zelfstandig naamwoord
|
|
- Laura Bauwens
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 zelfstandig naamwoord Het zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of ding. de man de kat de fiets
2 lidwoord Het lidwoord hoort bij het zelfstandig naamwoord. de het een
3 samenstelling Een samenstelling maak je door twee woorden aan elkaar te plakken. fiets + bel = fietsbel samen vormen ze een nieuw woord.
4 alfabet Het alfabet heeft 26 letters a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z De letters staan altijd in deze volgorde. Je kunt het alfabet opzeggen van a tot z.
5 werkwoord Het werkwoord zegt wat een mens, dier of ding doet. Renz schopt de bal. Floor leest een boek.
6 bijvoeglijk naamwoord Het bijvoeglijk naamwoord zegt hoe iets eruit ziet of wat je ervan vindt de witte broek een lieve mama
7 punten in zinnen Aan het eind van een zin staat altijd een punt. Aan de punt kun je zien waar de zin ophoudt Tessa is blij. Ze gaat buitenspelen.
8 verkleinwoord Een verkleinwoord is een woord met iets erachter vis + je = visje boom + pje = boompje deur + tje = deurtje
9 klinkers en medeklinkers Er zijn klinkers en medeklinkers klinkers a, e, i, o, u, aa, ee, oo, uu, ie, oe, eu, ui, ei, ij, au, ou medeklinkers b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, y, z
10 bijvoeglijk naamwoord Het bijvoeglijk naamwoord zegt hoe iets eruit ziet of wat je ervan vindt de gekke, rode stoel
11 werkwoorden en zelfstandige naamwoorden In een zin staat één werkwoord. In een zin staan vaak meer zelfstandige naamwoorden Emma loopt met twee blauwe potloden
12 samenstelling In een samenstelling zit soms een werkwoord verstopt eet + lepel = eetlepel loop + neus = loopneus
13 zinnen Een zin is een rij woorden die samen iets betekenen. Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. Pepijn zit aan tafel.
14 zinnen maken Je maakt een zin door vragen te stellen over het werkwoord aait Wie aait? Wessel aait. Wat aait Wessel? Wessel aait een hondje.
15 klankgroepen In een klankgroep staat altijd een klinker. Je kunt de klankgroepen vinden door woorden te klappen. muis heeft één klankgroep: muis meester heeft twee klankgroepen: mees + ter
16 pictogrammen Een pictogram is een plaatje dat je iets vertelt. Een pictogram moet heel duidelijk zijn
17 vraagzinnen en vertelzinnen Een vertelzin is een zin waarin je iets verteld. Aan het einde van de zin staat een punt. Wessel en Emma zijn aan het schrijven. Een vraagzin is een zin waarin je iets vraagt. Aan het einde van de zin staat een vraagteken. Zijn Wessel en Emma aan het rekenen?
18 waar-deel Het waar-deel in een zin vertelt waar iets gebeurt. Je vindt het waar-deel door te vragen: waar? Renz is buiten.
19 een lange zin korter maken Om een zin korter te maken haal je woorden weg. In een goede zin staat altijd een wie-deel en een werkwoord. Floor speelt buiten met een rode bal. Floor speelt met een bal. Floor speelt.
20 beleefd en onbeleefd Als je beleefd praat, praat je netjes. Als je onbeleefd praat, praat je niet netjes. Beleefd: Mag ik nog een koekje? Ik wil een koekje! Nu meteen! Onbeleefd:
21 wanneer-deel Je maakt een zin langer met een wanneer-deel. Het wanneer-deel vertelt wanneer iets gebeurt. Je vindt het wanneer-deel door te vragen: wanneer? Morgen gaan wij naar gym.
22 wie-deel In elke zin staat altijd een werkwoord met een wie-deel. Het wie-deel vertelt wie iets doet. Je vindt het wie-deel door te vragen: wie? Tessa schudt haar hoofd.
23 enkelvoud en meervoud Enkelvoud is één. Meervoud is meer dan één. boek + en = boeken appel+ s = appels
24 tegenstelling Bij een tegenstelling betekenen twee woorden precies het omgekeerde. klein groot dik dun oud - nieuw
25 zinsdelen In een zin horen groepjes woorden bij elkaar. Die groepjes heten zinsdelen. De volgorde van zinsdelen kun je veranderen Floor geeft aan Pepijn een dik boek. Floor geeft een dik boek aan Pepijn. Aan Pepijn geeft Floor een dik boek. Geeft Floor een dik boek aan Pepijn?
26 zin langer maken Je kunt een zin langer maken door vragen te stellen over het werkwoord. Bij een werkwoord kun je vragen stellen: wie, wat, waar, wanneer. Zo wordt de zin steeds langer. lezen Renz leest voor het eten een strip op zijn bed.
27 woorden die een zin vormen Een groepje van drie woorden kan samen een deel van een zin vormen. Dit groepje bestaat uit een lidwoord, een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord. Floor geeft Emma een dik boek.
28 voorzetsel Een voorzetsel is het eerste woordje van het waar-deel. Het voorzetsel zegt precies waar iets is. Er draait een film in de bioscoop.
29 zin maken met woordsoorten In bijna alle zinnen staan een werkwoord en een zelfstandig naamwoord of een groepje woorden. De vrolijke meisjes snoepen.
30 alfabetische volgorde Je kijkt naar de eerste letter van een woord. Zijn die hetzelfde? Dan kijk je naar de tweede letter. mand mens minst munt a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
31 zelfstandig naamwoord Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of ding. Een ding kun je niet altijd zien, voelen, ruiken of proeven. ik koop een bezem. hij vertelt een verhaal.
32 eigennaam Een naam van een mens zegt hoe hij of zij heet. Een dier of ding geef je soms ook een naam. Een eigennaam schrijf je met een hoofdletter. De bezem is voor Wessel.
instapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatieBasis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal
Basis letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer 1 2 3 getal 123.000 punt. komma, uitroepteken! vraagteken? Woordvolgorde Jij drinkt appelsap. Hij eet een banaan.
Nadere informatieKlankgroep en lettergreep
Spellingwijzers groep 4 Voor de ouders Klankgroep en lettergreep Een klankgroep is een soort hulpmiddel bij het aanleren van spellingregels. Wat hoor je als je een woord langzaam in stukjes uitspreekt.
Nadere informatieDe bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer
Nadere informatieWoordenschat blok 04 gr4 Les 1 Enzovoort: en ga zo maar verder. Hierboven: boven iets, bijvoorbeeld een lijn. Hieronder: onder iets, bijvoorbeeld een
Woordenschat blok 04 gr4 Les 1 Enzovoort: en ga zo maar verder. Hierboven: boven iets, bijvoorbeeld een lijn. Hieronder: onder iets, bijvoorbeeld een lijn. Ondersteboven: iets staat op zijn kop, de onderkant
Nadere informatieWoordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.
Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk
Nadere informatieVisuele Leerlijn Spelling
Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,
Nadere informatie1. poes Luisterweg Ik luister goed naar het woord, Dan schrijf ik het zoals het hoort.
1. poes 2. draak 3. muts 4. wolk Duo betekent twee De /u/ doet dus niet mee 5. krant 6. schaap Hoor je na een s een /g/? Dan schrijf je ch en nooit een g! 7. feest / vier Ik verdeel het woord in klankgroepen.
Nadere informatieLeerstofaanbod groep 4
Leerstofaanbod groep 4 Rekenen Rekenen Methode: RekenZeker De lessen zijn onderverdeeld in een aantal domeinen: getallen, bewerkingen (optellen, aftrekken en tafels en meten van tijd en geld. Optellen
Nadere informatieLEESHUIS. Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten www.expertisecentrumnederlands.nl
LEESHUIS Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets: instructie voor de leerkracht De Grafementoets wordt afgenomen na eenheid 1 (Heks Snuifiepuifie)
Nadere informatieALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN
STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?
Nadere informatieslee Ik hoor aan het eind van het woord ee. Ik schrijf ee. Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4
Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4 Ik hoor aan het eind van het woord ee. Ik schrijf ee. slee Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4 daarmee fee twee tree
Nadere informatie2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieLezen We hebben de laatste weken weer heel veel woorden en letters geleerd.
Lesbrief 2 (groep 3 en groep 4) groep 3 Lezen We hebben de laatste weken weer heel veel woorden en letters geleerd. In kern 5 leren we de volgende letters en woorden: Letters: ie, eu, l, ou, uu Woorden:
Nadere informatieMeer dan grammatica!
Gramm@foon Meer dan grammatica! 1e druk 2011 ISBN: 9789490807061 Copyright: KleurRijker B.V., info@kleurrijker.nl Auteurs: Karine Jekel, Vika Lukina, Nynke Oosterhuis Redactie: Karine Jekel, Nynke Oosterhuis,
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieLeerlijn Spreken & luisteren groep 5
Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Spreken (individueel / gesprekken voeren): Luisteren: Een monoloog houden in een kleine groep, duidelijk verwoorden wat ze bedoelen. Een gesprek (overleg) voeren in
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieBenodigde voorkennis taal verkennen groep 5
Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn
Nadere informatieLuister naar het alfabet en de voorbeelden. Kijk ook naar de afbeeldingen. voorbeeld letter. b bee [b] bus [ə] een. hemd
Het alfabet Van A tot Z Het Nederlandse alfabet heeft 26 letters. Deze letters zijn klinkers en medeklinkers. Er zijn 6 klinkers: a, e, i, o, u, y. Er zijn 20 medeklinkers: b, c, d, f, g, h, j, k, l, m,
Nadere informatieWELKOM IN GROEP 4 SCHOOLJAAR Informatieboekje voor ouders OBS DE HAARSCHOOL
WELKOM IN GROEP 4 Informatieboekje voor ouders SCHOOLJAAR 2018-2019 OBS DE HAARSCHOOL De Haarschool: Waar samen leren en creëren een beleving is! 1 VOORWOORD Beste ouders van groep 4, In dit informatieboekje
Nadere informatieWij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen!
In dit document kunt u lezen wat de kinderen leren in elke kern. In de eerste zes kernen zal dit voornamelijk ingaan op het aanleren van woorden en letters. In de laatste kernen komt het lezen al wat meer
Nadere informatieDyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:
Dyslexiebehandeling Informatiepakket leerkracht: - Werkwijze bij Onderwijszorg Nederland (ONL) - Klankenschema - Stappenplan - Kopie overzichts-steunkaart - Uitleg losse steunkaarten - Uitleg steunkaart
Nadere informatieWoordsoorten. Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden
Woordsoorten Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden In dit boekje ga je leren dat er verschillende woordsoorten zijn in de Nederlandse taal. Je gaat de verschillende
Nadere informatieTotaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid
Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid Werkwoordspelling Woordenschat en uitdrukkingen Naam takenmap Cito Spelling
Nadere informatieNieuwsbrief groep 3 februari 2018
Nieuwsbrief groep 3 februari 2018 Nieuws uit de groep: Afgelopen maandag leerden de kinderen de laatste letter de ei. Zij kennen nu alle 34 letters en krijgen daarom een letterdiploma. De volgende 6 kernen
Nadere informatieEen lijn in (begrijpend) luisteren en lezen voor de ganse basisschool
Een lijn in (begrijpend) luisteren en lezen voor de ganse basisschool 1 Leren begrijpen van geschreven taal Wanneer en hoe? Begrijpend luisteren/lezen Wat heeft invloed op begrijpend luisteren/lezen? 2
Nadere informatieWat is een zelfstandig naamwoord?
Wat is een zelfstandig naamwoord? 1. Inleiding Een zelfstandig naamwoord geeft aan: een persoon of dier: vrouw, oom, hond een eigennaam: Sara, Apple een ding: fiets, berg een gebeurtenis: feest, botsing
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatieUitprobeerpakket. Toetsboek 4 groep 4 blok 6
Uitprobeerpakket Toetsboek 4 groep 4 blok 6 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
Nadere informatieOverzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I
Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2
Nadere informatieWat is een zelfstandig naamwoord?
Wat is een zelfstandig naamwoord? 1. Inleiding Zelfstandig naamwoorden zijn woorden die 'een zelfstandigheid' aanduiden: een persoon of dier: vrouw, oom, hond een eigennaam: Sara, Apple een ding: fiets,
Nadere informatieDe bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatieBlok Klankgrgoepenwoord Deze categorie komt in veel woorden voor en is een heel lastige categorie.
Blok 4 10 Klankgrgoepenwoord Deze categorie komt in veel woorden voor en is een heel lastige categorie. stap 3 stap 4 stap 1 stap 2 Stap 1 Verdelen in klankgroepen Klankgroepen zijn auditieve lettergrepen.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 2 Boodschappen
Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.
Nadere informatieGrafementoets: instructie voor de leerkracht
veilig leren lezen Grafementoets: instructie voor de leerkracht De Grafementoets wordt afgenomen na kern 3. De toets bestaat uit een kaart, waarop de letters per kern gegroepeerd staan. De letterkennis
Nadere informatieInhoud Woorden lijst 1 lijst 2 lijst 3 lijst 4 lijst 5 lijst 6 lijst 7 lijst 8 lijst 9 lijst 10 lijst 11 lijst 12
Inhoud Voorwoord 7 Woorden 9 lijst 1 a - oo - ie / b - k - l - m - n - p - r - s - t - v 9 Zinnen lezen Tips: tellen, kleuren, bingo lijst 2 aa - oe - i / b - k - l - m - n - p - r - s - t - v - z 13 Zinnen
Nadere informatieHet verwoorden van de spellingsregel is belangrijk (bewustwording waarom je iets op een bepaalde manier schrijft).
Beste ouders, Wij zijn begonnen aan thema 8 van taal. Dit is het laatste thema van dit schooljaar. Volgend schooljaar krijgt u geen uitleg meer over de spellingscategorieën omdat de categorieën in groep
Nadere informatieVeilig leren lezen Kern 1: ik - maan - roos vis
Kern 1: ik - maan - roos vis Letters: m - r - v - i - s - aa - p - e Woorden: ik - maan - roos - vis - sok aan pen en Aan de hand van deze woorden leert uw kind de letters. Deze letters spreekt uw kind
Nadere informatieSpiekkaart. Persoonsvorm - p.v.
Persoonsvorm - p.v. DE PERSOONSVORM IS EEN WERKWOORD 1. 2. 3. Zet de zin in een andere tijd: Muis schrijft een brief. Muis schreef een brief. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm. Maak van de
Nadere informatie- je kan me wat - module 4. docere delectare movere
- je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3
Nadere informatieLesdoelen Karakter 1 e leerjaar
Lesdoelen Karakter 1 e leerjaar Blok 1 0 1 2 3 4 5 bevorderen hun fijnmotorische vaardigheden. maken kennis met de vier schrijflijnen: daklijn, plafondlijn, vloerlijn en kelderlijn hanteren een goede pengreep;
Nadere informatieGroep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken.
Groep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken. Veilig leren lezen Maandag 21 september zijn we begonnen
Nadere informatieLesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten
groep 5 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les
Nadere informatieBasisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.
Basisspelling Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica. Het Muiswerkprogramma Basisspelling bestrijkt de basisregels van
Nadere informatieOverzicht categorieën Taal actief groep 7
Overzicht categorieën Taal actief groep Introductie Onderstaand treft u in de eerste kolom het nummer van de categorie aan zoals die voorkomt in Taal actief, in de tweede kolom de omschrijving, in de derde
Nadere informatielinks 67 links 69 rechts 71 rechts 73 links - rechts visuele discriminatie - grote verschillen (tekening)
Inhoudstafel Deze inhoudstafel vind je ook in de lerarenkit. Taalmonsters 1 Deelvaardigheden - begrippen vooraan 39 achteraan 41 vooraan - achteraan 43 bovenaan 45 onderaan 47 bovenaan - onderaan 49 eerste
Nadere informatieapen 1 Schrijf het woord op. 2 Schrijf het woord op. Een woord met een lange klank aan het eind van een klankgroep. Net als jager.
spelling 27b 1 Kies uit: ogen tenen samen oren apen zalen muren tegels toren 1 Twee a hebben s : apen 2 vier o, vier o Je leert hoe je woorden met een lange klank aan het eind van een klankgroep schrijft.
Nadere informatie2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12
Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek
Nadere informatieBLOK 2: les 1 en 2. groep 4) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 14) REGEL: 14: Lange klanken aan het eind van een klankgroep:
BLOK 1: les 1 en 2 Het voorvoegsel be-, ge-, ver-, me-, te- in een woord hetkennen en het woord correct teschrijven (cat. 11c) 11c: Wooden met een stomme e vooraan: In woorden die beginnen met be-, ge-,
Nadere informatieKernwoord Uitleg Voorbeeld
Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig
Nadere informatieKleuters leren lezen
Kleuters leren lezen Lerespel Inhoudsopgave INLEIDING... 3 STAP 1: KINDEREN MOETEN EERST BESEFFEN WAT LEZEN IS EN WAAROM HET HANDIG IS OM HET TE KUNNEN.... 4 STAP 2: DE VOORBEREIDING OP HET ZELF LEZEN;
Nadere informatieDE REFERENTIENIVEAUS. en Taal actief 4
DE REFERENTIENIVEAUS en Taal actief Taal actief en de referentieniveaus Sinds augustus 010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen van kracht. Voor het basisonderwijs zijn daarmee de referentieniveaus
Nadere informatieThema 4 Lezen de prentenboeken 2. het versje 3. klappen. 2. het vers 2. Een vers is een lied of gedicht.
Les 4.1 Geluiden maken 1. het prentenboek 1. Een prentenboek is een boek met veel plaatjes en tekeningen. Er staat weinig geschreven in een prentenboek. Bij de kleuters wordt veel voorgelezen uit prentenboeken.
Nadere informatieMannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus
ZELFSTANDIG NAAMWOORD Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK
Nadere informatieTaaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen
Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er
Nadere informatieLezen We hebben de laatste weken weer heel veel woorden en letters geleerd.
Informatie voor de ouders Groep 3 Lezen We hebben de laatste weken weer heel veel woorden en letters geleerd. In kern 4 en kern 5 hebben we de volgende letters en woorden geleerd. Letters: h - w - o -
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik
Nadere informatieAuteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design
Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door
Nadere informatieLes 1 jas en das. Op pad. van links naar rechts
Les 1 jas en das Op pad van links naar rechts 1 Inhoud 0 Inleiding 1.1 a} 1.2 s} as 1.3 j} jas 1.4 d} das 1.5 t} tas 1.6 k} kat 1.7 n} nat 1.8 r} rat, kar 1.9 v} vat 1.10 b} bak 1.11 l} bal 1.12 p} pak
Nadere informatieOntleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.
Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen
Nadere informatieTaakanalytisch Leerlingvolgsysteem. Spelling. Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs. Gompel&Svacina. Toetsen
Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem Spelling Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs Toetsen 91 92 Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem Spelling Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager
Nadere informatieLEESLIJN (herzien) Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten
LEESLIJN (herzien) Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets: instructie voor de leerkracht De Grafementoets wordt afgenomen na basiswoorden lat en
Nadere informatieINHOUD HOE WERKT HET?...5. Meer dan grammatica! ANTWOORDENBOEK UITSPRAAK EN SPELLING...6 RITME, KLEMTOON EN INTONATIE...17 WERKWOORDEN...
INHOUD HOE WERKT HET?...5 Hoe gebruik je een woordenboek?... 5 Gramm@foon Meer dan grammatica! UITSPRAAK EN SPELLING...6 1.1 A, b, c... 6 1.2 Aa, bee, see... 7 1.3 A, e, i en b, c, d... 8 1.4 Maan man
Nadere informatieHandleiding basiswoordenschat.
basiswoordenschat. Inleiding. In de basismodule wordt een basis van ongeveer 80 woorden gelegd. Deze woorden worden aangeboden om de woordenschat, maar ook om de communicatieve vaardigheden van de cursist
Nadere informatieGevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.
Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Doelgroep Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is bedoeld voor leerlingen
Nadere informatieEzel- en kikkerwoorden Groep 7 Week 1
Ezel- en kikkerwoorden Groep 7 Week 1 Als ik aan het eind van een klankgroep een lange klank hoor, dan gebruik ik daar maar één letter voor. Als ik aan het eind van een klankgroep een korte klank hoor,
Nadere informatieZinsontleden en woordbenoemen groep 7/8
Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk
Nadere informatieBasisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling
Basisspelling Het Muiswerkprogramma Basisspelling bestrijkt de basisregels van de Nederlandse spelling; regels die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs nog wordt geoefend.
Nadere informatieAuditieve oefeningen bij het thema: Tijgers Boek van de week: 1; Ssst! De tijger slaapt 2; Tijgers; informatieboekje
Auditieve oefeningen bij het thema: Tijgers Boek van de week: 1; Ssst! De tijger slaapt 2; Tijgers; informatieboekje Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant
Nadere informatieAdaptieve toets: na basiswoorden klauw en neus
LEESLIJN HERZIENE VERSIE Adaptieve toets: na basiswoorden klauw en neus Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters tot en met klauw
Nadere informatieUitleg Staal Spelling
Uitleg Staal Spelling Deze handleiding geeft uitleg voor ouders hoe de verschillende categorieën werken. Het vaste ritme, goed voordoen, elke les herhalen en dagelijkse dictees zorgen voor optimale spellingresultaten.
Nadere informatieGroepsplan groep Vakgebied Schriftelijke taal Tijdsvak
Groepsplan groep Vakgebied Schriftelijke taal Tijdsvak Namen Evaluatie Niveau leerlijn 1 2 3 Functioneringsniveau
Nadere informatieWerkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.
Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent
Nadere informatiep: deze letter is een plofletter, zonder stem. l: Kijk in de spiegel en wijs met je vinger naar het
Print de letterkaarten uit en plak de hokjes met bijbehorende tekst op de achterkant. Denk erom dat je een handeling in spiegelbeeld uitvoert als je voor de klas staat! p: deze letter is een plofletter,
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 2 Boodschappen
Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Praat samen. Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet
Nadere informatie1 De lange klinkers en klinkerreductie
1 De lange klinkers en klinkerreductie Schrijven A1 - richting werk de man is kaal het been het stuur de boot de ka-le man de be-nen de stu-ren de bo-ten de zee de gieter de liter de drie ik ski Schrijven
Nadere informatie1 keer beoordeeld 4 maart 2018
7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp
Nadere informatieAuditieve taaloefeningen bij het onderwerp: 1. Auditieve Analyse: A: Eén en twee lettergrepen nazeggen. B: Drie of meer lettergrepen nazeggen.
Auditieve taaloefeningen bij het onderwerp: Rupsje Nooitgenoeg 1. Auditieve Analyse: A: Eén en twee lettergrepen nazeggen. B: Drie of meer lettergrepen nazeggen. 2. Auditieve Synthese: A: Lettergrepen
Nadere informatieGrafementoets: instructie voor de leerkracht
de leessleutel Grafementoets: instructie voor de leerkracht De Grafementoets wordt afgenomen na thema 3. De toets bestaat uit een kaart, waarop de letters per thema gegroepeerd staan. De letterkennis wordt
Nadere informatieLesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord.
groep 4 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord. Materiaal Oefenblad
Nadere informatieWist je dat? Lezen. Week
Week 8 22-02-2019 Wist je dat? - We alweer begonnen zijn aan blok 9 van rekenen. - We op vrijdag 1 maart carnaval vieren op school en iedereen verkleed naar school mag komen. - Tijdens de laatste les van
Nadere informatieIndien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.
Regels werkwoordspelling In dit bestand worden de 5 werkwoordsvormen uitgelegd. Het gaat om: 1. Tegenwoordige tijd 2. Verleden tijd 3. Voltooid deelwoord 4. Onvoltooid deelwoord 5. Bijvoeglijk gebruikt
Nadere informatieU kunt met uw kind thuis de volgende oefeningen oefenen.
Dit informatieboekje is bedoeld om u als ouder te informeren over welke taalactiviteiten en rekenactiviteiten er in groep 2 aan bod komen. Maar ook om u handvatten te geven om zelf met uw kind thuis te
Nadere informatie1 TTO Gym. Ma maison de rêve / Mijn droomhuis
1 TTO Gym Ma maison de rêve / Mijn droomhuis Ma maison de rêve / Mijn droomhuis Hoe ziet jouw droomhuis eruit? Maak een poster waarop je dit laat zien en presenteer jouw huis aan de rest van de klas. Étape
Nadere informatieTaal We kunnen nu al echte verhalen schrijven. Daar zien we dan ook echte leuke verhalen van de kinderen.
Vierkantje 4 groep 4 Hallo, De tijd gaat snel, het is alweer voorjaarsvakantie. De komende weken tot de grote vakantie krijgen we nog schoolreis, sportdag etc. kortom voor we het weten zitten we alweer
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 2 Geld
Spreekopdrachten thema 2 Geld Opdracht 1 bij 2.1 Cursist A is groenteman. Cursist B koopt iets bij hem op de markt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemiddag!
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,
Nadere informatieinstapkaarten spelling
7 instapkaarten spelling inhoud instapkaarten spelling Spelling thema 1 les 1/13a cat. 10 a/b 1 thema 1 les 3/13b t.t. 2 thema 1 les 5/14a cat. 33 a/b 3 thema 1 les 7/14b t.t. 4 thema 1 les 9/15a cat.
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
6 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema
Nadere informatieTaalbewustzijn: Auditieve synthese (Henk Hak en Piet Plak) Klankgroepen samenvoegen tot een woord Letters samenvoegen tot een woord
Auditieve oefeningen bij het thema: Poezen Boek van de week: 1: Een huis voor Harry van Leo Timmers 2: Dag Poes van Mies van Hout 3; De kat Willewete reeks van Clavis 4; Tangramkat van Marancke Rink en
Nadere informatieZie zo Spelling Kopieermap Evaluatie en remediëring leerjaar 2
Kopieermap Evaluatie en remediëring leerjaar 2 Je vindt in deze kopieermap het materiaal voor de dictees, de registratie, het remediëren, oefenen en verrijken. Het materiaal is verzameld per blok. De vierde
Nadere informatieAdaptieve toets: Kern 1 + t, ee, n
VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE Adaptieve toets: Kern 1 + t, ee, n Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters kern 1+ t, ee, n
Nadere informatieIN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit
IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING werkwoordspelling.com M.Kiewit Schematisch overzicht Stap 1: De persoonsvorm De persoonsvorm is het werkwoord dat op de eerste plaats komt te staan als
Nadere informatieAdaptieve toets: Kern 2 + d, oe
VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE Adaptieve toets: Kern 2 + d, oe Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters kern 2+ d, oe : instructie
Nadere informatieop zoek naar letters
voor wie JA zegt tegen actief en inspirerend onderwijs op zoek naar letters de àndere spellingdidactiek Dolf Janson taalkundige basis leerpsychologische principes doorlopende leerstoflijn rolverdeling
Nadere informatie