Wijziging Algemene plaatselijke verordening (APV) door opnemen bepaling gebieden verboden voor honden

Transcriptie

1 Aanbiedingsformulier Onderwerp Wijziging Algemene plaatselijke verordening (APV) door opnemen bepaling gebieden verboden voor honden In te vullen door Bestuurssecretariaat Ontwerper Parafanten Directeuren Portefeuilleh. B&W Nr: / Dienst : Milieu en Beheer MB FSW Agenda Sector : Ondersteuning Openbaar: ja Naam : M. Abrahamse R.V nr: Tst.nr : 7655 Commissie: Datum : 22 mei 2003 BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. bijgaand raadsvoorstel vast te stellen waarin de Raad wordt voorgesteld in de APV een bepaling op te nemen die het mogelijk maakt gebieden verboden te verklaren voor honden; 2. dit besluit te doen toekomen aan de Griffie met het verzoek behandeling in de gemeenteraad te bevorderen. Korte overwegingen De Raad heeft op 21 mei 2003 in haar commissie Ruimte en Groen de discussienota Scenario s voor de bestrijding van overlast van hondenpoep besproken. De commissie heeft in navolging van uw College met de grootst mogelijke meerderheid vooralsnog een voorkeur uitgesproken voor scenario B (combinatie van preventieve en repressieve benadering). Onderdeel van dit scenario is het instellen van voor honden verboden gebieden door het opnemen van een artikel in de APV die zulks mogelijk maakt. In de discussienota was al een concepttekst voor een APV bepaling met genoemde strekking opgenomen. De commissie heeft kennis genomen van de inhoud van de voorgestelde tekst van de nieuwe bepaling en het College verzocht op de kortst mogelijke termijn een raadsbesluit voor te bereiden strekkende tot wijziging van de APV door het opnemen van een bepaling die het mogelijk maakt gebieden verboden te verklaren voor honden. Bijgaand treft u een conceptraadsvoorstel aan waarin wordt voorgesteld een bepaling in de APV op te nemen die het mogelijk maakt gebieden verboden te verklaren voor honden. De formulering van het artikel is conform de formulering zoals deze is opgenomen in de APV s van Amsterdam en Tilburg. Aldaar is gebleken dat (deze formulering van) deze bepaling in de praktijk werkbaar en juridisch houdbaar is.

2 De commissie heeft aangeven de voorgestelde APV wijziging zo snel mogelijk te willen doorvoeren in verband met de recentelijk gestarte pilot in de Slaaghwijk. Deze pilot binnen het kader van Onze buurt aan zet heeft tot doel de overlast door honden terug te dringen. De opzet van de pilot sluit inhoudelijk aan bij het voorgestane scenario B. De pilot in de Slaaghwijk voorziet in gebieden die verboden zijn voor honden. In principe voorziet de pilot nu in gebieden waar honden niet gewenst zijn. Indien middels een wijziging van de APV dit verbodsgebieden worden, kan bij overtreding ook daadwerkelijk beboet worden. Bij de verbodsgebieden moet gedacht worden aan vooral speelplaatsen en speelveldjes voor kinderen. Hondenpoep levert met name voor (jonge) kinderen een gevaar op voor hun gezondheid wegens de dreiging van Toxocara (spoelworm). De aanwezigheid van de honden zelf levert ook een gevaar op voor de kinderen. (fysiek gevaar) Het is nadrukkelijk niet de bedoeling met het nieuwe artikel in de hand grote gebieden in Leiden verboden te verklaren voor honden. Verder zal de nieuwe bepaling gedurende de looptijd van de pilot in de Slaaghwijk uitsluitend in de Slaaghwijk worden gebruikt. Pas na evaluatie van de pilot en definitieve besluitvorming van de Raad over het voorgestelde beleid kan mits alsdan passend binnen de gestelde kaders overwogen worden de verbodsbepaling ook elders te hanteren. Verwacht mag worden dat de beoogde afname van overlast door honden zal leiden tot een afname van irritatie jegens honden, dan wel hun eigenaren. Gegeven het feit dat: de commissie reeds inhoudelijk kennis heeft genomen van de inhoud van de voorgestelde wijziging in de APV, de commissie, mede in het licht van de reeds lopende pilot, heeft aangedrongen op het op de kortst mogelijke termijn wijzigen van de APV en de voorgestelde wijziging van de APV beperkt is in omvang, juridisch niet complex en bovendien elders (in andere gemeenten) praktisch hanteerbaar en juridisch houdbaar is gebleken en vooralsnog slechts in het kader van genoemde pilot zal worden gebruikt, wordt uw College bij deze voorgesteld bijgaand raadsvoorstel direct ter behandeling aan de Raad aan te bieden. (Dat wil zeggen dat via de griffier aan de Raad voorgesteld zal hier (hernieuwde) commissiebehandeling achterwegen te laten.) Formatieve consequenties geen Begrotingsconsequenties geen Communicatie Openbaar: B&W besluitenlijst Tekstvoorstel: De Raad heeft op 21 mei 2003 in haar commissie Ruimte en Groen de discussienota Scenario s voor de bestrijding van overlast van hondenpoep besproken. De commissie heeft met de grootst mogelijke

3 meerderheid vooralsnog een voorkeur uitgesproken voor een aanpak die bestaat uit een combinatie van preventieve en repressieve maatregelen. Onderdeel van deze aanpak is het instellen van voor honden verboden gebieden. Het gaat hierbij vooral om kinderspeelplaatsen en speelveldjes. In lijn met de door de raadscommissie gekozen aanpak stelt het college de Raad nu voor een artikel in de Algemene plaatselijke verordening (APV) op te nemen die het mogelijk maakt gebieden verboden te verklaren voor honden. De nieuwe verbodsbepaling zal tot het definitief vaststellen van het beleidskader door de Raad slechts worden gebruikt in de Slaaghwijk in het kader van de daar recentelijk gestarte proef om de overlast van honden te beperken.

4 Nr. : Dnst. : M&B Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening (APV) door opnemen bepaling gebieden verboden voor honden. Leiden, 2 juni De Raad heeft op 21 mei 2003 in haar Commissie voor Ruimte en Groen de discussienota Scenario s voor de bestrijding van overlast van hondenpoep besproken. De commissie heeft met de grootst mogelijke meerderheid vooralsnog een voorkeur uitgesproken voor scenario B (combinatie van preventieve en repressieve benadering). Onderdeel van dit scenario is het instellen van voor honden verboden gebieden door het opnemen van een bepaling in de Algemene plaatselijke verordening (APV) die zulks mogelijk maakt. Het instellen van gebieden die verboden zijn voor honden is ingegeven door de gezondheidsrisico s die met name kinderen lopen waarneer zij in contact komen met hondenpoep (risico besmetting met spoelworm) en de honden zelf (fysiek gevaar). De APV-bepaling zal voornamelijk worden gebruikt om speelplaatsen en speelveldjes voor kinderen aan te merken als verboden voor honden. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling met het nieuwe artikel in de hand grote gebieden in Leiden verboden te verklaren voor honden. Verder zal de nieuwe bepaling tot het moment van definitieve vaststelling door de Raad van het beleidskader uitsluitend in het kader van de pilot in de Slaaghwijk worden gebruikt. Pas na evaluatie van de pilot en definitieve besluitvorming van de Raad over het voorgestelde beleid kan -mits alsdan passend binnen de gestelde kadersoverwogen worden de verbodsbepaling ook elders te hanteren. Verwacht mag worden dat de beoogde afname van overlast door honden zal leiden tot een afname van irritatie jegens honden, dan wel hun eigenaren. Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. Leiden, LENFERINK. Burgemeester en Wethouders van de Secretaris, de Burgemeester, P.I.M. v.d. WIJNGAART. H.J.J. De Raad der gemeente Leiden; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nr van 2003); B E S L U I T:

5 vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening: artikel 1 Na artikel 24 in te voegen een artikel 24A Gebieden verboden voor honden luidende: Het is de eigenaar, houder of verzorger van de hond alsmede diegene die een hond onder zijn hoede heeft, verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen op een voor publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats of zandbak, speelweide, of op een andere door Burgemeester en Wethouders als zodanig aangewezen plaats.

6 artikel 2 In artikel 116, lid 2 (strafbepaling) in de opsomming van artikelen vallend onder dit lid na (artikel) 24 in te voegen (artikel) 24A,. artikel 3 Te bepalen, dat dit besluit in werking treedt op de eerste dag na bekendmaking daarvan. Gedaan ter openbare vergadering van de Griffier, de Voorzitter, BW030596