p: deze letter is een plofletter, zonder stem. l: Kijk in de spiegel en wijs met je vinger naar het

Transcriptie

1 Print de letterkaarten uit en plak de hokjes met bijbehorende tekst op de achterkant. Denk erom dat je een handeling in spiegelbeeld uitvoert als je voor de klas staat! p: deze letter is een plofletter, zonder stem. Je voelt de p tegen je hand als je hem uitspreekt. Schrijven met een pen doe je op papier. l: Kijk in de spiegel en wijs met je vinger naar het puntje van je tong terwijl je l zegt. Je ziet de l onder je tong en ook in je vinger. De (hoofd)letter l zie je ook in je linkerhand, met gestrekte duim en wijsvinger.

2 s: een muis in de sok, Ssst! Àees maar stil muisje, anders eet de slang je nog op! d: een dikke duim voor jou! Maak met je rechterhand het goedzo gebaar, duim omhoog. b: is de letter van bas met de bolle buik. Maak met twee vuisten een bedje. Het woord bed begint met de b en eindigt op d. Deze letters zie je terug in je vuisten. De kaart is blauw. m: in je bovenlip zie je de boogjes van de m. De muis denkt mmm lekker! De maan heeft een mutsje op. z: de bij zoemt zzz. Zing het liedje: Zoem, zoem, zoem. De bij zit op de bloem, Ze wil wat honing vragen om naar haar korf te dragen. r: met je linker vingers doe je de trillingen na die je tong maakt als je rrr zegt. Je duim wijst omhoog, de vingers bewegen op en neer naast de mond. Je ziet nu de r in je linkerhand. Een roze roos. n: ga met je schrijfvinger van links naar rechts over je neus omhoog en omlaag, zo maak je de n van neus. k: maak met je linkerhand knipbewegingen en zeg k-k-k. Je ziet de letter k. f: doe met twee handen de pompbeweging na, met de fietspomp blaas je lucht in je banden; f-f-f. o: Als je verbaasd of geschrokken bent zeg je vanzelf o! Als je de o zegt wordt je mond net zo rond als de letter. t: tik met je linker wijsvinger en duim een paar keer tegen elkaar terwijl je tik-tik-tik zegt, Je ziet de t in je handen ee: als je de ee zegt, wordt je mond breder. Beweeg de handen vanaf de mond naar opzij j: wijs met de rechterhand naar de ander en zeg jij, je ziet dan de J in de duim en wijsvinger.

3 aa: dit zeg je bij de tandarts als je mond wijdopen moet. Je mond moet zo ver open dat er twee a s in passen Twee handen naast de mond maken de a s. ei; je pakt eerst het ei en dan het lepeltje om het op te eten. Je schrijft dus eerst de e, dan pas de 1. ui: van hui uilen, laat met je rechterwijsvinger en linker wijs- en middelvinger tranen over je wangen rollen, Je ziet de ui in je vingers. Eerst het glas en dan het rietje om te zui uigen. De kaart is brui uin. w: de w zeg je door kort met je tanden op je onderlip te bijten. Duw met de wijs-, middel-, en ringvinger van je linkerhand je onderlip tegen je boventanden terwijl je de letter w zegt. In die drie vingers zie je de w. De kaart is blauw. u: v: deze letter kun je voelen, met twee handen langs je keel, zo maak je ook gelijk de v van je handen. De f kun je niet voelen. Vliegende vogel. e: als je met je linkerhand een emmer optilt, zie je de letter e in je hand! a: houd de linkerduim op de onderlip en de wijsvinger op de bovenlip en zeg de a. Als je nu naar je vingers kijkt, zie je de letter a. eu: je ziet een deuk in een auto, Gelukkig komt de politie al, je hoort de sirene e-u-e-u-e-u-. Eerst de e, dan de u. au; deze letter noemen we Atje-au,,want je schrijft het met de a. Ou noemen we Otje-ou, want die wordt geschreven met de o. Het kindje heeft pijn. Als je pijn hebt zeg je au! De kaart is blau auw. ou: deze letter noemen we Otje-ou, want je schrijft het met de o. Au noemen we Atje-au, want die wordt geschreven met de a. u: als je erover nadenkt zeg je de letter eigenlijk al; uh? Krab met je linker wijs- en middelvinger aan je slaap, terwijl je denkt, Je ziet in je vingers de u. h: van hardlopen wordt je moe en ga je hijgen, h,h,h.

4 Visueel: VAKT - Letter herkennen tussen andere letters (kleuren/omcirkelen) - Letter herkennen in woorden - Letter herkennen in zinnen - Letter herkennen in tekst (krant/ tijdschrift) Auditief: - letter horen tussen andere letters (klap als je de letter hoort) - in woorden - in zinnen - in teksten Kinesthetisch: (bewegingsverloop leren uitvoeren) - de letter 5x met de voorkeurshand schrijven op het kruispunt in de luie acht. Tegelijkertijd wordt de letter uitgesproken. Het kind staat voor het midden van het kruispunt en volgt de beweging alleen met de ogen, niet met hoofd of lichaam. - Stap 1 herhalen met de andere hand - Herhalen met beide handen - met voorkeurswijsvinger Tactiel: De letter namaken in het zand, met strijkkralen, vingerverf, chenilledraad, kleien of voelen met schuurpapier, prikken, met magneetletters woorden maken, Tot slot de letter op de tafel van het kind plakken.

5 eu eu Eu reus ei ei Ei ei deuk geit

6 y ij IJ ijs ie ie Ie riem ijsbeer mier

7 ou ou Ou hout oe oe Oe poes koud oud

8 ui ui uil Ui z z Z zeep huil zuigen zwaan

9 w w À weg au au Au pauw wanten auto

10 v v V vis uu uu Uu vuur vogel stuur muur

11 t t teen T u u U hut put

12 s s sok S p p P pen slang pijp

13 oo oo oog Oo r r R roos

14 o o bos O m m M maan tol muis mond

15 l l bijl L n n N neus lantaarnpaal nest

16 k k koek K i i I ik kip knippen wip

17 h h H huis j j J jas hardlopen jij jurk

18 g g geit G e e E pet gitaar emmer

19 ee ee Ee eet f f F fiets twee eendjes fietspomp

20 d d doos D a a A tak dak appel

21 aa aa aap Aa b b B buik