omschrijving van het plan Naar aanleiding van de behandeling van het plan in de commissievergadering van 8 februari en een navolgend gesprek met een gedelegeerde en het secretariaat van de commissie toont de architect het aangepaste plan. De opmerkingen van de commissie zijn opgepakt. Er is gekozen voor een heldere gevelopzet en ritmiek. De gevel is opgebouwd uit een raster van banden en stroken in stucwerk met daartussen een invulling van aluminium puien met Franse balkons. Deze ritmiek loopt door tot en met de plint. De gevel is iets hoger opgetrokken om een duidelijke beëindiging te maken. Deze verhoging wordt tevens ingezet als balustrade van het dakterras. De plint wordt voorgesteld in donkergrijs composiet. Het trappenhuis aan de achterzijde is komen te vervallen omdat de vluchttrap binnen in het gebouw is opgelost. De zijgevels en achtergevel worden gekeimd. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Niet planmatige uitbreidingen Welstandsniveau: Bijzonder, vanwege beschermd stadsgezicht Relevante criteria Verschijningsvorm - Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. - Het gevelontwerp kent een driedeling (basement, middendeel, gevelbeëindiging) en wordt gekenmerkt door een verwevenheid van verticaal (ramen) en horizontaal (lijstwerk, linten, kroonlijsten etc.). - Entreegebieden van gebouwen, inclusief luifels en logo s, zijn uitnodigend en kwalitatief hoogwaardig vormgegeven. - Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. - Detaillering ondersteunt de verwevenheid van verticaal en horizontaal in het gevelbeeld. - Materialen en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. - Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. - In woon-, kantoor- en winkelgebieden zijn detaillering en materiaalgebruik van de beganegrondgevel aan de straatzijde (met name rond de entree) van hoge kwaliteit (rijker en expressiever). - Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp. Reactie van de commissie op de aangepaste aanvraag omgevingsvergunning, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie reageert positief op het aangepaste plan en spreekt haar waardering uit over de gemaakte stappen. Het aangepaste ontwerp leidt tot een overtuigend gevelbeeld. De commissie heeft wel nog een aantal opmerkingen die zij graag verwerkt ziet in de definitieve uitwerking van het plan: 1. De commissie heeft eerder aangegeven dat er sprake moet zijn van hoogwaardige materialisering. Met de toepassing van stucwerk voor de tussendelen kan zij instemmen maar niet voor de naar voren stekende horizontale banden. De combinatie van stucwerk met aluminium waterslag past niet bij de rijke uitstraling van het ontwerp en is zeer gevoelig voor vervuiling. De commissie vraagt om de toepassing van een hoogwaardiger materiaal zoals natuursteen of composiet. 2. De commissie kan zich vinden in het gekozen composiet voor de plint maar uit haar twijfels over de zware en sombere kleur grijs. Zij vraagt de architect om naar een minder sombere grijstint te zoeken. 3. Verder vraagt de commissie nadere ontwerpaandacht voor de entree. Deze is nu mede door de kleur maar ook door dezelfde materialisering als de plint nog onvoldoende expressief en uitnodigend. Conclusie 4

5 De commissie vraagt aandacht voor de hierboven genoemde opmerkingen. Verder dient het plan zoals nu gepresenteerd is in de vorm van technische tekeningen te worden uitgewerkt en op detailniveau gecomplementeerd te worden. De commissie mandateert het secretariaat voor de verdere behandeling van het plan, bij twijfel kan het plan opnieuw worden voorgelegd aan de commissie. Vooralsnog adviseert de commissie negatief aan het bestuur, tenzij het plan wordt aangepast en verder gecomplementeerd. 5

6 4.3 Watertorenweg 336, Kralingen/Crooswijk (2 e behandeling) (nabij rijksmonument) 15:50-16:10 omschrijving: ontwerp/opdracht: Transformatie filtergebouw Steven Biesiot (BB architecten) / Paul Jas (BD Consult) OLO (conceptaanvraag) Toetsingskader De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de aangepaste conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) Omschrijving van het plan De ontwikkelaar presenteert het aangepaste plan aan de commissie. Door omstandigheden is de architect niet in de gelegenheid het plan zelf voor te leggen. De opmerkingen op het ontwerp die in de commissievergadering van 11 januari zijn meegegeven zijn opgepakt. Met het inpassen van de woningen is zoveel mogelijk rekening gehouden met de bestaande structuur van het gebouw. Het dak van het atrium wordt over een strook van 6 x 1,5 meter open gemaakt. De bestaande galerij aan de binnenzijde wordt ingezet als toegang naar de woningen op de eerste verdieping. Omdat de vloeren van de woningen hoger liggen dan de galerij, zijn bij de woningtoegangen extra trappetjes nodig. Deze zullen worden voorzien van een glazen balustrade. De bestaande balustrades zijn te laag, daarom wordt voorgesteld om achter de bestaande balustrades glas te plaatsen dat aansluit op de glazen balustrades bij de woningentrees. Op de begane grond worden ook woningen toegevoegd. Om voldoende daglichttoetreding tot de woningen te verkrijgen worden de gevels van de woningen aan de atriumzijde halverwege de galerij geplaatst. Om deze reden worden de karakteristieke filterbakken verwijderd. De dakopbouw is qua vorm en materialisering aangepast. Er is meer afstemming met het bestaande gebouw gezocht. Er wordt gesproken over een monolitisch karakter voor de materialisering van de opbouwen. Aan de achterzijde worden twee ladders aan de gevel voorgesteld als tweede vluchtweg bij brand. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Rivierlocaties Welstandsniveau: Regulier Relevante criteria Ruimtelijke inpassing - Bouwinitiatieven houden de stedenbouwkundige structuur herkenbaar en verstoren deze niet. - Bouwinitiatieven versterken de gelaagdheid en de transparantie van de ensembles. Verschijningsvorm - Uitgangspunt voor bouwinitiatieven is de samenhang binnen de architectonische eenheid - Uitbreidingen in een eigenzinnige vormentaal zijn goed mogelijk; wel moet er een verband zijn met de architectuur van de omgeving. - Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. - Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. - ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. - Materialen en detaillering dienen aan te sluiten bij het robuuste karakter van de kades en de waterbekkens. - Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. - Daken die zichtbaar zijn vanuit de omliggende bebouwing krijgen dezelfde kwaliteit als de gevel en worden ingericht als groene daken (of op andere wijze aantrekkelijk vormgegeven). - Het nachtbeeld is onderdeel van de ontwerpopgave en gaat uit van richtlijnen zoals verwoord in het Lichtplan Rotterdam. - Erfafscheidingen zijn van hoogwaardig materiaal en worden zorgvuldig gedetailleerd. - Zonwerend glas of folie op glas verhinderen de visuele relatie tussen binnen en buiten niet. - Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp. Reactie van de commissie op de aangepaste conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie reageert positief op het aangepaste plan. Op hoofdlijnen kan zij zich vinden in het gepresenteerde conceptplan. Zij waardeert de wijze waarop de bestaande opzet en onderdelen van het filtergebouw worden ingezet. De getoonde impressies voor de dakopbouw overtuigen de commissie, zij acht het monolithisch karakter denkbaar. De getoonde beelden vragen echter wel om een overtuigende uitwerking en precieze detaillering. 6

7 De wijze waarop voorgesteld wordt om achter de bestaande balustrades van de galerijen glas te plaatsen acht de commissie een beter voorstel dan de stripstalen balustrade die tevens in de presentatie getoond werd. De commissie vraagt aandacht voor de uitwerking van de glazen balustrade. Het beeld dat nu wordt getoond, vergt een zeer precieze detaillering. De commissie pleit er voor om de karakteristieke filterbakken te behouden. De commissie doet de suggestie om de filterbakken in te zetten als encroachment zone (ruimte tussen privé en collectief). Over de oplossing voor de vluchtladders aan de achterzijde uit de commissie haar bedenkingen omdat deze oplossing over het algemeen niet geaccepteerd wordt vanuit brandveiligheidseisen. Een tweede vluchtweg moet in de meeste gevallen een volwaardige trap zijn. Wellicht is er een mogelijkheid om een tweede vluchtweg intern op te lossen. Een brandtrap aan de buitenzijde betekent een lastige ontwerpopgave. De commissie vraagt om dit onderdeel nader uit te zoeken en met een overtuigende uitwerking te komen. Conclusie De commissie reageert op hoofdlijnen positief op de aangepaste conceptaanvraag (voor zover uitgewerkt). Zij vraagt nadere (ontwerp)aandacht voor de hierboven genoemde opmerkingen. In de nadere uitwerking van het planvoorstel dient sprake te zijn van passend materiaalgebruik en verfijnde / zorgvuldige detaillering. De nadere uitwerking van het plan in de vorm van een definitieve aanvraag wordt met belangstelling tegemoet gezien. 7

8 4.4 Mathenesserweg, Delfshaven (1 e behandeling) (20 min) 16:10-16:30 omschrijving: ontwerp/opdracht: Renovatie en gevelwijziging van drie appartementengebouwen Martijn Glas (Habeon Architecten BV), Havensteder OLO (conceptaanvraag) Toetsingskader De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) Omschrijving van het plan Voorgesteld wordt om de bestaande naoorlogse woningblokken te isoleren. De huidige gevel wordt aan de buitenzijde voorzien van een nieuwe schil bestaande uit een isolatiepakket, afgewerkt met steenstrips in de plint en stucwerk voor de bovenbouw. Een groot deel van de oorspronkelijk kozijnen is door de jaren heen vervangen door platte kunststof kozijnen. Overal zullen nieuwe kunststof kozijnen met verdiept profiel worden geplaatst. De architect legt uit dat de karakteristieke bloemkozijnen worden ingezet als nieuwe accenten in de gevel. De kaders worden verdikt en voorgesteld in een oranje kleur. De trappenhuizen en bergingen zullen niet worden ingepakt en wijzigen daardoor niet van uiterlijk. De steenstrips die gebruikt worden voor de plint zullen qua uitstraling gelijk zijn aan het bestaande metselwerk van de trappenhuizen en bergingen. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Planmatige stedelijke uitbreidingen Welstandsniveau: Regulier Relevante criteria Ruimtelijke inpassing - Bouwinitiatieven houden de stedenbouwkundige structuur herkenbaar en verstoren deze niet. Verschijningsvorm - Uitgangspunt voor bouwinitiatieven is de samenhang binnen de architectonische eenheid - Aan- en uitbouwen, dakkapellen, dakopbouwen en andere ingrepen aan het hoofdgebouw zijn in samenhang met de architectonische eenheid ontworpen. - Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. - Het gevelontwerp kent een driedeling (basement, middendeel, gevelbeëindiging) en heeft een afgewogen verhouding open - gesloten die aansluit bij de oorspronkelijke bebouwing. - Vormgeving of accentuering van de hoeken vindt plaats in samenhang met het blok als geheel en met de omringende blokken. - Bindende elementen binnen een gevelwand (dakvlak, daklijst, vensters, ingangspartijen en erkers) blijven bij verbouw in stand of sluiten bij nieuwbouw aan op het bestaande. - In- en uitspringende delen van de gevel (balkons, erkers en loggia s) blijven ondergeschikt aan de hoofdmassa en maken deel uit van het gevelontwerp. - Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. - Materialen en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. - Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. - Bij kozijnen zijn de negge (diepte van het raam ten opzichte van het gevelvlak) en de vorm van het kozijn als deel van een reeks van belang. - Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp. Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie bedankt de architect voor de toelichting. Zij legt uit dat deze bijzondere blokken met maisonnettes qua typologie vrij zeldzaam zijn. Daarnaast zijn ze ook qua stedenbouwkundige opzet kenmerkend voor de wederopbouw van Rotterdam. Met name voor dit vergeten deel van de gebombardeerde stad dat ook wel het vergeten bombardement wordt genoemd. Op de luchtfoto is te zien dat in het oorspronkelijke ontwerp bijzondere aandacht is besteed aan de aanhechting van de blokken op de omliggende bebouwing. De prominente koppen in metselwerk zijn van groot belang voor de stedenbouwkundige relatie met omliggende bebouwing. Doordat de 8

9 koppen nu ingepakt worden en voorzien worden van stucwerk gaat deze samenhang verloren. Verder meent de commissie dat de gevel te veel vervlakt, door het verdwijnen van de metselwerk penanten en bloembakken. Ook geeft de commissie aan dat de gekozen felle kleur voor de erkers strijdig is met de criteria omdat terughoudende kleuren worden verlangd die afgestemd zijn op de omgeving. Tenslotte uit de commissie haar zorgen voor wat betreft de samenhang tussen de delen die gerenoveerd worden en de trappenhuizen en bergingen die niet meegenomen worden. Ontstaat hier niet een ongewenst contrast tussen oud en nieuw? De commissie vraagt de architect een stap terug te doen in het ontwerp om meer vanuit de bovengenoemde waardevolle karakteristieken van dit ensemble tot een passend ontwerp te komen in lijn met de gestelde criteria voor dit gebied. Conclusie De commissie vraagt aandacht voor de bovengenoemde opmerkingen en vragen. Zij ziet de architect graag in een volgende vergadering terug met een plan dat hier antwoord op geeft. Op een definitieve aanvraag overeenkomstig het nu voorliggende plan zal vooralsnog geen positief advies aan het bestuur afgegeven kunnen worden. 9

10 4.5 Insulindestraat 210, Noord (2 e behandeling) (20min) 16:30-16:50 omschrijving: ontwerp/opdracht: Spoorpunt: Eén blok stad, renovatie woningbouwblok nabij Hofpleinlijn Harald Bottema (PutterParners) OLO (conceptaanvraag) Toetsingskader De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de aangepaste conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) Omschrijving van het plan Naar aanleiding van de behandeling van het plan in de commissievergadering van 22 februari is het plan aangepast. De opmerkingen van de commissie zijn opgepakt. De Franse balkons zijn op een andere manier ingepast waardoor de gevelritmiek niet wordt verstoord. Het metselwerk van de plint wordt zoveel mogelijk hersteld. De architect stelt voor om ter plaatse van de hoek bij het café het metselwerk in een donkere kleur te keimen omdat het metselwerk hier zeer slecht is. Ook wordt de gevel hier meer opengemaakt en worden de kozijnen in een afwijkende kleur geschilderd, de precieze kleur is nog niet bepaald. Het trappenhuis dat eerst een losstaand element was is nu tegen de achtergevel geplaatst en meer in samenhang gebracht met de gevelopzet van het bestaande gebouw. De hekwerken van de dakterrassen zijn, conform de criteria, 1,5 meter teruggeplaatst ten opzichte van de gevel. De postbussen worden ingepast in een van de bestaande voordeuren. De grootte van het kunstwerk is gereduceerd en beter ingepast in het gevelbeeld. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Niet-planmatige uitbreidingen Welstandsniveau: Regulier Relevante criteria Verschijningsvorm - Uitgangspunt voor bouwinitiatieven is de samenhang binnen de architectonische eenheid - Aan- en uitbouwen, dakkapellen, dakopbouwen en andere ingrepen aan het hoofdgebouw zijn in samenhang met de architectonische eenheid ontworpen. - Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. - Ingrepen aan de gevel, waaronder nieuwe balkons en luifels of winkelpuien, passen binnen de structuur, maat en schaal van het hoofdgebouw. - In- en uitspringende delen van de gevel (balkons, erkers en loggia s) blijven ondergeschikt aan de hoofdmassa. - Materialen en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. - Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. - In woon-, kantoor- en winkelgebieden zijn detaillering en materiaalgebruik van de beganegrondgevel aan de straatzijde (met name rond de entree) van hoge kwaliteit (rijker en expressiever). - Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp. Relevante criteria dakterrassen Plaatsing - De balustrade is altijd binnen de gevellijn geplaatst en aan de voorzijde van het gebouw minimaal 1.5 meter teruggeplaatst van de gevel of van de bovenrand van een schuin dakvlak. Maatvoering - Hoogte van de balustrade is maximaal 1,3 meter. Vormgeving - Balustrade is uitgevoerd als hekwerk (met verticale spijlen). - Kleurkeuze is terughoudend en afgestemd op het hoofdgebouw. Reactie van de commissie op de aangepaste conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie reageert positief op het aangepaste ontwerp. Het plan is in lijn gebracht met de criteria. De commissie heeft nog een tweetal opmerkingen die zij graag in de definitieve aanvraag verwerkt ziet: 10

11 1. De afwijkende architectuurtaal ter plaatse van het café wordt begrepen echter de plek waar de overgang nu bedacht is nog niet. Het deel van de plint met nog twee oorspronkelijke kozijnen past beter met hersteld metselwerk bij de architectuur van het pand. De commissie vraagt daarom hier geen keimwerk toe te passen en de kozijnen in een witte kleur te schilderen. 2. De commissie adviseert om de exacte locatie van het kunstwerk in overleg met de kunstenaar te bepalen. Conclusie De commissie reageert op hoofdlijnen positief op de aangepaste conceptaanvraag (voor zover uitgewerkt). Zij vraagt aandacht voor de hierboven genoemde opmerkingen. In de nadere uitwerking van het planvoorstel dient sprake te zijn van passend materiaalgebruik en verfijnde / zorgvuldige detaillering. De nadere uitwerking van het plan in de vorm van een definitieve aanvraag wordt met belangstelling tegemoet gezien. De commissie mandateert het secretariaat voor de beoordeling van de definitieve aanvraag omgevingsvergunning. Bij twijfel kan het plan opnieuw worden voorgelegd aan de commissie. 11

12 4.6 Koningin Emmaboulevard, Hoek van Holland (2e behandeling) (20 min) 16:50-17:10 omschrijving: ontwerp/opdracht: Nieuwbouw hotelrestaurant ter vervanging van expopaviljoen CEPEZED Wim Veerbeek / Van Spelden, Timmers OLO (conceptaanvraag) Toetsingskader De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de aangepaste conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) Omschrijving De architect toont het aangepaste plan voor het ontwerp van de nieuwbouw voor het hotel en restaurant in de vorm van een luxe jacht. De opmerkingen van de commissie zijn opgepakt. Zo legt de architect uit dat er meer vloeiende lijnen zijn toegepast in het ontwerp, de romp een meer gesloten karakter heeft gekregen en de rechthoekige doorsnede plaatsgemaakt heeft voor een tabs toelopende doorsnede met afgeschuinde lijnen. Er wordt gesproken van een stalen gevel. De rondingen van het schip worden ook doorgewerkt in de glazen balustrades. In het plan is nog geen detaillering meegenomen maar de architect benadrukt dat in de nadere uitwerking de getoonde beelden waargemaakt zullen worden. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Stedelijke groengebieden Welstandsniveau: Regulier Relevante criteria Ruimtelijke inpassing - Bouwinitiatieven houden de stedenbouwkundige structuur herkenbaar en verstoren deze niet. Verschijningsvorm - Nieuwbouw heeft een bij de omliggende bebouwing passende hoofdvorm. - Bebouwing wordt als compact volume ontworpen (geen optelling van verschillende volumes en elementen). - Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. - Bebouwing wordt als alzijdig volume ontworpen (expeditie, vuilopslag uit het zicht). - ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. - Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. - Ingangspartijen worden zorgvuldig gedetailleerd. - Verschillende soorten hekwerken, leuningen en afrasteringen zijn transparant, van hoogwaardig materiaal en worden op elkaar afgestemd. - Zonwerend glas of folie op glas verhinderen de visuele relatie tussen binnen en buiten niet. - Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp. Reactie van de commissie op de aangepaste conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie reageert positief op de gemaakte stappen in het ontwerp maar geeft aan dat zij de beeldtaal van een schip nog iets meer in het ontwerp terug zou willen zien. De proporties en materialen in het ontwerp zijn nog te statisch waardoor het ontwerp nog teveel neigt naar gebouw. De snelheid die in de vormgeving van jachten karakteristiek is, wordt nog in onvoldoende mate teruggezien in het ontwerp. Als voorbeeld worden de rechte witte stijlen tussen de kozijnen genoemd, de weinig verfijnde overgang tussen romp en bovenbouw en de niet aan weerszijden rondgaande railing. De commissie vraagt om hier in de nadere uitwerking rekening mee te houden en wellicht een jachtbouwer in het ontwerpproces te betrekken om tot een overtuigender ontwerp te komen dat daadwerkelijk de kenmerkende karakteristieken van een scheepsontwerp bezit. De commissie vraagt aandacht voor de details. De beoogde rondingen in het schip vragen om een zeer nauwkeurige, consequente en overtuigende detaillering en materialisering. Een ander punt waar de commissie aandacht voor vraagt is de aansluiting van het schip op het maaiveld. Het is van groot belang dat hier samen met de buitenruimteontwerpers van Stedenbouw over nagedacht wordt. De commissie vraagt om een goede en overtuigende aansluiting van het schip op het omliggende openbare gebied. Daarbij wordt ook gevraagd naar de inpassing voor de expeditie en vuilopslag. Van groot belang is dat dit niet in het zicht komt maar intern wordt opgelost. 12

13 Tenslotte geeft de commissie aan dat de getekende vlaggen op het openbaar gebied in strijd zijn met het reclamebeleid. Conclusie De commissie reageert op hoofdlijnen positief op de aangepaste conceptaanvraag (voor zover uitgewerkt). Zij vraagt nadere (ontwerp)aandacht voor de hierboven genoemde opmerkingen. In de nadere uitwerking van het planvoorstel dient sprake te zijn van passend materiaalgebruik en verfijnde / zorgvuldige detaillering. De nadere uitwerking van het plan in de vorm van een definitieve aanvraag wordt met belangstelling tegemoet gezien. 13