8:30-9:00 Begin van de schooldag, aanwezigheid registreren, kring, niveaulezen

Transcriptie

1 Groep 5 Dagindeling Voorbeeld van een dag in groep 5 8:30-9:00 Begin van de schooldag, aanwezigheid registreren, kring, niveaulezen 9:00-10:00 rekenen 10:00-10:15 Eten en drinken 10:15-10:30 Buiten spelen met leerkrachten 10:30-11:15 taal 11:15-12:00 spelling 12:00-12:30 Estafette 12:30-12:45 Lunch in de klas 12:45-13:15 Buitenspelen onder begeleiding van Floreokids 13:15-13:45 schrijven 13:45-14:30 Blauwe Planeet, verkeer, Natuniek, Tijdstip, crea 14:30-14:45 Afsluiting van de dag, klassenvergadering Organisatie van de lessen: De stof van alle vakken is verdeeld in blokken: Het blok wordt afgesloten met een toets op papier of digitaal N.a.v. de toets wordt er herhalings- of verdiepingsstof aangeboden Werkwijze - GIP (van groepsgericht naar individueel gericht Pedagogisch en Didactisch handelen): werkwijze die we vooral bij rekenen en taal/ spelling gebruiken. Deze methode schept ruimte om de verschillende niveaus aandacht te geven. - Niveaus *, **, ***: de indeling hiervan wordt per vak bepaald door Cito-uitslagen, methode gebonden toetsen én de werkhouding van het kind Informatie voor de ouders van gr. 5 obs Woutertje Pieterse Pag. 1/7

2 Huiswerk: - Tafels oefenen - Samenvattingen van Tijdstip, Blauwe Planeet en Natuniek (worden een week voor de toets meegegeven) - Boekbespreking (voor Kerst) - Werkstuk (na Kerst) - Spreekbeurt (als alle werkstukken klaar zijn) - Extra oefenen met BLOON en/ of Nieuwsbegrip. Hiervoor krijgen de kinderen de inlogcodes mee naar huis, zodat ze daar digitaal kunnen oefenen - Soms wordt reken- of taalwerk meegegeven om af te maken. Dit moet de eerstvolgende schooldag worden ingeleverd! Toetsen: We werken met methode gebonden toetsen aan het eind van ieder blok. Verder maken de kinderen 2 x per jaar de Cito-toetsen Rekenen-wiskunde DMT en AVI Begrijpend lezen spelling 2x 2x 1x 2x Gebruikte methodes: - Wereld in getallen 4: met dagtaken, weektaken, bijwerkboek en pluswerkboek - Taal in Beeld, met boek - Spelling in Beeld - Estafette en Estafetteloper (technisch lezen) - Nieuwsbegrip (begrijpend lezen) - Blauwe Planeet (aardrijkskunde) - Tijdstip (geschiedenis) - Natuniek (biologie en techniek) - Op voeten en fietsen (verkeer) - Sociale talenten - Pennenstreken (schrijven), met en zonder schaduwlijnen Informatie voor de ouders van gr. 5 obs Woutertje Pieterse Pag. 2/7

3 Inhoud methodes: Rekenen: wereld in getallen versie 4 - Oriëntatie op de getallen tot en met Optellen en aftrekken tot en met Herhaling en inoefening van de tafels van 0 tot en met 10 - Delen met en zonder rest. - Gepast betalen en teruggeven - Herhaling klokkijken analoog en digitaal + uitbreiding(seconden) - Herhaling meter en centimeter en introductie kilometer, millimeter - Symmetrie - Diagrammen - Schatten Taal in Beeld: - Woordenschat: bv. synoniemen, tegenstellingen, woordparen, woorden uitbeelden, woorden opzoeken - Spreek en luistervaardigheden: bv. gespreksvaardigheden, hoofdzaken onderscheiden, relaties leggen tussen tekst en eigen kennis, aantekeningen maken - Schrijven: bv. podiumtekst, weettekst, verhaal, feiten en meningen, verslag, memo, , bedankje, gedicht, samenvatten - Taalbeschouwing: bv. werkwoorden, zelfstandig naamwoorden en lidwoorden, samenstellingen, bijvoeglijk naamwoorden, voorzetsels, telwoorden, onderwerp, tegenwoordige tijd, verleden tijd, voor- en achtervoegsels, leestekens, logogrammen, pictogrammen, spreektaal en schrijftaal, onderwerp, persoonsvorm, zinsdelen, voegwoorden Spelling in Beeld - Klankwoorden: klankstrategie: woorden opschrijven zoals je ze hoort: bv. ~eer, ~oor, ~eur ~eeuw, ~ieuw, ~uw, ~ng, ~nk, ~ig( e), ~lijk ( e), 0n~, ont~, ge~, be~, ver~, sch~, schr~, stomme e, kleefletters, ~ing, ~er, ~aar - Onthoudwoorden: het inprenten van woorden, bv ei of ij, f~, v~, s~, z~, ch, cht, gt, ou, au, /ie/= ie, /ie/=i, /s/=c, /k/=c Informatie voor de ouders van gr. 5 obs Woutertje Pieterse Pag. 3/7

4 - Regelwoorden: het toepassen van spellingregels: woorden met en open lettergreep, woorden met een gesloten lettergreep, woorden met meer lettergrepen, meervouden van woorden op ~f en ~s, bijvoeglijke naamwoorden op ~e, samenstellingen, verkleinwoorden op ~je, ~tje, ~etje, ~pje, hoofdletters en leestekens, woorden op ~d en ~t. Presenteren: - Boekbespreking: voor Kerst. Kinderen gebruiken een voorbereidingsformulier voor de boekbespreking en worden beoordeeld via een beoordelingsformulier - Werkstuk: na Kerst. Alle ouders en kinderen krijgen een voorbereidingsformulier voor het maken van een werkstuk. Ook hiervoor gebruiken we een vast beoordelingsformulier. Het werkstuk wordt in het klad in de klas gemaakt. De uitwerking wordt thuis gemaakt, waarbij de hulp van ouders op prijs wordt gesteld. De kinderen mogen thuis nog informatie halen van één website. Dit om te voorkomen dat ze verdrinken in teveel informatie. Het hoofdstuk dat thuis in het net wordt gemaakt, mag digitaal worden ingeleverd. Het eindresultaat (met plaatjes ed.) wordt geprint ingeleverd. - Spreekbeurt: de kinderen presenteren hun werkstuk aan de klas. Hiervoor hebben we weer een vast beoordelingsformulier. Estafette (technisch lezen). - Opbouw van de technische leesvaardigheid vindt plaats via de volgende fasen: van correct naar vlot naar vloeiend lezen - Leesplezier behouden of laten ontdekken en leesmotivatie ontwikkelen - Het correct en vlot kunnen lezen van losse woorden Nieuwsbegrip Het doel van de lessen Nieuwsbegrip is het strategisch leren lezen van teksten. Het nieuws is een middel om de kinderen te interesseren om de tekst te lezen. Het zijn heel intensieve lessen waarbij de leerkracht hardop denkend voordoet hoe het lezen van een tekst in je hoofd werkt. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het digibord. Elke week oefenen de kinderen met een strategie die ze bij de tekst kunnen gebruiken. Ze leren bijv. dat ze eerst naar de titel en de plaatjes bij de tekst moeten kijken, voor ze de tekst gaan lezen. Met Nieuwsbegrip oefenen de leerlingen de volgende vijf leesstrategieën: voorspellen, ophelderen van onduidelijkheden, samenvatten, vragen stellen en relaties/verwijswoorden. Bij de teksten horen ook opdrachten. De opdrachten maken de kinderen in de klas, na het lezen van de tekst. Vaak moeten ze samenwerken. Door over de tekst en de opdrachten te praten, kunnen de kinderen van elkaar leren. Informatie voor de ouders van gr. 5 obs Woutertje Pieterse Pag. 4/7

5 Blauwe Planeet (aardrijkskunde) - Kan de regen opraken?: Waarom is het soms nat en soms droog?, Waar blijft het regenwater?, Is de grond altijd even nat? - Koop je sla op de Kalverstraat?: Ga je winkelen of boodschappen doen?, Hoe kom je bij de winkels?, Waar zitten de winkels? - Waar is de ingang van de supermarkt?: Wie komen er in de supermarkt?, Hoe lang is de weg?, Wat gebeurt er in de supermarkt? - Kun je alle wegen zien? Hoe ziet de weg eruit?, Gaat deze weg naar het oosten?, Welke wegen gaan er naar jouw huis? - Welke schat ligt er onder jouw school?: Welke schatten kun je vinden?, Is dit de route naar de schat/, Welk verhaal vertelt de grond? - Woon jij in de allerleukste straat?: Wie heeft jouw straat bedacht?, Kun jij fijn spelen in de buurt?, Hoe krijg je een leukere straat? - Wat is niet door mensen bedacht?: Hoe ziet de natuur eruit?, Hoe vind je de weg in de natuur?, Is de natuur ook door mensen bedacht? - Wanneer heb je een goede vakantie?: Hoe ziet de vakantie eruit?, Waar kun je in Nederland met vakantie?, Wie doet wat in de vakantie? Tijdstip (geschiedenis) - Tijd: Heb je even tijd?, Verslaap je niet?, Niet vergeten?, De tijd van je leven! - De tijd van je familie. Wat trek je aan. Doe je mee? Wat eten we vandaag? - Waar woon je?, Naar school., Wat lees je?, Kinderen die werken - Ik voel me niet lekker., Wat zie je., Daar zit muziek in., Eerst betalen - Achter dikke muren., Handel en wandel in de stad., Hallo, wie is daar? - Rijden en vliegen., Molens in de wind., Zingeving, normen en waarden., Waar kom jij vandaan? Natuniek: (biologie en techniek) - Leven: Vuilnismannen in het bos., Wat planten eten., Planteneters en diereneters., Eten en gegeten worden. - Omgeving: Apparaten in je huis., Hoe maak je energie?, Stroomkringen en stroombronnen., De kring moet gesloten zijn. Informatie voor de ouders van gr. 5 obs Woutertje Pieterse Pag. 5/7

6 - Zintuigen: Vijf of vijf miljoen., Horen met je oren., Ik zie, ik zie, Lekker, he? - Techniek om je heen: Veilig in je tent., Hoe maak je het vast?, Droog naar de overkant., Hoe is jouw huis gebouwd? Op voeten en fietsen (verkeer) - Buiten spelen - Op de goede plaats lopen en fietsen - Een veilige fiets., Leer effe fietsen. Verkeerstekens - Verkeersborden - Rechtdoor op dezelfde weg - Voorrang - De spoorwegovergang - Openbaar vervoer - Weer en verkeer - Zien en gezien worden. Kinderen en hun Sociale Talenten Bij deze methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling wordt uitgegaan van acht gedragscategorieën 1. Ervaringen delen Kinderen vertellen elkaar wat ze meemaken. Leuke verhalen, maar ook negatieve dingen. Bijv. door een grapje met elkaar te maken, maar ook door aan de leerkracht (of aan de ouders) te vertellen als er iets naars gebeurd is. 2. Aardig doen Kinderen zijn aardig voor elkaar. Bijv. door een ander te helpen of door iemand een compliment te geven. 3. Samen spelen en werken Kinderen doen dingen met elkaar. Ze overleggen, maken afspraken, bedenken activiteiten. Bijv. als ze vragen of ze mogen meedoen aan een spelletje of als ze een speelafspraak maken. 4. Een taak uitvoeren Kinderen kunnen zelfstandig een taak doen. Bijv. planten water geven of hun huiswerk maken. Maar het gaat ook over doorzetten als iets niet meteen lukt. 5. Jezelf presenteren Informatie voor de ouders van gr. 5 obs Woutertje Pieterse Pag. 6/7

7 Kinderen maken contact met andere kinderen. Bijv. door een praatje te maken met kinderen die ze niet kennen of door in de groep iets te vertellen. 6. Een keuze maken Kinderen kunnen zelf kiezen op grond van eigen overwegingen en kunnen de gevolgen van hun keuze overzien. Ze kunnen ook op een beslissing terugkomen. 7. Opkomen voor jezelf Kinderen zorgen goed voor zichzelf. Door er bijv. iets van te zeggen als iemand voordringt of als iemand zich niet aan een afspraak houdt. 8 Omgaan met ruzie Kinderen lossen zonder slaan een ruzie op. Bijv. door eerste te luisteren naar wat de ander eigenlijk wil of door soms een beetje toe te geven. Pennenstreken (schrijven) In groep 5 herhalen de leerlingen de hoofd- en de kleine letters. We blijven oefenen met het schrijven van de cijfers. Het schrijven van lange woorden wordt geïntroduceerd. Bij boekje C2 gaan we schrijven zonder de tussenlijn. Engels Dit jaar starten we met een nieuwe methode: Take It Easy. Dat betekent dat de kinderen vanaf groep 5 Engelse les krijgen. In de loop van het jaar hoort u hier meer over. Excursies Gedurende het jaar maken we een aantal keren een excursie naar Musea en het Technolab. De data hiervoor staan zodra ze bekend zijn in de kalender. Bij deze excursies hebben we begeleiding door ouders nodig. Informatie voor de ouders van gr. 5 obs Woutertje Pieterse Pag. 7/7