VERSLAG. VERGADERING van de COMMISSIE VOOR WELSTAND EN MONUMENTEN ROTTERDAM. WOENSDAG 8 maart 2017

Transcriptie

1 VERSLAG VERGADERING van de COMMISSIE VOOR WELSTAND EN MONUMENTEN ROTTERDAM WOENSDAG 8 maart 2017 Locatie: Het Timmerhuis Halvemaanpassage 90 1 e verdieping, kamer AANWEZIG: Commissie: Michel (voorzitter), Bloks, Diederen, Galema, Molenaar, Ruitenbeek, Van Oort Secretariaat: Van der Klauw (verslag), Vervoort, De Bruijn (gedeeltelijk) 4 BOUWPLANNEN 14:30 17: Schuttevaarweg 116, Spaanse Polder (2 e behandeling) 14:30 omschrijving: Renovatie bedrijfspand ontwerp/opdracht: Louis Aussen (Marge architecten) OLO (conceptaanvraag) 4.2 Mathenesserlaan 155/Nwe Binnenweg , Delfshaven (1 e behandeling) (gem. monument) 14:50 omschrijving: Herontwikkeling villas en terrein voormalig Radio Rijnmond en Westerpaviljoen ontwerp/opdracht: Tom Bokkers (Bokkers van der Veen) OMV en OLO (conceptaanvraag) 4.3 nabij Parkkade 31, Centrum (6 e behandeling) (rijksmonument) 15:20 omschrijving: Koepelvisie Maastunnel opsteller: Jurjen van Beek (gemeentewerken) i.s.m. André van Stigt OMV PAUZE 15:50-16: Kralinger Esch, Kralingen/Crooswijk (1 e behandeling) 16:00 omschrijving: Nieuwbouw vrijstaande woning Leonidaskavel 31 ontwerp/opdracht: Victor Veldhuijzen van Zanten - Fam. Samsoor OLO (conceptaanvraag) 4.5 Rijnhaven Zuidzijde, Feijenoord (4 e behandeling) 16:20 omschrijving: The View: wijzigen bouwplan voor oprichten multifunctioneel gebouw ontwerp/opdracht: Joke Vos (Joke Vos architecten) OLO (conceptaanvraag) 4.6 Lodewijk Pincoffsplein, Feijenoord (1 e behandeling) 16:40 omschrijving: Complex de Perperclip: voorstel groot onderhoud ontwerp/opdracht: Clara Froger OLO (conceptaanvraag) 1

2 BOUWPLANNEN 4.1 Schuttevaarweg 116, Spaanse Polder (2 e behandeling) 14:30-14:50 omschrijving: ontwerp/opdracht: Renovatie bedrijfspand Louis Aussen (Marge architecten) OLO (conceptaanvraag)) Toetsingskader De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de aangepaste conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) Omschrijving van het plan Enige tijd geleden, op 14 januari 2015, is een plan voor de renovatie van het gebouw gepresenteerd aan de commissie. Het advies van de commissie op dit plan was tweeledig. De commissie vroeg of het wellicht mogelijk was om dit fraaie gebouw, kenmerkend voor de wederopbouwstad Rotterdam, in ere te herstellen. Het advies was tweeledig omdat het gebouw geen monumentenstatus heeft en het dus mogelijk is om de gevels te vernieuwen. De commissie heeft het conceptplan voor de gevelvernieuwing destijds uiteraard ook getoetst aan de criteria. Hieruit bleek dat het plan op een aantal punten niet voldeed. Inmiddels is het plan voor de renovatie weer opgepakt en zijn de opmerkingen van de commissie hierin meegenomen. De architect legt uit dat de opdrachtgever gekozen heeft voor een nieuwe gevel maar dat met de gevelopzet meer verwantschap met de bestaande gevel is gezocht. De gevel wordt voorgesteld in wit aluminium met donkere kozijnen. De dakopbouw is komen te vervallen. Aan de zij- en achtergevel wordt een volume toegevoegd met twee hellingbanen. Dit volume wordt voorgesteld in donker metselwerk. De entree van het gebouw is prominenter gemaakt. Ter plaatse van de eerste verdieping steek een etalagedoosje uit de gevel. De gevel aan de snelweg en de gevel waar de entree zich bevindt worden voorzien van lamellen, de andere gevels niet. Tevens wordt een tweede variant getoond waarbij de trappenhuizen in plaats van een witte kleur een donkere kleur hebben en op twee hoeken een volume uit de gevel steekt. Op één van de etalges is tevens een buitenruimte gesitueerd. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Haven- en bedrijventerreinen / De Ruit en Hoofdwegenstructuur Welstandsniveau: Bijzonder (gelegen langs hoofdwegenstructuur) Relevante criteria Verschijningsvorm - Nieuwbouw heeft een eenvoudige en heldere hoofdvorm. - Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. - Ingrepen aan de gevel, waaronder nieuwe balkons en luifels of winkelpuien, passen binnen de structuur, maat en schaal van het hoofdgebouw. - Entreegebieden van gebouwen, inclusief luifels en logo s, zijn uitnodigend en kwalitatief hoogwaardig vormgegeven. Materiaal, kleur en detaillering - Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. - Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. - Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. - Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp. Reclame - Bij gebouwen met meerdere gebruikers wordt een reclameplan verlangd. - Uitingen en logo s worden hoogwaardig uitgevoerd, met een goede grafische kwaliteit en passend bij de architectuur van het object. - Bedrijfsuitingen (naamgeving) worden bij voorkeur net boven de daklijst geplaatst in plaats van geverfd of geplakt op de gevel, het gaat niet om reclame maar om de duiding van het bedrijf. 2

3 Reactie van de commissie op de aangepaste conceptaanvraag, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie constateert dat het aangepaste plan op hoofdlijnen voldoet aan de criteria. Daarbij geeft zij wel aan het jammer te vinden dat niet gekozen is om de bestaande karakteristieke gevel van het pand te handhaven. Het aangepaste conceptplan (model A) overtuigt de commissie met betrekking tot een heldere gevelopzet en de kwaliteit en uitstraling van de entree. De commissie heeft wel nog een aantal vragen en opmerkingen over het plan. De commissie vraagt zich af of de etalage-uitbouw op de eerste verdieping op de juiste plek zit om vanaf de snelweg goed zichtbaar te zijn. De aanbouw aan de zij- en achtergevel is goed voorstelbaar, wel vraagt de commissie om de gevel door te metselen als balustrade in plaats van het hekwerk. Dit zorgt voor een eenduidiger ontwerp en ook het zicht op de geparkeerde auto s wordt daarmee voorkomen. Het inpakken van het later toegevoegde volume op het dak in een overeenkomstige gevelbeplating als de rest van de gevel acht de commissie voorstelbaar wanneer deze ook qua positie van het gevelvlak gelijk worden getrokken aan de gevel van het hoofdvolume. De commissie uit haar twijfels over de vormgeving van de lamellen, zij vraagt de architect om een meer bij dit gevelprincipe passende vormgeving van de lamellen te zoeken. Voor wat betreft het alternatieve plan (model B) waarbij de architect voorstelt om overhoekse etalages te plaatsen en de trappenhuizen donker te maken kan de commissie zich ook vinden wanneer de etalage-uitbouwtjes voort zouden komen uit de horizontale belijning van het gebouw. De combinatie van de overhoekse etalage en de hierop gesitueerde buitenruimte levert geen overtuigend beeld op. Een eenduidige vormgeving van de etalage-uitbouwtjes is van belang om tot een overtuigend beeld te komen. Het donker maken van de trappenhuizen is een te groot contrast in de compositie. De commissie kan zich grotendeels vinden in het plan, maar vraagt nog nadere (ontwerp)aandacht voor de hierboven genoemde punten. Zij ziet de definitieve aanvraag met belangstelling tegemoet.

4 4.2 Mathenesserlaan 155/Nwe Binnenweg , Delfshaven 14:50-15:20 (1 e behandeling) (gem. monument) omschrijving: ontwerp/opdracht: Herontwikkeling villas en terrein voormalig Radio Rijnmond en Westerpaviljoen Tom Bokkers (Bokkers van der Veen) OMV en OLO (conceptaanvraag) Toetsingskader De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de conceptaanvraag getoetst aan de in de redengevende omschrijving beschreven monumentale waarde. (grondslag: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2.2, lid 1 onder b) Daarnaast is de conceptaanvraag getoetst aan de criteria zoals omschreven in de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: art. 9.1 van de Bouwverordening Rotterdam en art. 10 van het reglement van orde) Ook is de bijbehorende definitieve aanvraag omgevingsvergunning getoetst aan de in de redengevende omschrijving beschreven monumentale waarde. (grondslag: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2.2, lid 1 onder b) En is dit plan daarnaast getoetst aan de criteria zoals omschreven in de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: art. 9.1 van de Bouwverordening Rotterdam en art. 8 van het reglement van orde) Omschrijving van het plan De architect presenteert het plan voor de herontwikkeling op het terrein van het voormalige RTV Rijnmond en bijbehorende bebouwing. De ingediende aanvraag bestaat uit een conceptaanvraag voor het onderliggende totaalplan en een definitieve aanvraag voor fase 1 van het project. In het gebied zijn twee gemeentelijk beschermde monumenten gelegen, namelijk het Westerpaviljoen en de Schoeverstoren. Tevens ligt het gebied gedeeltelijk in het beschermd stadsgezicht Mathenesserlaan-Heemraadssingel. De huidige niet beschermde bebouwing van het binnengebied zal worden gesloopt en plaatsmaken voor woningen. Fase 1 van het project bestaat uit de volgende onderdelen: 1. De sloop van de niet monumentale bebouwing op het binnenterrein; 2. De herontwikkeling van de twee kantoorvilla s aan de Nieuwe Binnenweg naar woningen en het toevoegen van een tussenlid; 3. De sloop van het interieur van de eerste verdieping van Mathenesserlaan 155 (het Westerpaviljoen, gemeentelijk monument); 4. Het wijzigen van een deel van de aanbouw van het Westerpaviljoen, inclusief de sloop van de voormalige trafo-ruimte en een deel van de aanbouw. Het te slopen gedeelte maakt onderdeel uit van het monument en is gelegen in het beschermd stadsgezicht. Fase 2 betreft de bebouwing van het binnengebied met een hofachtige bebouwing en het toevoegen van een volume ter plaatse van het te slopen deel van de aanbouw van het Westerpaviljoen. Hiervoor wordt een vierlaags (mogelijk zelfs vijflaags) volume voorgesteld. In het totaalplan wordt tevens voorgesteld om de Schoeverstoren (gemeentelijk monument) aan de achterzijde over de volledige hoogte uit te breiden, dit betreft fase 3. Om de sloop op het achtergelegen gebied mogelijk te maken wordt voorgesteld om in de eerste fase alvast het gedeelte van de aanbouw van het Westerpaviljoen te slopen. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Niet-planmatige uitbreidingen Welstandsniveau: Bijzonder (beschermd stadsgezicht) Relevante criteria Ruimtelijke inpassing - Bouwinitiatieven houden de stedenbouwkundige structuur herkenbaar en verstoren deze niet. - Bouwinitiatieven (waaronder hoogbouw) zijn in maat en schaal afgestemd op de omliggende bebouwing en de stad als geheel. Verschijningsvorm - Nieuwbouw heeft een bij de omliggende bebouwing passende hoofdvorm. - Uitgangspunt voor bouwinitiatieven is de samenhang binnen de architectonische eenheid - Aan- en uitbouwen, dakkapellen, dakopbouwen en andere ingrepen aan het hoofdgebouw zijn in samenhang met de architectonische eenheid ontworpen. - Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. - Ingrepen aan de gevel, waaronder nieuwe balkons en luifels of winkelpuien, passen binnen de structuur, maat en schaal van het hoofdgebouw. - In- en uitspringende delen van de gevel (balkons, erkers en loggia s) blijven ondergeschikt aan de hoofdmassa. - Entreegebieden van gebouwen, inclusief luifels en logo s, zijn uitnodigend en kwalitatief hoogwaardig vormgegeven.

5 Materiaal, kleur en detaillering - Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. - Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. - Materiaal en detaillering zijn afgestemd op de bestaande materialen (vooral baksteen en hout) van de oorspronkelijke bebouwing en van gelijke kwaliteit (vervanging van gevelonderdelen conform het origineel). - Detaillering ondersteunt de verwevenheid van verticaal en horizontaal in het gevelbeeld. Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag en de definitieve aanvraag omgevingsvergunning, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie spreekt haar waardering uit over het initiatief, maar geeft aan tegelijkertijd veel vragen te hebben bij het gepresenteerde totaalplan. Deze complexe binnenstedelijke ontwerpopgave, gelegen in een beschermd stadsgezicht met twee gemeentelijke monumenten, vraagt om een zeer zorgvuldig en overtuigend totaalplan. Daarbij geldt dat in een beschermd stadsgezicht niet zonder meer gesloopt mag worden. De commissie kan pas overgaan tot instemming met sloop wanneer er een akkoord is op een overtuigend plan voor de vervangende nieuwbouw. De commissie geeft aan dat daarom op dit moment nog niet ingestemd kan worden met de definitieve aanvraag voor fase 1 van het project. Het betreft hier een keten van deelaspecten die niet los van elkaar gezien kunnen worden en de commissie acht het nu nog te vroeg om op onderdelen al een definitief advies te kunnen geven. Zij adviseert de architect en ontwikkelaar om eerst te komen tot een overtuigend onderliggend totaalplan, waar een akkoord op is gegeven door de afdeling Stedenbouw. Met betrekking tot het gepresenteerde plan heeft de commissie de volgende vragen en opmerkingen: 1. Het hof en de ruimtelijke inpassing van de woningen overtuigt de commissie nog niet. De ruimtelijke opzet roept veel vragen op en oogt kwetsbaar. Is het een hof of een steeg? Is de ruimte openbaar of juist niet? Is een sterkere demarcatie nodig tussen het openbaar gebied en het private hof? Is het programma niet te zwaar? Voldoet het plan qua bereikbaarheid aan brandweereisen en is het getekende groen wel reëel? Hoe wordt omgegaan met de begrenzing van de tuinen aan de Breitnerstraat? Het plan biedt nog onvoldoende houvast en lijkt qua opzet nog onvoldoende realistisch. Het totaalplan voor de herontwikkeling van dit gebied moet eerst overtuigender zijn. Dit bijzondere gebied vraagt om maatwerk. 2. De cultuurhistorische aspecten zijn nog onderbelicht in het plan. Met de voorgestelde vergroting van de Schoeverstoren wordt de gehele achtergevel van een gemeentelijk monument aan het oog onttrokken en wellicht ook schade aangedaan. Met de monumentale waarden van het monument wordt onvoldoende rekening gehouden. Ook vreest de commissie voor de gevolgen voor de interne structuur. Op een uitbreiding zoals nu voorgesteld zal geen positief advies worden uitgebracht. 3. Een andere vraag die vanuit de cultuurhistorie wordt gesteld is hoe de sloop van het lage gedeelte van het Westerpaviljoen en achtergelegen studio s zich verhoudt tot de in de huidige situatie nog herkenbare kavelgrens met het voormalige Land van Hoboken. 4. Het voorgestelde ontwerp voor het tussenlid voor de villa s acht de commissie te zwaar en niet overtuigend. De oneigenlijke verbinding tussen de van oorsprong vrijstaande villa s zou van een meer ondergeschikte aard moeten zijn, het geheel is nu niet in balans. 5. Het torenachtige volume aan de Mathenesserlaan roept vragen op bij de commissie. De toevoeging van het volume roept op zich geen bezwaren op bij de commissie maar het ontwerp verhoudt zich nu nog niet goed tot de laagbouw van het Westerpaviljoen en het beschermd stadsgezicht. De criteria voor dit gebied schrijven voor dat bij bouwinitiatieven de samenhang binnen de architectonische eenheid het uitgangspunt moeten zijn. En dat aan- en uitbouwen etc. in samenhang met de architectonische eenheid moeten worden ontworpen. Met alleen de kleur wordt deze samenhang onvoldoende bereikt. Ook de woning, met een houten vlonder op het openbaar trottoir, wordt niet passend geacht op de begane grond. De hele hoek roept vragen op bij de commissie en lijkt in de visualisaties niet overeen te komen met de werkelijke situatie. Bijvoorbeeld het terras en de terrasschermen van het Westerpaviljoen zijn niet in beeld gebracht, terwijl deze van grote invloed zijn op de beleving van het straatbeeld. 6. Ten slotte vraagt de commissie waarom juist niet de grotere woningen ondergebracht worden in de villa s en de kleinere woningen in het achtergebied. Dit zou vanuit de oorspronkelijke typologie veel logischer zijn. De commissie vraagt aandacht voor de bovengenoemde opmerkingen en vragen. Zij ziet de architect graag in een volgende vergadering terug met een plan dat hier antwoord op geeft. Op de ingediende aanvraag omgevingsvergunning voor fase 1 wordt een negatief advies aan het bestuur afgegeven. Ook zal geen positief advies worden uitgebracht op een definitieve aanvraag overeenkomstig het getoonde conceptplan.

6 4.3 nabij Parkkade 31, Centrum (6 e behandeling) (rijksmonument) 15:20-15:50 omschrijving: opsteller: Koepelvisie Maastunnel Jurjen van Beek (gemeentewerken) i.s.m. André van Stigt OMV Reactie van de commissie op het visiedocument en de bijbehorende toelichting Het Visie-document Maastunnelcomplex wordt door de commissie positief ontvangen. De commissie is verheugd dat er nu een integrale en gemeente-breed gedragen visie ligt die het actuele ontwerp- en realisatieproces rond het Maastunnelcomplex beschrijft en uitgaat van de samenhang in beeldkwaliteit van de diverse onderdelen van dit bijzondere monument. De commissie onderschrijft de beschreven uitgangspunten in de visie en heeft naar aanleiding van het gestelde een aantal opmerkingen en vragen. De commissie acht het voor de bewaking van de benoemde integrale beeldkwaliteit van belang dat een supervisor een rol blijft spelen bij alle acht onderdelen van het monument, gedurende het gehele proces, dus inclusief de uitvoering. De tekst van de visie is hierin niet eenduidig. Juist ook in de uitvoeringsfase is de blijvende bewaking en sturing op de monumentale waarden en beeldkwaliteit van belang. Met betrekking tot het gestelde in de tekst dat de interventies als nieuwe tijdlaag gerealiseerd worden merkt de commissie op dat hier niet een verzameling van nieuw toegevoegde architecturen moet gaan ontstaan, maar een samenhangende, eenduidige, nieuwe tijdlaag in één signatuur. De traverse is een punt van zorg. In de visie wordt een andere benadering van de traverse beschreven en wordt duidelijk dat de aanpak ervan in tijd naar achteren wordt geschoven. De commissie wijst in dit verband op de gevoelige kwaliteitsdiscussie die er rondom de traverse inmiddels lijkt te zijn ontstaan en benadrukt de noodzaak van herstel van de gedeeltelijk ontmantelde, deels provisorisch herstelde of sterk gehavende onderdelen ervan. De commissie spreekt haar zorgen uit dat dit het stadsbeeld en omliggende buurten geweld aandoet en doet daarbij een oproep aan het bestuur om de aanpak van de traverse niet lang uit te stellen als nu geprognotiseerd. Verder wijst de commissie op de niet geheel juist aangegeven begrenzing van het beschermde monument en stelt dat de traverse niet teveel moet worden gezien als een bouwkundig verlengde van het monument Maastunnel, maar ook als een landschappelijk element en openbare ruimte. De commissie ziet de opmerking dat de opdrachtgever het recht behoudt om gemotiveerd op onderdelen van de visie af te wijken, graag meer in lijn gebracht met de eerder gemaakte afspraak dat als omstandigheden het aanpassen van planvorming vergen, de supervisor daarover indien dit nodig in gesprek gaat met de commissie. De commissie ziet de aangekondigde excursie en de bezichtiging van de proefopstelling in de tunnel graag tegemoet. Tenslotte geeft de commissie aan dat er nog een aantal kleinere vragen en redactionele opmerkingen naar aanleiding van het visiedocument zijn. Deze vragen zullen via het secretariaat van de commissie en bureau monumenten worden gecommuniceerd. De commissie reageert positief op de hoofdlijnen van het document. Zij vraagt aandacht voor de genoemde oproep, opmerkingen en vragen.

7 4.4 Kralinger Esch, Kralingen/Crooswijk (1 e behandeling) 16:00-16:20 omschrijving: Nieuwbouw vrijstaande woning Leonidaskavel 31 ontwerp/opdracht: Victor Veldhuijzen van Zanten - Fam. Samsoor OLO (conceptaanvraag) Toetsingskader De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de verder uitgewerkte en aangepaste conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) Omschrijving van het plan De architect is gevraagd een woning te ontwerpen voor de familie Samsoor op een van de kavels op het Leonidas terrein, in Rotterdam Kralingen. Op dit voormalige sportterrein wordt een wijkje met vrijstaande woningen ontwikkeld, waarbij gestreefd wordt naar het behouden van het kleinschalige en groene karakter, aansluitend bij het omliggende recreatieve gebied. De woning bestaat uit drie bouwlagen, waarbij de bovenste laag aan twee zijden deels afgeschuind wordt om te voldoen aan de regels uit het bestemmingsplan. Qua architectuur geeft de architect aan dat hij geen aansluiting zoekt bij de veelal in hout uitgevoerde woningen in de omgeving, maar teruggrijpt op de architectuur uit de periode van het modernisme. Het plan verkeert nog in de schetsontwerpfase, de keuze voor materialen en detaillering is nog niet gemaakt, maar de gevel zal waarschijnlijk worden uitgevoerd in lichtgrijs stucwerk. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Stedelijke groengebieden Welstandsniveau: Regulier Relevante criteria Ruimtelijke inpassing - Bouwinitiatieven passen bij de sfeer en het karakter van het groengebied. Verschijningsvorm - Aan- en uitbouwen en andere ingrepen aan het hoofdgebouw zijn in samenhang met de architectonische eenheid ontworpen. - Bebouwing wordt als compact volume ontworpen (geen optelling van verschillende volumes en elementen) - Bebouwing wordt als alzijdig volume ontworpen (rondom een aantrekkelijke gevel). Materiaal, kleur en detaillering - Materialen en detaillering zijn afgestemd op de sfeer van het groengebied. - Ingangspartijen worden zorgvuldig gedetailleerd. - Inrichtingselementen zijn van duurzaam, hoogwaardig materiaal passend bij de uitstraling van de omgeving - Verschillende soorten hekwerken, leuningen en afrasteringen zijn transparant, van hoogwaardig materiaal en worden op elkaar afgestemd. Reactie van de commissie op de aangepaste conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie heeft zichzelf de vraag gesteld of dit ontwerp past binnen de bijzondere sfeer van het gebied, op basis van de relevante criteria uit de welstandsnota. Gezien de diversiteit van de reeds gerealiseerde en in aanbouw zijnde woningen wordt geconcludeerd dat er inmiddels een redelijke mate van diversiteit in ontwerp en materialisering bestaat. De hier voorgelegde woning wordt daarom gezien als passend binnen het gebied. De commissie benadrukt wel dat de voorgestelde architectuur een zeer zorgvuldige, verfijnde en compromisloze uitwerking (detaillering en materialisering) verlangd die de getoonde ambitie ook blijvend waarmaakt. En zij zou de uitwerking graag ter beoordeling langs zien komen. De commissie vraagt aandacht voor de bovengenoemde opmerkingen en vragen en ziet een definitieve aanvraag voor dit plan met belangstelling tegemoet.

8 4.5 Rijnhaven Zuidzijde, Feijenoord (4 e behandeling) 16:20-16:40 omschrijving: ontwerp/opdracht: The View, wijzigen bouwplan, Oprichten multifunctioneel gebouw Joke Vos (Joke Vos architecten) OLO (conceptaanvraag) Toetsingskader De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de aangepaste conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) Omschrijving van het plan Op de vormgeving van de voorgestelde balkons aan de woningen aan de Rijnhavenzijde is in de voorgaande commissievergadering negatief gereageerd omdat de commissie het voorstel strijdig achtte met de criteria. Naar aanleiding van dit commentaar heeft de architect het plan aangepast. Er is gekozen voor een stevig stalen frame waarbinnen de balkons met glazen balustrades gerealiseerd zullen worden. Het overige plan is niet gewijzigd, hierop is eerder al een principe akkoord gegeven door de commissie. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Rivierlocaties Welstandsniveau: Ontwikkeling (welstandsparagraaf ECC) Relevante criteria uit de welstandsparagraaf ECC Gebouwen op zichzelf: - Massa refereert aan havengebouwen, de uitstraling is eigentijds. - De bebouwing op de verschillende plots bestaat uit een basement met één of twee verticale accenten. - De gevel wordt gekenmerkt door een plastiek van grote lijnen en vlakken die de maat van de individuele bouwstenen overstijgen. - De gebouwen tonen zich robuust langs de buitenranden van het plangebied en refereren daar aan de oude havenbebouwing. - Balkons worden in het gevelvlak opgenomen of vormen een nieuw vlak. Detaillering, materiaal en kleurgebruik: - De gevels langs de buitenranden moeten de uitstraling krijgen van een stoer havengebouw, dat zich onderscheidt van een standaard woon- en/ of kantoorgebouw. - De gevels zijn robuust en hebben een constructief en industrieel karakter. - Als materialen komen beton, staal en glas in aanmerking. Reactie van de commissie op de gewijzigde conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie reageert positief op het aangepaste voorstel. Het stalen frame met windverbanden waarachter de balkons verscholen liggen acht de commissie goed voorstelbaar. Het aangepaste plan past hierdoor binnen de gestelde criteria van het gebied die onder andere een stoere havenarchitectuur voorschrijven en balkons mogelijk acht wanneer deze met elkaar een nieuw vlak te vormen. Tenslotte vraagt de commissie aandacht voor de eerder genoemde punten uit het voorgaande verslagen die betrekking hebben op de verder uitwerking van het plan en de rol van de architect: 2. Bij de definitieve aanvraag omgevingsvergunning ziet de commissie graag een reclameplan ter beoordeling tegemoet. 3. De commissie benadrukt het belang van de betrokkenheid van de architect bij de verdere uitwerking en met name uitvoering van het plan. Zij gaat er van uit dat de architect ook tijdens de uitvoering de esthetische regie behoudt. De commissie reageert op hoofdlijnen positief op de aangepaste conceptaanvraag (voor zover uitgewerkt). Zij vraagt aandacht voor de hierboven genoemde opmerkingen. In de nadere uitwerking van het planvoorstel dient sprake te zijn van passend materiaalgebruik en verfijnde / zorgvuldige detaillering. De nadere uitwerking van het plan in de vorm van een definitieve aanvraag wordt met belangstelling tegemoet gezien.

9 4.6 Lodewijk Pincoffsplein, Feijenoord (1 e behandeling) 16:40-17:00 omschrijving: ontwerp/opdracht: Complex de Perperclip: voorstel groot onderhoud Clara Froger OLO (conceptaanvraag) Commissielid Galema trekt zich gedurende de behandeling van dit agendapunt, wegens betrokkenheid bij dit project, terug uit de commissie. Toetsingskader De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) Omschrijving van het plan De architect toont het voorstel voor het gebouw de Peperclip op Zuid die haar derde noodzakelijke renovatie tegemoet gaat. Door architectuurhistoricus Wijnand Galema is in een Quickscan de beeldkwaliteit van het gebouw omschreven. De aanbevelingen zijn volgens de architect als uitgangspunt genomen voor het ontwerp. Met dit plan wordt getracht een aantal problemen met betrekking tot vandalisme, inbraak en bouwfysische aspecten op te lossen. Het plan omvat de volgende onderdelen: - Een ontwerpvoorstel voor het dichtzetten van de loggia s op de verdiepingen; - Een voorstel voor nieuwe puien en ventilatieroosters; - Een ontwerpvoorstel voor het dichtzetten van de portieken van de beganegrondwoningen; - Een voorstel voor nieuwe puien en postkasten ter plaatse van de verschillende entrees; - Een voorstel voor het wijzigen van kleurstellingen van bepaalde gevelonderdelen die nu niet in het palet van de oorspronkelijke kleurstelling passen zoals deuren van bergingen en later aangebrachte puien op de begane grond ter plaatse van de commerciële functies; - Een drietal kleur- en patroonvoorstellen voor de gevelbekleding van damwanden op de koppen van het gebouw. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Woningbouw Welstandsniveau: Regulier Relevante criteria Verschijningsvorm - Uitgangspunt voor bouwinitiatieven is de samenhang binnen de architectonische eenheid - Bindende elementen binnen een gevelwand dienen in stand te blijven of worden op overeenkomstige manier vernieuwd: lateibalken boven ramen en deuren, doorlopende dakrand, doorlopende (houten) gevelbekleding (indien aanwezig). Binnen het frame van bindende elementen is ruimte voor verandering. - Ingrepen aan de gevel, waaronder nieuwe balkons en luifels of winkelpuien, passen binnen de structuur, maat en schaal van het hoofdgebouw. Materiaal, kleur en detaillering - Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. - Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. - Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. - Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp. Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie spreekt haar waardering uit over de zorgvuldigheid waarmee aan het plan voor de renovatie van dit Rotterdamse icoon wordt gewerkt. Ook waardeert de commissie de uitgevoerde cultuurhistorische Quickscan en ondersteunt zij de aanbevelingen uit het rapport. De commissie is nog niet overtuigd over de vormgeving van de ontwerpvoorstellen. De vormgeving van de hekken in de portieken van de begane grond en in de loggia s past onvoldoende bij de schaal en architectuurtaal van het complex. Voor wat betreft de hekwerken in de loggia s pleit de commissie voor een volledige vernieuwing van het hekwerk zodat geen stapeling ontstaat van een bestaand en nieuw hekwerk. Het voorgestelde perspex achter de hekwerken op de begane grond acht de commissie onvoldoende duurzaam omdat het materiaal zeer snel verouderd en gevoelig is voor vandalisme. Voor de entrees geldt dit ook maar in mindere mate, de commissie meent dat ook hier gezocht moet worden naar een meer passende vormgeving en een overtuigende inpassing van de postkasten.

10 De commissie vraagt voor wat betreft het ventilatieprincipe in de kozijnen te zoeken naar een betere, subtielere oplossing. De getoonde oplossing waarmee een optelling ontstaat van regels met daartussen een ventilatierooster wordt niet akkoord bevonden. Op het kleurvoorstel reageert de commissie als volgt: De forse kopgevels kenmerken de grote schaal van het gebouw. Dit karakter dient in stand gehouden te worden gezien de betekenis daarvan zoals genoemd in de Quickscan. In voorstel c kan de commissie zich vinden maar niet in de overige voorstellen. De getoonde patronen stroken niet met de beoogde schaal van de kopgevels. Ten slotte roept de commissie Vestia op om ook de puien van de commerciële functies in de plint aan te pakken. Dit zou van enorme meerwaarde zijn voor het aanzicht van het gehele complex. De commissie vraagt aandacht voor de bovengenoemde opmerkingen en vragen. Zij ziet de architect graag in een volgende vergadering terug met een plan dat hier antwoord op geeft. Op een definitieve aanvraag overeenkomstig het nu voorliggende plan zal vooralsnog geen positief advies aan het bestuur afgegeven kunnen worden.