Het verwoorden van de spellingsregel is belangrijk (bewustwording waarom je iets op een bepaalde manier schrijft).

Transcriptie

1 Beste ouders, Wij zijn begonnen aan thema 8 van taal. Dit is het laatste thema van dit schooljaar. Volgend schooljaar krijgt u geen uitleg meer over de spellingscategorieën omdat de categorieën in groep 5 hetzelfde zijn als in groep 4. Uiteraard bestaan de woorden uit meerdere en(langere woorden) en kunnen er in één woord meerdere moeilijkheden staan. De spellingscategorieën die worden behandeld zijn allemaal regelwoorden: Woorden met een open lettergreep aan (sla) of in het midden (jager) Woorden met gesloten lettergreep en dubbele medeklinker (bakker) Woorden met tweetekenklank in open lettergreep (keuken) Het verwoorden van de spellingsregel is belangrijk (bewustwording waarom je iets op een bepaalde manier schrijft). Woorden met een open lettergreep in het midden (jager). jager heeft twee en de eerste is /jaa/ je hoort een lange klank: /aa/ maar je schrijft één teken Je hebt twee soorten woorden waar je deze spellingsregel toepast. Woorden als hamer / hamers, deken / dekens, tafel / tafels en woorden als aap / apen. Aap heeft één. De eindigt op een het woord zoals je het hoort, dus met aa. Aan van de eerste hoor je geen medeklinker maar een lange klank. één teken, zoals in jager. Als kinderen aan het oefenen zijn met deze categorie worden er fouten gemaakt in woorden als vandaag (vandag). Ze passen de regel toe in de daag. Uitleg: welke klank hoor je aan e van de tweede is het een klinker of een medeklinker (medeklinker) de regel geldt niet je schrijft de klinker die ervoor staat zoals je het hoort Dit geldt ook in woorden als meester (mester). Dit woord wordt niet goed verdeeld in en: mee ster. Ze passen de regel (jager) toe in dit woord. Het woord meester hoort bij de categorie kasteel De eerste eindigt op een medeklinker: kas; De tweede begint met een medeklinker: teel; Je hoort een medeklinker; op hoort. De basis van het spellen is het goed verdelen in en.

2 Woorden met een open lettergreep aan (sla). In deze woorden gaat het om de klinker (lange klank) aan. Er zijn vier lange klanken (aa-ee-oo-uu). geldt maar voor drie klanken (aa-oo-uu). De lange klank ee doet niet mee! Schrijf je het woord zee met één teken dan staat er ze (stomme klank). Dit geldt ook voor woorden als mee-me. De woordsoorten die de kinderen in groep 4 geleerd hebben zijn: lidwoorden zelfstandige naamwoorden bijvoeglijke naamwoorden werkwoorden De instapkaarten zitten in de bijlagen. Spelling: zelfstandige naamwoorden en werkwoorden schrijf je in het meervoud op het eind met de letter n. Dit is lastig omdat de letter n in de spreektaal niet duidelijk wordt uitgesproken; bijvoeglijke naamwoorden schrijf je op zonder de n; behalve stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden. Dit wordt in groep 5 behandeld. Schenken we nu geen aandacht aan. Woorden met gesloten lettergreep en dubbele medeklinker (bakker /ba/-/kker). bakker heeft twee en. Laat het woord langzaam uitspreken; De eerste is /ba/ Je hoort een korte klank: /a/ Om die klank kort te houden, zetten we er twee medeklinkers achter waarmee de tweede begint. Dat is in dit geval de k; Als we dat niet zouden doen, wordt het baker. dus twee dezelfde medeklinkers. Je hebt twee soorten woorden waar je deze spellingsregel toepast. Woorden als kapper, emmer, midden, koffer, druppel en woorden als ballen, lessen, spinnen, sokken, mussen (meervoud). Er zijn vijf klinkers korte klanken (a-e-i-o-u). Woorden met tweetekenklank in open lettergreep (keuken). Er zijn acht klinkers tweetekenklanken (au,ou,ij,ei,ie,oe,ui,eu). keuken heeft twee en. Laat het woord langzaam uitspreken; De eerste is /keu/ Je hoort een tweetekenklank: /eu/ op hoort: keuken; Er komt geen medeklinker bij zoals bij bakker, want je kunt het woord niet verkeerd lezen.

3 In de klas gebruiken we bij de uitleg regelmatig de symbolen van José Schraven (methodiek: zo leren kinderen lezen en spellen) om de structuur van de spelling visueel te maken. De symbolen die we gebruiken zijn: Medeklinker (happertje <) Korte klank (kort streepje -) Lange klank (lang streepje ---) Tweetekenklank (twee streepjes naast elkaar ll) Stomme klank (puntje.) Sommige kinderen zijn visueel sterker dan auditief. Ze zien de structuur in beelden. Voorbeeld: boter Zet een streep voor elke Welke klank hoor je aan e van de? Schrijf het symbool van deze klank boven het eind van de. Zet een 1 boven het lange streepje (je hoort een lange klank, je schrijft 1 teken) < kippen Verdeel het woord in en Je hoort aan e van de eerste een korte klank daarna twee dezelfde medeklinkers Het gaat vooral om de twee medeklinkers aan het begin van de tweede. Het is dus geen verdeling in lettergrepen maar in en (lettergrepen kip-pen / en ki ppen) - <<. < trommel - << rode bestek huilen ll

4 Woorden met een open / lettergreep in het midden a e o u adem beker bodem buren apen bekers bomen muren bladen beren boter muziek dader beter boven schuren daders deken broden dagen dekens hotel daken even kogel dame hemel kogels dames kleren koper draden lezer kopers gaten lezers lokaal lokaal hamer meter motor hamers regel ogen haren regels open haven regen over jager streken sloten jagers strepen tomaat to-maat kamer tegel toneel toneel kamers tegels toren mager tegen torens najaar teken vogel na-jaar nagels tekens vogels paden tenen zomer platen wegen slager slagers slapen tafel tafels vragen water wapen wapens zadel zadels

5 Let op bij onderstaande woorden. najaar lokaal lokaal na-jaar tomaat to-maat toneel toneel (de r is een hoort.) (de l is een hoort.) (de t is een hoort). (de l is een hoort). Woorden met open / lettergreep aan. sla ga stro nu ja vlo la zo ma pa vla ha Woorden met gesloten lettergreep en dubbele a e i o u alles bessen binnen blokken bruggen appel bedden brillen bommen bussen bakken emmer kippen bossen druppel bakker flessen lippen koffer dubbel ballen lekker middel modder hutten jammer lessen midden potten kussen kapper letter ridder rommel muggen katten steppen schipper sokken nummer klappen sterren spinnen stokken rubber ladder tikken spullen mannen vissen stukken stammen visser tussen trappen wakker

6 Woorden met tweetekenklank in open lettergreep au ou ij ei ie oe ui eu klauwen fouten eisen ieder goede buiten heuvel kousen feiten kiezer groene kuiken keuken mouwen liever koepel suiker kleuter spiegel moeder duinen sleutel stiekem oever fluiten vleugel vlieger vroeger ruiten kleuren zieke woede struiken scheuren dieren spieren bloemen boeken boeren groepen groeten hoeden hoeken schoenen voeten