blz e Begrotingswijziging 2016, opvangen afboeken (im-)materiële vaste activa ( )

Transcriptie

1 Registratienummer: Notulen van de openbare vergadering van het college van hoofdingelanden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, gehouden op woensdag 21 september 2016 om uur in Zaal Waterland aan het Stationsplein 136 te Heerhugowaard. Agendapunten blz. 2 1 Opening, mededelingen blz. 4 2 Vaststellen van de agenda blz. 4 3 Gelegenheid tot inspreken blz. 4 4 Ingekomen stukken blz. 5 4.a. Brief Portefeuillehoudersoverleg RO en EZ Kop van Noord-Holland over versterking dijksectie 10 ( ) blz. 5 4.b. Voorstel burgerparticipatieproject Kadoelendijk Amsterdam-Noord namens de Vereniging tot Behoud van de Wilmkebreekpolder( ) blz. 5 4.c. Brief van het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Noord-Holland-Noord over Versterking dijksectie 10 ( ) blz Mondelinge vragen blz e Begrotingswijziging 2016, opvangen afboeken (im-)materiële vaste activa ( ) blz Waddenzeedijk Texel- verplaatsen gemaal De Schans ( ) blz HWK Den Oever - Vaststellen projectplan Hoogwaterkering Den Oever en wijziging legger ( ) blz Visafslag UA Den Oever, verhoging schadeloosstelling ( ) blz Legger Wateren 2016 ( ) blz Vaststelling keur HHNK 2016 ( ) blz Kwijtscheldingsbeleid HHNK 2017 ( ) blz Vaststelling archiefverordening HHNK 2016 ( ) blz Verlenging benoeming accountant ( ) blz. 15/ Benoeming commissievoorzitters ( )

2 2 blz Peilbesluit Westerkogge ( ) blz Peilbesluit Valkkoog ( ) blz Initiatiefvoorstel Waterinnovatiefonds ( ) blz Beëdiging steunfractieleden J.H. Avis (50PLUS) en F. Sanders (Algemene Waterschapspartij) blz Notulen / besluitenlijsten blz a Notulen CHI-vergadering van 15 juni 2016 (16.734) blz b. Besluitenlijst CHI-vergadering van 15 juni 2016 (16.735) blz c. Lijst van toezeggingen CHI-vergadering van 15 juni 2016 (16.736) blz Procedurele zaken rond CHI blz Sluiting Aanwezig: de voorzitter: de secretaris de leden ( = hoogheemraad) de dijkgraaf, de heer drs. L.H.M. Kohsiek de heer M.J. Kuipers de heren S.A. van Balen Blanken, J. van Beek en F.J.J. Brouwer, de dames P.E. Brouwer-Stam en mw. K. Hartog, de heren drs. M.J. Hartvelt, M.J. de Jong, E.F. Jongmans en J.R. Kielstra, mw E.A. Koning-Bruijn, de heren J.D. Kramer, F.T.S. van der Laan en A. Lap, mw ir. M.A. Leijen, de heren R. Maarschall, P.C.M. Mak, P.J. Marees, G.J.M. Meuwese en drs. A.B.W. Mintjes, de dames P. van Ollefen en T.M.C. van Raaij, de heren G.P.W. Roosloot, S. Ruiter, S.J. Schenk, ir. C.J.M. Stam en C. Streefkerk, mw. E.M. Tannehill, de heren R. Veenman, drs. P. Vonk en R.C.P.E. Wiese afwezig: de ambtenaren notulen: de heren J. Kerssens, M. Brabander mevrouw M. van de Belt 1. Opening, mededelingen De voorzitter: Welkom op deze eerste CHI-vergadering na de zomer. Welkom allemaal. Of het nu aan de zomer lag of aan andere dingen, maar zo'n volle agenda heb ik nog niet vaak meegemaakt, moet ik u zeggen. En de dikte van de stukken was ook boven normaal. Maar goed, dat is een constatering en we gaan ons er gewoon doorheen slaan, zou ik willen zeggen. Eerst even een korte huishoudelijke mededeling van de secretaris.

3 3 De secretaris: Dank u wel voorzitter. Er is een donkerblauwe VW-golf met nummerbord 36-HAH-DK en daarvan staan de lichten nog aan. Zoals u weet, gaan ze wel vanzelf uit, maar niet op de manier die u wil. De voorzitter: Dan wilde ik u nog even kort meenemen als intro naar wat er van de zomer is gebeurd. Is er nog wat gebeurd? Ja. Gelukkig geen ernstige dingen. Ik wil u even meenemen naar vier sheets zonder daarbij uitputtend te zijn. Ik ga toch even in het midden staan. Belangrijk is de bovenste: neerslag en wateroverlast in het zuiden. Heel veel van onze collega's hebben tot diep in de nacht gewerkt in Brabant, met name in Brabant, maar ook in Limburg om de situatie op orde te krijgen en te houden. Het was niet eenvoudig. Als ik de evaluaties lees, dan kunnen wij daar ook van leren. Dat zijn we ook zeker van plan. We kunnen ook niet uitsluiten dat het ook bij ons een keer op die manier gebeurt. Dan hebben wij wel niet zo n hellend gebied, maar wel een gebied met ook heel veel water. Het is in ieder geval iets wat veel aandacht heeft gehad. In ons gebied is het beperkt gebleven tot een relatief kleine bui. Er is wat actie ondernomen. Daarnaast hebben we ook een campagne gevoerd: maak de tuin wat groener. Dat helpt in ieder geval bij die wateroverlast. En zoals u weet hebben we als het warm wordt ook wel een beetje last van blauwalg. Gisteren heeft u wellicht kennisgenomen van de troonrede of van delen van de begroting. Daarvoor was in ieder geval op radio, op televisie en in de kranten meer dan voldoende aandacht. Dan is het altijd de vraag wat er nu voor ons in staat. Waar raakt het ons? We hebben er vier dingen uitgehaald en het eerste heeft ook weer te maken met het eerste punt van daarnet, aandacht voor wateroverlast. De regering is van plan om te starten met een Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Ruimtelijke adaptatie is eigenlijk meer waterveiligheid en dat alles om te kijken of je wateroverlast kunt beperken. Dus dat was een belangrijk signaal dat het ook op nationaal niveau wordt opgepakt. Een tweede belangrijk punt was dat een heel groot deel was ingeruimd voor de circulaire economie en met name natuurlijk om de klimaatdoelstellingen daarbij te helpen. Zoals u weet zijn de waterschappen daarin heel actief, maar daar zal ook het nodige van ons worden gevraagd. Het derde punt is u bekend. Er komen nieuwe normen voor de waterveiligheid en die worden in 2017 van kracht. Dat wisten we en dat gaat gewoon door. Het laatste is wat er deze laatste maand opkomt, het rapport Kremers. De Commissie Kremers van VNO-NCW zegt: voeg die NWB-bank en de Bank Nederlandse Gemeenten maar samen en maak daarvan maar een grote nationale investeringsbank. U begrijpt dat de mensen van NWB daarvan niet gecharmeerd waren. Er is natuurlijk zwaar overlegd met het ministerie van Financiën. U heeft ook in de begroting kunnen lezen en zelfs een klein beetje in de troonrede dat de regering vast van plan is voor de verkiezingen te komen met een nationaal investeringsprogramma en dan staat er met kleine lettertjes: hoe we dat precies doen, dat weten we nog niet. Dus ik kan nu bijna wel voorspellen dat u de komende maanden op dat onderwerp in ieder geval meer zult horen. Zodra daar nieuws is, zullen stappen moeten worden ondernomen. Dan een greep uit de dingen die zijn gebeurd: bezoekers bij Zand Tegen Zee, bezoekers aan de Watersnoodstraat, 2500 scholieren volgen het educatieprogramma Waterkwaliteit meten in de Zaan en er wordt natuurlijk druk gewerkt aan de Markermeerdijk. Dat is u uiteraard niet ontgaan. Daar zijn op dit moment op 20 locaties inspraakavonden. Deze wil ik u ook niet onthouden: het schilderij. Het heeft veel bekijks gekregen. Dorian van Rijsselberghe won goud, maar is natuurlijk ook onze man die meehelpt te strijden tegen de plastic soep. Het is eigenlijk een beetje naar aanleiding van zijn idee dat wij dat hebben opgepakt. Kortom, ernstige onderwerpen, vooral bij de begroting. Cluster buien aan de ene kant en de NWB aan de andere kant. Maar er zijn ook heel veel goede en leuke dingen gebeurd die hopelijk ons waterbewustzijn en ons eigen imago vergroten. Daar wilde ik deze mededelingen bij laten. Zoals ik zei, dat wordt vervolgd. Dan heb ik nog twee mededelingen. Zoals u weet staat op de agenda de verkiezing van de voorzitters van de commissies en zoals u ook weet doen we dat altijd met een

4 4 Stemcommissie die de stemmen telt en controleert. Datzelfde, maar in een ander verband, geldt voor de steunfractieleden. Daar is een commissie voor het onderzoek van de geloofsbrieven nodig. Ik heb gevraagd of de heer Van Beek, mevrouw Brouwer-Stam en de heer Mak zitting willen nemen in deze commissies. Zij zullen met z'n drieën de twee commissies achtereenvolgens vullen en ons mededeling doen van hun bevindingen. Dat waren volgens mij de mededelingen op dit moment. 2. Vaststellen van de agenda De voorzitter: Tot slot heb ik een wijzigingsverzoek voor de agenda. Ik zou graag agendapunt 15, benoeming commissievoorzitters, tussen agendapunt 19 en 20 behandelen als u daarmee kunt instemmen. Dat is het geval en dan wordt dat punt daar behandeld. Daarmee is de agenda vastgesteld. 3. Gelegenheid tot inspreken De voorzitter: Bij mijn weten heeft zich een inspreker gemeld en dat is de heer Koopman. Mag ik de heer Koopman vragen om te komen inspreken? U kent de regels. De heer Koopman: Een klein vervolg op de inspraak bij de Commissie Water & Wegen. Bij de Commissie Water & Wegen heb ik ingesproken naar aanleiding van de legger omdat er geen overeenstemming is over de hoofdwaterloop door en langs mijn perceel. Op dat moment krijg je niet de gelegenheid om later te reageren bij de vaststelling van de legger, want het is een hamerstuk geworden. De heer Schenk begon echter nogal selectief te winkelen in de overeenstemming. Het klopt dat ik ooit heb ingestemd met de hoofdwaterloop door en langs mijn perceel. Dat is een instemming die ik heb gedaan in het kader van de landinrichting en gelijktijdig met die instemming over de hoofdwaterloop door en langs mijn perceel is er gesproken over de overdracht van de kadastrale grond onder de hoofdwaterloop langs en door mijn perceel. Gelijktijdig, als grond van mij overgaat naar het Hoogheemraadschap, ben ik iemand die vraagt wat ik daarvoor terugkrijg. Voor mij een vrij logische discussie. Daarover zijn netjes afspraken gemaakt binnen de landinrichting en die afspraken zijn ook door de heer Mantel bevestigd. Die zat namens deze club in de Landinrichtingscommissie, maar op het moment dat de afspraken gestand moeten worden gedaan, dan geeft deze organisatie niet thuis. Daarmee is dan ook mijn instemming met de hoofdwaterloop door en langs mijn perceel komen te vervallen. Dat wilde ik graag meedelen. Nog een tweede puntje. Wij hadden het over betrouwbaarheid en vervolgens staat straks op de agenda de visafslag. Bij de visafslag gingen opeens de kosten voor de visafslag van 1,2 miljoen euro naar 1,4 miljoen euro. En als het afspraken betreft die een burger maakt met het Hoogheemraadschap, dan houden commissieleden stilletjes hun mond. Maar als iets het Hoogheemraadschap geld gaat kosten, dan waren er toch best wel wat commissieleden die daarbij vraagtekens zetten dat het opeens van 1,2 miljoen euro naar 1,4 miljoen euro ging. Afspraak is toch afspraak? Dat denk ik dan ook. De voorzitter: Geen verhelderende vragen? Dat is niet het geval. Mag ik u dan bedanken? 4. Ingekomen stukken De voorzitter: Dan ben ik bij de ingekomen stukken. Het woord is aan de secretaris. De secretaris: Binnengekomen zijn de volgende drie stukken, allemaal al bij u:

5 5 4.a. Brief Portefeuillehoudersoverleg RO en EZ Kop van Noord-Holland over versterking dijksectie 10 ( ) 4.b. Voorstel burgerparticipatieproject Kadoelendijk Amsterdam-Noord namens de Vereniging tot Behoud van de Wilmkebreekpolder( ) 4.c. Brief van het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Noord-Holland-Noord over Versterking dijksectie 10 ( ) De heer Vonk: Naar aanleiding van dit agendapunt wilde ik u vragen of ik twee opmerkingen mag maken. Opmerking één is dat wat betreft het NIOZ veel partijen actief zijn en vinden dat er iets moet gebeuren. Ik heb begrepen dat deskundigen overeenstemming hebben bereikt over wat de plannen uiteindelijk zouden moeten kosten. Wat onze fractie betreft mag het ook wat kosten, zeker wanneer andere partijen iets bijdragen. We laten het graag aan u, maar wij zijn vol vertrouwen dat dit mogelijk toch nog tot een goed einde voor HHNK en NIOZ zal aflopen. Dat is één. En dan wil ik graag nog iets zeggen over de brief inzake het burgerinitiatief. Daarover heb ik in de commissie nog iets gevraagd en daarop heb ik een toezegging gekregen. Ik heb drie dingen gevraagd. De burgerinitiatiefnemers hebben om overleg gevraagd met HHNK over dit project en de portefeuillehouder heeft dit toegezegd. Het tweede is dat ik het ook in dit geval graag aan u laat om als D&H de brief te beantwoorden, maar ik zou u willen vragen of het CHI die brief in afschrift ook mag krijgen. En ten derde is dit een burgerinitiatief. We hebben hier in het CHI over burgerinitiatieven gesproken en we hebben onder andere besproken dat we het eerst maar eens wat klein moesten houden. Dit is een relatief klein project en ik wil u graag aanbevelen hiernaar met een positieve bril te kijken. De heer Van Balen Blanken: In principe ondersteun ik de woorden van de heer Vonk over de brieven van 4a. en 4c. Ik denk dat meerdere besturen hier in Noord-Holland het belang zien van een goede oplossing. In de commissie heeft de heer Stam daarover al gezegd dat het inderdaad heel veel aandacht krijgt. De VVD ondersteunt het algemeen belang en de oplossing daarvoor. De voorzitter: Waarvan akte. Ik denk dat het voor zich spreekt. De heer Wiese: Wij als fractie delen ook de mening van de heer Vonk. We vinden het een sympathieke brief, een sympathieke stelling en het gaat over de burgerparticipatie. Het is ook een sympathieke oplossing. Wij vragen ons af of dit grote kosten met zich meebrengt of dat dit onder het normale onderhoud van de dijk behoort. Ik heb inmiddels ook begrepen dat de STOWA een onderzoek heeft uitgevoerd en dat bloemen op de dijk absoluut niet negatief zijn voor erosie en dat soort zaken en of klepelen eventueel te vervangen is door het houden van schapen op zo n dijk. Wij steunen dit initiatief. De voorzitter: Waarvan akte. De portefeuillehouder heeft gezegd dat hij daarmee aan de slag gaat, dus u krijgt er ongetwijfeld een terugmelding van. Hij knikt ja. Het zal zo zijn. 5. Mondelinge vragen De voorzitter: Er zijn mondelinge vragen binnengekomen van de fractie 50PLUS en de portefeuillehouder zal die afhandelen.

6 6 De heer Kramer: Zal ik de vraag ook meteen voorlezen? Inzake het schilderij David. Daarin geeft u aan als fractie dat u aangenaam verrast was door de mededeling in de pers dat we in bezit blijken te zijn van een schilderij van Giovanni Francesco Barbieri. Nou goed, dat is in bruikleen gegeven en er is een aantal vragen. Kunt u concreet aangeven voor welke duur dit schilderij in bruikleen is gegeven? Dat is voor de termijn van tien jaar. Wat is de taxatiewaarde van dit schilderij? Het schilderij is getaxeerd op 2,75 miljoen euro. Voor de liefhebbers: dit is de verzekeringswaarde. Als je dit schilderij zou veilen, zou de waarde ongeveer op een derde van dit bedrag uitkomen. Is overwogen om het schilderij in onze regio onder te brengen? Ik heb vorige week overigens ook aangegeven dat wij nog andere schilderijen hebben. Onder andere hier in het stedelijk museum Alkmaar hangt een schilderij van een Nederlandse meester. Het is wel overwogen door ons. Er is echter vooral gezocht naar een museale collectie waarin het schilderij het meest tot zijn recht zou komen. Boijmans Van Beuningen heeft als enige museum in Nederland een Il Guercino, Landschap met badende vrouwen, in de collectie en heeft een uitgebreide collectie andere Italiaanse meesters. In het museum Boijmans Van Beuningen krijgt het doek een passende plek in een internationaal bekend museum met een collectie waarin het werk prima tot zijn recht komt. En dan de vierde vraag. Mag ik aannemen dat het CHI de gelegenheid krijgt een beslissing te nemen over het al dan niet in het bezit houden van dit schilderij? Nu, dit jaar en volgend jaar ontwikkelen wij een visie op de wijze waarop wij omgaan met cultuurhistorisch erfgoed en daaronder vallen alle roerende en onroerende erfgoederen. Deze visie stelt het CHI vast. We gaan niet over tot per object op enig moment iets vast te stellen. Dat lijkt ons wat ver gaan. De heer Streefkerk: Mag ik in dit kader een vervolgvraag stellen? Wat zeggen in dit geval eigenlijk onze compatibiliteitsregels? Het gaat hier om een aanzienlijk bedrag. Moet dit niet op de balans worden geplaatst? En wie bepaalt eigenlijk of je dat wel of niet op de balans plaatst en welke overwegingen spelen daarbij een rol? Hierover zou ik graag misschien in een commissievergadering nader met u van gedachten wisselen. De heer Kramer: Dat lijkt mij inderdaad een mooie technische vraag om te bespreken. Het heeft ooit wel op de balans gestaan voor 300 gulden. Daar staat het niet meer voor in de boeken. We gaan kijken hoe we dat kunnen plaatsen. Dank u wel voor uw opmerking. 6. 2e Begrotingswijziging 2016, opvangen afboeken (im-)materiële vaste activa ( ) De voorzitter: Dit was een hamerstuk. Ik neem aan dat dat nog steeds zo is? Dat is het geval. Vastgesteld. 7. Waddenzeedijk Texel - verplaatsen gemaal De Schans ( ) De voorzitter: Ik heb begrepen dat dit als hamerstuk stond. U heeft een korte schriftelijke toelichting gekregen over de vispasseerbaarheid en hoe het daarmee zat op Texel. Leidt dat nog tot vragen of mag ik aannemen dat het een hamerstuk is? Dat is het geval. Vastgesteld. 8. HWK Den Oever - Vaststellen projectplan Hoogwaterkering Den Oever en wijziging legger ( ) De voorzitter: Dit punt is geagendeerd als bespreekstuk. U heeft een toelichting gekregen over de samenloop van de gunning en de goedkeuring van het projectplan. Ik kijk even of de

7 7 portefeuillehouder nog een toelichting wil geven. Dat is niet het geval. Dan vraag ik u of de toelichting voldoende is of dat u nog extra vragen heeft. Mevrouw Brouwer-Stam: Wij hebben geen vragen, maar wij willen wel opmerken dat wij niet tevreden zijn over de wijze waarop dit hele project tot stand is gekomen. Wij vinden dit een voorbeeld van een oudere manier van werken, sec kijken naar de dijk en hoe we die gaan versterken terwijl er in de omgeving meer opgaven liggen. Er is niet integraal naar het gebied gekeken; er is naar onze mening onvoldoende geluisterd naar de bewoners van het gebied; er is met de ingediende zienswijze weinig tot niets gedaan terwijl de Omgevingswet die binnenkort voor de deur staat, ons noopt in participatie met bewoners projecten aan te pakken. Dit is dus een voorbeeld van hoe het eigenlijk niet moet. We voelen ons gesteund door de opmerking van de Commissie MER. Als alles in integraliteit was bekeken, was er wellicht een andere keuze gemaakt en wij hebben het idee dat er dan een beter product uit gekomen was tegen wellicht geringere kosten. De voorzitter: Wij hebben uw opmerking gehoord. Naar de toekomst toe zal dat zeker steeds meer plaatsvinden. Het moet me van het hart dat we hier in uw ogen misschien niet genoeg hebben gekeken, maar er is wel heel lang gestudeerd op heel brede oplossingen. Daarbij ben ik zelf betrokken geweest en daarom mag ik er iets over zeggen. Maar misschien niet ver genoeg. Dat zou kunnen. Dan neem ik aan dat u instemt met het vaststellen van het projectplan Hoogwaterkering Den Oever? Dat is het geval. 9. Visafslag UA Den Oever, verhoging schadeloosstelling ( ) De voorzitter: Dit was een hamerstuk en ik neem aan dat dit nog steeds het geval is. Vastgesteld. 10. Legger Wateren 2016 ( ) De voorzitter: Ook de legger is als hamerstuk op de agenda gekomen. Vastgesteld. 11. Vaststelling keur HHNK 2016 ( ) De voorzitter: Dan zijn we bij de vaststelling van de keur. Er zijn twee vragen blijven liggen na de commissiebehandeling en geprobeerd is die schriftelijk te beantwoorden. Is dat voldoende of heeft er iemand nog aanvullende vragen? De heer Lap: We hebben toch nog wel wat vragen over de procedure van de keur, want het is nog niet duidelijk wat nu door het CHI wordt behandeld en wat door het dagelijks bestuur. Vorige week kwam dit door de inspreker duidelijk naar voren. Die spreekt hier in bij de commissie voor de CHI en dan blijkt eigenlijk dat een gedeelte van de keur eruit gehaald wordt. De algemene regels worden meer door het dagelijks bestuur behandeld. Dat geeft een hoop onduidelijkheid. De ene keer worden de regels door het CHI vastgesteld en de andere keer kennelijk door het dagelijks bestuur. Zou het niet veel beter zijn dat de gehele keur door de CHI wordt vastgesteld? Dat geeft meer duidelijkheid naar de insprekers en dat biedt ook een mogelijkheid voor beroep. Dat hebben insprekers in feite nu niet. Ik zou graag een reactie krijgen op hoe dat nu zit. De voorzitter: Zoals u weet is het verschuiven van algemene regels je zou het een trend kunnen noemen iets wat op dit moment op grote schaal gebeurt bij alle regelgeving. Als u straks de Omgevingswet ziet, dan staat die bol van de algemene regels. Wat we eigenlijk hebben gedaan, en dat is een oproep geweest in het vorige college, geacht D&H, ga eens kijken of u niet meer van de

8 8 keur naar de algemene regels kunt schuiven. Die uitdaging hebben wij aangenomen. Ik weet nog wie het is geweest die dat heeft gezegd; die zit hier ook aan tafel. Daarmee waren wij bezig. Dus ik denk dat het in lijn is op dit moment met alle bewegingen die we op dit vlak zien. Dan is het vervolgens de vraag wat er hier moet worden goedgekeurd en wat in D&H. Nu is het altijd zo dat het algemeen bestuur de baas is. Het is dus ook altijd zo dat wanneer u vindt dat u dat moet goedkeuren, wij dat zullen doen. Ik ga er even van uit dat we eerder hebben afgesproken dat wij hier de keur goedkeuren en dat D&H de algemene regels goedkeurt. Mevrouw Tannehill heeft er vorige week op gewezen dat het algemeen bestuur gaat over wat dan van de keur naar de algemene regels wordt verschoven. Daarbij hebben we ook een lijstje gedaan. Dat was het verzoek. Anders weet het algemeen bestuur immers niet waarover het besluit. Ik kan me wel vinden in een dergelijke redenering. Ik zou dus willen voorstellen om in ieder geval de keur aan het algemeen bestuur te laten en zodra het naar de algemene regels gaat, dan maken wij dat inzichtelijk en dan leggen wij dat aan u voor. Dat lijkt mij logisch. En als u daarmee instemt, dan kan D&H vervolgens alle regels wel vaststellen. Ten slotte, ik denk althans dat is nu de verwachting dat de volgende herziening van de keur na of tijdens de implementatie van de Omgevingswet aan de orde is. Ik denk dat we dan sowieso met elkaar keur en algemene regels tegelijkertijd zullen bespreken. Dan verandert er zo veel. Dat moeten we echt met elkaar bekijken. Ik voorzie dus geen problemen. De eerstvolgende herziening van de keur zal zijn rond de Omgevingswet. Dat is het antwoord. Ik hoop dat u daarmee kunt leven. Mag ik aannemen dat u de keur goedkeurt? Ja. Dank u wel. 12. Kwijtscheldingsbeleid HHNK 2017 ( ) De voorzitter: Ik geef het woord aan de portefeuillehouder. De heer Kramer: Naar aanleiding van een motie en een discussie destijds in het CHI ligt voor u een voorstel waarbij de ondernemers die gebruikmaken van de Bbz-regeling ook gebruik kunnen maken van onze kwijtscheldingsregeling. Vanuit mijn positie als hoogheemraad heb ik naar mijn mening de plicht om mij aan de door u verstrekte opdracht te houden. U heeft met unanieme stemmen het collegeprogramma ondersteund en daarin zit voor een belangrijk deel mijn opdracht. Daar staat dat bij kwijtschelding verruimen met AOW-gerechtigden voor het jaar 2016, we dat zullen beoordelen na onderzoek. Hier staat omschreven dat eventuele kwijtschelding voor zzp ers en ondernemers complex ligt. Dat hebben we gedaan. En in dat onderzoek hebben wij ook gekeken naar ontwikkelingen in onze omgeving. Daarin zien we dat een aantal waterschappen in het verleden heeft gekozen om kwijtschelding voor ondernemers op te nemen. Er is op dit moment ook nog een aantal waterschappen dat deze stap overweegt. Verder kijkt zeer recent natuurlijk ook een aantal collega's naar een andere keuze waarbij waterschap Delfland een voorbeeld is om kwijtschelding van zuiveringsheffing in een aantal stappen af te schaffen. U ziet dat een ander hoogheemraadschap, Schieland en de Krimpenerwaard met het algemeen bestuur in discussie gaat en de keuzemogelijkheden in overweging neemt. Dat stelt ons ook voor een dilemma. Wat doen wij daarmee? Er is een groep ondernemers die het niet redt en die komen in de schuldsanering terecht of die beëindigt het bedrijf via bijvoorbeeld een faillissement. Voor deze zelfstandigen is er in de huidige regeling een mogelijkheid om een aanvraag in te dienen voor kwijtschelding en indien wordt voldaan aan de regels, wordt daar kwijtgescholden. U heeft in de discussie aangegeven dat de groep niet groot genoeg is ondersteund met een motie. En in de discussie die toen is ontstaan, kwam naar voren dat waarschijnlijk de groep ondernemers die gebruikmaakt van de bijstandsverlening zelfstandigen, Bbz, mogelijk eenvoudigweg te beoordelen is en al in kaart is gebracht door de gemeente. Inderdaad, de gemeente heeft al die zaken voor die groep al op orde en dat betekent dat wij tegen relatief lage kosten een kwijtschelding voor die groep kunnen uitvoeren. Daarbij moet ik wel melden dat kwijtschelding voor die groep een bedrag van rond de euro vergt. Dan is er nog een overige

9 9 groep ondernemers die op basis van zijn inkomen kwijtschelding zou kunnen aanvragen. Die groep is kleiner dan die van de Bbz-regeling en wij moeten dan de cijfers van deze personen beoordelen of kwijtschelding al dan niet terecht is. Uiteraard dient dat zorgvuldig en degelijk te gebeuren en daardoor is dat een tijdrovend karwei. Na onderzoek bij andere waterschappen en belastingsamenwerking hebben wij natuurlijk gekeken hoe zij dat doen en hoeveel tijd en kosten daaraan verbonden zijn. Dat kost ongeveer euro per aanvraag. Dan is mijn vraag of u vindt dat deze kosten in verhouding staan met de gemiddelde combi-aanslag van 400 euro. Het is daarom dat wij het voorstel doen: eerst kiezen voor alleen de Bbz-ondernemers en dit beleid na twee jaar evalueren. Door nu andere ondernemers actief te wijzen op de mogelijkheid van het aanvragen van een Bbz-uitkering achten wij het voldoende en sluitend om hiermee een start te maken. De voorzitter: Wie mag ik hierover het woord geven? De heer Meuwese: De portefeuillehouder heeft herhaald wat al eerder is gezegd: wat andere waterschappen doen. Ik moet u zeggen dat ik het interessant vind te weten dat een aantal andere waterschappen niet zo vrijgevig is, maar wij hebben hier een eigen verantwoordelijkheid en ik neem dat voor kennis aan. Wat hier gebeurt, is dat we een groep zelfstandigen gemakshalve dat heeft de portefeuillehouder net gezegd in tweeën splitsen. De ene groep die een Bbz-uitkering heeft aangevraagd, die kan als ze daarvoor in aanmerking komt, vrijstelling krijgen, want dat kost ons eigenlijk niet veel geld en de andere groep die geen zelfstandigenbijstand heeft aangevraagd, daarvan zeggen we dat het ons waarschijnlijk 245 euro kost en dat doen we dan niet. Maar we wijzen ze wel op de mogelijkheid om een bijstandsaanvraag in te dienen. Dat is al eerder opgemerkt en daarover heb ik zo mijn mening. Vervolgens kregen we na de commissiebehandeling een nadere toelichting en daarin werd gereageerd op de opmerkingen van een andere fractie dat de Nationale ombudsman al eerder in een soortgelijke kwestie een heel duidelijke uitspraak heeft gedaan. Ik heb die uitspraak gelezen en die was duidelijk. Ook al ben ik niet juridisch geschoold, dan nog begrijp je wat de Nationale ombudsman zegt. Die zegt namelijk: u mag geen onderscheid maken. Vrij vertaald, hoe iemand aan zijn inkomen komt, maakt niet uit. Je moet het inkomen beoordelen en dan bekijken of iemand in aanmerking komt om vrijstelling te krijgen. Nu zegt het DB die brief hebben we gekregen en ik neem aan dat de inhoud voor rekening komt van het DB dat naar het oordeel van het DB het waterschap voldoet aan de aanbeveling van de Nationale ombudsman, want het wijst op de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag. Dat is naar mijn mening volstrekt onjuist. Hiermee voldoen we niet aan wat de Nationale ombudsman overigens geheel terecht heeft gezegd. Dat stoort mij, voorzitter. In de notitie staat namelijk ook dat elke burger het recht heeft op een voor hem geldend sociaal minimumloon. Tranen krijg ik daarvan. Als hiervan geen gebruik wordt gemaakt, is dat reden voor verwijtbaar gedrag. Dat lees ik. Ik heb het twee keer gelezen, maar dat staat er echt. Ik vind dat een opmerking die totaal misplaatst is en daarvan neem ik afstand. Ik ben bij de keuze die het DB heeft voorgelegd voor optie 2 en ik ondersteun ook de motie die in deze richting gaat. Mevrouw Koning: Volgens mij was het altijd zo dat agrariërs waren uitgesloten van het vrijstellingsbeleid. Gaat dit inhouden dat agrariërs zich zo meteen kunnen wenden tot de gemeente voor een Bbz-verklaring en dan ook vrijgesteld kunnen worden? Dan denk ik dat dit heel verregaande consequenties gaat hebben gezien de economische situatie binnen de agrarische sector. Wilt u zich daarop eens beraden? De heer Lap: Een half jaar terug hebben we dit behandeld en toen is het kwijtscheldingsbeleid hier besproken. We hebben ons als fractie laten informeren hoe het elders zit in den lande. Nu, in den lande zijn er elders diverse samenwerkingsverbanden en waterschappen die de mogelijkheid voor ondernemers gehad hebben. Dat vormde ook de aanleiding om de motie op te stellen en die is bij

10 10 meerderheid aangenomen. Nu is de motie uitgewerkt en is er een voorstel gekomen. Goed, het is teleurstellend. Het voorstel biedt ondernemers niet de mogelijkheid die burgers ook hebben. Vervolgens hebben wij ons er verder in verdiept en daar kwam de reactie van de Nationale ombudsman uit. Ik heb deze week nog geïnformeerd naar hoe die is uitgewerkt. Het is in de gemeente Heerhugowaard zo dat wanneer je als ondernemer vrijstelling vraagt voor de belastingen en je zit in dezelfde situatie als de burgers, dan krijg je die vrijstelling. Als je in de gemeente Langedijk zit, krijg je die vrijstelling. Als je in de gemeente Alkmaar zit, dan krijg je die vrijstelling. Belasting innen wordt centraal gedaan door de verschillende gemeenten. Die hebben allemaal hetzelfde beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Nationale ombudsman. Dus die mensen krijgen allemaal gewoon vrijstelling als ze daarop recht hebben. Dat was de reden dat we zeggen: laten we het eens gewoon uitvoeren zoals gemeenten hier het ook doen. Daar kunnen we op inhaken en dan kunnen we misschien later in een soort samenwerkingsverband verder. De procedure die is gevolgd, die willen we in feite een-op-een overnemen. Mevrouw Tannehill: In het voorstel staat, en ook de portefeuillehouder geeft het al aan, dat er voldoende redenen zijn om inderdaad een aanvaardbaar onderscheid te maken tussen de ene categorie ondernemers en de andere categorie ondernemers. Dat maakt het echter niet juist in strijd te handelen met het gelijkheidsbeginsel, een belangrijk grondwettelijk beginsel dat we in Nederland kennen. Wij vinden het voorstel in die zin onacceptabel. Mevrouw Leijen: Wij zijn blij met het voorstel en we gaan voor optie 1. Wij zeiden het al in de commissie. We zijn blij met de beantwoording via de memo met betrekking tot de ombudsman en de vragen rond het gelijkheidsbeginsel. Wij zullen dit voorstel steunen. De heer Vonk: De Algemene Waterschapspartij vindt het belangrijk dat zzp ers, zeker die met een klein inkomen en die bovendien boven de bijstandsnorm uitkomen, op een manier in de gelegenheid worden gesteld om in aanmerking te komen voor kwijtschelding. Dat hebben we de vorige keer uitgebreid besproken. Die komt nu uit op een regeling die eigenlijk vorige keer ook al besproken is. Die heeft onze instemming. Ik vind de redenering dat HHNK kwijtschelding geeft als ondernemers in aanmerking komen voor een Bbz-regeling om uitvoerend technische redenen heel plausibel en ik kan heel goed begrijpen dat HHNK zegt, als u dat niet heeft, dan nodigen we u uit of moedigen we u aan naar de gemeente te gaan en een Bbz-regelingsformulier te halen. Dat geeft dan ook de mogelijkheid voor die ondernemer om via de gemeente ook nog een tegemoetkoming te krijgen. In die zin steun ik uw regeling en zijn wij akkoord, want wij vinden het belangrijk dat zzp ers ondersteuning krijgen als ze maar een heel laag inkomen genereren. Dan is er nog een technische vraag, maar wel een belangrijke en dat is of bij mensen die u naar de gemeente verwijst, de desbetreffende gemeente wel een Bbz-regeling heeft. Als de gemeente die niet heeft, kan die persoon ook geen briefje krijgen en dan wordt het een ingewikkelde zaak. Wij weten niet of elke gemeente die regeling heeft, of het een wettelijke regeling is of niet. Als het een wettelijke regeling betreft, dan steunen wij u. Maar als u zegt dat dat niet zo is en dat de ene gemeente het wel doet en de andere niet, dan hebben wij een probleem. De heer Van Balen Blanken: De uitleg die de portefeuillehouder heeft gegeven, is duidelijk en ook begripvol. Gelegenheid geven of de mogelijkheid aanbieden om in aanmerking te komen voor kwijtschelding is in dit voorstel dat nu voorligt voldoende duidelijk. Wel belangrijk is dat u na twee jaar gaat evalueren of er dan voortschrijdend inzicht is om dit eventueel te moeten veranderen. Wat dat betreft is de VVD akkoord met het voorstel. De voorzitter: Dan geef ik het woord aan de portefeuillehouder.

11 11 De heer Kramer: Inderdaad, de heer Meuwese heeft gesproken. Die fractie geeft aan te vinden dat we een onderscheid maken in iets wat zij niet wil. Wij vinden dat we actief wijzen op de mogelijkheid van de Bbw en daarin zien we voldoende mogelijkheden vooral ook omdat we aangeven dat er na twee jaar een evaluatie volgt. In die twee jaar gebeurt niet niets, want we gaan ook kijken hoe zich dit ontwikkelt in het land. Wij hebben nu eenmaal een aantal collega s naar wie we kijken in dit land. We kijken op dat niveau niet naar provincies en niet naar gemeenten. In gemeenteland zijn de mogelijkheden ook heel divers. De Bbz-regeling is een besluit, dus dat is gewoon een regeling die elke gemeente moet uitvoeren. Alleen vrijstelling van gemeentelijke belastingen, dat bepaalt een gemeente zelf. En even uit mijn hoofd: die verhouding is iets van 15 tot 20% die gemeenten zelf heffen; 80% van het geld komt uit het gemeentefonds, waarbij op elke cent belasting van ons 100% vrijstelling wordt verleend. Dat is best veel in verhouding daarmee. Daarom vergelijken we ons op dat vlak niet met gemeenten. Het is wel aardig om in de exercitie van het Hoogheemraadschap te zien wat dat betekent in verhouding tot andere gemeenten. Bbw heeft het over de agrariërs. Een bepaald deel van de agrariërs zit inderdaad in de economische problemen. Het hoeft niet alleen op inkomen, maar je kunt ook kijken naar eigendom. Heb je een auto? Het is net als bij de Bijstandswet. Er zijn nog wel wat extra hobbels voordat je toestemming krijgt. Die evaluatie is wel van belang. Ik kan het niet helemaal inschatten, ik ben niet helemaal deskundig op Bbz-gebied om in te schatten of ze niet in aanmerking komen. Er is een aantal voorwaarden waaraan je moet voldoen waaronder eigendommen. De heer Lap geeft het al aan. We hebben er over gesproken; er is een motie over geweest. U vindt het voorstel niet tegemoetkomen aan de wensen van uw eigen motie. Dat kan. U geeft ook aan dat de Nationale ombudsman heeft gereageerd. U benoemt de gemeenten hieromheen. Die zitten in het samenwerkingsverband Belastinginningconsensus en daarin was een van de voorwaarden dat je gelijkwaardigheid in je regelingen moet treffen anders werd het slecht uitvoerbaar. Nogmaals, andere gemeenten hebben weer regelingen en sluiten bijvoorbeeld ondernemers in hun geheel uit. Mevrouw Tannehill van Water Natuurlijk heeft het over de Grondwet. Ik kan die toetsing niet voor u doen. Ik ben geen jurist. De PvdA heeft al eerder gemeld het goed te vinden dat er een start wordt gemaakt en dat je tussendoor goed kijkt waarmee je bezig bent. Ik ben er heel content mee dat u dat vindt. AWP, ik heb net uitgelegd hoe die Bbz-regeling in elkaar steekt en u staat er positief in. Ik vind het mooi dat te vernemen. We geven ze inderdaad een kans. De VVD vindt het belangrijk dat het gebeurt en u geeft ook aan dat die evaluatie echt te zijner tijd wel aandacht vergt. Dat doet ik graag met u. Tot zover. De voorzitter: Vragen voor de tweede termijn? Eerst de heer Lap. De heer Lap: De heer Kramer heeft mij daarnet goed begrepen. Volgens mij is het zo dat een agrariër wanneer die vrijstelling vraagt, hij dat dan niet krijgt voor zijn land, maar het gaat duidelijk alleen nog om de zuiveringsheffingen en de privéaanslagen. Het gaat in feite niet om grote bedragen. Wat dat betreft zal de schade te overzien zijn. Volgens mij kun je met de kwijtscheldingsregeling twee kanten op. De informatie die de heer Kramer heeft rondgestuurd, daar staat weinig in over ondernemersvrijstelling. Er staat wel heel duidelijk in of je nu kwijtschelding moet geven of niet. Nu, je zou kunnen overwegen niemand kwijtschelding te geven, dus ook de burgers niet. Dat is een mogelijkheid die je hebt. Maar je kunt niet de een wel en de ander geen kwijtschelding toekennen. Dus als je geen kwijtschelding doet, dan is dat geregeld en dan is het voor iedereen hetzelfde. Geef je wel kwijtschelding, dan kun je niet zeggen dat de ene groep het wel krijgt en de andere gedeeltelijk niet. De Nationale ombudsman is er naar aanleiding van veel gevallen in deze provincie bij geroepen en die heeft het een paar jaar terug helemaal uitgezocht. De heer Kramer gaf net in zijn reactie aan

12 12 dat er consensus is voor verschillende gemeenten omwille van praktische redenen. Nu geven ze ondernemers ook vrijstelling. Nee, dat is uitsluitend omdat ze op hun vingers zijn getikt door de Nationale ombudsman. Ze zijn dus gedwongen dit uit te voeren. Als wij dit aannemen en we gaan die creatieve oplossing uit het verleden herhalen, dan is dat overduidelijk onbehoorlijk bestuur. We hebben dan ook als Groen Water & Land een amendement voorbereid. Dat lees ik voor. Amendement Het College van Hoofdingelanden van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, in vergadering bijeen op woensdag 21 september, gelet op agendapunt 12, Kwijtscheldingbeleid 2017, overwegende dat: het College van Hoofdingelanden op 16 december 2015 een motie met ruime meerderheid heeft aangenomen om de kwijtschelding voor zelfstandigen verder te onderzoeken. de motie ook aangeeft dat de rechtsongelijkheid tussen zelfstandigen en mensen in loondienst voorkomen dient te worden. de rechtsongelijkheid tussen zelfstandigen en mensen in loondienst op basis van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur niet mag optreden. De Bbz-regeling een praktische regeling is waarbij aansluiting kan worden gezocht. De Nationale Ombudsman heeft echter vastgesteld dat een kwijtschelding alleen op basis van de Bbz-regeling als onbehoorlijk bestuur moet worden bestempeld. Indien een ondernemer kwijtschelding aanvraagt zonder een Bbz-regeling te hebben aangevraagd, dient het Hoogheemraadschap deze aanvraag zelfstandig te beoordelen. Indien het Hoogheemraadschap een aanvraag van een ondernemer afwijst zonder zelfstandige beoordeling en zonder een Bbz-regeling, is er conform de uitspraak van de Nationale Ombudsman sprake van onbehoorlijk bestuur. verzoekt: In de Kwijtscheldingsregeling 2017 in artikel 4 de volgende zinsnede te verwijderen: "en op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) een periodieke uitkering ontvangt". Aan artikel 4 toe te voegen: "Aan personen die een besluit Bbz kunnen overleggen, niet ouder dan zes maanden, wordt kwijtschelding verleend. Aanvragen waarbij een dergelijk besluit niet kan worden overlegd, worden conform artikelen 2 en 3 beoordeeld". Gaat verder over tot de orde van de dag. Het amendement is ondertekend door de fractie Groen Water & Land, door de heer Meuwese en de heer Hartvelt. De voorzitter: De motie wordt even vermenigvuldigd en in de tussentijd geef ik gelegenheid voor andere bijdragen. De heer Meuwese: Ik zou het zeer betreuren als deze vergadering in meerderheid de uitspraak van de Nationale ombudsman naast zich neer zou leggen. Het ziet ernaar uit dat dit gaat gebeuren. Mevrouw Tannehill heeft aangegeven dat ieder overheidsorgaan het principe van het gelijkheidsbeginsel dient te hanteren. Het zou van de gekke zijn als ieder overheidsorgaan een eigen uitleg zou geven van het begrip rechtsgelijkheid. Het zou van de gekke zijn als ieder overheidsorgaan uitspraken van de Raad van State of in dit geval van de Nationale ombudsman voor kennisgeving aanneemt en daaraan een eigen uitleg geeft. Ik hoop dat u voor het amendement stemt dat de heer Lap heeft voorgelezen.

13 13 De heer Hartvelt: Zoals u heeft gehoord, steunen wij de motie. Afgezien van al het juridische dat hier over de tafel gaat, kun je het ook heel pragmatisch invullen. Ik denk dat de motie daartoe een handreiking biedt, namelijk om er selectief mee om te gaan met behoud van de rechtsgelijkheid. En dat we na twee jaar eens gaan kijken waarover we het nu de facto hebben. Dan is er ook landelijk meer bekend over het kwijtscheldingsbeleid. Misschien komen er wel nationale regelingen. We moeten nu niet juridisch onjuist beginnen. Dat zou ik jammer vinden. Ik zit ook niet te wachten op een casus waarbij iemand dat recht gewoon gaat halen. Dan zitten we ook beschaamd naar elkaar te kijken en dan moeten we het toch weer bijstellen. Ik zou u allen willen oproepen dit amendement te ondersteunen. De heer Mak: Wij willen nog een opmerking maken over de rechtsongelijkheid. Als je naar onze nieuwe kwijtscheldingsregeling kijkt, artikel 1, dan kunnen we lezen dat kwijtschelding kan worden verleend voor de volgende waterschapsbelastingen: watersysteemheffing gebouwd, daarvoor kan kwijtschelding worden gevraagd. De watersysteemheffing ongebouwd, daarvoor kan geen kwijtschelding gevraagd worden. De wegenheffing gebouwd, daarvoor kan wel kwijtschelding worden aangevraagd. Voor de wegenheffing ongebouwd kan geen kwijtschelding worden aangevraagd. Ik heb van de fracties die tot nu toe opmerkingen hebben gemaakt over de rechtsongelijkheid deze argumenten nog niet gehoord. En dan wil ik graag weten waarom niet. De voorzitter: Dat zijn vragen aan de collega-fracties en niet aan ons. Als iemand wil antwoorden, dan is dat goed en anders ga ik gewoon verder. Zijn er nog andere reacties? Heeft de portefeuillehouder nog behoefte om re reageren? De heer Kramer: Inderdaad, de heer Lap verduidelijkt het nog even. Het gaat bij de agrariër inderdaad om de privéheffing en niet om de heffing over het terrein. Er zijn meer keuzes dan wel of niet een kwijtschelding. Hetzelfde geldt voor gemeenten. Niet alle gemeenten doen dat gelijk. In zijn algemeenheid is het zo in de belastingenregelingen dat ondernemers, bijvoorbeeld als het gaat om de inkomstenbelasting, meer aftrek hebben dan particulieren hebben. Er zullen altijd verschillen zijn. Het voorstel ligt er zoals het is. De heer Meuwese geeft het ook aan. Ik zie dat niet zo zitten. Ik vind het wel bijzonder dit van de heer Hartvelt te vernemen, daar waar de heer Mintjes een groot pleitbezorger was om juist alleen te starten met de mensen die in de Bbw zitten. Ik vind het wel aardig deze draai te zien. Maar goed, wij blijven bij het voorstel zoals het er ligt. De voorzitter: De vergadering is geschorst. De voorzitter: Wij heropenen de vergadering. Het is in ieder geval een onderwerp dat ons allen bezighoudt. Het is altijd moeilijk om een goede weg te vinden, maar daarvoor zijn we bij elkaar en daarvoor hebben we onze procedures. Ik geef graag het woord aan de portefeuillehouder. De heer Kramer: Naar aanleiding van het indienen van het amendement ontraden wij dit amendement. Het is nogmaals juridisch getoetst en het is duidelijk dat dit ons, voor zover we het op dit moment kunnen zien, niet in de problemen brengt. Zoals gezegd, de evaluatie volgt na twee jaar en mochten ons tussentijds signalen bereiken dat er op dit onderdeel specifieke ontwikkelingen zijn, dan zullen wij u uiteraard daarover informeren en daarop actie ondernemen. De voorzitter: Dan ga ik over tot stemming en ik breng als eerste het amendement in stemming. Wie is er voor het amendement? Dat zijn er 10 voor. Wie zijn tegen het amendement? Dat zijn er 20 tegen. Dan is het amendement niet aangenomen.

14 14 Wie wil een stemverklaring afgeven? De heer Lap: Wij zullen tegen dit voorstel stemmen. We hebben dit amendement ingediend, want we willen dat dit op een goede manier wordt geregeld. Wij willen behoorlijk bestuur zien. Het wordt nu eventjes uitgesteld, maar het komt wel goed. De heer Meuwese: Ik ben het uiteraard eens met collega Lap, maar ik stem wel voor het voorstel. Niets is niets. De voorzitter: Wie is voor het voorstel Kwijtscheldingsbeleid? Dat zijn 3 stemmen tegen en 27 stemmen voor en daarmee is het voorstel Kwijtscheldingsbeleid aangenomen. 13. Vaststelling archiefverordening HHNK 2016 ( ) De voorzitter: Ik neem aan dat dit een hamerstuk blijft? Dat is het geval. Vastgesteld. 14. Verlenging benoeming accountant ( ) De voorzitter: Hierover is in de commissie Bestuur, Middelen en Waterketen gesproken en er zijn wat schriftelijke vragen beantwoord. Is dat voldoende of leidt dat nog tot vragen? Mevrouw Hartog: Er zijn vragen beantwoord, maar er is ook een aantal vragen waarop niet is ingegaan en daarbij gaat het om de vragen die aan de accountant zouden worden gesteld en waaraan hij zou moeten voldoen om te mogen doorgaan en hoe we het oplossen als de accountant daaraan niet voldoet. Ik moet even gluren in het besluit hoe we dat ook al weer noemden. Vervolgens was er ook nog de vraag hoe we dan aan een andere accountant komen. Daarop heb ik ook geen antwoord gekregen. Het had betrekking op de risicoparagraaf, het verbetertraject. Ik ben nog steeds aan het zoeken naar het juiste woord. Het ging om het verbetertraject dat zou worden afgedwongen bij de accountant en als hij daaraan niet zou voldoen, dan zouden we een ontbindende voorwaarde van het contract hanteren. In de beantwoording door de portefeuillehouder staat daarover niets. De voorzitter: Nog andere vragen? Nee. Dan is het woord aan de portefeuillehouder. De heer Kramer: U geeft het terecht aan. Niet alleen u vroeg het, ook de heer Hartvelt heeft daarom gevraagd. Bij het doorlopen van een aantal zaken gistermiddag kwam ik daar ook achter. Toen vond ik het erg laat worden om daar nog een keer een toevoeging bij te doen voor iedereen. Er is daarover wel een lijstje opgemaakt met de accountant en dat gaat over proactief communiceren als stukken moeten worden aangereikt, tijdig reageren op mails, geen factuur meer sturen waarvoor geen offerte of concrete afspraak is gemaakt en zorgvuldiger omgaan met conclusies. U krijgt de stukken overigens gewoon. Laat daarover duidelijkheid zijn. Als daaraan niet wordt voldaan, dan gaan wij tijdig escaleren als daarover ontevredenheid bestaat. En wat gebeurt er dan? Als je zegt dat het niet aan onze afspraken voldoet, dat zou feitelijk betekenen dat je dag zegt tegen de accountant en dan moet je een nieuwe aanstellen. Je kunt accountants ook gewoon inhuren voor een klus en de jaarrekening is ook een klus. Alleen, daar staat wel een tarief tegenover. Om nu te voorkomen dat we direct in die situatie terechtkomen, heb ik ook gekeken naar waarover wij het eerder in de Auditcommissie hebben gehad. Daarover hebben we het ook met de heer Hartvelt gehad. Om nu te gaan zeggen voor de volgende CHI-vergadering doen we daarover een uitvraag... De Auditcommissie willen we dan ook niet in direct diezelfde vergadering benoemen als selectiecommissie voor het aanbestedingstraject voor de accountant. Dat zal dan straks gewoon begin 2017 worden. En samen

15 15 met die Auditcommissie kunnen we ook een visie opstellen over de rol van de accountant en vooral de wisselwerking naar het CHI toe zodat die veel beter tot zijn recht komt. Het is wel de accountant van het CHI. Dus nogmaals, u krijgt inderdaad die beantwoording en ik zal ervoor zorgen dat in ieder geval die uitvraag bij de Auditcommissie er komt. De voorzitter: Bij dezen de beantwoording. Nog een reactie? Mevrouw Hartog: Ik moet zeggen dat het antwoord mij wel een beetje verbaast. Op het moment dat we met deze accountant niet verder kunnen gaan omdat hij niet voldoet aan het verbetertraject, dan kunnen wij dus wel een andere accountant inhuren. Ik had de beantwoording graag wat duidelijker gehad, maar ik vrees dat ik het hiermee moet doen. Ik denk dat we hiermee maar verder moeten. De voorzitter: Ik begrijp uw verwarring. Het belangrijkste is dat we ervan af kunnen als we dat willen. Dat kost alleen wel wat. Daar gaan we eigenlijk liever niet van uit. Ik heb liever dat die accountant zich verbetert en daarop moeten we toezien. De heer Hartvelt: Het is niet zo gemakkelijk om van een accountant af te komen in alle eerlijkheid, omdat het vaak een heel lang traject is. De overdracht van vaste documenten, daar ben je al vier maanden mee bezig en dan heb je de eerste euro al te pakken. Ik zou daar niet op willen aansturen, maar ik hoop wel dat de accountant zich ervan bewust is dat wij nogal wat kritische opmerkingen hebben gemaakt en hoe wij een accountant serieus kunnen nemen als hij niet eens zijn eigen contract in de gaten houdt. Dan moet je je afvragen wat zijn opmerkingen over rechtmatigheid en doelmatigheid ons van nut kunnen zijn. Maar ik ben heel blij met de toezeggingen die de portefeuillehouder heeft gedaan. Nogmaals, bedankt voor het overzicht dat hij heeft gegeven van het aantal accountantsfirma's dat bij waterschappen aanwezig is. Dat geeft mij de hoop dat we wel een goede selectie kunnen maken het zal overigens wel een Europese aanbesteding worden, denk ik zo. De voorzitter: Mag ik aannemen dat dit is aangenomen of wilt u een stemming? Dan is de verlenging van de benoeming aangenomen. 15. Benoeming commissievoorzitters ( ) Wordt tussen agendapunt 19 en 20 behandeld. 16. Peilbesluit Westerkogge ( ) De voorzitter: Nu is dit een hamerstuk, maar de portefeuillehouder wil toch iets zeggen. De heer Schenk: Ik heb wel eens eerder gezegd dat het risicovol is als je er toch weer over gaat discussiëren. Mevrouw Brouwer-Stam heeft de vorige keer echter gevraagd waarom er zeven reacties in staan en er geen zienswijzen zijn. De reacties komen voort uit het gebiedsproces. De vragen zijn beantwoord en die hebben bij de zeven vragenstellers niet geleid tot een zienswijze. Zo steekt het in elkaar. Niemand heeft uiteindelijk het verzoek gedaan tot een aanpassing. De voorzitter: Mag ik aannemen dat u akkoord bent? Vastgesteld. 17. Peilbesluit Valkkoog ( ) De voorzitter: Dit is een hamerstuk. Mag ik aannemen dat u akkoord bent? Vastgesteld.