Thema In en om het huis
|
|
- Matthias van den Broek
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Thema In en om het huis Les 24. Boodschappen doen in de supermarkt Wat leert u in deze les? Welke zinnen en woorden u kunt gebruiken tijdens het boodschappen doen. Welke producten u kunt eten en welke producten u kunt drinken. Welke producten u lang kunt bewaren en welke kort. Zeggen dat iets van elkaar verschilt. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
2 HET GESPREK Opdracht 1. Lees het gesprek. Luister naar het gesprek via de website! HET GESPREK DEEL 1 Boodschappen doen Meneer Abeka: Medewerker: Meneer Abeka: Medewerker: Meneer Abeka: Medewerker: Meneer Abeka: Medewerker: Meneer Abeka: Medewerker: Meneer Abeka: Medewerker: Meneer Abeka: Medewerker: Meneer Abeka: Medewerker: Meneer Abeka: Medewerker: Meneer Abeka: Medewerker: Meneer Abeka: Medewerker: Dag, mag ik u iets vragen? Natuurlijk! Weet u misschien waar het zout staat? Eh.. even kijken ja, ziet u daar de groente- en fruitafdeling? Ja. Daar gaat u de hoek om, naar rechts, en dan is het zout in het volgende gangpad. Gangpad? Ja, kijk, dáár! Ziet u de volgende gang? O ja. En de suiker? Weet u dat ook? Ja, die is daar, ziet u wel, bij de koffie en de thee. O ja, ik zie het. En de kaas? Kaas. Dat kunt u daar kopen, bij de bedieningsafdeling. De bedie? De bedieningsafdeling, u weet wel, die afdeling waar je bediend wordt, de afdeling met verse producten. O ja, natuurlijk. En kan ik de melk ook daar vinden? Nee, meneer, die is helemaal aan de andere kant, bij de kassa. O? Nou, ik vind het maar gek hoor, ik kan vandaag niets meer vinden Ja dat klopt, alles is veranderd. Alles staat nu op een andere plaats. De winkel is helemaal nieuw van binnen. Kijk, als je binnenkomt, kom je eerst bij de groente en fruit. En pas op het laatst bij de melkproducten. Goh. Waarom is het veranderd? Tja, het is beter zo. Kijk, melkproducten zijn verse producten. Je kunt ze niet lang bewaren. Dus het is goed als je die pas later pakt. Nou, eerst was het wel makkelijker, vind ik. Ja, maar het went snel hoor! 2 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
3 DE WOORDEN Opdracht 2. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 2. Zet er een streep onder. U kunt de woorden ook beluisteren via de radioles op internet. Het zout Voorbeeld: Er zit geen zout op de patat! Kun je me het zout even geven? De groente Groenten zijn planten die je kunt eten. Voorbeeld: Groenten zijn gezond. Daarom eten we elke dag sla, spinazie, andijvie of een andere groenten. Het fruit Fruit is: vruchten die je kunt eten. Voorbeeld: Ik eet iedere dag een appel en een banaan. Ik vind fruit lekker. En het is ook gezond. De afdeling Voorbeeld: In de supermarkt heb je verschillende afdelingen: de groenteafdeling, de vleesafdeling, de tijdschriften-afdeling, enzovoort. Vinden 1. Voorbeeld: Wie heeft mijn sleutels gezien? Ik kan ze niet vinden. 2. Voorbeeld: Wat vindt u van die nieuwe supermarkt? Ik vind het een leuke winkel. Vers Voorbeeld: Het brood is lekker vers. Over twee dagen is het oud. Dan is het niet lekker meer. Het product Voorbeeld: Een product is in een fabriek gemaakt, bijvoorbeeld: een brommer, een jas of een video. Kaas, melk, eieren zijn ook producten. Die komen van het land. Veranderen Voorbeeld: In de supermarkt is alles veranderd. Alle producten staan op een andere plaats. Niets is meer hetzelfde. EXTRA WOORDEN De suiker Voorbeeld: Wat wilt u in uw koffie? Suiker en melk, graag. De kaas Voorbeeld: Kaas wordt van melk gemaakt. Nederlanders eten vaak kaas op hun brood. Helemaal Voorbeeld: Is er nog thee? Nee, die is op, helemaal op. Wil je misschien koffie? Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
4 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 3. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje. 1. De suiker ligt bij de kaas. Goed Fout 2. De kaas vind je op de afdeling met verse producten. 3. De melk staat op de afdeling met verse producten. 4. Meneer Abeka kan alles makkelijk vinden in de supermarkt. 5. De supermarkt is helemaal nieuw geworden van binnen. Bekijk de antwoorden op p Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
5 HET GESPREK Opdracht 4. Lees het gesprek. Luister naar het gesprek via de website. HET GESPREK DEEL 2 Boodschappen doen Medewerker 2: Wie is er aan de beurt? Meneer Abeka: Ik! Medewerker 2: Zegt u het maar. Meneer Abeka: Een kilo kaas. Medewerker 2: Wat voor kaas, meneer? Meneer Abeka: Eh Medewerker 2: Oude, jonge, belegen, Edammer, we hebben wel twintig soorten meneer! Meneer Abeka: Eh.. hoe duur is die oude kaas? Medewerker 2: 14 euro. Meneer Abeka: Wát? Hóeveel zegt u? Medewerker 2: 14 euro per kilo meneer. Meneer Abeka: Wat duur! Medewerker 2: Ja, oude kaas is duur. Jonge is goedkoper. Meneer Abeka: Hoe duur is die? Medewerker 2: 7 euro meneer. Meneer Abeka: Dat is beter. Weet u, doet u maar een pond jonge en twee ons oude kaas. Medewerker 2: Prima. Mag het iets meer zijn meneer, die jonge kaas, zes ons? Meneer Abeka: Goed hoor. Medewerker: En twee ons oude. Meneer Abeka: En wat is dit hier? Deze kaasjes! Twee voor een euro! Wat goedkoop! Medewerker 2: Ja, maar let u goed op de datum meneer. Meneer Abeka: De datum?? Medewerker 2: Kijk, ziet u hier de datum? Meneer Abeka: Ja, Medewerker 2: Dat is de uiterste verkoopdatum. Tot dan kun je het product bewaren. Dus tot Meneer Abeka: Dat is morgen! Medewerker 2: Ja, u moet het dus heel snel eten! Meneer Abeka: O, daarom is het zo goedkoop! Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
6 DE WOORDEN Opdracht 5. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 5. Zet er een streep onder. U kunt de woorden ook beluisteren via de website. Een kilo Voorbeeld: Een kilo appels kost 1,50 euro. Een pond Twee pond is een kilo. Dus: een pond is een halve kilo. Voorbeeld: Asha koopt een pond vlees. Een ons Een ons is 100 gram. Vijf ons is een pond. Voorbeeld: Mag ik een ons kaas? Goedkoop Als een product goedkoop is, hoef je niet veel te betalen. Het is dus niet duur. De datum De datum is een dag, een maand en een jaar. Voorbeeld: A: Op welke datum is Ahmed geboren? B: Hij is op 10 maart 1968 geboren. Bewaren Voorbeeld: Verse melk kun je niet lang bewaren. Het blijft maar een paar dagen goed. Je moet het dus snel opdrinken. TIP WOORDEN LEREN - Het is belangrijk om woorden te leren, heel veel woorden. - Een goede manier om een woord te leren is om hardop te praten. Zo onthoud je de woorden beter. Zeg het woord dus steeds voor jezelf! 6 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
7 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 6. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje. 1. Meneer Abeka wil oude kaas kopen. Goed Fout 2. Jonge kaas is goedkoper dan oude kaas. 3. Meneer Abeka koopt meer oude kaas dan jonge kaas. 4. De kaas voor 1 euro kan je lang bewaren. 5. Meneer Abeka doet boodschappen op 16 december Bekijk de antwoorden op p. 22 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
8 Samenvatting Lees of beluister het hele gesprek nog een keer. Wat wordt er gezegd? Schrijf in vijf zinnen op waar het gesprek over gaat. Let op: schrijf dus alleen het belangrijkste op! Bekijk de antwoorden op p Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
9 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 7. Streep het foute antwoord door. 1. Hoe kan meneer Abeka het zout vinden? De hoek om en dan naar rechts / links. 2. Waar kan meneer Abeka de suiker vinden? Bij de groenteafdeling / Bij de koffie en de thee. 3. Waar kan meneer Abeka kaas kopen? Meneer Abeka kan kaas kopen bij de kassa / Bij de bedieningsafdeling. Bekijk de antwoorden op p. 22 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
10 GRAMMATICA Opdracht 8. Vul de zin verder in. Jonge kaas is goedkoper dan oude kaas. Suiker is duurder dan zout. Je kijkt naar twee dingen. Je vergelijkt die dingen. Je ziet dat ze verschillend zijn. Dat zeg je met -er: duurder, groter, mooier. Bijvoorbeeld: Deze winkel is groter dan die winkel. Dit boek is mooier dan dat boek. Kijk eerst naar het voorbeeld. Deze woning is klein, maar die woning is.. kleiner. Nu zelf. 1. Deze koffie is lekker, maar die koffie is 2. Dit werk is leuk, maar dat werk is 3. Deze groente is duur, maar die groente is 4. Dit kind is jong, maar dat kind is 5. Deze crèche is mooi, maar die crèche is 6. Deze man is ziek, maar die man is 7. Deze juf is lief, maar die juf is 8. Deze machine is gevaarlijk, maar die machine. 9. Deze straat is druk, maar die straat is 10. Dit feest is leuk, maar dat feest is. Bekijk de antwoorden op p Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
11 SCHRIJVEN Opdracht 9. Geef uw antwoord op de vragen. 1. Melk. Kun je het eten of drinken?. 2. Koffie. Kun je het eten of drinken?. 3. Kaas. Kun je het eten of drinken?. 4. Brood. Kun je het eten of drinken?. 5. Rijst. Kun je het eten of drinken?. 6. Groente. Kun je het eten of drinken?. 7. Melk. Kun je het lang of kort bewaren?. 8. Brood. Kun je het lang of kort bewaren?. 9. Rijst. Kun je het lang of kort bewaren?. 10. Suiker. Kun je het lang of kort bewaren?. Bekijk de antwoorden op p. 23 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
12 DE WOORDEN Opdracht 10. Woordzoeker. Zoek de volgende woorden: Van links naar rechts: Van boven naar beneden: Schuin: Let op! Moeilijk!! groenten fruit zout vers afdeling veranderen goedkoop vinden suiker datum kilo kaas product bewaren helemaal pond ons Bekijk de antwoorden op p Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
13 DE WOORDEN Opdracht 11. Welke woorden horen bij welke afdeling? Zet ze bij de goede afdeling! Tijdschriftenafdeling Groenteafdeling Fruitafdeling Bedieningsafdeling Oude kaas Krant Appels Banaan Jonge kaas Bloemkool Boek Tijdschrift Meloen Sla Edammer Broccoli Bekijk de antwoorden op p. 24 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
14 DE WOORDEN Opdracht 12. Wat is het goede woord? Streep het foute antwoord door! 1. Melk kun je niet lang bedenken / bewaren. 2. Kaas kost veel geld en is dus erg duur / vers. 3. Meneer Abeka is geboren op die datum / maand. 4. Melk / Fruit is heel gezond en moet je elke dag eten. 5. Er zit veel zout / suiker op die patat. 6. Sla, komkommer en tomaat zijn fruit / groenten. 7. Niets is meer hetzelfde! Alles is bewaard / veranderd. Komkommer Patat Tomaat Bekijk de antwoorden op p Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
15 SPREKEN Spreek samen! Doe samen met uw taalvriend de spreekopdrachten. Lees samen. De een leest A, de ander B. Opdracht 13. A: Hoe duur is een pond, vijf ons oude kaas? A: Wat duur zeg, wat duur! A: Doe maar een onsje! Doe maar een onsje! B: Een pond kost zeven euro. Een kilo veertien euro. B: Ja, dat is niet goedkoop. Ja, dat is niet goedkoop. B: Een onsje oude kaas, dat is één euro veertig. Een onsje oude kaas, dat is één euro veertig. A: Hoeveel kost twee pond, twee pond jonge kaas? Hoeveel kost een kilo, een kilo jonge kaas? B: Twee pond kost zeven euro. Een kilo kost zeven euro. A: Voordelig, zeg! Voordelig, zeg! A: Doe maar een kilo. Doe maar een kilo. B: Ja, dat is niet zo duur. Ja, dat is niet zo duur. B: Een kilo jonge kaas, dat is dan zeven euro. Dat is dan zeven euro. Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
16 SPREKEN Opdracht 14. Praat voor uzelf Waar is de kaas?. Waar kan ik de melk vinden?. Hoe kom ik bij het brood?. Wat kan ik kopen op de bedieningsafdeling?. Wat zijn verse producten?. Welke producten kan ik lang bewaren?.? Vraag van de LES? Als u melk koopt, dan moet u naar de datum op het pak kijken. Waarom? 16 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
17 SPREKEN Spreek samen! Doe samen met uw taalvriend de spreekopdrachten. Lees samen. De een leest A, de ander B. Opdracht 15. A: Een ons is honderd gram, honderd gram is een ons. A: Een kilo is ook twee pond, twee pond is een kilo. A: Tien ons. Een kilo is tien ons. A: Vijf ons. Een pond is vijf ons. A: Vijfhonderd gram! A: Hoeveel gram is een kilo? B: Een kilo is duizend gram, duizend gram is een kilo. B: Hoeveel ons gaat in een kilo? B: Hoeveel ons gaat in een pond? B: Hoeveel gram is een pond? B: Duizend gram! Kunt u de vragen beantwoorden? 1. Twee kilo is gram 2. Twintig ons is kilo 3. Vijftien ons is pond 4. Vier pond is gram 5. Zes kilo is pond Bekijk de antwoorden op p. 24 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
18 LEZEN Opdracht 16. Lees. DE INFORMATIE. Verse en houdbare producten. In een grote supermarkt kun je bijna alle levensmiddelen kopen. Je vindt er verse producten zoals groente, fruit, brood, vlees, kaas en melkproducten. Er zijn natuurlijk ook veel houdbare producten te koop: zoals rijst, macaroni, meel, koffie, thee en blikken met groente. Een vers product is niet lang houdbaar. Daarom staat er een datum op: de uiterste verkoopdatum. Op een pak melk staat de dag en de maand, bijvoorbeeld De melk is dan dus goed tot 6 december. Op veel andere producten staat ook het jaar, bijvoorbeeld , dat is dus: drie december Tot die datum is het product goed. Tot dan kun je het product gebruiken. Maar ook houdbare producten blijven niet altijd goed. Ook deze producten kunnen te oud worden. Let dus ook altijd op de datum bij houdbare producten, zoals sauzen, blikken en koffie. Vaak staat hier alleen de maand en het jaar aangegeven, bijvoorbeeld: 07-04, dat is: u kunt het product gebruiken tot juli Op de meeste producten staan ook de ingrediënten vermeld. Ingrediënten zijn de dingen waarvan het product is gemaakt. Zo kunt u lezen wat er in het product zit. Dat is belangrijk als u iets niet wilt of mag eten. Bijvoorbeeld: u wilt geen vlees eten. U koopt een pakje soep. U wilt zeker weten of in het pakje geen vlees zit. Dan kijkt u dus op het pakje onder ingrediënten. Of: uw kind is allergisch voor kleurstoffen. Hij mag geen kunstmatige kleurstoffen gebruiken. Kijk dan goed bij de ingrediënten als u yoghurt of snoep voor het kind koopt. Misschien wilt u een bepaalde stof juist wél gebruiken, u wilt bijvoorbeeld extra vitaminen nemen. U zoekt dan een product met toegevoegde vitaminen. Of die in het product zitten, vindt u ook op de verpakking. 18 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
19 PRAKTIJK Opdracht 17. Kijk in de praktijk. De opdracht bij deze les is: Kijk in uw keuken naar een aantal producten. 1. Wat zijn verse producten? 2. Zoek de uiterste verkoopdatum van twee verse producten. Welke data zijn dat? 3. Welke producten zijn langer houdbaar? 4. Zoek ook de uiterste verkoopdatum van twee producten die langer houdbaar zijn. Welke data zijn dat? 5. Ziet u ook producten die al over de datum zijn? Die dus niet goed meer zijn? TIP VAN DE WEEK 1 Kijk naar de Educatieve Televisie. Op ETV en de website zijn programma s over samenleven en over eten te vinden. Bijvoorbeeld: Hutspot, feestgerechten In dit programma gaan mensen uit verschillende culturen samen feestgerechten koken. Een ander programma is: Kijkje in de Haagse keuken Dit is een serie van zes televisieafleveringen, waarin u kunt zien dat gezond eten leuk, gezellig en goed is. TIP VAN DE WEEK 2 U bent in de supermarkt en zoekt een product. Of u loopt buiten en zoekt een straat. U kunt het niet vinden en vraagt het. Dit kunt u zeggen: Vragen in de winkel - Goedemiddag kan ik u wat vragen? Weet u waar de macaroni staat? - Dag, weet jij misschien waar ik de blikjes tomaten kan vinden? - De cakes, waar kan ik die vinden? Vragen op straat - Goedemorgen, weet u misschien waar de Steenstraat is? - Ik zoek de Houtstraat. Weet u waar die is? - Kunt u me misschien helpen? Ik ben op zoek naar de IJzerstraat. Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
20 Bij deze tip kunt nog meer oefenen met vragen. Belangrijk zijn de woorden: LINKS RECHTS RECHTDOOR Stel de vragen aan de andere lesgever. Die geeft dan antwoord op de vragen die hierboven gesteld zijn. Antwoorden in de winkel: - De macaroni, ja hoor, die staat in het tweede gangpad, rechts. - De blikjes tomaten, die staan bij de ingang bij de andere blikken, links. - De cakes. Die kunt u in het gangpad links vinden. Antwoorden op straat: - De Steenstraat even kijken. eerst rechtdoor, dan de tweede straat links. - De Houtstraat hier even rechtdoor, dan bij de stoplichten naar rechts. - De IJzerstraat is de eerste straat rechts. HOE GAAT HET? Opdracht 18. Kent u de woorden? Kruis aan. een pond een ons goedkoop de datum bewaren een kilo het zout vinden de afdeling het fruit de groente vers veranderen het product helemaal de kaas de suiker 20 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
21 Opdracht 19. Kunt u het in het Nederlands? Deze les ging over boodschappen doen. U hebt geleerd welke woorden en zinnen daar bij horen. U heeft leren zeggen dat iets van elkaar verschilt. En u heeft iets geleerd over de producten in de supermarkt. En nu? Kunt u boodschappen doen? En kunt u alles vinden in de supermarkt? En hoe goed kunt u vragen stellen? Kunt u dat nu goed? Of een beetje? Of nog niet zo goed? Schrijf het op. Zet een kruisje. Goed Gaat wel Niet zo goed... Weten welke producten je lang en kort kunt bewaren en welke producten je kan eten en drinken. Zeggen dat iets van elkaar verschilt Vragen stellen in de supermarkt Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
22 ANTWOORDBLAD Opdracht Fout, de suiker vind je bij de koffie en thee. De kaas ligt op de bedieningsafdeling. 2. Goed, kaas vind je op de bedieningsafdeling. 3. Fout, de melk staat bij de kassa. 4. Fout, Meneer Abeka kan de boodschappen niet makkelijk vinden. 5. Goed, de supermarkt is helemaal nieuw van binnen Opdracht Goed, Meneer Abeka wil oude kaas kopen. 2. Goed, jonge kaas kost 7 euro en oude kaas kost 14 euro per kilo. 3. Fout, Meneer Abeka koopt meer jonge dan oude kaas. 4. Fout, de kaas voor 1 euro kan je maar 1 dag bewaren. 5. Fout, Meneer Abeka doet boodschappen op 15 december Samenvatting Dit is een samenvatting van het gesprek, hierin staan de belangrijkste dingen uit het gesprek. Uw vijf zinnen kunnen anders zijn. Meneer Abeka gaat naar de supermarkt. In het eerste deel van het gesprek vraagt hij aan een medewerker waar het zout, de suiker en de kaas is. Hij kan niets vinden. De medewerker vertelt waar hij de producten kan vinden. Zij vertelt ook waarom hij niets kan vinden. Alles is veranderd in de supermarkt. Dan is meneer Abeka aan de beurt bij de bedieningsafdeling. Hij koopt kaas. Oude kaas is duur en jonge goedkoop. Daarom koopt hij een pond jonge en twee ons oude kaas. Hij koopt ook heel goedkoop twee kleine kaasjes. De medewerker zegt dat hij wel op de datum moet letten. Na de datum zijn de kaasjes niet meer goed. Opdracht Rechts 2. Bij de koffie en de thee 3. Bij de bedieningsafdeling Opdracht lekkerder 2. leuker 3. duurder 4. jonger 5. mooier 6. zieker 22 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
23 7. liever 8. gevaarlijker 9. drukker 10. leuker Opdracht Drinken 2. Drinken 3. Eten 4. Eten 5. Eten 6. Eten 7. Kort 8. Kort 9. Lang 10. Lang Opdracht 10. Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
24 Opdracht 11. Tijdschriftenafdeling Groenteafdeling Fruitafdeling Bedieningsafdeling Krant Bloemkool Appels Oude kaas Tijdschrift Broccoli Banaan Jonge kaas Boek Sla Meloen Edammer Opdracht bewaren 2. duur 3. datum 4. fruit 5. zout 6. groenten 7. veranderd Opdracht Het antwoord op de vraag van de les Die datum zegt tot welke dag de melk goed is. 24 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
25 EXTRA OEFENEN VOOR HET INBURGERINGSEXAMEN OEFENEN VOOR HET EXAMEN LUISTEREN Luister naar het gesprek van de les. Luister via en / of via Maak daarbij de vragen van opdrachten 3 en 6 en maak de oefeningen van Station Nederlands. OEFENEN VOOR HET EXAMEN SPREKEN Zoek een taalvriend, iemand die goed Nederlands spreekt. Doe opdracht 13, 14 en 15 uit deze les met uw taalvriend. OEFENEN VOOR HET EXAMEN LEZEN Voor het examen Lezen kunt u oefenen met de opdrachten 3 en 6 bij de tekst van de gesprekken uit deze les. Ook kunt u oefenen met de extra opdracht. OEFENEN VOOR HET EXAMEN SCHRIJVEN Zoek een taalvriend, iemand die goed Nederlands spreekt. Doe opdracht 6 (de samenvatting) uit deze les met uw taalvriend. Kijk voor meer informatie over het inburgeringexamen op: Maak de voorbeeldexamens. Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
26 Beginnersles 42 van Station Nederlands gaat ook over het examen. 26 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
27 Hoe leer je Nederlands? Door veel te oefenen in de praktijk. Door de lessen van Edusom te volgen op radio, tv en internet. Door met deze lesbrieven te werken. En met Station Nederlands. Kijk ook eens op Oefenen.nl. Daar vindt u programma s over taal, maar ook over rekenen, gezondheid en nog veel meer. Kijk naar AT5 en Leef & Leer. Zoek een taalvriend om spreken en schrijven te oefenen. En zoek een taalcursus om nog meer te leren. U kunt ook naar het Taalspreekuur van de OBA gaan. Veel leerplezier! Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
28 Meer oefenen? Opdracht 1 Kijk naar films van ETV. Op ETV en de website zijn veel programma s over wonen en samenleven te vinden. Doe de extra opdrachten. Opdracht 1. Bekijk het filmpje van Taalklas en geef antwoord op de vraag a. Ja. b. Nee. Het brood is achter in de winkel, links van de kaas. c. Dat is niet duidelijk. Opdracht 2. Luister naar het gesprek Streep het foute antwoord door: Als je het brood zoekt, wat kan je dan vragen? Opdracht 3. Tegenstellingen Schrijf het tegenovergestelde op. 1. voor 2. open 3. veel 4. rechts 5. daar Ken je nog een tegenstelling van open? Opdracht 4. Veel of weinig? Vul in veel of weinig. 1. Ik heb er niet van begrepen. 2. De rijst is bijna op. Er is nog maar over. 3. Het was een moeilijk verhaal. Ik heb er van begrepen. 4. Ik heb erge dorst, ik ga water drinken. Opdracht 5. Boodschappen Doe mee met het bespreken van de boodschappenlijst in het filmpje, bekijk daarna de rest van de film. 28 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
29 Opdracht 6. Lees de tekst en beantwoord de vragen. 1. Wie komen er vanavond eten? a. Anna en Julia. b. De familie. c. De buren. 2. Wat kan Julia niet vinden? a. De appels. b. De broccoli. c. De suiker. 3. Op welke afdeling liggen de appels? a. Op de groente afdeling. b. Op de fruitafdeling. c. Op de vleesafdeling. Brocoli Anna krijgt vanavond bezoek, de buren komen eten. Anna heeft al boodschappen gedaan maar is wat vergeten. Julia? Wil jij nog even naar de supermarkt? vraagt ze aan haar dochter. Anna geeft Julia het boodschappenlijstje. Daarop staat: suiker, broccoli, geraspte kaas en drie appels. Julia is in de supermarkt. Ze kan de broccoli niet vinden. Waar kan ik de broccoli vinden? vraagt ze. Bij de groenteafdeling zegt de verkoper. Julia loopt naar de groenteafdeling. Ze komt eerst langs de fruitafdeling. Daar neemt ze de appels mee. Nu gaat ze naar de kassa. Ze gaat betalen. Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
30 ANTWOORDBLAD MEER OEFENEN Opdracht 1. a. Nee. Het brood staat achter in de winkel, rechts van de kaas. Opdracht 2. Als je het brood zoekt, kun je vragen: Waar ligt het brood? Waar is het brood? Waar kan ik het brood vinden? Opdracht Voor Achter 2. Open Dicht 3. Veel Weinig 4. Rechts Links 5. Daar Hier Ken je nog een tegenstelling van open? Gesloten Opdracht Veel 2. Weinig 3. Weinig 4. Veel water Opdracht 6 1. c. De buren. 2. b. De broccoli. 3. b. Op de fruitafdeling. 30 Les 24 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA 2014
Thema In en om het huis.
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!
Nadere informatieThema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25 Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Nadere informatieLes 33. Zwangerschap
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 33. Zwangerschap Wat leert u in deze les? Informatie begrijpen over zwanger zijn. Zeggen dat u zwanger bent of dat u zich niet lekker voelt. Woorden die hetzelfde
Nadere informatieLes 4. Eten en drinken, boodschappen doen
www.edusom.nl Opstartlessen Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u iets lekker vindt of ergens van houdt. Praten over eten en drinken. Praten over boodschappen
Nadere informatieLes 35. Een nieuw paspoort
http://www.edusom.nl Thema Het stadhuis Les 35. Een nieuw paspoort Wat leert u in deze les? Informatie over het aanvragen en verlengen van uw paspoort of identiteitskaart. Vragen stellen bij het loket.
Nadere informatieLes 3. Familie, vrienden en buurtgenoten
www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes
Nadere informatieOpstartlessen. Les 1. Kennismaken
www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK
Nadere informatieThema Gezondheid. Les 5. De tandarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Bashir komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Nadere informatieLes 4. Naar de apotheek.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. Naar de apotheek. Wat leert u in deze les? Waarschuwen. Een bijsluiter lezen. Informatie vragen en om hulp vragen. Wat u kunt zeggen als u iets niet weet of
Nadere informatieThema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag
Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 30. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Informatie vragen bij een instelling. Veel succes! Deze
Nadere informatieThema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 25. Koopjes! Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over koopjes en aanbiedingen Wat gezond en veilig eten is Omgaan met briefgeld Veel succes! Deze
Nadere informatieLesbrief 14. Naar personeelszaken.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 10. Het eindgesprek. Wat leert u in deze les? Een eindgesprek voeren. Informatie vragen en geven. Het verschil tussen werk en vrijwilligerswerk. De
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het
Nadere informatieThema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang
Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven
Nadere informatieLes 2. Naar het ziekenhuis.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes!
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 12. In de pauze. Wat leert u in deze les? Iemand gelijk geven. Nee zeggen. Uw mening geven. Van twee woorden één woord maken. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Nadere informatieWat eten we vanavond?
35 35 HOOFDSTUK 3 Wat eten we vanavond? WOORDEN 1 Kies uit: jam school slager boodschappen vegetariër 1 Dorien eet geen vlees. Ze is. 2 Moniek houdt van zoet. Ze eet graag op brood. 3 Johan, ik ga naar
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert
Nadere informatieBeginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen
Beginnerslessen Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Wat leert u in deze les? Gesprekken over het inburgeringsexamen begrijpen. Welke examens bij het inburgeringsexamen horen. Waar u kunt oefenen met de
Nadere informatieThema Gezondheid. Les 3. De huisarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Bashir, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat
Nadere informatieThema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 24. Een wasmachine kopen. Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u een wasmachine wilt kopen. Zeggen hoe groot iets is. Vergelijkingen. Veel
Nadere informatieThema Op het werk. Les 15. Vrij vragen
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag
Nadere informatieLesbrief 35. AOW aanvragen.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 35. AOW aanvragen. Wat leert u in deze les? Informatie over AOW begrijpen. Uitleg vragen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Opbellen naar een bedrijf. Wat leert u in deze les? Een telefoongesprek naar een bedrijf begrijpen. Een gesprek over een advertentie begrijpen.
Nadere informatieThema Kinderen en school
http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 18. Het 10-minutengesprek. Wat leert u in deze les? Vergelijkingen maken. Zeggen hoe vaak iets gebeurt. Verkleinwoordjes. Veel succes! Deze les is
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Daarna laat Soumiya
Nadere informatieThema Nederlandse cultuur en gewoontes
http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 29. Bellen over een probleem Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over een probleem op het werk. Woorden die aangeven hoe vaak
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 10. Voor het eerst naar school
Thema Kinderen en school. Lesbrief 10. Voor het eerst naar school brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Nadere informatieThema Op het werk. Les14. Opdrachten
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Daarna
Nadere informatieThema Gezondheid. Les 2. De wachtkamer
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Bashir, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het
Nadere informatieLes 34. Meedoen in het verpleeghuis
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 34. Meedoen in het verpleeghuis Wat leert u in deze les? Informatie over de activiteiten in het verpleeghuis begrijpen Van twee woorden één lang woord maken Vragen
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Wong, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen.
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.
Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek
Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama
Nadere informatieThema In en om het huis.
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 23. Veilig verkeer Wat leert u in deze les? Hoe kinderen veilig kunnen spelen op straat Praten met de buren over de buurt en het verkeer Woorden met een
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 28. De belastingaanslag. Wat leert u in deze les? Informatie over uw inkomsten begrijpen. Informatie over uw uitgaven begrijpen.
Nadere informatieThema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. Ze belt naar een kinderdagverblijf. Is er een plaats vrij? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau.
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Naar het uitzendbureau. Wat leert u in deze les? Een gesprek bij het uitzendbureau begrijpen. Hoe je je kunt inschrijven bij het uitzendbureau. Wat u
Nadere informatieVERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN Lesbrief 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Nadere informatieThema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 28. Geld lenen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met een bank over geld lenen. Woorden en zinnen gebruiken die gaan over het
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school
Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieThema Kinderen en school. Les 18. Voor het eerst naar school
Thema Kinderen en school. Les 18. Voor het eerst naar school Taban brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek. Wat leert u in deze les? Een sollicitatiegesprek voeren. De voltooide tijd gebruiken. Vragen naar interesse stellen en
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Meneer Bashir gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten.
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieThema Gezondheid Beginnerslessen
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Beginnerslessen Les 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken.
Nadere informatieOpstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.
www.edusom.nl Opstartlessen Les 2. Wonen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken
Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.
Nadere informatieThema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 25. Een jurk ruilen. Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u een jurk gaat ruilen. Verleden tijd gebruiken. Vragen stellen. Veel succes! Deze
Nadere informatieLes 4. De fysiotherapeut.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Bashir, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij zegt
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts
Thema Gezondheid Lesbrief 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Wong, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria
Nadere informatieHerhalingsles van het thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Les 11. Herhaling Inleiding Deze les is een herhalingsles van de vier gesprekken van les 7 tot en met 10. Wat leert u in deze les? Vragen
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts
Thema Gezondheid Lesbrief 2. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Kaya, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 2 Boodschappen
Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.
Nadere informatieActielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl
http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren in de bibliotheek en op het internet Grammatica: voltooide tijd Veel succes! Deze les is
Nadere informatieThema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine?
www.edusom.nl Thema Op het werk Les 13. Hoe werkt de machine? Kofi is op het werk. Kofi moet aan de machine werken. De chef vertelt Kofi eerst hoe de machine werkt. Dan werkt Kofi met de machine. De machine
Nadere informatieThema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. Kofi gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw, Maria, gaat weer naar de winkel om over werk te
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein
Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet. Waar werkt? Wat leert u in
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag
Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt hem
Nadere informatieThema Kinderen en school.
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 20. Op het schoolplein Taban brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet Meryem. Waar
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 30. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken
Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.
Nadere informatieThema Kinderen en school
http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 20. Het adviesgesprek. Wat leert u in deze les? Advies vragen. / woorden die hetzelfde betekenen. Advies geven. / woorden die hetzelfde betekenen.
Nadere informatieLesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken
http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken Wat leert u in deze les? Waar u op kunt letten als u een nieuwe woning zoekt. Een gesprek voeren over een nieuwe woning. Uitdrukkingen!
Nadere informatieLesbrief 41. Verhuizen
http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 41. Verhuizen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over verhuizen. Zinnen maken met: als dan. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Nadere informatieLesbrief 6. Gezondheid
www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 6. Gezondheid Wat leert u in deze les? Praten met de dokter. Zinnen maken. Zeggen dat iets niet zo is. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Nadere informatiePluslessen. Les 42. Contact met elkaar. Wat leert u in deze les? Succes! 0 Een praatje beginnen met onbekenden.
http://www.edusom.nl Pluslessen Les 42. Contact met elkaar Wat leert u in deze les? 0 Een praatje beginnen met onbekenden. 0 Praten over uw persoonlijke situatie. 0 Vriendelijk zeggen wat iemand moet doen.
Nadere informatieLes 5. In het ziekenhuis.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. In het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? Een gesprek in het ziekenhuis begrijpen. Woorden omschrijven. Welke vragen u kunt stellen in het ziekenhuis. Vragen
Nadere informatieLes 1. Bij de huisarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts
Nadere informatieLesbrief 8. Een taxi bellen
www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 8. Een taxi bellen Wat leert u in deze les? Een taxi bellen. Het tegenovergestelde van dingen zeggen. Zeggen wat u mooi vindt, of waar u gek op bent. Veel succes! Deze
Nadere informatieLesbrief 36. Recepten
http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 36. Recepten Wat leert u in deze les? Een recept lezen. Vragen stellen. Een gesprek voeren over recepten. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:
Nadere informatiede andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.
Woordenlijst bij hoofdstuk 6 de aardappel Wat eten we vanavond, rijst of a? alcoholvrij zonder alcohol Graag een a bier. Ik moet nog auto rijden. de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar
Nadere informatieLesbrief 3. De fysiotherapeut.
MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij
Nadere informatieCursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel
Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel 1 Woorden 1 de appel 2 de banaan 3 het blikje 4 de boodschappen 5 de chocolade 6 de drop 7 het plakje kaas 8 de kassa 9 het nummer 1 10 het pak 11 de
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 27. Bellen over een cursus Wat leert u in deze les? Een instelling bellen om informatie te vragen over een cursus. Een brochure aanvragen.
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 11. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 7, 8, 9 en 10. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Nadere informatieLes 6. Herhaling thema.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 6. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 1, 2, 3, 4 en 5. Vragen beantwoorden. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Nadere informatieLesbrief 7. Leren & werken
www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 7. Leren & werken Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over leren en werken. Zeggen dat iets mooier of leuker is. Goede zinnen maken. Veel succes! Deze les is
Nadere informatie