Spreekopdrachten thema 7 Werken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Spreekopdrachten thema 7 Werken"

Transcriptie

1 Spreekopdrachten thema 7 Werken Opdracht 1 bij 7.1 ** Uitleg voor de docent: Op pagina 2 vind je kaartjes met woorden en een contract. Knip de kaartjes los en doe ze in een envelop. Ieder tweetal krijgt een envelop met kaartjes en een contract. Cursist A trekt een kaartje en stelt een vraag over dit onderwerp. Cursist B zoekt het antwoord in het contract en geeft antwoord. Vervolgens pakt cursist B een kaartje en stelt een vraag. Cursist A zoekt het antwoord in het contract en geeft het antwoord. Bijvoorbeeld: Cursist A trekt het kaartje met het woord vakantiedagen en stelt de vraag Hoeveel vakantiedagen heb je? Cursist B zoekt in het contract en geeft antwoord. Variatie 1 Als de vraag gesteld is, gaat het kaartje weer terug in de envelop. Als het kaartje nogmaals getrokken wordt, moet er een andere vraag met dit woord gesteld worden. Variatie 2 De opdracht kan klassikaal gemaakt worden. De docent of een cursist stelt de vragen. De cursisten bespreken in tweetallen het antwoord. Variatie 3 Er kan een spel van gemaakt worden door de opdracht klassikaal te doen. De docent of een cursist is quizmaster. Hij trekt een kaartje en stelt een vraag. De andere cursisten zoeken het antwoord. Wie het eerste het goede antwoord zegt, krijgt het kaartje. Wie de meeste kaartjes heeft, heeft gewonnen. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-1

2 de functie salaris de startdatum vakantiedagen tijdelijk of vast opzegtermijn werktijden reiskosten Gegevens werkgever Naam: R. van der Meer, schoonmaakbedrijf AltijdSchoon Plaats: Bunschoten Gegevens werknemer Naam: S. Ivanov Plaats: Amersfoort Geboortedatum: 21 juli 1978 Functie De werknemer, meneer Ivanov, zal voor het bedrijf AltijdSchoon gaan werken als schoonmaker. Startdatum De werknemer begint per 15 mei. Het contract duurt zes maanden en eindigt op 14 november. Werktijden De werknemer heeft geen vaste werktijden. Hij kan werken tussen 6.00 uur s ochtends en uur s avonds. Vakantiedagen De werknemer heeft 25 vakantiedagen per jaar, als hij veertig uur per week werkt. Hij kan zijn vakantiedagen opnemen in overleg met de werkgever. Salaris Het salaris van de werknemer bedraagt 2.185,- per maand, als hij veertig uur per week werkt. De werkgever betaalt het salaris aan het eind van iedere maand. Reiskosten De werkgever betaalt alle reiskosten van de werknemer. De werknemer moet daarvoor zijn bonnetjes of treinkaartjes inleveren. Opzegtermijn Als de werknemer de functie wil opzeggen, moet hij dit één maand van tevoren doen. Als de werkgever de functie wil opzeggen, moet hij dit twee maanden van tevoren doen. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-2

3 Opdracht 1 bij 7.2 ** Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: Op pagina 4 vind je kaartjes met daarop de taakbeschrijving voor verschillende functies. Knip de kaartjes los. Geef iedere cursist een kaartje. Meerdere cursisten mogen hetzelfde kaartje hebben. Maak een binnen- en buitencirkel: hiervoor tel je de cursisten af: A, B, A, B, enzovoort. De cursisten A vormen de binnencirkel en staan met hun gezicht naar buiten. De cursisten B vormen de buitencirkel en gaan met hun gezicht tegenover een cursist A staan. Ronde 1: De cursisten in de binnencirkel vragen aan cursist B wat ze moeten doen. De andere cursisten geven de taakbeschrijving die op hun kaartje staat. Daarna vragen de cursisten in de buitencirkel wat zij moeten doen. De cursisten in de binnencirkel geven de taakbeschrijving die op hun kaartje staat. Daarna wisselen ze hun strookje uit. Ronde 2: De buitencirkel schuift met de klok mee één plek op. Nu staat iedere cursist dus tegenover een andere cursist. De cursisten in de binnencirkel vragen wat ze moeten doen. De cursisten in de buitencirkel geven de taakbeschrijving die op hun nieuwe kaartje staat. Daarna vragen de cursisten in de buitencirkel wat ze moeten doen. De cursisten in de binnencirkel geven de taakbeschrijving die op hun nieuwe kaartje staat. Herhaal dit tot iedereen alle taakbeschrijvingen een keer heeft gegeven. Bespreek van tevoren of iedereen de woorden op de kaartjes begrijpt. Bespreek ook welke zinnen gebruikt kunnen worden bij het geven van de taakbeschrijving. Bijvoorbeeld: - Je moet. - Wil je vandaag? - Kun jij? - Jouw taken zijn. Laat deze zinnen op het bord staan, zodat de cursisten kunnen kijken als ze het niet meer weten. Variatie 1 Haal de zinnen halverwege van het bord, zodat de cursisten het nu uit hun hoofd moeten doen. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-3

4 Variatie 2 Haal de zinnen van het bord voor het begin van de opdracht, zodat de cursisten alles uit hun hoofd moeten doen. Variatie 3 In plaats van een binnen- en buitencirkel kunnen de cursisten ook door de klas lopen en steeds een andere gesprekspartner opzoeken. Dierenverzorger in de dierentuin: - hokken schoonmaken - dieren voeren - nagels knippen - haren borstelen Medewerker in restaurant: - helpen met koken en bakken - bedienen - keuken schoonmaken - tafels dekken Hulp in het huishouden: - strijken - koken - mensen verzorgen - schoonmaken Medewerker op een kantoor: - printen - brieven sturen - koffie zetten - apparaten schoonmaken Opdracht 2 bij 7.2 ** Knip de volgende pagina door. Je bent leidinggevende in een restaurant. Vandaag is de eerste werkdag van een nieuwe werknemer. Leg uit wat hij moet doen. Gebruik de woorden eerst, daarna, dan. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-4

5 Cursist A: Je bent leidinggevende in een restaurant. Vandaag is de eerste werkdag van een nieuwe werknemer. Leg uit wat hij moet doen. Gebruik de woorden eerst, daarna, dan. Cursist B: TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-5

6 Opdracht 3 bij 7.2 ** Vandaag was je eerste werkdag. Vertel aan je vrienden hoe je leidinggevende eruitziet. Kijk naar de foto. Klaar? Dan vertelt cursist B. Voorbeeld Mijn leidinggevende is een vrouw. Ze heeft lang haar. Ze heeft bruin haar. Ze draagt een pak. Ze ziet er vriendelijk uit. Cursist A: Cursist B: TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-6

7 Opdracht 1 bij 7.3 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. 1. Hoe laat beginnen de werknemers met werken? 2. Krijgt Sander toestemming om op vakantie te gaan? 1. Om 8.00 uur beginnen de werknemers met werken. 2. Natuurlijk krijgt Sander toestemming om op vakantie te gaan. 3. Waar staat de printer? 3. In de hoek staat de printer. 4. Kunt u mij even helpen? 4. Uiteraard kan ik u even helpen. 5. Wanneer moet de opdracht af zijn? 5. Dinsdag moet de opdracht af zijn. 6. Hoelang werk je hier al? 6. Vijf jaar werk ik hier al. 7. Wanneer drinken jullie koffie? 7. s Ochtends drinken we koffie. 8. Waar verzamelen we voor de afspraak? 8. In de kantine verzamelen we voor de afspraak. 9. Wat doe je met de lift? 9. Met de lift ga ik naar boven en naar beneden. 10. Wanneer begint je verlof? 10. Vrijdag begint mijn verlof. Opdracht 2 bij 7.3 * Vraag en antwoord. Kijk nog een keer naar de vragen in de vorige opdracht. Cursist A: lees de vraag hardop. Lees ook het eerste woord van het antwoord. Cursist B: geef antwoord zonder te lezen! Bedenk zelf een antwoord. Begin met het woord dat cursist A heeft gezegd. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Opdracht 3 bij 7.3 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Lees niet het woord dat tussen haakjes staat. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-7

8 1. Wat heb je vandaag op je werk gedaan? (en) 1. Ik heb ons kantoor opgeruimd en ik heb uitnodigingen geschreven. 2. Hoe vind je de baan? (want) 2. Ik vind de baan leuk, want ik werk graag met kinderen. 3. Ben je vanavond thuis? (want) 3. Nee, ik ben vanavond niet thuis, want ik moet werken. 4. Heb je al eerder als kok gewerkt? (en) 4. Ja, ik heb in een restaurant gewerkt en ik heb in een hotel gewerkt. 5. Wat vind je van je baan? (maar) 5. Ik vind het werk leuk, maar ik vind mijn collega s niet aardig. 6. Waarom loop je op de trap? (want) 6. Ik loop op de trap, want de lift is kapot. 7. Heb je last van het de apparaten? (maar) 8. Doe jij het huishouden vandaag? (en) 7. Ik heb geen last van de radio, maar wel van de tv. 8. Ja, ik zal strijken en schoonmaken. 9. Kun jij de code intoetsen? (want) 9. Ik kan de code niet intoetsen, want ik weet niet wat de code is. 10. Wil jij de konijnen voeren? (maar) 10. Ik wil de konijnen wel voeren, maar ik weet niet waar het eten staat. Opdracht 4 bij 7.3 * Vraag en antwoord. Kijk nog een keer naar de vragen in de vorige opdracht. Cursist A: lees de vraag hardop. Lees ook het woord dat tussen haakjes staat. Cursist B: geef antwoord zonder te lezen. Gebruik het woord dat cursist A gezegd heeft. Bedenk zelf een antwoord. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Opdracht 5 bij 7.3 ** Uitleg voor de docent: De cursisten voeren een rollenspel uit. Op de volgende pagina vind je twee situaties. Knip ze los en deel ze per tweetal uit. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-8

9 Doe een rollenspel voor met een cursist, om duidelijk te maken wat de bedoeling is. Geef vijf minuten de tijd om de situatie te lezen en de cursisten te laten bedenken wat ze kunnen zeggen. Als het gesprek klaar is, wisselen de cursisten van rol. Daarna doen ze het tweede rollenspel. In de kledingwinkel In de kledingwinkel Cursist A: klant Je hebt gisteren een jas gekocht, maar de rits is kapot. Je gaat terug naar de winkel en vraagt een nieuwe jas. Cursist B: verkoper/verkoopster Een klant komt een jas terugbrengen met een kapotte rits. Je hebt dezelfde jas niet meer. Probeer een andere jas te verkopen, die duurder is. In een restaurant In een restaurant Cursist A: klant Je zit in een restaurant. Je kiest voor vis, want je eet geen vlees. Het eten komt en het is wel vlees. Zeg dat het niet goed is. Cursist B: ober Je werkt in een restaurant. Een klant vraagt om vis. Als het eten er is, zegt de klant dat het vlees is. Het is wel vis. Probeer het uit te leggen. Opdracht 1 bij 7.4 Cursist A: je werkt in een verzorgingshuis. Je overlegt met je collega over de taken van vandaag. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemorgen (noem de naam van cursist B). Hoe gaat het? Cursist B 1. Goedemorgen (noem de naam van cursist A). Het is druk. Bijna iedereen moet nog worden gewassen. Wil jij dat doen? TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-9

10 2. Ja, dat is goed. Maak jij dan het ontbijt? 3. Eerst moet je thee en koffie zetten. Daarna moet je de tafel dekken. Op iedere tafel zet je beleg en melk neer. 2. Dat is goed. Kun je eerst uitleggen hoe dat moet? Ik heb dat nog nooit gedaan. 3. Dat moet wel lukken. Waar staat het beleg? 4. De kaas en worst staan in de koelkast. En de melk ook. De rest staat in de kast. 4. Oké. En hoe verdelen we vanmiddag de taken? 5. Ik ga met mevrouw Steenman naar de kapper. Meneer Karimi moet naar de dokter. Ga jij met hem mee? 5. Dat zal ik doen. Dan ga ik nu snel het ontbijt maken. Opdracht 2 bij 7.4 ** Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je werkt in een winkel. Je overlegt met je collega over de taken van vandaag. Bedenk zelf welke taken. Bijvoorbeeld geld in de kassa doen, de winkel openen, opruimen etc. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Opdracht 3 bij 7.4 ** Doe de opdracht in kleine groepjes. Uitleg voor de docent: Op pagina 11 vind je een rooster met daarop verschillende taken die in een restaurant voorkomen. Geef ieder groepje een afdruk van het rooster. De cursisten werken in het restaurant en gaan onderling de taken verdelen. Ze bespreken wie wat wil doen en geven argumenten waarom ze iets wel of niet TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-10

11 willen doen. De bedoeling is dat de taken eerlijk verdeeld worden. Ze schrijven de namen in het rooster. Bespreek van tevoren een aantal zinnen die ze kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld: - Wie wil doen? - Doe jij? - Wat wil jij het liefste doen? - Ik wil graag doen, want. - Ik wil niet doen, omdat. Rooster restaurant De Gouden Appel Taak Naam de keuken opruimen klanten vragen wat ze willen eten en drinken klanten bedienen koffie maken / drinken verzorgen tafels dekken afwassen boodschappen doen eten snijden eten koken eten op borden leggen keuken schoonmaken afval weggooien met de kassa werken het geld tellen de telefoon opnemen TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-11

12 Opdracht 4 bij 7.4 ** Je ziet het rooster van afdeling drie van verzorgingshuis De Rust. Vind je het rooster eerlijk? Wat wil je anders zien? Schrijf de namen onder nieuw in het schema. Rooster verzorgingshuis De Rust, afdeling drie Taak Naam Nieuw kleding van de bewoners wassen bewoners wassen slaapkamers schoonmaken wc s schoonmaken badkamers schoonmaken keuken schoonmaken tafels dekken voor het ontbijt de nagels van de bewoners knippen drie bewoners naar de kapper brengen vier bewoners naar de huisarts brengen tafels dekken voor de lunch eetkamer opruimen en tafels schoonmaken tafels dekken voor het avondeten Halima Sandra Pawel Pawel Pawel Sandra Sandra Sandra Halima Pawel Sandra Halima Sandra Opdracht 1 bij 7.5 ** Uitleg voor de docent: Op pagina 13 vind je kaartjes met omdat, als en terwijl en kaartjes met leerwoorden. Knip de kaartjes los. Doe de kaartjes met omdat, als en terwijl in een envelop en doe de kaartjes met leerwoorden in een envelop. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-12

13 De cursisten werken in tweetallen. Cursist A trekt een kaartje uit de ene envelop, de Cursist B trekt een kaartje uit de andere envelop. Samen bedenken ze een zin met deze twee woorden. Variatie 1 Cursist A trekt beide kaartjes en de cursist B maakt hier een zin mee. Vervolgens trekt cursist B de kaartjes en maakt cursist A een zin. Variatie 2 Doe de opdracht in groepjes van vier à vijf cursisten. Een cursist trekt de kaartjes. De andere cursisten moeten om de beurt een zin met deze woorden maken. Het moet steeds een nieuwe zin zijn. omdat als terwijl de bijdrage de termijn de beker de kantine het loon de toestemming de collega de leidinggevende de overeenkomst het verlof de hoek het beleg de start de werknemer iedereen de bewoner de kapper de koelkast de pindakaas het verzorgingshuis TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-13

14 Opdracht 1 bij 7.6 Cursist A: je werkt bij het bedrijf Werkgraag. Je neemt de telefoon op. Cursist B: je werkt bij het bedrijf Werkgraag. Je moet vandaag werken, maar je bent ziek. Je belt naar je werkgever om je ziek te melden. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemorgen, u spreekt met (noem je naam) van Werkgraag. Cursist B 1. Goedemorgen, met (noem je naam). Ik kan vandaag niet komen werken, omdat ik ziek ben. 2. Oh, wat vervelend. Waar heb je last van? 3. Nou, dat is niet zo leuk. Ik zal doorgeven dat je niet komt. Wanneer denk je dat je weer kunt komen werken? 4. Dat is fijn. Dan kunnen we daar rekening mee houden. Ik hoop dat je snel weer beter bent. 2. Ik ben vannacht misselijk geworden. Ik moet steeds overgeven. 3. Ik hoop dat ik overmorgen wel weer kan werken. Ik bel je morgen, als ik dan nog ziek ben. 4. Dank je, ik ook. Tot snel. Opdracht 2 bij 7.6 ** Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je werkt bij een bedrijf. Je neemt de telefoon op. Cursist B: je moet vandaag werken, maar je bent ziek. Je belt je werkgever om je ziek te melden. Bedenk zelf waar je last van hebt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-14

15 Opdracht 3 bij 7.6 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij schrijft op het bord een zin die eindigt met omdat. Bijvoorbeeld: Ik kan niet komen werken, omdat. De docent vult de zin aan met bijvoorbeeld ik ziek ben. De docent zet een streep onder het onderwerp ik en een rondje om het werkwoord ben. De eerste cursist herhaalt waarom de docent niet kan komen werken. Daarna vertelt hij over zichzelf. Bijvoorbeeld: hij kan niet komen werken, omdat hij ziek is. Ik kan niet komen werken, omdat ik een afspraak bij de tandarts heb. De tweede cursist herhaalt waarom de docent niet kan komen werken en waarom de eerste cursist niet kan komen werken. Daarna bedenkt hij een reden waarom hij niet kan komen werken. Ga zo door. Variatie 1 Is dit te moeilijk? Laat dan alleen de reden van de vorige cursist herhalen en wat de cursist die aan de beurt is zelf heeft bedacht. Variatie 2 Maak er een spel van, zoals Ik ga op vakantie en neem mee. Laat alle zinnen herhalen zoals in de uitleg staat beschreven. Wanneer een cursist vergeet wat een voorgaande cursist heeft gezegd, is hij af. Wie als laatste overblijft, heeft gewonnen. Je kunt dit spel ook in kleine groepjes laten spelen. Opdracht 1 bij 7.7 Cursist A: je bent bedrijfsarts. Cursist B: je bent al een tijdje ziek. Je hebt een afspraak bij de bedrijfsarts. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-15

16 Cursist A 1. Goedemorgen, ik ben dokter (noem je achternaam). Gaat u zitten. Cursist B 1. Dank u. Ik ben (noem je naam). 2. U bent al een tijdje ziek gemeld. Wat zijn uw klachten? 3. Welke arm is het? 2. Ik heb erg veel last van mijn schouder en mijn arm. Het doet zo veel pijn dat ik niet meer kan werken. 3. Mijn rechterarm. 4. Heeft u een ongeluk gehad? Of bent u gevallen? 5. Dat kan. U werkt in de supermarkt, hè? 4. Nee, er is niets gebeurd. Misschien komt het door mijn werk. 5. Ja, ik zit achter de kassa. 6. Neemt u vaak pauze? 7. Dat is heel goed. Ik wil u graag onderzoeken. U mag op de onderzoekstafel gaan zitten. 6. s Ochtends en s middags heb ik een kwartier pauze om koffie te drinken. En tussen de middag een half uur voor de lunch. Even later 7. Oké. 8. Ik denk dat u RSI heeft. Dat zijn klachten die veel voorkomen bij mensen die steeds dezelfde beweging maken. 8. Kan ik daar iets aan doen? TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-16

17 9. U moet regelmatig rusten. En u moet uw arm zo min mogelijk gebruiken. U kunt weer proberen te werken, als de klachten minder zijn geworden. 9. Voorlopig mag ik dus niet werken? 10. Nee. En u moet oefeningen doen. Die krijgt u straks van mij mee. Volgende maand komt u bij mij terug. Dan bekijken we of u weer achter de kassa kunt werken. 10. Dat is goed. 11. Heeft u nog vragen? 11. Nee hoor, alles is duidelijk. 12. Dan wens ik u beterschap en tot over een maand. 12. Dank u wel. Tot ziens. Opdracht 2 bij 7.7 ** Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je bent bedrijfsarts. Cursist B: je bent al een tijdje ziek gemeld. Je hebt een afspraak bij de bedrijfsarts. Bedenk zelf waar je last van hebt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Opdracht 1 bij 7.8 ** Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: Knip de strookjes op pagina 18 uit. Zorg ervoor dat er voor iedere cursist een strookje is. Als er meer cursisten zijn, is het geen probleem als sommigen hetzelfde strookje hebben. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-17

18 Geef iedere cursist een strookje. Bespreek of iedereen de zin op de strookjes begrijpt. Maak een binnen- en buitencirkel: hiervoor tel je de cursisten af: A, B, A, B, enzovoort. De cursisten A vormen de binnencirkel en staan met hun gezicht naar buiten. De cursisten B vormen de buitencirkel en gaan met hun gezicht tegenover een cursist A staan. Ronde 1: De cursisten in de binnencirkel lezen hun zin voor de cursisten in de buitencirkel op. De andere cursisten hoeven niet te reageren. Het gaat om het oefenen van de zinnen. Daarna lezen de cursisten in de buitencirkel hun zin voor de cursisten in de binnencirkel op. Daarna wisselen ze hun strookje uit. Ronde 2: De buitencirkel schuift met de klok mee één plek op. Nu staat iedere cursist dus tegenover een andere cursist. De cursisten in de binnencirkel lezen hun nieuwe zin voor de cursisten in de buitencirkel op. Daarna lezen de cursisten in de buitencirkel hun nieuwe zin voor de cursisten in de binnencirkel op. Herhaal dit tot iedereen weer tegenover zijn eerste gesprekspartner staat. Variatie In plaats van een binnen- en buitencirkel kunnen de cursisten ook door de klas lopen en steeds een andere gesprekspartner opzoeken. Ik wil graag iets zeggen over de werktijden. Ik wil graag het nieuwe rooster bespreken. Kunnen we het over de vakantiedagen hebben? Ik vind dat we te weinig pauze hebben. Ik heb een vraag over het verslag van het vorige overleg. Zullen we de activiteiten voor het personeelsfeest bespreken? Ik ben het niet eens met de nieuwe regels voor het verlof. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-18

19 Opdracht 2 bij 7.8 ** Doe de opdracht in groepjes. Uitleg voor de docent: Verdeel de klas in groepjes van drie cursisten. Hieronder vind je een agenda van een werkoverleg. Geef ieder groepje een afdruk. Op pagina 19 en 20 vind je ook de rollen die de cursisten gaan aannemen. Knip ze los en zorg ervoor dat iedere cursist een eigen rol toebedeeld krijgt. Geef vijf minuten de tijd om de cursisten hun rol te laten lezen en te bedenken bij welk agendapunt ze hun punten kunnen inbrengen. Laat het werkoverleg uitvoeren. Variatie Als het te moeilijk is, kunnen cursisten in tweetallen werken. Ze nemen dan samen één rol op zich. Op deze manier kunnen ze overleggen over wat ze moeten zeggen en op welk moment. Agenda overleg, 3 november, uur 1. Opening 2. Verslag overleg 1 oktober 3. Mededelingen 4. Personeel 5. Rooster 6. Personeelsfeest 7. Sluiting Rollen Cursist A: - Je hebt het verslag van 1 oktober gelezen. Je denkt dat er een fout in staat. - Je hebt een nieuw rooster gemaakt. Dat rooster gaat per 1 december in. - Je wilt graag weten wat jullie op het personeelsfeest gaan doen. Als je het niet leuk vindt, wil je namelijk niet mee. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-19

20 Cursist B: - Je hebt het verslag van 1 oktober geschreven. - Je organiseert samen met twee collega s het personeelsfeest. Dit jaar is het op 10 februari. Mensen die mee willen, moeten zich voor 15 januari aanmelden. Niemand mag van tevoren weten wat jullie gaan doen. Cursist C: - Je bent de voorzitter van de vergadering en je opent en sluit de vergadering. - Je hebt een sollicitatiegesprek gehad met Samuel en je hebt hem aangenomen. Hij komt vanaf 1 december op jullie afdeling werken. - Je bent het niet eens met het nieuwe rooster. Je moet iedere ochtend heel vroeg beginnen, terwijl sommige collega s altijd later mogen beginnen. Opdracht 1 bij 7.11 ** Doe de opdracht in kleine groepjes. Uitleg voor de docent: Op pagina 20 en 21 is een deel van een werkoverleg uitgeschreven. Zorg dat ieder groepje hier een afdruk van krijgt. Ieder groepje schrijft een verslag van het overleg. Ze moeten samen bepalen wat erin komt te staan en wat niet. Het verslag uit tekst 7.11 kan als voorbeeld gebruikt worden. Bespreek na afloop of ieder groepje dezelfde dingen in de notulen gezet heeft. Lily Frank Lily Goedemorgen, ik open de vergadering. Iedereen is aanwezig, behalve Mounir. Hij is helaas ziek. We beginnen met het eerste agendapunt, het verslag van de vorige vergadering. Wil iemand hier iets over zeggen? Ja, ik denk dat er een verkeerde datum in staat. De cursus Presenteren is niet op 5 mei, maar op 8 mei. Oh ja, dat klopt. Goed dat je dat gezien hebt. Stonden er nog meer fouten in? TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-20

21 Frank Lily Enid Zoia Daco Lily Daco Zoia Lily Nee, verder is alles goed. Goed, dan gaan we verder met het volgende punt, de verhuizing van ons kantoor. Jullie weten al dat we binnenkort gaan verhuizen. De datum was nog niet bekend, maar is nu wel bekend. We gaan op 20 juni verhuizen naar het nieuwe gebouw. Oh wat leuk. Ik heb er al veel zin in. Het nieuwe gebouw is erg mooi. Ja, ik heb er ook veel zin in. We hebben daar veel meer ruimte. Wat moeten we doen om te helpen? Daar wilde ik het inderdaad over hebben. 18 juni moet alles in dozen zitten. Jullie moeten je eigen afdeling opruimen en de spullen in dozen doen. Gaat dat lukken? Ja hoor, dat moet lukken. Geen probleem. Oké, mooi. Het volgende punt gaat over onze nieuwe boeken. Opdracht 1 bij 7.12 ** Lees de vragen. Geef antwoord. 1. Wat doe jij met Pasen? 2. Wat doe jij op Hemelvaartsdag? 3. Wat doe jij met Pinksteren? 4. Wat doe jij op Koningsdag? 5. Wat doe jij met Kerstmis? 6. Wat doe jij met oud en nieuw? 7. Vier je nog feesten die Nederlanders niet vieren? TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 7-21

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Spreekopdrachten thema 7 Werken Spreekopdrachten thema 7 Werken Opdracht 2 bij 7.2 ** Knip de volgende pagina door. Je bent leidinggevende in een restaurant. Vandaag is de eerste werkdag van een nieuwe werknemer. Leg uit wat hij moet

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Opdracht 1 bij 4.1 * Doe de opdracht in groepjes. Uitleg voor de docent: Verdeel de klas in groepjes van vier à vijf cursisten. Op deze pagina staan kaartjes met lichaamsdelen

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Opdracht 1 bij 6.1 * Beantwoord de vragen. 1. Waar zoek je vacatures? In de krant, op internet of ergens anders? 2. Ga je naar het UWV WERKbedrijf? 3. Ga je naar een

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Opdracht 1 bij 6.1 * Beantwoord de vragen. 1. Waar zoek je vacatures? In de krant, op internet of ergens anders? 2. Ga je naar het UWV WERKbedrijf? 3. Ga je naar een

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 7 WERKEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 7 WERKEN ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 7 WERKEN Opdracht 1 de collega s de overeenkomst het werkoverleg de bedrijfsarts Opdracht 8 Rosmalen, 25 maart Hallo papa, Hoe gaat het met je? Met mij gaat het heel goed!

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Praat samen. Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

Spreekopdrachten thema 1 Nederland Spreekopdrachten thema 1 Nederland Opdracht 1 bij 1.3 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij kan. Bijvoorbeeld: Ik kan koken. Laat de eerste cursist herhalen

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Opdracht 1 bij 8.2 Lees de vragen. Geef antwoord. 1. Kun je bij jou in de buurt cursussen volgen? Waar dan? 2. Volg jij een cursus of heb je een cursus gevolgd? Welke

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Opdracht 1 bij 4.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. 1. Moet je morgen naar de tandarts? 1. Nee, ik moet morgen

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 5 Gemeente

Spreekopdrachten thema 5 Gemeente Spreekopdrachten thema 5 Gemeente Opdracht 1 bij 5.1 Doe de opdracht met de groep. Knip de kaartjes met antwoorden op deze pagina los. Geef iedere cursist een kaartje. Als er meer cursisten dan kaartjes

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Opdracht 1 bij 8.1 ** Doe de opdracht in groepjes. Uitleg voor de docent: Verdeel de klas in groepjes van vier à vijf cursisten. Op pagina 2 vind je een blad met beroepen

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt hem

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten www.edusom.nl Thema Op het werk. Les14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Daarna

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. Kofi gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 5 Gemeente

Spreekopdrachten thema 5 Gemeente Spreekopdrachten thema 5 Gemeente Opdracht 2 bij 5.1 ** Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je werkt op het gemeentehuis. Cursist B: je bent bij het gemeentehuis. Kies zelf wat je daar komt doen: bijvoorbeeld

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 2 Geld

Spreekopdrachten thema 2 Geld Spreekopdrachten thema 2 Geld Opdracht 1 bij 2.1 Cursist A is groenteman. Cursist B koopt iets bij hem op de markt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemiddag!

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze.

Thema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 12. In de pauze. Wat leert u in deze les? Iemand gelijk geven. Nee zeggen. Uw mening geven. Van twee woorden één woord maken. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

Gezond thema: DE HUISARTS

Gezond thema: DE HUISARTS Gezond thema: DE HUISARTS 1. Wat gaan we doen? Praten over de huisarts en wat de huisarts doet. Nieuwe woorden leren over de huisarts. Het gesprek met de huisarts oefenen. 2. Wat vind ik van? Als je een-op-een

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen

Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Lesbrief 1. Bij de huisarts

Lesbrief 1. Bij de huisarts Thema Gezondheid Lesbrief 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts beantwoorden. Veel

Nadere informatie

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel 1 Woorden 1 de appel 2 de banaan 3 het blikje 4 de boodschappen 5 de chocolade 6 de drop 7 het plakje kaas 8 de kassa 9 het nummer 1 10 het pak 11 de

Nadere informatie

Les 2. Naar het ziekenhuis.

Les 2. Naar het ziekenhuis. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes!

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK

Nadere informatie

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS Lesidee: Wat is weg? Speel dit spel met een klein groepje. Leg steeds vijf tot acht kaarten open op tafel. Geef de cursisten even de tijd om alle foto s in

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN Opdracht 1 het gas de buren de woning de keuken Opdracht 11 1. De man werkt in de tuin. 2. De man leest in de woonkamer. 3. De man staat in de keuken. 4. De vrouw

Nadere informatie

Heb je misschien zin om straks een kopje koffie te komen drinken? Dat lijkt me gezellig. Ik kom er zo aan. Gezellig. Tot straks!

Heb je misschien zin om straks een kopje koffie te komen drinken? Dat lijkt me gezellig. Ik kom er zo aan. Gezellig. Tot straks! 1.1 Koffie? ** Je hoort en haar nieuwe buurvrouw. woont net in haar nieuwe huis. en de buurvrouw hebben zich al aan elkaar voorgesteld. Nu vraagt of de buurvrouw koffie wil komen drinken. buurvrouw buurvrouw

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.

Nadere informatie

Les 1. Bij de huisarts

Les 1. Bij de huisarts http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 6 WERK ZOEKEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 6 WERK ZOEKEN ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 6 WERK ZOEKEN Opdracht 1 werk zoeken het sollicitatiegesprek de vacature het cv Opdracht 8 Hoi Lisa! Bedankt voor je sms. Ik heb de vacature bekeken. De baan lijkt me erg

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement 51 51 HOOFDSTUK 4 Te huur WOORDEN 1 1 Ik woon in een flat op de vierde.... a verdieping b appartement 2 Het is een rijtjeshuis met een grote woonkamer en drie.... a tuinen b slaapkamers 3 Mijn woonkamer

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek. Wat leert u in deze les? Een sollicitatiegesprek voeren. De voltooide tijd gebruiken. Vragen naar interesse stellen en

Nadere informatie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave Thema 3 Vervoer Inhoudsopgave 3.1 Met de taxi 155 3.2 Regels in het verkeer 156 3.3 De tijd 157 3.4 Reizen met de trein 160 3.5 Wie, wat, waar? 161 3.6 Komen en gaan 163 3.7 Reizen met de auto 165 3.8

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 10. Het eindgesprek. Wat leert u in deze les? Een eindgesprek voeren. Informatie vragen en geven. Het verschil tussen werk en vrijwilligerswerk. De

Nadere informatie

Lesbrief 3. De fysiotherapeut.

Lesbrief 3. De fysiotherapeut. MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij

Nadere informatie

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7. Grammatica Inhoud 1. De en het 2. Meervoud 3. Werkwoord 4. Vraagwoorden 5. Zinnen maken 1 6. Zinnen maken 2 7. Zinnen maken 3 8. Zinnen maken 4 9. Niet en geen 10. Lange woorden 11. Het verkleinwoord 12.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2

OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2 OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2 Basisleergang Nederlands voor anderstaligen Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT) Nicky Heijne Marten Hidma Karolien Kamma Vrije

Nadere informatie

Extra spreekopdrachten

Extra spreekopdrachten Extra spreekopdrachten 1** VERTEL. 1. Je loopt in het park. Er loopt een man voor je. Je ziet dat zijn sleutels uit zijn tas vallen. Wat zeg je tegen hem? 2. De studieadviseur van je opleiding vraagt wat

Nadere informatie

Als u iets wilt verbeteren, doe dit dan zo duidelijk mogelijk. Streep wat fout is goed door.

Als u iets wilt verbeteren, doe dit dan zo duidelijk mogelijk. Streep wat fout is goed door. Oefening 23 Schrijven U maakt 3 lange opdrachten. Bij de opdrachten staat precies wat u moet doen. Lees de opdracht goed door voordat u gaat schrijven. Schrijf uw eigen tekst, dus schrijf geen zinnen uit

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. Ze belt naar een kinderdagverblijf. Is er een plaats vrij? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat

Nadere informatie

CP15. functioneringsgesprek

CP15. functioneringsgesprek CP5 functioneringsgesprek In Nederland voert de leidinggevende een of meer keren per jaar een functioneringsgesprek met de werknemer over het werk. Dit gesprek gaat over wat wel en niet goed gaat in het

Nadere informatie

1. De verjaardag OPDRACHT 1. OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar

1. De verjaardag OPDRACHT 1. OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar 1. De verjaardag OPDRACHT 1 OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar OPDRACHT 3 1. a) Wij praten over de kinderen met de buurman. 2. b) Zal ik me even voorstellen?

Nadere informatie

Nodig: foldermateriaal van kleding, flappen en stiften, werkblad: gesprekje met de buurvrouw, werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel.

Nodig: foldermateriaal van kleding, flappen en stiften, werkblad: gesprekje met de buurvrouw, werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel. Themales kleding taalvrijwilliger/docent Nodig: foldermateriaal van kleding, flappen en stiften, werkblad: gesprekje met de buurvrouw, werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel. opwarming: Cursisten

Nadere informatie

Les 34. Meedoen in het verpleeghuis

Les 34. Meedoen in het verpleeghuis http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 34. Meedoen in het verpleeghuis Wat leert u in deze les? Informatie over de activiteiten in het verpleeghuis begrijpen Van twee woorden één lang woord maken Vragen

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. Bij de specialist.

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. Bij de specialist. Thema Gezondheid Lesbrief 3. ij de specialist. Wat leert u in deze les? Een omschrijving geven. Een gesprek voeren met de specialist. dvies vragen. Iets afraden. Veel succes! Deze lesbrief is ontwikkeld

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. Bij de specialist.

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. Bij de specialist. Thema Gezondheid Lesbrief 3. ij de specialist. Wat leert u in deze les? Een omschrijving geven. Een gesprek voeren met de specialist. dvies vragen. Iets afraden. Veel succes! Deze lesbrief is ontwikkeld

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school

Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat

Nadere informatie

U mag kladpapier gebruiken.

U mag kladpapier gebruiken. Hoofdstuk 5 - Oefening 23 - Schrijven U maakt drie lange opdrachten. Bij de opdrachten staat precies wat u moet doen. Lees de opdracht goed door voordat u gaat schrijven. Schrijf uw eigen tekst, dus schrijf

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Nodig: bord/flappen en stiften, kartonnen kaartjes, geeltjes, werkblad: een fijn gesprek, werkblad tips voor een sollicitatiegesprek

Nodig: bord/flappen en stiften, kartonnen kaartjes, geeltjes, werkblad: een fijn gesprek, werkblad tips voor een sollicitatiegesprek Themales beroepen taalvrijwilliger/docent Nodig: bord/flappen en stiften, kartonnen kaartjes, geeltjes, werkblad: een fijn gesprek, werkblad tips voor een sollicitatiegesprek Opwarming: Cursisten zitten

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert

Nadere informatie

Week van de opvoeding

Week van de opvoeding In gesprek Voor ouders en hun kinderen vanaf ca. 12 jaar Het is heerlijk om een goed gesprek te voeren met iemand waar je veel van houdt. Maar soms lukt dat niet goed. Laat je daarom uitdagen tot een eerlijk

Nadere informatie

Melkweg. De deur op slot. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Veilig wonen

Melkweg. De deur op slot. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Veilig wonen Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B De deur op slot Wonen: Veilig wonen Colofon Melkweg: De deur op slot, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen

Nadere informatie

CP16. ziek- en betermelden

CP16. ziek- en betermelden CP16 ziek- en betermelden Bent u ziek? Kunt u daarom niet werken? Geef het dan door aan uw baas. Dat is normaal in Nederland. Als u wat langer ziek bent, maakt u een afspraak met de bedrijfsarts. Als u

Nadere informatie

Les 4. De fysiotherapeut.

Les 4. De fysiotherapeut. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Bashir, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij zegt

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine? www.edusom.nl Thema Op het werk Les 13. Hoe werkt de machine? Kofi is op het werk. Kofi moet aan de machine werken. De chef vertelt Kofi eerst hoe de machine werkt. Dan werkt Kofi met de machine. De machine

Nadere informatie

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar

Nadere informatie

Les 6. Herhaling thema.

Les 6. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 6. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 1, 2, 3, 4 en 5. Vragen beantwoorden. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 2 Geld

Spreekopdrachten thema 2 Geld Spreekopdrachten thema 2 Geld Opdracht 1 bij 2.1 Cursist A is groenteman. Cursist B koopt iets bij hem op de markt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemiddag!

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Deel D Spreken - Thema 11 Milieu

Deel D Spreken - Thema 11 Milieu Deel D Spreken - Thema 11 Milieu Stel een vraag. Je buren gaan op vakantie. Jij gaat voor hun poezen zorgen. Je weet niet wat de poezen moeten eten en hoe vaak ze moeten eten. Wat vraag je aan je buren?

Nadere informatie

Herhalingsles van het thema Gezondheid

Herhalingsles van het thema Gezondheid http://www.edusom.nl Herhalingsles van het thema Gezondheid Les 6. Herhaling thema gezondheid Inleiding Deze les is een herhalingsles van de zes gesprekken uit les1 tot en met 5. Wat leerde u in deze lessen?

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN Opdracht 1 de groente pinnen de suiker de supermarkt Opdracht 7 Hoi Ramon! Ik eet graag rijst met kip. En ik drink altijd water bij het eten. Maar ik vind

Nadere informatie

Les 4. Naar de apotheek.

Les 4. Naar de apotheek. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. Naar de apotheek. Wat leert u in deze les? Waarschuwen. Een bijsluiter lezen. Informatie vragen en om hulp vragen. Wat u kunt zeggen als u iets niet weet of

Nadere informatie

Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase

Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de vorige les hebben we weer met een kaart gewerkt. Daarop stonden alle 4 de vragen die we de vorige lessen gebruikt hebben

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Opbellen naar een bedrijf. Wat leert u in deze les? Een telefoongesprek naar een bedrijf begrijpen. Een gesprek over een advertentie begrijpen.

Nadere informatie

Lesbrief 6. Herhaling thema.

Lesbrief 6. Herhaling thema. Thema Gezondheid Lesbrief 6. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 1, 2, 3, 4 en 5. Vragen beantwoorden. Veel succes! Deze lesbrief is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

dat ik als werkende in de zorg of welzijn ook veel praat met de mensen waarvoor ik werk.

dat ik als werkende in de zorg of welzijn ook veel praat met de mensen waarvoor ik werk. CP30 klantencontact Als u in Nederland in Zorg of Welzijn werkt, heeft u veel contact met klanten. U praat bijvoorbeeld over het huishoudelijk werk dat u gaat doen voor iemand. Of u geeft door dat u op

Nadere informatie

werkbladen thema 5 werk

werkbladen thema 5 werk werkbladen thema 5 werk 5.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Jan staat voor het uitzendbureau. Jan heeft werk. Tarik wil taxichauffeur

Nadere informatie

werkbladen thema 4 gezondheid

werkbladen thema 4 gezondheid werkbladen thema 4 gezondheid 4.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria en Jan spelen met de bal. Jan heeft veel pijn. Badria belt

Nadere informatie