Thema In en om het huis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Thema In en om het huis"

Transcriptie

1 Thema In en om het huis Lesbrief 25. Een jurk ruilen. Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u een jurk gaat ruilen. Verleden tijd gebruiken. Vragen stellen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en Gemeente Amsterdam

2 HET GESPREK Opdracht 1. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren via de website. HET GESPREK DEEL 1. Tuma en Joke zijn nog in de stad. Joke wil naar een andere winkel. Ga je nog even mee naar V & D? Tuma: Ja hoor, wat moet je daar doen? Ik wil even iets ruilen. Ik heb een paar weken geleden een jurk gekocht, voor dat feestje, weet je wel. Tuma: O, voor dat feest van je broer, van vorige week? Ja, ik had die jurk speciaal voor dat feest gekocht. En toen ik hem vorige week voor het eerst aan deed, nou, toen was de rits kapot. Tuma: Jeetje, dat is ook wat! Ja, want toen kon ik hem dus niet aantrekken. En toen moest ik iets anders aan doen. Tuma: Wat vervelend, zeg! Ja, dat kun je wel zeggen. Joke praat met een medewerker Medewerker1: Medewerker1: Goedemiddag, ik wil iets ruilen. Dan moet u bij de Klantenservice zijn. Waar is dat precies? Op de 2e verdieping. Oké, bedankt. Medewerker2: Medewerker2: Medewerker2: Medewerker2: Hallo, ik wil deze jurk graag ruilen. De rits is kapot. Ja, ik zie het. Heeft u de bon nog? Ja hoor, alstublieft. Eens even kijken,, U heeft deze jurk op 18 augustus gekocht en vandaag is het, eh, 10 september. Dat is ruim 3 weken geleden! Ja, dat klopt Maar u moet binnen 14 dagen ruilen, kijk maar, dat staat ook op de bon. Ja, dat weet ik. Maar ik heb de jurk speciaal voor En het prijskaartje zit ook niet meer aan de jurk. Ja, inderdaad. 2

3 DE WOORDEN Opdracht 2. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 2. Zet er een streep onder. U kunt de woorden ook beluisteren via de les op internet. Speciaal Iets wat speciaal is, lijkt niet op iets anders. Het is niet gewoon. Voorbeeld: Deze cursus op de radio is speciaal voor Somaliërs en Ghanezen. De rits Met de rits van een jas kun je de jas dichtmaken. Voorbeeld: De rits van mijn tas is stuk. Nu kan mijn tas niet dicht. De bon Een bon is een stukje papier. Er staat op wat je voor iets betaald hebt. Voorbeeld: Ik bewaar altijd de bon als ik boodschappen heb gedaan. Dan weet ik hoeveel geld ik heb uitgegeven. Binnen twee weken Voorbeeld: U mag deze jas binnen twee weken ruilen. Daarna mag het niet meer. Het prijskaartje Een prijskaartje is een stukje papier waarop staat hoeveel iets kost. Voorbeeld: Deze tas kost 25 euro. Dat staat op het prijskaartje. Tip woorden leren Leer een woord in een zin. Dan kunt u de woorden makkelijker gebruiken. 3

4 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 3. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje. 1. Joke wil iets ruilen bij de V&D. Goed Fout 2. Tuma zag dat de rits van de jurk kapot was. 3. Joke kan haar jurk ruilen bij de kassa. 4. Joke wil de jurk ruilen omdat hij niet mooi is. 5. Het prijskaartje zit niet meer aan de jurk. Bekijk de antwoorden op p

5 HET GESPREK Opdracht 4. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren via de website. HET GESPREK DEEL 2 Het gesprek in de winkel gaat verder. Medewerker2: Medewerker2: Tuma: Medewerker2: Tuma: Medewerker2: Tuma: Tuma: Medewerker2: Tuma: Het spijt me, dan kunnen we niet ruilen. Maar mag ik het even uitleggen? Ik heb die jurk namelijk speciaal voor een feestje gekocht. En dat feestje was dus afgelopen zaterdag. Toen heb ik natuurlijk het prijskaartje van de jurk gehaald en hem voor het eerst aangetrokken. En toen pas merkte ik dat die rits niet in orde was. En daarom kom ik nu pas terug met die jurk. Begrijpt u? Ja, ik begrijp het, maar het spijt me. Ik kan niets voor u doen. Ruilen kan alleen binnen 14 dagen en het prijskaartje moet er nog bij zijn. Regels zijn nou eenmaal regels. Nou ja, zeg, dat vind ik echt belachelijk! Maar meneer, ze heeft die jurk speciaal voor een feest gekocht en daarom Ja, dat kan iedereen wel zeggen. Maar het is echt waar! Nou ja.goed dan, ik zal even gaan overleggen, een ogenblikje alstublieft. Misschien krijg je toch wel je geld terug. Nou, ik geloof er niets van, wat een akelige man, zeg! Wacht nou maar even, wie weet. Dames, ik heb het even overlegd. En voor deze ene keer maken we een uitzondering. U kunt kijken of er misschien een andere jurk hangt die u mooi vindt, voor hetzelfde bedrag natuurlijk. En anders krijgt u een tegoedbon. We kunnen helaas u het geld niet teruggeven. Nou, dit is toch ook fijn, vind je niet, Joke? Mm. 5

6 DE WOORDEN Opdracht 5. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 5. Zet er een streep onder. Tip: U kunt de woorden ook beluisteren via de les op internet. De regel Een regel is een afspraak tussen mensen over wat wel en niet mag. Een regel is bijvoorbeeld: je mag niet fietsen op de stoep. Voorbeeld: Je mag in deze winkel alleen iets ruilen met een bon. Dat is de regel. De tegoedbon Een tegoedbon is een stukje papier waarop staat dat u iets anders in de winkel mag kopen. Voorbeeld: U krijgt geen geld terug, maar u krijgt een tegoedbon. Dan kunt u iets anders kopen in onze winkel. De uitzondering Een uitzondering is iets dat anders is dan normaal. Voorbeeld: Vandaag was ik te laat op mijn werk. Maar dat is een uitzondering, meestal ben ik op tijd. 6

7 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 6. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje. 1. De medewerker wil de jurk eerst niet ruilen. Goed Fout 2. Joke had de jurk gekocht voor Tuma. 3. Tuma probeert Joke te helpen. 4. De medewerker gaat even overleggen. 5. Joke krijgt haar geld terug. Bekijk de antwoorden op p

8 HET GESPREK Opdracht 7. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren via de website. HET GESPREK DEEL 3. Joke en Tuma lopen de winkel uit. Tuma: Tuma: Jee, hier ben ik echt blij mee! Ja, het is een hartstikke leuke jurk! ja, hè en die kleur Ja, prachtig. Ja, ik vond die andere toch al niet zo mooi! Deze staat me echt veel beter! En die andere jurk paste me eigenlijk ook niet zo goed. DE WOORDEN Opdracht 8. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 8. Zet er een streep onder. Tip: U kunt de woorden ook beluisteren via de les op internet. Het staat je goed Als een jurk je goed staat, dan zie je er leuk uit als je die jurk aan hebt. Voorbeeld: Wat een leuke jas heb je aan! Hij staat je heel goed. Passen Als je een jas past, dan trek je de jas aan en kijk je of hij goed zit. Voorbeeld: Ik ga die jurk even passen. Dan kan ik zien of hij niet te groot of te klein is. 8

9 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 9. Klopt dat? Schrijf op Ja, dat klopt of Nee, dat klopt niet. 1. Als je een broek hebt gekocht en de rits is na twee dagen stuk, dan mag je de broek ruilen. Klopt dat? 2. Als je iets wilt ruilen, dan moet je naar de Klantenservice. Klopt dat? 3. Als je iets gaat ruilen, dan moet je de kassabon meenemen. Klopt dat? 4. Als je iets gaat ruilen, dan moet je dat altijd de volgende dag doen. Klopt dat? 5. Als je kleding gaat ruilen, dan moet het prijskaartje nog aan de kleren zitten. Klopt dat? 6. Als je iets gaat ruilen, dan krijg je altijd je geld terug. Klopt dat? Bekijk de antwoorden op p

10 Samenvatting Schrijf in vijf zinnen op waar het gesprek over gaat. Let op: schrijf dus alleen het belangrijkste op! Bekijk de antwoorden op p

11 GRAMMATICA Opdracht 10. Verleden tijd. Je kunt praten over NU, over VANDAAG. Bijvoorbeeld: Ik woon nu in Den Haag. Je kunt ook praten over het VERLEDEN: gisteren, vorige week, drie jaar geleden. Bijvoorbeeld: Vroeger woonde ik in Accra. Kijk naar het voorbeeld. Voorbeeld: - Ik heb een hele leuke baan. Twee jaar geleden had ik een hele leuke baan. - Ik ben ziek. Vorige week was ik ziek. Nu zelf. Maak een zin in het verleden. 1. Ik luister. Vorige week 2. Ik ruil een trui. Gisteren 3. Mijn dochter leert Spaans. Een paar jaar geleden 4. De wasmachine is in de aanbieding. Laatst 5. Mijn dochter is op schoolreisje. Vorige maand 6. De man in de garage keurt de auto. Afgelopen week 7. Ik probeer je te helpen. Vorig jaar 8. Ik leer een heleboel Nederlandse woorden. Het afgelopen jaar 11

12 SPREKEN Bekijk de antwoorden op p. 22. Opdracht 11. Beleefd vragen stellen. Je kunt een vraag beleefder maken door er een woordje bij te zeggen. Woorden die een vraag beleefd maken zijn: misschien, zou, soms, even. Voorbeeld: - Mag ik deze jurk ruilen? - Mag ik deze jurk misschien ruilen? 1. Mag ik de kassabon? U kunt ook zeggen: - Mag ik misschien even de kassabon? - Zou ik de kassabon mogen hebben? 2. Mag ik wat vragen? U kunt ook zeggen: - Mag ik misschien even wat vragen? - Zou ik even wat mogen vragen? 3. Kan ik mijn rekening over twee maanden betalen? U kunt ook zeggen: - Zou ik mijn rekening over twee maanden kunnen betalen? - Kan ik mijn rekening misschien over twee maanden betalen? 4. Kan ik deze jurk passen? U kunt ook zeggen: - Zou ik deze jurk mogen passen? - Kan ik deze jurk misschien even passen? 5. Kunt u mij een folder met tips opsturen? U kunt ook zeggen: - Kunt u mij misschien een folder met tips opsturen? - Zou u mij een folder met tips kunnen opsturen? 6. Mag ik wat vragen over mijn belastingaanslag? U kunt ook zeggen: - Mag ik misschien wat vragen over mijn belastingaanslag? - Zou ik wat mogen vragen over mijn belastingaanslag? 7. Mag ik je storen? - Mag ik je even storen? - Zou ik je even mogen storen? 8. Weet u waar ik mijn rijbewijs kan verlengen? U kunt ook zeggen: - Weet u soms waar ik mijn rijbewijs kan verlengen? - Weet u misschien waar ik mijn rijbewijs kan verlengen? 12

13 SCHRIJVEN Opdracht 12. Wat hoort waarbij? Trek lijntjes tussen de woorden en het plaatje. Jurk Prijskaartje Rits Bekijk de antwoorden op p

14 DE WOORDEN Opdracht 13. Ruilen. Soms heeft u iets gekocht dat u later wilt ruilen. In de meeste winkels zijn er regels voor het ruilen. Lees de regels van de Winkel van Sinkel. DE WINKEL VAN SINKEL 1. Ruilen kan alleen met een bon. 2. Ruilen kan alleen in het filiaal waar de kleding gekocht is. 3. Ruilen kan alleen binnen 4 weken. 4. Bij ruilen wordt geen geld teruggegeven. De klant kan een tegoedbon ontvangen die geldig is in onze winkel. 5. Kleding die beschadigd is door de klant zal niet worden teruggenomen. 6. Kleding in de uitverkoop of in de aanbieding kan niet worden geruild. Goed of fout? Kijk naar het voorbeeld. Voorbeeld: De winkel heet De winkel van Sinkel. Goed / Fout. 1. Ruilen kan ook zonder een bon. Goed / Fout 2. In een andere Winkel van Sinkel kunt u de kleding ook ruilen. Goed / Fout 3. Ruilen kan alleen als u binnen vier weken langs komt. Goed / Fout 4. Als u iets wilt ruilen dan krijgt u uw geld terug. Goed / Fout 5. Kleding die u heeft gekocht maar al kapot was, kunt u ruilen. Goed / Fout 6. Kleding die u in de uitverkoop gekocht heeft kunt u niet ruilen. Goed / Fout Bekijk de antwoorden op p

15 DE WOORDEN Opdracht 14. Ruilen. U heeft iets gekocht via internet en u wilt het ruilen. Bij de Winkel van Sinkel kunt u dan een formulier invullen. Lees het verhaal. Uw naam is Ayaan Osman en u bent 34 jaar. U heeft vorige week samen met uw zus een leuke trui gekocht via internet bij de Winkel van Sinkel. U had de trui speciaal gekocht voor uw vakantie. U heeft de trui besteld en uw ordernummer was Na drie dagen werd de trui bij u thuis bezorgd op de Postjesweg 342 in Amsterdam. U ging de trui gelijk passen. De trui was alleen veel te groot. U had de verkeerde maat besteld. Daarom wilt u de trui nu ruilen en een nieuwe trui kopen in een kleinere maat. U wilt de trui hebben in maat S en uw zus zegt dat u dat niet moet vergeten op het formulier te schrijven bij toelichting. Vul nu het formulier in. Ruilen / Retour formulier Naam: Adres: Ordernummer:.. Reden van ruilen / retour:. Indien van toepassing: Ruilen voor een andere kleur Ruilen voor een andere maat Ruilen voor een ander kledingstuk Toelichting:... Bekijk de antwoorden op p

16 SPREKEN Spreek samen! Doe samen met uw Taalvriend de spreekopdrachten. Lees samen. De een leest A, de ander B. Opdracht 16. Lees samen met uw taalvriend: A Wat zie je er leuk uit! Wat zie je er leuk uit! B Vind je? Dank je! Vind je? Dank je! A Die jas staat je goed! Die jas staat je goed! B En hoe vind je mijn hoed? En hoe vind je mijn hoed? A Staat je leuk! Is hij nieuw? Staat je leuk! Is hij nieuw? B Hij was in de uitverkoop. Hij was in de uitverkoop. A Die kleur staat je goed. Die kleur staat je goed. B Vind je dat echt? Vind je dat echt? A A Ja, echt! Heel mooi! Ja, echt! Heel mooi! Ik vind er niks aan! Ik vind er niks aan! B O nee, wat dan? O nee, wat dan? 16

17 A Ik vind hem te warm, te dik en te donker. Ik vind hem te warm, te dik en te donker. Misschien is het wat voor jou? Misschien is het wat voor jou? B Voor mij? Ga weg! Voor mij? Ga weg! A Het is echt jouw kleur! Het is echt jouw kleur! Zet hem ns op Zet hem ns op B Wat vreselijk! Geen gezicht! Wat vreselijk! Geen gezicht!?? VRAAG VAN DE LES?? Wat is een tegoedbon? 17

18 LEZEN Opdracht 17. Lees. DE INFORMATIE. Iets ruilen. Soms kun je veel spijt hebben van iets dat je hebt gekocht. Je hebt bijvoorbeeld een broek gekocht, maar de broek staat toch niet zo leuk als in de winkel. Of als de nieuwe tafel die je gekocht hebt toch niet bij de andere meubels staat. Als je spijt hebt van een aankoop, dan mag je die meestal ruilen. Ruilen moet altijd binnen een bepaalde tijd. Meestal moet je binnen een of twee weken terug naar de winkel met de kassabon. Bij kleding moet het prijskaartje er nog aan zitten. Je kunt het artikel dan ruilen tegen een ander artikel of je krijgt je geld terug. Sommige winkels geven een tegoedbon. Dan kun je iets anders in de winkel kopen voor hetzelfde bedrag. Bij grote winkels mag je bijna altijd iets ruilen. Bij kleine winkels en op de markt, moet je het altijd even van tevoren vragen. Want een bedrijf is dat niet verplicht. Eigenlijk is het zo dat gekocht = gekocht. Maar vaak staat op de kassabon dat je wel iets mag ruilen. Als je een groot artikel koopt, bijvoorbeeld een wasmachine, dan kun je in de leveringsvoorwaarden lezen hoe lang je het apparaat mag ruilen. In die leveringsvoorwaarden staan verschillende dingen, bijvoorbeeld dat als je een tv bestelt dat hij binnen 3 maanden geleverd moet worden. Of dat een wasmachine binnen 2 maanden betaald moet zijn. Of dat je een jaar garantie hebt op een tv. Weet je niet zeker wat de leveringsvoorwaarden zijn en of je een artikel mag ruilen? Vraag het dan van tevoren. Bij veel artikelen kun je aan de buitenkant niet zien of ze goed zijn. Soms blijkt iets pas niet goed te zijn, nadat je het een paar keer hebt gebruikt. Daarom krijg je garantie op bepaalde artikelen. Je koopt bijvoorbeeld een nieuwe wasmachine, met een jaar garantie. Als de wasmachine binnen een jaar kapot gaat, dan moet de winkel de wasmachine gratis repareren. Als de wasmachine niet meer gemaakt kan worden, dan heb je recht op een nieuwe wasmachine. 18

19 TIP VAN DE WEEK 1 Als u iets in een winkel wilt ruilen, zeg dan: Ik wil deze broek graag ruilen, want de rits is kapot. Mag ik dit boek ruilen? Ik heb het al. Zou ik deze trui mogen ruilen? Kan ik mijn geld terugkrijgen of krijg ik een tegoedbon? Mag ik deze lamp misschien ruilen? Ik vind hem niet mooi. Waar kan ik dit ruilen? TIP VAN DE WEEK 1 Kleren kopen? Bekijk de aanbiedingen! Als u kleren moet kopen voor uw kinderen of voor u zelf, bekijk dan de reclamefolders uit de brievenbus. Kijk naar de aanbiedingen. In sommige winkels is de kleding heel voordelig! Lees de folders goed. Bekijk de kleding. Kent u alle woorden in de folder? Leer de woorden. PRAKTIJK Opdracht 18. Kijk in de praktijk. PRAKTIJKOPDRACHT INFORMATIE VRAGEN IN EEN WINKEL Als u de komende week iets koopt in een winkel, vraag dan wat u moet doen als u het wilt ruilen, bijvoorbeeld als u een trui koopt of een cd. Bijvoorbeeld: Mag ik dit ruilen? Binnen hoeveel dagen moet ik het ruilen? Krijg je geld terug of een tegoedbon? Moet je een kassabon bij je hebben? Bedenk van tevoren wat u wilt vragen aan de verkoper. Praat duidelijk en rustig. Vraag uitleg als u iets niet goed begrijpt. Onthoud de informatie. 19

20 HOE GAAT HET? Opdracht 19. Kent u de woorden? Kruis aan. Speciaal De rits De bon Binnen twee weken Het prijskaartje De regel De tegoedbon De uitzondering Het staat je goed Passen Opdracht 20. Kunt u het in het Nederlands? Deze les ging over een jurk ruilen. U heeft geleerd wat u kunt zeggen als u uw jurk wilt ruilen en om beleefd vragen te stellen. Ook heeft u geleerd hoe u iets kunt zegen in de verleden tijd. En u? Kunt u beleefd iets vragen en de verleden tijd gebruiken? En weet u wat u moet zeggen als u een jurk gaat ruilen? Kunt u dat nu goed? Of een beetje? Of nog niet zo goed? Schrijf het op. Zet een kruisje. Goed Gaat wel Niet zo goed... Ik kan een jurk ruilen en weet wat ik moet zeggen. Ik kan beleefd vragen stellen. Ik kan de verleden tijd gebruiken. 20

21 ANTWOORDBLAD Opdracht Goed, Joke wil iets ruilen bij de V&D. 2. Fout, Joke zag dat de rits kapot was. 3. Fout, bij de klantenservice kan Joke haar jurk ruilen. 4. Fout, Joke wil de jurk ruilen omdat de rits kapot is. 5. Goed, het prijskaartje zit niet meer aan de jurk. Opdracht Goed, de medewerker wil de jurk eerst niet ruilen. 2. Fout, Joke had de jurk speciaal gekocht voor een feestje. 3. Goed, Tuma probeert Joke te helpen. 4. Goed, de medewerker gaat even overleggen. 5. Fout, Joke krijgt een tegoedbon. Opdracht Ja, dat klopt. Als iets al snel kapot is, dan mag u het ruilen. 2. Ja, dat klopt. In een grote winkel moet je naar de Klantenservice gaan. In een kleine winkel kun je gewoon naar de kassa gaan. 3. Ja, dat klopt. Je moet altijd de bon meenemen. 4. Nee, dat klopt niet. Je hebt meestal wel iets langer de tijd om iets te ruilen. Vaak staat op de kassabon hoe lang. Het verschilt per winkel. 5. Ja, dat klopt. Het prijskaartje moet nog aan de kleren zitten. 6. Nee, dat klopt niet. Soms krijg je je geld terug en soms krijg je een tegoedbon. Samenvatting Let op! Dit is een samenvatting van het gesprek, hierin staan de belangrijkste dingen uit het gesprek. Uw vijf zinnen kunnen anders zijn! Joke, de buurvrouw van Muna, heeft een paar weken geleden een jurk gekocht voor een feest. Toen ze de jurk vorige week voor het eerst aandeed, bleek dat de rits kapot was. Nu wil ze de jurk ruilen. Ze gaat samen met Muna naar de Klantenservice van de winkel. Ze vertelt dat ze de jurk wil ruilen omdat de rits stuk is. De man van de Klantenservice vraagt of ze de kassabon nog heeft. Joke heeft die bon goed bewaard en geeft hem aan de man. De man zegt dat de jurk een paar weken geleden gekocht is en dat Joke de jurk binnen 2 weken had moeten ruilen. En het prijskaartje zit ook niet meer aan de jurk. Joke legt uit hoe het komt dat ze nu pas de jurk komt ruilen en waarom het prijskaartje er niet meer aan zit. De man zegt dat hij niets voor haar kan doen, want je moet binnen 2 weken ruilen. Dat is de regel. Joke wordt een beetje boos, maar Muna legt het nog een keer uit. Daarna gaat de man van de Klantenservice het probleem met iemand overleggen. Als hij terug komt heeft hij goed nieuws. Joke mag een andere jurk voor hetzelfde bedrag uitkiezen of ze kan een tegoedbon krijgen. Hij kan haar niet haar geld teruggeven. Joke kiest een andere jurk uit en is daar heel blij mee. 21

22 Opdracht luisterde ik. 2. ruilde ik een trui. 3. leerde mijn dochter Spaans. 4. was de wasmachine in de aanbieding. 5. was mijn dochter op schoolreisje. 6. werd mijn auto gekeurd. 7. probeerde ik je te helpen. 8. leerde ik een heleboel Nederlandse woorden. Opdracht 12. Jurk Prijskaartje Rits Opdracht Fout 2. Fout 3. Goed 4. Fout 5. Goed 6. Goed 22

23 Opdracht 14. Ruilen / Retour formulier Naam: Ayaan Osman Adres: Postjesweg 342, Amsterdam Ordernummer: 5251 Reden van ruilen / retour: De trui is te groot of De maat is niet goed. Indien van toepassing: Ruilen voor een andere kleur Ruilen voor een andere maat Ruilen voor een ander kledingstuk Toelichting: Ik wil de trui graag ruilen voor een kleinere maat. Graag wil ik een trui in maat S terug. Vraag van de les: Een tegoedbon is een stuk papier waarop een bedrag staat, bijvoorbeeld 20 euro. Voor dat bedrag kunt u iets in de winkel kopen. Als u iets gaat ruilen in een winkel, dan mag u iets nieuws uitzoeken. Als u niets nieuws kan vinden, dan krijgt u een tegoedbon voor hetzelfde bedrag. Met de tegoedbon kunt u dan een andere keer iets in de winkel kopen. 23

24 Hoe leer je Nederlands? Door veel te oefenen in de praktijk. Door de lessen van Edusom te volgen op radio, tv en internet. Door met deze lesbrieven te werken. En met Station Nederlands. Kijk ook eens op Leef & Leer. En op Oefenen.nl. Daar vindt u programma s over taal, maar ook over rekenen, gezondheid en nog veel meer. Zoek een taalvriend om spreken en schrijven te oefenen. Een taalvriend is iemand die goed Nederlands spreekt. Een vriend. Of misschien iemand van uw werk. Of uw buurman. Het is handig als u een taalvriend heeft om samen de oefeningen mee te doen En zoek een taalcursus om nog meer te leren. U kunt ook naar het Taalspreekuur van de OBA gaan. Veel leerplezier! Kijk naar films van ETV Op de website ETV.nl vindt u films die gaan over dingen kopen: Ook vindt u films die gaan over rekeningen en geld. 24

25 Opdracht 1. Bekijk de film van het programma Taalklas op: Opdracht 2. Beantwoord de vragen. 1. Waarom geeft de verkoopster Maya haar geld niet terug?. 2. Maya ziet een mooie rok, wat vraagt Maya aan de verkoopster over de rok? Wat moet u meenemen als u iets wilt ruilen?. Opdracht 3. Doe mee met de oefening. Bruin hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. De maat hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. Oranje hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. De rok hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. Ruilen hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. Groen hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. Passen hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. Het T-shirt hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. Zwart hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. De broek hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. 25

26 Opdracht 4. De trui is te groot hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. Mag ik de trui ruilen? hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. Heeft u de bon? hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. Kan ik de groene rok ruilen? hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. Kan ik de trui terugbrengen? hoort bij plaatje 1 / plaatje 2 / plaatje 3. Bekijk nu de rest van de film. En doe mee met de oefeningen! 26

27 ANTWOORDEN EXTRA OEFENEN Opdracht Waarom geeft de verkoopster Maya haar geld niet terug? Maya heeft de bon niet bij zich. 2. Maya ziet een mooie rok, wat vraagt Maya aan de verkoopster over de rok? - Van welke stof is de rok gemaakt? - Kan ik de rok in de wasmachine doen? - Weet u misschien hoe duur de rok is? 3.Wat moet u meenemen als u iets wilt ruilen? De bon Opdracht 3. Bruin hoort bij plaatje 3 De maat hoort bij plaatje 1 Oranje hoort bij plaatje 2 De rok hoort bij plaatje 1 Ruilen hoort bij plaatje 2 Groen hoort bij plaatje 1 Passen hoort bij plaatje 3 Het T-shirt hoort bij plaatje 2 Zwart hoort bij plaatje 1 De broek hoort bij plaatje 3 Opdracht 4. De trui is te groot hoort bij plaatje 1 Mag ik de trui ruilen? hoort bij plaatje 3 Heeft u de bon? hoort bij plaatje 1 Kan ik de groene rok ruilen? hoort bij plaatje 1 Kan ik de trui terugbrengen? hoort bij plaatje 2 27

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN http://www.edusom.nl Thema In en om het huis VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN Lesbrief 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 24. Een wasmachine kopen. Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u een wasmachine wilt kopen. Zeggen hoe groot iets is. Vergelijkingen. Veel

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 28. De belastingaanslag. Wat leert u in deze les? Informatie over uw inkomsten begrijpen. Informatie over uw uitgaven begrijpen.

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 30. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het

Nadere informatie

Lesbrief 35. AOW aanvragen.

Lesbrief 35. AOW aanvragen. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 35. AOW aanvragen. Wat leert u in deze les? Informatie over AOW begrijpen. Uitleg vragen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den

Nadere informatie

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Opbellen naar een bedrijf. Wat leert u in deze les? Een telefoongesprek naar een bedrijf begrijpen. Een gesprek over een advertentie begrijpen.

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

Thema Kinderen en school

Thema Kinderen en school http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 18. Het 10-minutengesprek. Wat leert u in deze les? Vergelijkingen maken. Zeggen hoe vaak iets gebeurt. Verkleinwoordjes. Veel succes! Deze les is

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 29. Bent u goed verzekerd? Wat leert u in deze les? Informatie begrijpen over verzekeringen. Van één woord twee woorden maken. Verleden

Nadere informatie

Thema In en om het huis.

Thema In en om het huis. http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 23. Een praatje met de buren. Wat leert u in deze les? Een praatje maken met de buren. Informatie over een rijbewijs begrijpen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 27. De vakopleiding. Wat leert u in deze les? Praten over het verleden, het heden en de toekomst. Een gesprek voeren met de studieadviseur.

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 30. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Informatie vragen bij een instelling. Veel succes! Deze

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK

Nadere informatie

Les 35. Een nieuw paspoort

Les 35. Een nieuw paspoort http://www.edusom.nl Thema Het stadhuis Les 35. Een nieuw paspoort Wat leert u in deze les? Informatie over het aanvragen en verlengen van uw paspoort of identiteitskaart. Vragen stellen bij het loket.

Nadere informatie

Les 33. Zwangerschap

Les 33. Zwangerschap http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 33. Zwangerschap Wat leert u in deze les? Informatie begrijpen over zwanger zijn. Zeggen dat u zwanger bent of dat u zich niet lekker voelt. Woorden die hetzelfde

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek. Wat leert u in deze les? Een sollicitatiegesprek voeren. De voltooide tijd gebruiken. Vragen naar interesse stellen en

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 28. Geld lenen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met een bank over geld lenen. Woorden en zinnen gebruiken die gaan over het

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 10. Het eindgesprek. Wat leert u in deze les? Een eindgesprek voeren. Informatie vragen en geven. Het verschil tussen werk en vrijwilligerswerk. De

Nadere informatie

Les 2. Naar het ziekenhuis.

Les 2. Naar het ziekenhuis. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes!

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Wong, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen.

Nadere informatie

Les 4. Naar de apotheek.

Les 4. Naar de apotheek. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. Naar de apotheek. Wat leert u in deze les? Waarschuwen. Een bijsluiter lezen. Informatie vragen en om hulp vragen. Wat u kunt zeggen als u iets niet weet of

Nadere informatie

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Beginnerslessen Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Wat leert u in deze les? Gesprekken over het inburgeringsexamen begrijpen. Welke examens bij het inburgeringsexamen horen. Waar u kunt oefenen met de

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 22. De rekening. Wat leert u in deze les? Advies vragen. Advies geven. Waarom-vragen beantwoorden met omdat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau.

Thema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau. http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Naar het uitzendbureau. Wat leert u in deze les? Een gesprek bij het uitzendbureau begrijpen. Hoe je je kunt inschrijven bij het uitzendbureau. Wat u

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw, Maria, gaat weer naar de winkel om over werk te

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze.

Thema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 12. In de pauze. Wat leert u in deze les? Iemand gelijk geven. Nee zeggen. Uw mening geven. Van twee woorden één woord maken. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Meneer Bashir gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt hem

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel

Nadere informatie

Thema Kinderen en school

Thema Kinderen en school http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 20. Het adviesgesprek. Wat leert u in deze les? Advies vragen. / woorden die hetzelfde betekenen. Advies geven. / woorden die hetzelfde betekenen.

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25 Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten www.edusom.nl Thema Op het werk. Les14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Daarna

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Les 1. Bij de huisarts

Les 1. Bij de huisarts http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 29. Bellen over een probleem Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over een probleem op het werk. Woorden die aangeven hoe vaak

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen

Nadere informatie

Lesbrief 37. Aangifte doen bij politie

Lesbrief 37. Aangifte doen bij politie http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 37. Aangifte doen bij politie Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u aangifte gaat doen. De voltooide tijd. Praten over iets dat gestolen is. Veel

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.

Nadere informatie

Les 5. In het ziekenhuis.

Les 5. In het ziekenhuis. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. In het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? Een gesprek in het ziekenhuis begrijpen. Woorden omschrijven. Welke vragen u kunt stellen in het ziekenhuis. Vragen

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts Thema Gezondheid Lesbrief 2. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Kaya, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 11. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 7, 8, 9 en 10. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts Thema Gezondheid Lesbrief 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Wong, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Les 34. Een afspraak bij de GGD.

Thema Gezondheid. Les 34. Een afspraak bij de GGD. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 34. Een afspraak bij de GGD. Wat leert u in deze les? Informatie over vaccinaties begrijpen. Hoe u een afspraak kunt maken bij de GGD. Veel succes! Deze les is

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 24. Boodschappen doen in de supermarkt Wat leert u in deze les? Welke zinnen en woorden u kunt gebruiken tijdens het boodschappen doen. Welke producten

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Bashir komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine? www.edusom.nl Thema Op het werk Les 13. Hoe werkt de machine? Kofi is op het werk. Kofi moet aan de machine werken. De chef vertelt Kofi eerst hoe de machine werkt. Dan werkt Kofi met de machine. De machine

Nadere informatie

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Les 11. Herhaling Inleiding Deze les is een herhalingsles van de vier gesprekken van les 7 tot en met 10. Wat leert u in deze les? Vragen

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.

Nadere informatie

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl http://www.edusom.nl Actielessen Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Nieuwe woorden Grammatica: werkwoorden in de verleden tijd Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl

Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren in de bibliotheek en op het internet Grammatica: voltooide tijd Veel succes! Deze les is

Nadere informatie

Lesbrief 6. Gezondheid

Lesbrief 6. Gezondheid www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 6. Gezondheid Wat leert u in deze les? Praten met de dokter. Zinnen maken. Zeggen dat iets niet zo is. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

Thema Kinderen en school

Thema Kinderen en school http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 19. Lid worden van een club. Wat leert u in deze les? Hoe u lid kunt worden van een club. Vragen beantwoorden. Zeggen hoe vaak iets gebeurt. De toekomende

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar

Nadere informatie

Lesbrief 1. Bij de huisarts

Lesbrief 1. Bij de huisarts Thema Gezondheid Lesbrief 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts beantwoorden. Veel

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Les 3. De huisarts

Thema Gezondheid. Les 3. De huisarts http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Bashir, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat

Nadere informatie

Pluslessen. Les 42. Contact met elkaar. Wat leert u in deze les? Succes! 0 Een praatje beginnen met onbekenden.

Pluslessen. Les 42. Contact met elkaar. Wat leert u in deze les? Succes!  0 Een praatje beginnen met onbekenden. http://www.edusom.nl Pluslessen Les 42. Contact met elkaar Wat leert u in deze les? 0 Een praatje beginnen met onbekenden. 0 Praten over uw persoonlijke situatie. 0 Vriendelijk zeggen wat iemand moet doen.

Nadere informatie

Les 34. Meedoen in het verpleeghuis

Les 34. Meedoen in het verpleeghuis http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 34. Meedoen in het verpleeghuis Wat leert u in deze les? Informatie over de activiteiten in het verpleeghuis begrijpen Van twee woorden één lang woord maken Vragen

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. Kofi gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef

Nadere informatie

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Lesbrief 11. Herhaling Inleiding Deze les is een herhalingsles van de vier gesprekken van het thema. Wat leert u in deze les? Vragen naar werk. Je voorstellen.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen

Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. Bij de specialist.

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. Bij de specialist. Thema Gezondheid Lesbrief 3. ij de specialist. Wat leert u in deze les? Een omschrijving geven. Een gesprek voeren met de specialist. dvies vragen. Iets afraden. Veel succes! Deze lesbrief is ontwikkeld

Nadere informatie

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten Woordenlijst bij hoofdstuk 7 Deel 1 aanhebben (kleren) dragen Hij h een warme trui a, want het is koud. afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. Bij de specialist.

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. Bij de specialist. Thema Gezondheid Lesbrief 3. ij de specialist. Wat leert u in deze les? Een omschrijving geven. Een gesprek voeren met de specialist. dvies vragen. Iets afraden. Veel succes! Deze lesbrief is ontwikkeld

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. www.edusom.nl Opstartlessen Les 2. Wonen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Daarna laat Soumiya

Nadere informatie

Lesbrief 41. Verhuizen

Lesbrief 41. Verhuizen http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 41. Verhuizen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over verhuizen. Zinnen maken met: als dan. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

Actielessen. Lesbrief 4. Samen op pad. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl

Actielessen. Lesbrief 4. Samen op pad. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 4. Samen op pad Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren op het internet Grammatica: werkwoorden met zich Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet. Waar werkt? Wat leert u in

Nadere informatie

Lesbrief 3. De fysiotherapeut.

Lesbrief 3. De fysiotherapeut. MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij

Nadere informatie

Lesbrief 38. Aangifte doen van geboorte

Lesbrief 38. Aangifte doen van geboorte http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 38. Aangifte doen van geboorte Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u aangifte gaat doen van een geboorte. Woorden van bezit. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel geleerd

Nadere informatie

Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken

Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken Wat leert u in deze les? Waar u op kunt letten als u een nieuwe woning zoekt. Een gesprek voeren over een nieuwe woning. Uitdrukkingen!

Nadere informatie

Lesbrief 4. Naar de apotheek.

Lesbrief 4. Naar de apotheek. Thema Gezondheid Lesbrief 4. Naar de apotheek. Wat leert u in deze les? Waarschuwen. Een bijsluiter lezen. Informatie vragen en om hulp vragen. Wat u kunt zeggen als u iets niet weet of begrijpt. Veel

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Extra spreekopdrachten 1 tot en met 6

Hoofdstuk 6 Extra spreekopdrachten 1 tot en met 6 Hoofdstuk 6 Extra spreekopdrachten 1 tot en met 6 Uw antwoorden bij de opdrachten 1 tot en met 6 moeten kort zijn. U hebt 20 seconden spreektijd. Soms staan er plaatjes of een stukje tekst bij de opdracht.

Nadere informatie