Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen
|
|
- Emma de Smet
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat. En jij? Cursist B: Ik eet een ui. Cursist A: TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-1
2 Cursist B: Opdracht 2 bij 2.1 * Gebruik dezelfde plaatjes als in opdracht 1. Cursist A: vraag of cursist B het eten lekker vindt. Cursist B: geef antwoord. Klaar? Dan stelt cursist B de vragen. Voorbeeld Cursist A: Vind jij tomaat lekker? Cursist B: Ja, ik vind tomaat lekker. Klaar? Ken je nog meer namen van eten? Vraag dan hetzelfde over dat eten. Opdracht 1 bij 2.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-2
3 1. Eet jij pap bij het ontbijt? 1. Nee, ik eet brood bij het ontbijt. 2. Drink je thee bij het ontbijt? 2. Nee, ik drink koffie bij het ontbijt. 3. Doe je suiker in de koffie? 3. Ja, ik doe suiker in de koffie. 4. Vind je brood lekker? 4. Ja, ik vind brood lekker. 5. Drink je melk bij de lunch? 5. Nee, ik drink water bij de lunch. 6. Eet je brood bij de lunch? 6. Ja, ik eet brood bij de lunch. 7. Eet je kaas op je brood? 7. Ja, ik eet kaas op mijn brood. 8. Eet jij s avonds koud? 8. Nee, ik eet s avonds warm. 9. Eet je aardappels bij het avondeten? 9. Ja, ik eet aardappels bij het avondeten. 10. Vind je groente lekker? 10. Nee, ik vind groente niet lekker. 11. Wat eet jij bij het ontbijt? 11. Ik eet pap bij het ontbijt. 12. Wat drink jij bij het ontbijt? 12. Ik drink melk bij het ontbijt. 13. Wat eet jij bij de lunch? 13. Ik eet brood bij de lunch. 14. Wat eet je s avonds? 14. Ik eet s avonds rijst. 15. Wat drink je bij het avondeten? 15. Ik drink water bij het avondeten. Opdracht 2 bij 2.2 * Vraag en antwoord. Kijk nog een keer naar de vragen in de vorige opdracht. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: geef antwoord zonder te lezen! Bedenk zelf een antwoord. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Opdracht 1 bij 2.3 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-3
4 1. Waar werk jij? 1. Ik werk in een winkel. 2. Wat drinkt Sasha bij het ontbijt? 2. Sasha drinkt thee bij het ontbijt. 3. Werkt Hans als verkoper? 3. Ja, Hans werkt als verkoper. 4. Drink je veel koffie? 4. Nee, ik drink weinig koffie. 5. Waar werken die mensen? 5. Zij werken in Den Haag. 6. Werken jullie morgen ook hier? 6. Nee, wij werken morgen op een andere plaats. 7. Drinkt u een glas wijn? 7. Ja, ik drink een glas wijn. 8. Drinkt Marja vaak melk? 8. Nee, Marja drinkt nooit melk. 9. Werkt Suzan bij een groot bedrijf? 9. Ja, zij werkt bij een groot bedrijf. 10. Drinkt Paolo hetzelfde als jij? 10. Nee, hij drinkt iets anders. Opdracht 2 bij 2.3 * Vraag en antwoord. Kijk nog een keer naar de vragen in de vorige opdracht. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: geef antwoord zonder te lezen! Bedenk zelf een antwoord. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Opdracht 2 bij 2.4 * Knip pagina 10 door. Cursist A: lees de woorden hardop. Cursist B: zeg hoeveel lettergrepen het woord heeft. Klaar? Dan leest cursist B de woorden. TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-4
5 Cursist A: antwoord 1. groente 2 2. vlees 1 3. samen 2 4. alstublieft 3 5. kippen 2 6. supermarkt 3 7. fruit 1 8. koffie 2 Praat samen Cursist A: lees de woorden hardop. Cursist B: zeg hoeveel lettergrepen het woord heeft. Klaar? Dan leest cursist B de woorden. Cursist B: antwoord 1. aardappel 3 2. ontbijt 2 3. ochtend 2 4. helemaal 3 5. kaas 1 6. meestal 2 7. suiker 2 8. verdelen 3 Opdracht 3 bij 2.4 ** Knip pagina 11 door. Schrijf acht Nederlandse woorden op. Cursist A: lees je woorden hardop. Cursist B: zeg hoeveel lettergrepen het woord heeft. Klaar? Dan leest cursist B zijn woorden. Cursist A: TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-5
6 antwoord Schrijf acht Nederlandse woorden op. Cursist A: lees je woorden hardop. Cursist B: zeg hoeveel lettergrepen het woord heeft. Klaar? Dan leest cursist B zijn woorden. Cursist B: antwoord Opdracht 1 bij 2.5 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. 1. Hoe heet de maand na januari? 1. februari TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-6
7 2. Is het warm in de winter? 2. Nee, het is koud in de winter. 3. Hoe heet de maand voor september? 3. augustus 4. Hoe heet de maand na mei? 4. juni 5. Welk seizoen is het in mei? 5. lente 6. In welke maand begint de zomer? 6. De zomer begint in juni. 7. Hoe heet de maand voor april? 7. maart 8. Is het warm in de zomer? 8. Ja, het is warm in de zomer. 9. Hoe heet de maand na november? 9. december 10. Hoe heet de maand voor november? 10. oktober 11. Welk seizoen is het in oktober? 11. herfst 12. Hoe heet de maand na juli? 12. augustus 13. Welk seizoen komt na de lente? 13. zomer 14. In welk seizoen ligt er ijs? 14. in de winter 15. Hoe heet de maand voor oktober? 15. september Opdracht 2 bij 2.5 * Vraag en antwoord. Kijk nog een keer naar de vragen in de vorige opdracht. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: geef antwoord zonder te lezen! Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Opdracht 1 bij 2.6 Jullie zijn op de markt. Cursist A: je doet boodschappen op de markt. Cursist B: je werkt op de markt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-7
8 Cursist A 1. Goedemorgen. Cursist B 1. Goedemorgen. Zegt u het maar. 2. Wat kost een zak appels? 2. Twee euro. 3. Dat is goedkoop. Mag ik één zak appels? 4. Ja, ik wil graag 300 gram tomaten. 3. Alstublieft. Anders nog iets? 4. Alstublieft. Dat was het? 5. Ja, dat was het. 6. Alstublieft. 5. Dat is dan drie euro. 7. Tot ziens. 6. Dank u wel. Tot ziens! Opdracht 2 bij 2.6 ** Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je doet boodschappen op de markt. Cursist B: je werkt op de markt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Opdracht 1 bij 2.7 Jullie zijn in de supermarkt. Cursist A doet boodschappen in de supermarkt. Cursist B werkt in de supermarkt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-8
9 Cursist A Cursist B 1. Sorry, mag ik iets vragen? 1. Ja, natuurlijk. 2. Waar ligt de kaas? Ik kan het niet vinden. 3. En waar staat de melk dan? 4. Oh ja, ik weet wel waar het brood ligt. Dank u wel. 2. De kaas ligt tussen de boter en de melk. 3. Naast het brood. 4. Alstublieft. Opdracht 2 bij 2.7 * Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je bent in de supermarkt. Je kunt iets niet vinden. Cursist B: je werkt in de supermarkt. Je helpt cursist A. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-9
10 Opdracht 4 bij 2.7 Jullie zijn in de supermarkt. Cursist A: je doet boodschappen en komt bij de kassa. Cursist B: je werkt in de supermarkt bij de kassa. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemorgen. Cursist B 1. Goedemorgen. Heeft u een kortingskaart? 2. Ja, alstublieft. 3. Ik wil graag pinnen. 2. Dank u wel. Dan wordt het twintig euro. 4. Ja, graag. 3. Dat kan. U mag uw pas erin doen. Wilt u de bon? 5. Nee, dank u. Tot ziens. 4. Alstublieft. Spaart u zegeltjes? 5. Tot ziens. Opdracht 5 bij 2.7 * Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je bent in de supermarkt. Je gaat betalen bij de kassa. Cursist B: je werkt in de supermarkt. Je helpt cursist A. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-10
11 Opdracht 1 bij 2.8 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. 1. Welk getal komt na dertien? Wat kost dat? 2. Dat kost 15,-. 3. Hoe laat begint de film? 3. De film begint om 9 uur. 4. Wat is je geboortedatum? 4. Mijn geboortedatum is 1 mei Hoeveel tomaten wilt u? 5. Ik wil graag 250 gram tomaten. 6. Wat is uw telefoonnummer? 6. Mijn telefoonnummer is Hoe duur zijn de bananen? 7. De bananen zijn 2, Hoeveel letters heeft het alfabet? 8. Het alfabet heeft 26 letters. 9. Hoe oud ben jij? 9. Ik ben 26 jaar. 10. Wat is je huisnummer? 10. Mijn huisnummer is Hoeveel kinderen heeft u? 11. Ik heb 2 kinderen. 12. Hoeveel poten heeft een hond? 12. Een hond heeft 4 poten. 13. Hoeveel zegeltjes krijg ik? 13. U krijgt 13 zegeltjes. 14. Hoe oud is jouw oma? 14. Mijn oma is Wat is je postcode? 15. Mijn postcode is 5879 DS. Opdracht 2 bij 2.8 * Vraag en antwoord. Kijk nog een keer naar de vragen in de vorige opdracht. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: geef antwoord zonder te lezen! Bedenk zelf een antwoord. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-11
12 Opdracht 4 bij 2.8 * Knip pagina 35 door. Cursist A: lees de getallen hardop. Cursist B: luister en lees mee. Heb jij hetzelfde getal? Zet dan een rondje om het getal. Heb jij een ander getal? Zet dan een kruis door het getal. Cursist A Cursist B Opdracht 5 bij 2.8 * Cursist B: lees de getallen hardop. Cursist A: luister en lees mee. Heb jij hetzelfde getal? Zet dan een rondje om het getal. Heb jij een ander getal? Zet dan een kruis door het getal. Cursist A Cursist B TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-12
13 Opdracht 3 bij 2.9 ** Cursist A: vraag hoeveel dingen er op het plaatje staan. Cursist B: geef antwoord. Klaar? Dan stelt cursist B de vragen. Klaar? Noem van ieder woord het verkleinwoord en het meervoud van het verkleinwoord. Voorbeeld Cursist A: Hoeveel vissen zijn dit? Cursist B: Dit is één vis TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-13
14 Opdracht 4 bij 2.9 ** Cursist A: kies een plaatje. Vertel wat je op het plaatje ziet. Cursist B: kijk naar de plaatjes. Over welk plaatje vertelt cursist A? Klaar? Dan vertelt cursist B wat hij op het plaatje ziet. Cursist A: Cursist B: Cursist A: Cursist B: TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-14
15 woord 1. dorp 2. verkeer 3. fietspad 4. file 5. sleutel lidwoord betekenis meervoud Opdracht 1 bij 2.10 ** Cursist A: lees het woord hardop. Vraag wat het betekent. Cursist B: zoek het woord op in het woordenboek. Zeg wat het betekent. Cursist A: schrijf de betekenis op. Schrijf ook het meervoud en het lidwoord op. Klaar? Dan stelt cursist B de vraag. Cursist A: TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-15
16 woord 1. file 2. persoon 3. stad 4. snelweg 5. boterham lidwoord betekenis meervoud Cursist A: lees het woord hardop. Vraag wat het betekent. Cursist B: zoek het woord op in het woordenboek. Zeg wat het betekent. Cursist A: schrijf de betekenis op. Schrijf ook het meervoud en het lidwoord op. Klaar? Dan stelt cursist B de vraag. Cursist B: TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-16
17 Opdracht 2 bij 2.10 * Knip dit blad door. Cursist A: lees het woord hardop. Cursist B: zeg wat de woordenboekvorm is. Klaar? Dan leest cursist B zijn woorden hardop. Cursist A: antwoord Cursist B: antwoord 1. groentes groente 1. drinkt drinken 2. werkt werken 2. kippen kip 3. appeltje appel 3. visje vis 4. vind vinden 4. brieven brief 5. druiven druif 5. luistert luisteren 6. regels regel 6. filmpje film 7. bruine bruin 7. strepen streep 8. fietsje fiets 8. aardappels aardappel 9. hoofdstukken hoofdstuk 9. getallen getal 10. gebruikt gebruiken 10. spaar sparen Opdracht 3 bij 2.11 ** Vertel. Cursist A: vertel bij alle plaatjes wat je ziet. Klaar? Dan vertelt cursist B wat hij ziet. Maak goede zinnen. Voorbeeld De vrouw betaalt bij de kassa. TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-17
18 Cursist A: Cursist B: TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 2-18
Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen
Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Praat samen. Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet
Nadere informatieANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN
ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN Opdracht 1 de groente pinnen de suiker de supermarkt Opdracht 7 Hoi Ramon! Ik eet graag rijst met kip. En ik drink altijd water bij het eten. Maar ik vind
Nadere informatieThema 2 Boodschappen. Inhoudsopgave
Thema 2 Boodschappen Inhoudsopgave 2.1 Eten en drinken 131 2.2 Ontbijt, lunch en avondeten 133 2.3 Ik drink melk. 135 2.4 Aard-ap-pel 136 2.5 Maanden en seizoenen 138 2.6 Op de markt 140 2.7 In de supermarkt
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Vervoer
Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 2 Geld
Spreekopdrachten thema 2 Geld Opdracht 1 bij 2.1 Cursist A is groenteman. Cursist B koopt iets bij hem op de markt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemiddag!
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 2 Geld
Spreekopdrachten thema 2 Geld Opdracht 1 bij 2.1 Cursist A is groenteman. Cursist B koopt iets bij hem op de markt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemiddag!
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.
Nadere informatieWat eten we vanavond?
35 35 HOOFDSTUK 3 Wat eten we vanavond? WOORDEN 1 Kies uit: jam school slager boodschappen vegetariër 1 Dorien eet geen vlees. Ze is. 2 Moniek houdt van zoet. Ze eet graag op brood. 3 Johan, ik ga naar
Nadere informatieLeesboekje eten en drinken
Leesboekje eten en drinken Leesboekje Eten en Drinken Pagina 1 Dit is de groente Dit is het fruit. Dit is de sinaasappel. Dit is de banaan. Dit is de tomaat. Dit is de appel. Dit zijn de druiven. Dit is
Nadere informatiede appel het fruit de peer de sinaasappel de banaan
Werkbladen bij thema eten en drinken: dag 1 Naam:................. 1. Lezen en overschrijven: de appel het fruit de peer de sinaasappel. de banaan LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 4 Pagina 1 2.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist
Nadere informatieMelkweg. Wat eet u vandaag? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Gezond eten
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Wat eet u vandaag? Gezond eten Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Wat eet u vandaag?, 2014 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit
Nadere informatieREGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.
61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 7 Werken
Spreekopdrachten thema 7 Werken Opdracht 2 bij 7.2 ** Knip de volgende pagina door. Je bent leidinggevende in een restaurant. Vandaag is de eerste werkdag van een nieuwe werknemer. Leg uit wat hij moet
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Vervoer
Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.
Nadere informatieLes 4. Eten en drinken, boodschappen doen
www.edusom.nl Opstartlessen Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u iets lekker vindt of ergens van houdt. Praten over eten en drinken. Praten over boodschappen
Nadere informatieMelkweg. Wat eet u? Lezen Alfa A. Gezond eten
Melkweg Lezen Alfa A Wat eet u? Gezond eten Colofon Melkweg Lezen Alfa A, Wat eet u?, 2015 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting Melkweg +.
Nadere informatieCursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel
Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel 1 Woorden 1 de appel 2 de banaan 3 het blikje 4 de boodschappen 5 de chocolade 6 de drop 7 het plakje kaas 8 de kassa 9 het nummer 1 10 het pak 11 de
Nadere informatieThema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 24. Boodschappen doen in de supermarkt Wat leert u in deze les? Welke zinnen en woorden u kunt gebruiken tijdens het boodschappen doen. Welke producten
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Gezondheid
Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Opdracht 1 bij 4.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. 1. Moet je morgen naar de tandarts? 1. Nee, ik moet morgen
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,
Nadere informatieAuteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design
Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door
Nadere informatie2.7 In de supermarkt **
2.7 In de supermarkt ** Je hoort. Ze gaat naar de supermarkt. In de supermarkt zoekt ze alle boodschappen. Maar ze kan de koffie niet vinden. Ze vraagt het aan iemand die in de supermarkt werkt. verkoper
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatie- je kan me wat - module 4. docere delectare movere
- je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3
Nadere informatieThema 3 Vervoer. Inhoudsopgave
Thema 3 Vervoer Inhoudsopgave 3.1 Met de taxi 155 3.2 Regels in het verkeer 156 3.3 De tijd 157 3.4 Reizen met de trein 160 3.5 Wie, wat, waar? 161 3.6 Komen en gaan 163 3.7 Reizen met de auto 165 3.8
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Gezondheid
Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Opdracht 1 bij 4.1 * Doe de opdracht in groepjes. Uitleg voor de docent: Verdeel de klas in groepjes van vier à vijf cursisten. Op deze pagina staan kaartjes met lichaamsdelen
Nadere informatiede andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.
Woordenlijst bij hoofdstuk 6 de aardappel Wat eten we vanavond, rijst of a? alcoholvrij zonder alcohol Graag een a bier. Ik moet nog auto rijden. de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 8 Opleidingen
Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Opdracht 1 bij 8.2 Lees de vragen. Geef antwoord. 1. Kun je bij jou in de buurt cursussen volgen? Waar dan? 2. Volg jij een cursus of heb je een cursus gevolgd? Welke
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 6 Werk zoeken
Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Opdracht 1 bij 6.1 * Beantwoord de vragen. 1. Waar zoek je vacatures? In de krant, op internet of ergens anders? 2. Ga je naar het UWV WERKbedrijf? 3. Ga je naar een
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 5 Gemeente
Spreekopdrachten thema 5 Gemeente Opdracht 2 bij 5.1 ** Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je werkt op het gemeentehuis. Cursist B: je bent bij het gemeentehuis. Kies zelf wat je daar komt doen: bijvoorbeeld
Nadere informatie- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen -
- je kan me wat - module 3 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat ROCvA nt2taalmenu.nl - educatie - ROCvA module 3 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5
Nadere informatieMelkweg. Een volle tas. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Boodschappen
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Een volle tas Boodschappen Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Een volle tas, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Nederland
Spreekopdrachten thema 1 Nederland Opdracht 1 bij 1.3 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij kan. Bijvoorbeeld: Ik kan koken. Laat de eerste cursist herhalen
Nadere informatieDICTEE WOORDEN 1. DICTEE WOORDEN 1.1 1. ik 2. jij 3. ja 4. zij 5. hij. 6. wij 7. nee 8. de baby 9. het kind 10. de naam
DICTEE WOORDEN 1 DICTEE WOORDEN 1.1 1. ik 2. jij 3. ja 4. zij 5. hij DICTEE WOORDEN 1.2 1. vijf 2. nul 3. zes 4. één 5. vier 6. tien DICTEE WOORDEN 1.3 1. de rug 2. de bus 3. de arm 4. de buik 5. de fiets
Nadere informatieCursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 5 Eten
Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 5 Eten 1 Woorden 1 het bord 2 het brood 3 het glas 4 de koffie 5 de lepel 6 het mes 7 de patat 8 de rijst 9 de suiker 1 10 de taart 11 de thee 12 de vis 13 het vlees
Nadere informatieANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN
ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN Opdracht 1 het gas de buren de woning de keuken Opdracht 11 1. De man werkt in de tuin. 2. De man leest in de woonkamer. 3. De man staat in de keuken. 4. De vrouw
Nadere informatie- je kan me wat - module 4. docere delectare movere
- je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3
Nadere informatieWerkblad Vooral volkoren, zoals volkorenbrood, volkoren pasta en couscous en zilvervliesrijst
Volop uit de Schijf van Vijf Veel groente en fruit Werkblad Vooral volkoren, zoals volkorenbrood, volkoren pasta en couscous en zilvervliesrijst Gezond eten: Genoeg zuivel, zoals melk, yoghurt en kaas
Nadere informatieOEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2
OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2 Basisleergang Nederlands voor anderstaligen Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT) Nicky Heijne Marten Hidma Karolien Kamma Vrije
Nadere informatieALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN
STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?
Nadere informatieLES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1
12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.
Nadere informatieHerhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie
Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,
Nadere informatieAuditieve oefeningen: thema eten
Auditieve oefeningen: thema eten Boek van de week: 1; Koekjes van Ted van Lieshout en Sieb Posthuma 2; Het pannenkoekenboek van Eric Carle 3; Olifantensoep Ingrid en Dieter Schubert 4; Finn kookt zelf
Nadere informatieTASKFORCE VLUCHTELINGEN
TASKFORCE VLUCHTELINGEN Provincie West-Vlaanderen LESPAKKETTEN 1 4 Boodschappen doen Je leert tellen tot 1000. Je leert euromunten en eurobiljetten kennen. Je leert vragen naar de prijs. Je leert de namen
Nadere informatieLes 33. Zwangerschap
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 33. Zwangerschap Wat leert u in deze les? Informatie begrijpen over zwanger zijn. Zeggen dat u zwanger bent of dat u zich niet lekker voelt. Woorden die hetzelfde
Nadere informatieSpreken Oefentoets spreken. SPREKEN NIVEAU A1
SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Oefentoets spreken Dit is een oefentoets voor cursisten die klaar zijn met het programma voor niveau A1. Hier zijn een paar tips om de oefening
Nadere informatieOpstartlessen. Les 1. Kennismaken
www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK
Nadere informatieGrammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.
Grammatica Inhoud 1. De en het 2. Meervoud 3. Werkwoord 4. Vraagwoorden 5. Zinnen maken 1 6. Zinnen maken 2 7. Zinnen maken 3 8. Zinnen maken 4 9. Niet en geen 10. Lange woorden 11. Het verkleinwoord 12.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 6 Werk zoeken
Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Opdracht 1 bij 6.1 * Beantwoord de vragen. 1. Waar zoek je vacatures? In de krant, op internet of ergens anders? 2. Ga je naar het UWV WERKbedrijf? 3. Ga je naar een
Nadere informatiewerkbladen thema 5 werk
werkbladen thema 5 werk 5.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Jan staat voor het uitzendbureau. Jan heeft werk. Tarik wil taxichauffeur
Nadere informatieHet voedingsdagboek, hoe werkt het...
Het voedingsdagboek, hoe werkt het... Met een voedingsdagboek krijg je een beeld wat je dagelijks aan voeding binnen krijgt. Vaak ben je er zelf niet van bewust wat je precies eet en dringt op één dag.
Nadere informatieMelkweg. Hier is de bon. Lezen Alfa A. Naar de winkel
Melkweg Lezen Alfa A Hier is de bon Naar de winkel Colofon Melkweg Lezen Alfa A, Hier is de bon, 205 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting
Nadere informatieGezond gewicht: BOFT. Gezonde eet- en beweegadviezen. voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar
Gezond gewicht: BOFT Gezonde eet- en beweegadviezen voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar Van gezond eten blijf je fit en van bewegen word je vrolijk Kinderen moeten goed eten om te groeien, leren,
Nadere informatie1. Verdeling tijdens de ramadan 2. Het Suikerfeest
1. Verdeling tijdens de ramadan 2. Het Suikerfeest 4. Goede indeling van het bord 3. Goede vulling van het bord 6. Goede hoeveelheid kiezen 5. Goede keuze maken 8. Drink geen vruchtensap 7. Gedroogd of
Nadere informatieOPDRACHTKAART DRANKEN
OPDRACHTKAART DRANKEN Ga naar de afdeling met de sappen, frisdranken en sportdranken. Opdracht 1: Zoek van één soort frisdrank (mét prik) van hetzelfde merk een gewone en de light-versie. Bekijk de ingrediënten:
Nadere informatieLesbrief 3. De fysiotherapeut.
MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij
Nadere informatieKlasseLunch. Over gezond eten 1. Docentenhandleiding KlasseLunch 2008:
Over gezond eten 1 WAAROM IS GEZOND ETEN BELANGRIJK? Je bent nu in de groei. Je lichaam is nog lang niet klaar. Goed en gezond eten is daarom erg belangrijk. Want alleen dan krijg je voldoende voedingsstoffen
Nadere informatieOntdek jouw aanpak Gezond eten met de Schijf van Vijf
Ontdek jouw aanpak Gezond eten met de Schijf van Vijf Iedereen vult zijn eigen Schijf van Vijf Je lijf gaat je hele leven mee, daar wil je dus zo goed mogelijk voor zorgen. Maar hoe doe je dat? Als je
Nadere informatieBobbie is net vier geworden, o, wat is hij alweer groot. Hij mag nu naar de basisschool. met schooltas, fruit en brood.
Bobbie is net vier geworden, o, wat is hij alweer groot. Hij mag nu naar de basisschool met schooltas, fruit en brood. Zijn ontbijtje staat al klaar: een boterham of bordje pap, met daarbij een glaasje
Nadere informatieANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND
ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND Opdracht 1 een afspraak maken het Nederlandse landschap Sinterklaas het kaartje Opdracht 13 Carola Hadassa Carola Hadassa Carola Hadassa Opdracht 18 Hallo,
Nadere informatieSTEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL
Hotel Hallo - Thema 6 Hallo opdrachten STEENSOEP 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en leg
Nadere informatieVC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen
Gezond eten Opleiding Lekker en gezond eten met kinderen tips and tricks VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen Lifestyle bij VC Groot Dilbeek gezond eten We willen als club ons steentje bijdragen om de
Nadere informatieLesbrief: Variëren met eten Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?
Lesbrief: Variëren met eten Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Eten is in alle culturen belangrijk. Gezellig samen eten
Nadere informatieGroeten. Wie groet je? Hoe laat? Welke woorden gebruik je?
Groeten Je gaat deze week heel veel mensen groeten. Schrijf op wie je groet, hoe laat het is en wat je zegt. Groeten Tijden/morgen/middag/avond Het schrijven van de woorden Wie groet je? Hoe laat? Welke
Nadere informatieKlasseLunch. Over gezond eten 1. Werkbladen KlasseLunch 2008:
Werkbladen 2008: Over gezond eten 1 WAAROM IS GEZOND ETEN BELANGRIJK? Je bent nu in de groei. Je lichaam is nog lang niet klaar. Goed en gezond eten is daarom erg belangrijk. Want alleen dan krijg je voldoende
Nadere informatiePraat-plaat. eten. aad/thema/eten werkblad 1
Thema eten Praat-plaat eten aad/thema/eten werkblad 1 Strip eten aad/thema/eten werkblad 2 aad/thema/eten werkblad 3 a aad/thema/eten werkblad 3 b Knipblad aad/thema/eten werkblad 4 Stripverhaal eten aad
Nadere informatieISK Leerlijn. Alfabetisering. zitten. een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien
1. Ik ga naar school agenda begrijpen (ik begrijp het niet) boek bord computer dicht (doe dicht) dit docent doe (doen) duidelijk en even fout ga (gaan) geven goed (dat is goed) groep gum klaar klas kom
Nadere informatiea a Leg 3 getallen van 2 cijfers en tel ze op. b d Bedenk sommen waar 180 uitkomt. Meer antwoorden. b Uit welke som komt 103?
les 4 blok 5 4 Hoeveel kilogram samen? Eerst schatten. a a 64 kg b 164 kg 3 2 k g 232 kg 1 5 k g 115 kg 1 1 1 k g 511 kg c 8 kg 32 kg 125 kg 244 kg b d 16 kg 185 kg 143 kg 495 kg CD2 Maak sommen met deze
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 5 Gemeente
Spreekopdrachten thema 5 Gemeente Opdracht 1 bij 5.1 Doe de opdracht met de groep. Knip de kaartjes met antwoorden op deze pagina los. Geef iedere cursist een kaartje. Als er meer cursisten dan kaartjes
Nadere informatieInfofiche 1. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen. De leerlingen begrijpen het principe van de actieve voedingsdriehoek.
Infofiche 1 Doelstellingen De leerlingen begrijpen het principe van de actieve voedingsdriehoek. De leerlingen kennen de verschillende voedselgroepen van de actieve voedingsdriehoek. De leerlingen kunnen
Nadere informatieThema Nederlandse cultuur en gewoontes
http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les
Nadere informatieGezond eten en drinken voor kinderen in de basisschoolleeftijd
Gezond eten en drinken voor kinderen in de basisschoolleeftijd Je kind speelt, leert en groeit. Door goed te eten en te drinken, krijgt je kind de energie die hij daarvoor nodig heeft. Van ontbijt tot
Nadere informatieOpdracht 1 Deze week ga je precies bijhouden wat je allemaal eet en drinkt. Dat kun je noteren in je weekmenu, dat je van je juf of meester krijgt.
Opdracht 1 Deze week ga je precies bijhouden wat je allemaal eet en drinkt. Dat kun je noteren in je weekmenu, dat je van je juf of meester krijgt. Opdracht 2 Aten de mensen vroeger hetzelfde als wij nu?
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieGezond eten en drinken voor je kind van 9 tot 12 jaar
Gezond eten en drinken voor je kind van 9 tot 12 jaar Je kind groeit hard en wordt steeds zelfstandiger. Hij wil steeds meer zelf beslissen wat hij eet en drinkt. Hoe ga je daarmee om? En hoe geef je je
Nadere informatieGezond eten en drinken. voor je kind van 9 tot 12 jaar
Gezond eten en drinken voor je kind van 9 tot 12 jaar Je kind groeit hard en wordt steeds zelfstandiger. Hij wil steeds meer zelf beslissen wat hij eet en drinkt. Hoe ga je daarmee om? En hoe geef je je
Nadere informatieSpreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt. SPREKEN NIVEAU A1
SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 3: Wat zeg je? De supermarkt In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen in de supermarkt. De audio-fragmenten
Nadere informatieLes 2. Naar het ziekenhuis.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes!
Nadere informatieHoe werk je nu met de driehoek?
Weet en eet gezond Dit boekje gaat over gezonde voeding en over de driehoek die je kan helpen om iedere dag en iedere maaltijd gezond te eten. Als je gezond eet en genoeg beweegt zal je ook minder snel
Nadere informatieThema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 25. Koopjes! Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over koopjes en aanbiedingen Wat gezond en veilig eten is Omgaan met briefgeld Veel succes! Deze
Nadere informatieThema boekje Puk gaat boodschappen doen
Thema boekje Puk gaat boodschappen doen Gemaakt door Lynda Dogger en Anja Klein Kranenbarg Beste ouders/verzorgers De peuterspeelgroepen van het P@rk werken met de methode Startblokken van Basisontwikkeling.
Nadere informatieOpstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.
www.edusom.nl Opstartlessen Les 2. Wonen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
Nadere informatieGezond eten en drinken voor je kind van 4 tot 8 jaar
Gezond eten en drinken voor je kind van 4 tot 8 jaar Je kind speelt, leert en groeit. Door goed te eten en te drinken, krijgt je kind de energie die hij daarvoor nodig heeft. Van ontbijt tot lunch, tussendoortjes
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.
Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK
Nadere informatieWorkshop Korfbal & Voeding: maximaal effect door minimale aanpassingen. Miracle Performance
Workshop Korfbal & Voeding: maximaal effect door minimale aanpassingen. Bob ter Haak Miracle Performance Bob ter Haak Eigenaar Miracle Performance Sportdiëtist Bewegingsdeskundige Docent Sport Fietsen
Nadere informatie1. In de supermarkt. 1. Bekijk de foto. Praat met je begeleider. Doe je wel eens boodschappen? Wat koop je dan? Naar welke winkel ga je meestal?
? 1. In de supermarkt 1. Bekijk de foto. Praat met je begeleider. Doe je wel eens boodschappen? Wat koop je dan? Naar welke winkel ga je meestal? Kopen 1 2. Bekijk de plaat van de supermarkt. Praat met
Nadere informatieREGELS. Kies het goede woord. 1 Ik vind de fiets niet mooi. Ik koop... niet. a het b hem
114 114 REGELS 1 1 Ik vind de fiets niet mooi. Ik koop... niet. a het b hem 2 Deze film is pas nieuw. Bijna niemand heeft... gezien. 3 Deze slagroom moet je niet meer eten.... is te oud. a Het b Hij 2
Nadere informatie- je kan me wat - module 5. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 5. tekeningen -
- je kan me wat - module 5 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan O p e me n wat S c h o o l nt2taalmenu.nl A m s t e r d module a m Z u 5i d - O o s t 1
Nadere informatieLes 3. Familie, vrienden en buurtgenoten
www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieINSTRUCTIES BEGRIJPEN
INSTRUCTIES BEGRIJPEN Je volgt een cursus. De docent geeft je mondeling instructies. Kan jij ze begrijpen? Wat moet je doen? 1. Luister naar het geluidsfragment. Neem blad 2 en volg de instructies. Je
Nadere informatieInhoud. Voorwoord 3. Voeding 6. Slaap 22. Houding 30. Naar de dokter 37. Kleding 65. Mode 74. Kleding wassen 77
Inhoud Voorwoord 3 Voeding 6 Slaap 22 Houding 30 Naar de dokter 37 Kleding 65 Mode 74 Kleding wassen 77 6 VOEDING Weet wat je eet Je eet elke dag. Alles wat je eet (en drinkt) heet voeding. Is elke voeding
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieHet bijhouden van een diabetes-eetdagboek tijdens de sensor. Diëtetiek
Het bijhouden van een diabeteseetdagboek tijdens de sensor Diëtetiek Inleiding Mensen met diabetes kunnen hun glucosewaarden op verschillende manieren onder controle houden. Sommigen doen dat met een zorgvuldig
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 7 Werken
Spreekopdrachten thema 7 Werken Opdracht 1 bij 7.1 ** Uitleg voor de docent: Op pagina 2 vind je kaartjes met woorden en een contract. Knip de kaartjes los en doe ze in een envelop. Ieder tweetal krijgt
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Nadere informatieSpreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatie