VERSLAG. VERGADERING van de COMMISSIE VOOR WELSTAND EN MONUMENTEN ROTTERDAM. WOENSDAG 22 februari 2017

Transcriptie

1 VERSLAG VERGADERING van de COMMISSIE VOOR WELSTAND EN MONUMENTEN ROTTERDAM WOENSDAG 22 februari 2017 Locatie: Het Timmerhuis Halvemaanpassage 90 1 e verdieping, kamer AANWEZIG Commissie: Michel (voorzitter), Bloks, Molenaar, Galema, Diederen, Ruitenbeek, Van Oort Secretariaat: Pronk, Van der Klauw (verslag), De Bruijn (gedeeltelijk) 4 BOUWPLANNEN 14:30 16: Noordsingel 115, Noord (3 e behandeling) (20 min) 14:30 omschrijving: Tuin van Noord: Sloop / nieuwbouw Huis van Bewaring ontwerp/opdracht: Matthijs de Kraker (Wessel de Jonge architecten) OMV (voorheen conceptaanvraag: OLO ) 4.2 Hoogstraat 185, Centrum (3 e behandeling) (20 min) 14:50 omschrijving: HBC verbouwing voormalig V&D gebouw ontwerp/opdracht: Callison RTKL - Arcadis OLO (conceptaanvraag) 4.3 Rijnhaven Zuidzijde, Feijenoord (3 e behandeling) (20 min) 15:10 omschrijving: The View: wijzigen bouwplan voor oprichten multifunctioneel gebouw ontwerp/opdracht: Joke Vos (Joke Vos architecten) OLO (conceptaanvraag) 4.4 Drentsestraat en Van Haeftenstraat, Feijenoord (2 e behandeling) (20 min) 15:30 omschrijving: Nieuwbouw woningen ontwerp/opdracht: Jeroen Geurst (Geurst&Schulze architecten) Maaike Schravezande (Woonstad) OLO (conceptaanvraag) PAUZE 15:50-16: Insulindestraat 210, Noord (1 e behandeling) (20 min) 16:00 omschrijving: Spoorpunt: Eén blok stad, renovatie woningbouwblok nabij Hofpleinlijn ontwerp/opdracht: Harald Bottema (PutterParners) OLO (conceptaanvraag) 4.6 Coolsingel 191, Centrum (1 e behandeling) (20 min) 16:20 omschrijving: Plaatsen LED-scherm op Fair Play Casino aanvrager: Sidney Zee en Marcel Wismeijer (Fair Play Casino) OLO (conceptaanvraag)

2 BOUWPLANNEN 4.1 Noordsingel 115, Noord (3 e behandeling) (rijksmonument) (20min) 14:30 omschrijving: Tuin van Noord: Sloop / nieuwbouw Huis van Bewaring ontwerp/opdracht: Matthijs de Kraker (Wessel de Jonge architecten) OMV (voorheen conceptaanvraag: OLO ) De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de aanvraag omgevingsvergunning getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 8 van het reglement van orde) De architect toont het plan voor de sloop van het Huis van Bewaring en de vervangende nieuwbouw. In de zomer van 2016 is reeds meerdere malen met de commissie, ontwikkelaar en architect gesproken over dit voorstel. Op het aangepaste masterplan waarvan de vervangende nieuwbouw ter plaatse van het voormalig Huis van Bewaring onderdeel van uit maakt is een akkoord gegeven door de commissie. In het masterplan is onder andere de massaopbouw (hoofdvorm gelijk aan Huis van Bewaring), de witte doorlopende plint, en de inrichting van het parkeerterrein vastgelegd. Ook is een impressie van het gevelbeeld opgenomen in het masterplan. Het uitgewerkte voorstel is qua hoofopzet gelijk aan het vastgelegde volume in het masterplan, qua uitwerking echter niet. Van het principe van de houten latten gevel die de kleur van het metselwerk benadert en als een voile van tralies langs het gebouw hangt, is afgestapt. De woningen zijn voorzien van grote glazen puien en hebben allen een loggia. De gevel wordt nog steeds voorgesteld in houten latten maar dan in de vorm van Siberisch lariks dat door de tijd heen zal vergrijzen. De goot is verholen gedetailleerd waardoor het principe van houten latten zonder afdekking tot boven aan door kan lopen. Ook de dakvorm van het voormalig Huis van Bewaring wordt overgenomen, echter wordt het dak voorzien van pv-panelen. Voor de dakdoorvoeren worden op vier plaatsen strak vormgegeven schoorstenen voorgesteld. In het deel van het Huis van Bewaring dat niet gesloopt wordt, zijn in het plan een aantal gevelwijzigingen meegenomen die qua principe stroken met de overige ingrepen in het gevangeniscomplex. Gebiedstype: niet-planmatige uitbreidingen Welstandsniveau: bijzonder (beschermd stadsgezicht) Relevante criteria Verschijningsvorm - Uitgangspunt voor bouwinitiatieven is de samenhang binnen de architectonische eenheid - Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. - Het gevelontwerp kent een driedeling (basement, middendeel, gevelbeëindiging) en wordt gekenmerkt door een verwevenheid van verticaal (ramen) en horizontaal (lijstwerk, linten, kroonlijsten etc.). - In- en uitspringende delen van de gevel (balkons, erkers en loggia s) blijven ondergeschikt aan de hoofdmassa. Materiaal, kleur en detaillering - Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. - Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. - Materialen en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. - Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. Reactie van de commissie op de ingediende aanvraag omgevingsvergunning, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie is verheugd om te zien dat de ontwikkeling van dit deel van het gevangeniscomplex doorgang heeft gevonden. In de zomer is meerdere malen gesproken over het masterplan en de nieuwe invulling ter plaatse van het Huis van Bewaring. De beeldkwaliteit van het eerder getoonde schetsplan dat onderdeel uitmaakt van het eerdere aan de commissie gepresenteerde masterplan ziet de commissie in de uitwerking van het definitieve plan echter onvoldoende terug. De overtuigende abstractie die het schetsplan beloofde is uit het plan verdwenen. In het definitieve plan is de individuele woning als element afleesbaar geworden anders dan in het masterplan. Het achterliggende woonprogramma is vertaald in het gevelontwerp, waardoor de woningbouwtypologie overheerst in het gevelontwerp. De commissie acht de herkenbaarheid van deze typologie binnen het voormalig gevangeniscomplex niet passend. 2

3 Ook het voorgestelde materiaal is ten opzichte van het schetsontwerp gewijzigd. In het getoonde schetsplan uit het masterplan werd duidelijk in kleur en materiaal samenhang gezocht met het aangrenzende ensemble. Het ontwerp zingt zich nu te veel los, terwijl de criteria juist samenhang binnen het ensemble vragen. De commissie vraagt de architect een stap terug te doen in het ontwerp om te komen tot overtuigend en passend gevelontwerp. Ten slotte vraagt de commissie aandacht voor het dakranddetail. Het dakranddetail staat op gespannen voet met de criteria waarin voor de gevelopbouw een basement, een middendeel en een gevelbeëindiging wordt verlangd. Tevens vraagt zij aandacht voor het criterium van bestandheid tegen veroudering en vervuiling in materiaalkeuze en detaillering. Er is geconstateerd dat de aanvraag omgevingsvergunning strijdig is met de criteria. Het advies aan het bestuur is daarom vooralsnog negatief. De commissie vraagt aandacht voor de hierboven genoemde opmerkingen en ziet de architect graag terug in een volgende vergadering. 3

4 4.2 Hoogstraat 185, Centrum (3 e behandeling) (20 min) 14:50 omschrijving: ontwerp/opdracht: HBC Verbouwing voormalig V&D gebouw Callison RTKL - Arcadis OLO (conceptaanvraag) De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de aangepaste conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) De architect legt een aangepast ontwerp voor aan de commissie. Naar aanleiding van het commentaar van de commissie is verder gewerkt aan het plan. De eigenaar is bereid gevonden om het gehele gebouw integraal aan te pakken. Daarbij wordt voorgesteld om het gevelprincipe aan te passen, namelijk een massief volume in natuursteen (wit marmer) op een transparante plint. De koperen ribbel zal verdwijnen en de kleurstelling van de groene dakopbouw zal worden gewijzigd. Ook zullen nieuwe kozijnen worden geplaatst. Alle winkels, ook de bestaande aan de Hoogstraat, zullen worden voorzien van een nieuwe pui. De plintgevel aan de Westewagenstraat is zoveel mogelijk open gemaakt, het principe van de volledig transparante beganegrondgevel wordt aan deze zijde doorgezet tot aan de technische ruimte. Ter plaatse van de technische ruimte wordt een roostergevel voorgesteld. Gebiedstype: Centrummix Welstandsniveau: Bijzonder Relevante criteria Verschijningsvorm - Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. - Ingrepen aan de gevel, waaronder nieuwe balkons en luifels of winkelpuien, passen binnen de structuur, maat en schaal van het hoofdgebouw. - Entreegebieden van gebouwen, inclusief luifels en logo s, zijn uitnodigend en kwalitatief hoogwaardig vormgegeven. - Beganegrondgevels aan de openbare ruimte hebben een bij de situatie passende openheid. In woon-, winkel-, en kantoorgebieden zijn dichte (bergings-)gevels aan de straat ongewenst. - De begane grondverdieping past in maat en schaal bij het karakter van de straat. Materiaal, kleur en detaillering - Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. - Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. - Toepassing van hoogwaardige materialen en detaillering in overeenstemming met de hoge centrumambities. - Materiaal en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en van gelijke kwaliteit (vervanging van gevelonderdelen conform het origineel). - Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. - Daken die zichtbaar zijn vanuit de omliggende bebouwing krijgen dezelfde kwaliteit als de gevel en worden ingericht als groene daken (of op andere wijze aantrekkelijk vormgegeven). - Zonwerend glas of folie op glas verhinderen de visuele relatie tussen binnen en buiten niet. Reactie van de commissie op de aangepaste conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie reageert positief op het voorstel om de gevelwijzigingen voor het bestaande gebouw integraal aan te pakken. Met name de aanpak voor de plint waarbij de eenheid in het gevelbeeld wordt hersteld en ook de openheid van de plint aan de Westewagenstraat wordt geoptimaliseerd wordt door de commissie ondersteund. De commissie geeft aan in te kunnen stemmen met het witte marmer omdat het materiaal in het gewijzigde plan niet meer tot op het maaiveld reikt en de gehele kleurstelling van het gebouw gewijzigd wordt. Over de oppervlaktebehandeling van het marmer ontvangt de commissie graag nog een nadere toelichting. De commissie vraagt aandacht voor de gevelopzet van de technische ruimte aan de Westewagenstraat. Hoort dit gevelvlak bij de plint of juist niet? Samenhang met de omliggende gevel ontbreekt hier nog. De commissie is benieuwd naar de nadere uitwerking van het plan en vraagt de architect om met een overtuigend compleet voorstel te komen. Hoe wordt bijvoorbeeld omgegaan met verlaagde plafonds in de bestaande winkels en hoe is de aansluiting van de plint naar de bovenbouw. Ook vraagt de commissie om met een overtuigend en integraal verhaal te komen over de materialisering en kleurstelling van het gehele pand, inclusief dakopbouwen. Ten slotte vraagt de commissie of ook de bestaande installatieruimten op het dak meegenomen worden. 4

5 De eerder gemaakte opmerkingen ten aanzien van de reclames blijven van kracht. De commissie vraagt aandacht voor de bovengenoemde opmerkingen en vragen. De nadere uitwerking van het plan in de vorm van een definitieve aanvraag wordt met belangstelling tegemoet gezien. 5

6 4.3 Rijnhaven Zuidzijde, Feijenoord (3 e behandeling) (20min) 15:10 omschrijving: ontwerp/opdracht: The View, wijzigen bouwplan, oprichten multifunctioneel gebouw Joke Vos (Joke Vos architecten) OLO (conceptaanvraag) De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de gewijzigde conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) De architect toont een wijziging op het eerder goedgekeurde conceptplan voor de nieuwbouw van de twee multifunctionele gebouwen. De wijziging betreft het woongedeelte en onderliggende plint van het rechter gebouw (gezien vanaf de Rijnhaven). De ontwikkelaar heeft de wens om de woningen ook aan de Rijnhavenzijde een buitenruimte te geven. Hiervoor is het gevelontwerp aangepast. De doorlopende maar in diepte verspringende balkons worden binnen een rondlopend betonnen kader gevat. De puien van de woningen zijn als het ware naar binnen gedrukt. De balkons worden voorgesteld in glas. Door de diepteverschillen van de balkons ontstaat een patroon en reliëf in het gevelbeeld. De architect laat twee verschillende mogelijkheden zien met een regelmatig en een dynamisch patroon. Ook de vormgeving van de plint is gewijzigd. Doordat nu gekozen is voor het betonkader wordt hieronder het principe van de plintgevel zoals in de overige delen van het gebouw is ook hier toegepast Gebiedstype: Rivierlocaties Welstandsniveau: Ontwikkeling (welstandsparagraaf ECC) Relevante criteria uit de welstandsparagraaf ECC Gebouwen op zichzelf: - Massa refereert aan havengebouwen, de uitstraling is eigentijds. - De bebouwing op de verschillende plots bestaat uit een basement met één of twee verticale accenten. - De gevel wordt gekenmerkt door een plastiek van grote lijnen en vlakken die de maat van de individuele bouwstenen overstijgen. - De gebouwen tonen zich robuust langs de buitenranden van het plangebied en refereren daar aan de oude havenbebouwing. - Balkons worden in het gevelvlak opgenomen of vormen een nieuw vlak. Detaillering, materiaal en kleurgebruik: - De gevels langs de buitenranden moeten de uitstraling krijgen van een stoer havengebouw, dat zich onderscheidt van een standaard woon- en/ of kantoorgebouw. - De gevels zijn robuust en hebben een constructief en industrieel karakter. - Als materialen komen beton, staal en glas in aanmerking. Reactie van de commissie op de gewijzigde conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie geeft aan dat zij de toevoeging van buitenruimtes aan de woningen gelegen aan de Rijnhavenzijde voorstelbaar vindt, maar het nu getoonde ontwerp haar niet overtuigt. Vanuit de criteria wordt voor dit gebied robuustheid verlangd. Het voorgaande plan overtuigde de commissie hierin, het gewijzigde ontwerp echter niet. Dit komt onder andere doordat de gevel van dit bouwblok nu uiteen valt in twee gevelprincipes. Daarnaast wordt door de wijze waarop de balkons nu worden ingepast de individuele woning afleesbaar, dit is vanuit de criteria juist niet de bedoeling. De gevraagde stoere en robuuste havenarchitectuur die de schaal van de individuele woning overstijgt, mist in het plan. Tenslotte vraagt de commissie aandacht voor de eerder genoemde punten uit het voorgaande verslagen die betrekking hebben op de verder uitwerking van het plan en de rol van de architect: 2. Bij de definitieve aanvraag omgevingsvergunning ziet de commissie graag een reclameplan ter beoordeling tegemoet. 3. De commissie benadrukt het belang van de betrokkenheid van de architect bij de verdere uitwerking en met name uitvoering van het plan. Zij gaat er van uit dat de architect ook tijdens de uitvoering de esthetische regie behoudt. De commissie vraagt aandacht voor de bovengenoemde opmerkingen en vragen. Zij ziet de architect graag in een volgende vergadering terug met een plan dat hier antwoord op geeft. Op een definitieve aanvraag overeenkomstig het nu voorliggende plan zal vooralsnog geen positief advies aan het bestuur afgegeven kunnen worden. 6

7 4.4 Drentsestraat en Van Haeftenstraat, Feijenoord (2 e behandeling) (20 min) 15:30 omschrijving: ontwerp/opdracht: Nieuwbouw woningen Jeroen Geurst (Geurst&Schulze architecten) Maaike Schravezande (Woonstad) OLO (conceptaanvraag) De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de aangepaste conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) De architect is wegens omstandigheden afwezig bij de behandeling van het plan. Het aangepaste plan wordt door middel van een begeleidend schrijven aan de commissie uitgelegd. De ontwikkelaar schuift aan om eventuele vragen te beantwoorden. In de voorgaande behandeling is door de commissie bezwaar geuit over het loslaten van het principe van gesloten bouwblokken. Naar aanleiding hiervan is het plan gewijzigd. Voor het ontwerp voor de nieuwbouw van het bouwblok aan Drentsestraat zijn op de kopse kanten van de bouwblokken twee woningen toegevoegd. Ook zijn de entrees van de kopwoningen van de langsblokken op de hoek gepositioneerd. Hiermee is getracht het continue beeld van het gesloten bouwblok zoveel mogelijk in stand te houden. De opdrachtgever licht tijdens de vergadering toe dat het hoekpand aan de Van Haeftenstraat inmiddels verworven is. Dit betekent dat dit deel van het bestaande, doorlopende bouwblok gesloopt gaat worden om over de volledige lengte een nieuwe rij woningen te kunnen realiseren. Aan beide zijden zal het gat gedicht worden met een tuinmuur. De precieze aansluiting hiervan is nog niet uitgewerkt. Tijdens de voorgaande vergadering heeft de commissie ook aandacht gevraagd voor de openheid van de begane grond. Onderzocht is of de openheid van de plintgevel vergroot kan worden. Dit is echter niet wenselijk gebleken. Om toch tegemoet te komen aan de wens van de commissie is de openheid optisch vergroot door een lijst van metselwerk rondom de gevelopening toe te voegen. Gebiedstype: Planmatige stedelijke uitbreidingen Welstandsniveau: Regulier Relevante criteria Ruimtelijke inpassing - Bouwinitiatieven houden de stedenbouwkundige structuur herkenbaar en verstoren deze niet. Verschijningsvorm - Nieuwbouw heeft een bij de omliggende bebouwing passende hoofdvorm. - Bijgebouwen zijn herkenbaar als op zichzelf staande volumes en zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw. - Het gevelontwerp kent een driedeling (basement, middendeel, gevelbeëindiging) en wordt gekenmerkt door een verwevenheid van verticaal (ramen) en horizontaal (lijstwerk, linten, kroonlijsten etc.). - Straathoeken worden architectonisch verbijzonderd (afgeschuinde hoek, afwijkende vormgeving, e.d.). - Beganegrondgevels aan de openbare ruimte hebben een bij de situatie passende openheid. In woon-, winkel-, en kantoorgebieden zijn dichte (bergings-)gevels aan de straat ongewenst. Materiaal, kleur en detaillering - Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. - Detaillering ondersteunt de verwevenheid van verticaal en horizontaal in het gevelbeeld. - Materialen en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. - Erfafscheidingen zijn van hoogwaardig materiaal en worden zorgvuldig gedetailleerd. - Zonwerend glas of folie op glas verhinderen de visuele relatie tussen binnen en buiten niet. - Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp. Reactie van de commissie op de aangepaste conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie reageert positief op het aangepaste voorstel voor het bouwblok aan de Drentsetraat. Het aangepaste voorstel ziet zij als een enorme stap voorwaarts. Voor dit blok op deze plek en de beschikbare middelen is dit het juiste antwoord meent de commissie. De commissie geeft daarbij nadrukkelijk aan dat dit niet betekent dat dit nu de juiste oplossing als alternatief voor het gesloten bouwblok zoals dat op meer plekken in Rotterdam Zuid onder druk staat. De commissie blijft namelijk van mening dat het principe van geheel gesloten bouwblokken in stand gehouden moet worden. Zij refereert daarbij aan de net verschenen cultuurhistorische verkenning voor Bloemhof, opgesteld door SteenhuisMeurs, in opdracht van Stadsontwikkeling Rotterdam. De commissie adviseert gemeente en opdrachtgevers om met deze verkenning in de hand de duurzame stedenbouwkundige en architectonische principes vast te leggen voor de herontwikkeling 7

8 van dit gebied. Deze stedenbouwkundige en architectonische continuïteit zal een grotere bijdrage leveren aan de gestage upgrading van Bloemhof dan de huidige reeks min of meer incidentele ingrepen. De commissie geeft aan dat het plan voor de Van Haeftenstraat haar nog niet overtuigt. Het gat dat geslagen wordt op de hoek met Adriaan Nimmantstraat is onverenigbaar met de stedenbouwkundige structuur. De commissie pleit voor een gesloten hoek op deze plek. Aan de kant van de Janne Bouwensstraat is een gesloten hoek minder essentieel gezien de naastliggende nieuwbouw. De detaillering van de doorgang vereist nog wel aandacht. Ook aan de andere zijde is de aansluiting op het bestaande woonblok nog niet overtuigend, alhoewel de commissie een gesloten hoek op deze plek van minder groot belang acht. Tenslotte geeft de commissie aan, met de net verschenen cultuurhistorische verkenning Bloemhof als aanleiding, graag een gesprek te willen voeren met Woonstad en andere woningbouwcorporaties en de Afdeling Stedenbouw over de toekomstige ontwikkelingen in dit gebied. De commissie vraagt aandacht voor de bovengenoemde opmerkingen en vragen. De nadere uitwerking van het plan in de vorm van een definitieve aanvraag wordt met belangstelling tegemoet gezien. 8

9 4.5 Insulindestraat 210, Noord (1 e behandeling) (20 min) 16:00 omschrijving: ontwerp/opdracht: Spoorpunt: Eén blok stad, renovatie woningbouwblok nabij Hofpleinlijn Harald Bottema (PutterParners) OLO (conceptaanvraag) De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) De architect presenteert het plan voor de herontwikkeling van het pand. De herontwikkeling van het gebouw dat al 20 jaar leeg staat zal binnen het concept Eén blok stad door potentiële kopers vormgegeven worden. De wensen van de 40 gegadigden worden door de architect uitgewerkt in een plan. De woningen zullen een grootte krijgen tussen de 80 en 160 m 2. In het plan worden een aantal ingrijpende voorstellen gedaan, namelijk: - Het vergroten van een aantal raampartijen tot Franse balkons; - De plint voorzien van pleisterwerk in grijze kleurstelling; - Toevoegen van een nieuw trappenhuis aan de achterzijde die tevens toegang geeft tot het dakterras; - Aanbrengen van een kunstwerk op de achtergevel; - Het plaatsen van een nieuwe fietsenstalling op de begane grond aan de achterzijde; Op de hoek van het gebouw zal een horecagelegenheid gecreëerd worden. Verder licht de architect toe dat mogelijk in de toekomst een aansluiting op het toekomstige dakpark op de Hofbogen zal worden gemaakt. Gebiedstype: Niet-planmatige uitbreidingen Welstandsniveau: Regulier Relevante criteria Verschijningsvorm - Uitgangspunt voor bouwinitiatieven is de samenhang binnen de architectonische eenheid - Aan- en uitbouwen, dakkapellen, dakopbouwen en andere ingrepen aan het hoofdgebouw zijn in samenhang met de architectonische eenheid ontworpen. - Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. - Ingrepen aan de gevel, waaronder nieuwe balkons en luifels of winkelpuien, passen binnen de structuur, maat en schaal van het hoofdgebouw. - In- en uitspringende delen van de gevel (balkons, erkers en loggia s) blijven ondergeschikt aan de hoofdmassa. Materiaal, kleur en detaillering - Materialen en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. - Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. - In woon-, kantoor- en winkelgebieden zijn detaillering en materiaalgebruik van de beganegrondgevel aan de straatzijde (met name rond de entree) van hoge kwaliteit (rijker en expressiever). - Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp. Relevante criteria dakterrassen Plaatsing - De balustrade is altijd binnen de gevellijn geplaatst en aan de voorzijde van het gebouw minimaal 1.5 meter teruggeplaatst van de gevel of van de bovenrand van een schuin dakvlak. Maatvoering - Hoogte van de balustrade is maximaal 1,3 meter. Vormgeving - Balustrade is uitgevoerd als hekwerk (met verticale spijlen). Materiaal, kleur en detaillering - Kleurkeuze is terughoudend en afgestemd op het hoofdgebouw. Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie reageert positief op de herontwikkeling van het leegstaande pand. De commissie heeft wel een aantal opmerkingen op het plan waarvoor zij aandacht vraagt in de verdere planontwikkeling: 1. Door de voorgestelde toevoeging van de Franse balkons wordt het consistente gevelbeeld onderbroken. De rust en structuur binnen de gevel gaat verloren doordat het ritme wordt aangetast. De commissie acht de toepassing 9

10 van Franse balkons denkbaar maar vraagt de architect om de ingrepen anders in te passen en/of vorm te geven en daarbij rekening te houden met de evenwichtige ordening in de gevel. 2. De commissie geeft aan niet overtuigd te zijn van het ontwerp van het losstaande trappenhuis. De criteria vragen om een samenhangend beeld binnen het ensemble. Daarvan is nu geen sprake. Indien het meer als een losstaand object gezien moet worden dat dient het beeld zeer overtuigend te zijn. Dat is nu niet het geval volgens de commissie. 3. De commissie vraagt zich af waarom het metselwerk in de plint niet behouden blijft. Het aanbrengen van een pleisterlaag ziet zij niet als een verbetering. Ter plaatse van de horecavestiging kan zij zich wel voorstellen dat een accent wordt gelegd. 4. De commissie uit haar twijfels ten aanzien van de locatie en grootte van het kunstwerk. Zij adviseert de opdrachtgever en architect om verder te studeren op de juiste plek en grootte. Wellicht is een combinatie met het nieuwe trappenhuis een optie. 5. Voor wat betreft de inrichting van het dak wijst de commissie de architect naar de criteria met betrekking tot dakterrassen. Het plan dient hieraan te voldoen. 6. De commissie vraagt nadere ontwerpaandacht voor de inpassing van de postbussen. De commissie vraagt aandacht voor de bovengenoemde opmerkingen en vragen. Zij ziet de architect graag in een volgende vergadering terug met een plan dat hier antwoord op geeft. Op een definitieve aanvraag overeenkomstig het nu voorliggende plan zal vooralsnog geen positief advies aan het bestuur afgegeven kunnen worden. 10

11 4.6 Coolsingel 191, Centrum (1 e behandeling) (20 min) 16:20 omschrijving: aanvrager: Plaatsen LED-scherm op Fair Play Casino Sidney Zee en Marcel Wismeijer (Fair Play Casino) OLO (conceptaanvraag) De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de aangepaste conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) Op een eerder voorstel voor het plaatsen van een LED-scherm tegen de gevel van het casino is negatief gereageerd. Naar aanleiding hiervan treedt de aanvrager in overleg met de commissie waarbij een nieuw voorstel wordt getoond. De afmeting van het scherm is aangepast naar 3840 mm breed x 2880 mm hoog. Het is de bedoeling om het scherm boven entree van het casino te plaatsen. Reeds is ingestemd met twee grote naamgevingen op de gevel in de vorm van losse letters. De aanvrager geeft aan bereid te zijn om de naamgeving die het dichts bij het voorgestelde LED-scherm is gesitueerd te verwijderen wanneer ingestemd kan worden met een LED-scherm. De uitvoering van het scherm is ongewijzigd, het scherm zal voor de bestaande gevel worden gehangen en komt daardoor enige tientallen centimeters naar voren ten opzichte van het gevelvlak. Verder is door de aanvrager aangegeven dat het scherm voor eigen gebruik van het casino is en niet voor reclamevoering van derden. Het scherm is aanpasbaar qua lichtsterkte en kan worden voorzien van een timer. Gebiedstype: Centrummix Welstandsniveau: Bijzonder, centrumgebied Relevante criteria uit het reclamebeleid - Een reclame moet in principe een rechtstreeks functioneel verband hebben met de activiteiten die in het pand of op het perceel plaatsvinden. - Maximaal één per gebouw, alleen in reclamegebieden. - Maakt onderdeel uit van de gevelcompositie, past in de architectuur van het pand. - Maatvoering acceptabele richtmaat is hoogte max. 2,9 m. en breedte max. 3,9 m. (vergelijk formaat groot billboard) - Vormgeving: materiaal en kleur afgestemd op het gebouw. - Algemeen: levert in constructie en beeld bijdrage aan het stadsbeeld. Reclame dient ondergeschikt te zijn aan de architectuur. - Niet toegestaan op monumenten of in beschermde stadsgezichten. - Geen overmatige lichthinder veroorzakend. - Niet hinderlijk voor het verkeer. Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie benadrukt dat deze vorm van reclame grote impact heeft op de beleving van de stad. Het beleid van de gemeente is erop gericht dat geen wildgroei ontstaat aan lichtreclames en LED-schermen. Van belang is dat net als gebouwen, ook de reclames in welke vorm dan ook, in constructie en beeld een bijdrage leveren aan het stadsbeeld. Daarbij dient de reclame ondergeschikt te zijn aan de architectuur en qua vormgeving te worden afgestemd op het gebouw. De commissie meent dat het gevelconcept van dit gebouw, bestaande uit een volledig transparant zelfdragend gevelsysteem, zich niet leent voor het plaatsen van een LED-scherm op deze gevel. Het nu voorgestelde ontwerp waarbij het LED-scherm voor de gevel wordt gehangen, ontkent de achterliggende gevel volledig. Alleen qua afmeting is het LED-scherm enigszins afgestemd op de verticale ritmiek van de gevel, dat is volgens de commissie onvoldoende. De commissie meent dat de reeds vergunde reclame-uitingen al van een dermate groot formaat zijn dat met deze extra reclame-uiting het gebouw wordt overschaduwd en niet kan worden gesproken van een ondergeschikt karakter zoals voorgeschreven in het reclamebeleid. De commissie geeft aan dat een LED-scherm denkbaar is in plaats van één van de grote reclame-uitingen en wanneer het scherm onderdeel uitmaakt van de gevelcompositie. Bij een definitieve aanvraag omgevingsvergunning overeenkomstig het getoonde plan zal een negatief advies aan het bestuur afgegeven worden. 11