Thema In en om het huis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Thema In en om het huis"

Transcriptie

1 Thema In en om het huis Les 22. De rekening. Wat leert u in deze les? Advies vragen. Advies geven. Waarom-vragen beantwoorden met omdat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en Gemeente Amsterdam

2 HET GESPREK Opdracht 1. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren via de website. HET GESPREK DEEL 1. Tuma Mugo heeft een rekening van het energiebedrijf gekregen. Ze belt op naar het energiebedrijf. Bandje: Dit informatienummer kost 10 eurocent per minuut. Andere stem: Welkom bij Nuon. Heeft u vragen over uw rekening, toets 1. Wilt u een verhuizing doorgeven, toets 2, heeft u andere vragen toets 3. Man: Welkom bij Nuon, goedemorgen. Tuma: Ja hallo, u spreekt met Tuma Mugo. Man: Dag mevrouw, wat kan ik voor u doen? Tuma: Ik wil graag iets vragen over mijn rekening. Man: Dat kan, hoor! Tuma: Ik heb gisteren een rekening gekregen. En ik moet een heleboel geld extra betalen. Ik begrijp niet hoe dat kan. Ik betaal toch iedere maand al een bedrag? Man: Dat klopt. Maar dat bedrag is een termijnbedrag. Tuma: Man: Tuma: Man: Tuma: Man: Termijnbedrag? Dat snap ik niet. Nou, kijk, uw energiegebruik is niet het hele jaar hetzelfde. Zo gebruikt u in de zomer minder energie dan in de wintermaanden. Maar wat u precies heeft gebruikt, weten we natuurlijk pas aan het einde van het jaar. Daarom laten we de mensen iedere maand hetzelfde bedrag betalen. O ja. Er wordt gekeken wat u in een jaar ongeveer zal gaan gebruiken aan gas, elektriciteit en warmte. We kijken dan altijd hoeveel energie u vorig jaar heeft gebruikt. Mmm. En dat delen we dan door 12 maanden. Per maand moet u dan steeds hetzelfde bedrag betalen. Dat noemen we het maandbedrag of ook wel termijnbedrag. 2

3 DE WOORDEN Opdracht 2. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 2. Zet er een streep onder. U kunt de woorden ook beluisteren via de les op internet. De rekening Op een rekening staat wat je moet betalen. Je kunt een rekening krijgen van de dokter of het energiebedrijf. Voorbeeld: Ik kreeg de rekening van het energiebedrijf. Ik moet 60 euro betalen. Het bedrag Een bedrag is een hoeveelheid geld. Voorbeeld: Ik moet 25 euro betalen. Dat vind ik een groot bedrag. De energie Energie maakt het mogelijk om licht en warmte te maken. Een fornuis en een wasmachine werken op energie. Voorbeeld: Doe het licht uit als je weggaat en zet de verwarming lager. Het is belangrijk om niet teveel energie te gebruiken. Gebruiken Voorbeeld: Ik moet even bellen. Mag ik jouw telefoon even gebruiken? Het gas Gas is een stof die je niet kunt zien, net als lucht. Voorbeeld: In de keuken gebruik je gas om eten op te koken. Tip woorden leren: Leer elke dag drie woorden. Schrijf ze op een geel plakbriefje en palk dat op uw koelkast. 3

4 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 3. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje. 1. Opbellen naar Nuon is gratis. Goed Fout 2. Om de meterstanden door te geven toetst u op drie. 3. Tuma moet extra geld betalen. 4. Elke maand berekent Nuon hoeveel energie Tuma heeft gebruikt. 5. Het maandbedrag is hetzelfde als het termijnbedrag. Bekijk de antwoorden op p

5 HET GESPREK Opdracht 4. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren via de website. HET GESPREK DEEL 2 Het gesprek gaat verder. Tuma: Ja, dat weet ik. Ik betaal iedere maand 60 euro. Waarom moet ik nu dan extra betalen? Man: Omdat u meer energie heeft gebruikt. Aan het einde van het jaar kijken we dan hoeveel energie u echt heeft gebruikt. Dat kunnen we zien aan de meterstanden. U moet dan een kaartje invullen. Tuma: Ja, dat heb ik ook gedaan. Man: Nou, en dan kijken we hoeveel energie u echt heeft gebruikt. En of dat klopt met hoeveel u al heeft betaald. Soms krijgt u dan geld terug en soms moet u geld bij betalen. Tuma: Dus ik moet geld bij betalen? Man: Ja, dat denk ik wel. Maar ik zal even uw gegevens in de computer opzoeken. Wat is uw naam? Tuma: Tuma Mugo. Man: Mugo is uw achternaam? Tuma: Ja. Man: Hoe spel je dat? Tuma: M-U-G-O Man: M-u-g-o. En uw postcode? Tuma: 1523 BK Man: Huisnummer? Tuma: 26. Man: Oké, ik heb het. Eens even kijken. Ja, ik zie het. U heeft het afgelopen jaar veel meer energie gebruikt, dan het jaar daarvoor. Tuma: Maar hoe kan dat nou, ik woon hier pas 6 maanden. Man: O. Nou omdat u hetzelfde bedrag heeft betaald als de vorige bewoners. En misschien gebruikten die niet zoveel energie. 5

6 DE WOORDEN Opdracht 5. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 5. Zet er een streep onder. U kunt de woorden ook beluisteren via de les op internet. De meterstand Voorbeeld: Ik moet op het kaartje de meterstand invullen. Dan kan het energiebedrijf zien hoeveel gas en licht ik heb gebruikt. De bewoner Een bewoner van een huis is iemand die daar woont. Voorbeeld: In het huis op de hoek wonen nieuwe mensen. Maar ik heb de nieuwe bewoners nog niet gezien. 6

7 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 6. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje. 1. Het termijnbedrag van Tuma is 60 euro. Goed Fout 2. Om de meterstanden door te geven moet u opbellen naar Nuon. 3. Tuma moet extra betalen. 4. Tuma heeft veel meer energie gebruikt dan dat ze heeft betaald. 5. Tuma woonde vorig jaar ook in dat huis. Bekijk de antwoorden op p

8 HET GESPREK Opdracht 7. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren via de website. HET GESPREK DEEL 3 Het gesprek gaat verder. Tuma: Nou, dat is wel gek, want dat was ook een heel gezin met kinderen. Hoe komt dat dan? Man: Waarschijnlijk heeft dat gezin minder energie gebruikt dan uw gezin. Maar u kunt zelf ook proberen minder energie te gebruiken. Tuma: Maar hoe dan? Ik moet toch koken en wassen en de verwarming moet aan. Man: Ja natuurlijk, maar als u bijvoorbeeld de verwarming een graadje lager zet, dan scheelt dat ongeveer 30 euro per jaar. Tuma: O, dat wist ik niet. Man: En u kunt bijvoorbeeld ook spaarlampen gebruiken. Dat moet eigenlijk iedereen doen. Tuma: Spaarlampen, wat zijn dat? Man: Dat zijn lampen die minder energie gebruiken. Tuma: O. Man: U kunt zelf echt een heleboel doen om minder gas en elektriciteit te gebruiken. En dan hoeft u ook minder te betalen. We hebben een folder met tips. Zal ik die naar u opsturen? Tuma: Ja, graag. Dan ga ik misschien ook, eh hoe heet dat ook al weer.., zei u? Man: spaarlampen? Tuma: Ja, spaarlampen, dan ga ik ook spaarlampen kopen. Man: Oké, ik stuur de folder vandaag nog naar u op. Tuma: Heel fijn en bedankt hoor! Man: Succes ermee! 8

9 DE WOORDEN Opdracht 8. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 8. Zet er een streep onder. Tip: U kunt de woorden ook beluisteren via de radioles op internet. De verwarming Een verwarming is een apparaat om het in huis warm te maken. Voorbeeld: Als je het koud hebt, kun je de verwarming hoger zetten. De graad Met graden geef je aan hoe warm of koud het is. Voorbeeld: Ik vind het hier in huis niet warm. Het is maar 16 graden. Laag zetten Als je de verwarming lager zet, wordt het minder warm. Voorbeeld: Je moet de kachel wat lager zetten! Het is hier 22 graden, dat is veel te warm. Zet hem op 19 of 20 graden. Dat scheelt 30 euro per jaar. Schelen betekent: verschil maken. Voorbeeld: Als je s avonds de kachel op 9 uur uit zet, dan gebruik je minder energie. Dat scheelt 30 euro per jaar. Dat hoef je dan niet te betalen. Het verschil is 30 euro. 9

10 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 9. Kijk naar de zin. Klopt dat? Schrijf op: Ja, dat klopt of: Nee, dat klopt niet. 1. Als u een vraag heeft over uw energierekening, dan kunt u bellen naar het energiebedrijf. Klopt dat? 2. U gebruikt iedere maand evenveel energie. Dat is dus iedere maand precies hetzelfde. Klopt dat? 3. U moet een keer per jaar een kaartje met de meterstanden invullen. Klop dat? 4. Als u weinig energie gebruikt, dan moet u veel geld betalen. Klopt dat? 5. U kunt bij het energiebedrijf een folder met tips aanvragen. Klopt dat? 6. Een spaarlamp gebruikt minder energie dan een gewone lamp. Klopt dat? Bekijk de antwoorden op p

11 Samenvatting Schrijf in vijf zinnen op waar het gesprek over gaat. Let op: schrijf dus alleen het belangrijkste op! Bekijk de antwoorden op p

12 OEFENING Opdracht 10. Waarom? Omdat! Deze oefening gaat over WAAROM en OMDAT. Iemand vraagt u: Waarom heeft u een jas aan? U zegt: Omdat ik het koud heb. Kijk naar het voorbeeld. A Waarom bel je naar het energiebedrijf? B Ik heb een vraag. A O, dus je belt naar het energiebedrijf, omdat je een vraag hebt. Nu zelf. Maak een zin met OMDAT. 1. A Waarom gaat u naar school toe? B Omdat ik over het rapport moet praten. A O, dus u gaat naar school, omdat 2. A Waarom gaat uw dochter naar het vwo? B Ze vindt het leuk om te leren A O, dus ze gaat naar het vwo, omdat 3. A Waarom ga je naar de dokter toe? B Ik heb pijn in mijn hoofd. A O, dus je gaat naar de dokter omdat 4. A Waarom ga je naar het uitzendbureau toe? B Ik zoek ander werk A O, dus je gaat naar het uitzendbureau toe, omdat 5. A Waarom moet je naar de apotheek? B Ik moet medicijnen halen. A O, dus je moet naar de apotheek, omdat 6. A Waarom bel je naar het energiebedrijf? B Ik heb een vraag. A O, dus je belt naar het energiebedrijf, omdat Bekijk de antwoorden op p

13 SPREKEN Opdracht 11. Advies geven. Wat kunt u voor advies geven? Soms vragen mensen hoe ze iets het beste kunnen doen. Ze vragen dan advies aan u. Voorbeeld: De buurvouw zoekt een andere baan. Maar ze weet niet hoe ze dat moet doen. Wat voor advies geeft u aan haar? U kunt bijvoorbeeld zeggen: Allebei is goed. - Je kunt het beste naar het uitzendbureau gaan. - Je moet de advertenties in de krant goed lezen. 1. De buurvrouw wil minder energie gebruiken. Maar ze weet niet hoe dat moet. Wat voor advies geeft u? U kunt bijvoorbeeld zeggen: - U moet het licht niet zo lang laten branden. - U moet de verwarming een graadje lager zetten. 2. U praat op het schoolplein met een andere ouder. Zij vertelt dat ze niet weet naar welke school haar dochter moet gaan. Wat voor advies geeft u? U kunt bijvoorbeeld zeggen: - U kunt het beste met de meester gaan praten. - U kunt naar een Open dag van de school gaan. 3. Een vriendin wil lid worden van een zwemclub, maar ze weet niet hoe ze dat moet doen. Wat voor advies geeft u? U kunt bijvoorbeeld zeggen: - Dan moet je de zwemclub opbellen. - Je kunt het beste eerst een keer naar een training gaan kijken. 4. Een collega begrijpt zijn loonstrook niet. Hij weet niet aan wie hij dat kan vragen. Wat voor advies geeft u? U kunt bijvoorbeeld zeggen: - Je kunt het beste naar de afdeling Personeelszaken gaan. - Je kunt het aan je chef vragen. 5. Een vriend heeft al een tijdje last van zijn been. Hij weet niet wat hij moet doen. Wat voor advies geeft u? U kunt bijvoorbeeld zeggen: - Als ik jou was, dan zou ik naar de dokter gaan. - Je kunt het beste naar de huisarts gaan. 6. Een vriendin heeft een advertentie voor een leuke baan gezien. Ze vraagt aan u wat ze moet doen. Wat voor advies geeft u haar? U kunt bijvoorbeeld zeggen: - Je kunt het beste even opbellen. - Je moet gaan solliciteren! 13

14 SPREKEN Opdracht 12. Advies geven. Geef nu uw advies! 1. De buurvouw zoekt een andere baan. Maar ze weet niet hoe ze dat moet doen. Wat voor advies geeft u aan haar? 2. De buurvrouw wil minder energie gebruiken. Maar ze weet niet hoe dat moet. Wat voor advies geeft u? 3. U praat op het schoolplein met een andere ouder. Zij vertelt dat ze niet weet naar welke school haar dochter moet gaan. Wat voor advies geeft u? 4. Een vriendin wil lid worden van een zwemclub, maar ze weet niet hoe ze dat moet doen. Wat voor advies geeft u? 5. Een collega begrijpt zijn loonstrook niet. Hij weet niet aan wie hij dat kan vragen. Wat voor advies geeft u? 6. Een vriend heeft al een tijdje last van zijn been. Hij weet niet wat hij moet doen. Wat voor advies geeft u? 7. Een vriendin heeft een advertentie voor een leuke baan gezien. Ze vraagt aan u wat ze moet doen. Wat voor advies geeft u haar? 14

15 SCHRIJVEN Opdracht 13. Schrijf de goede zinnen onder de plaatjes. Kies uit: 1. Toen wij naar het bos gingen, hebben we thuis het gas aan laten staan. 2. Het is erg warm vandaag, het is bijna 40 graden. 3. In de winter is de verwarming lekker warm. 4. Wij hebben weer een energierekening gekregen die we moeten betalen. 5. De nieuwe bewoner is erg blij met zijn huis. 6. Het bedrag dat we moeten betalen is gelukkig niet zoveel. 15

16 Bekijk de antwoorden op p

17 DE WOORDEN Opdracht 14. Wat kunt u zeggen? Kruis het goede antwoord aan. Kijk naar het voorbeeld. Voorbeeld: Iemand zegt tegen u: De rekening is erg hoog. Wat zegt u? Wat gezellig. Wat vervelend. 1. We moeten proberen om wat minder gas en energie te gebruiken. Wat zegt u? Dat vind ik een goed idee. Dan zet ik de verwarming wat hoger. 2. We moeten de meterstand nog opmeten en invullen. Wat zegt u? Dat staat al op de rekening. Ja, dat moeten we niet vergeten. 3. Ik zet de verwarming wat lager, vind je dat goed? Wat zegt u? Vandaag zal ik de meterstand opnemen. Nee, ik vind het erg koud hier. 4. Het bedrag op de rekening is weer erg laag deze maand. Wat zegt u? Dan hebben we weinig energie en gas gebruikt deze maand. Dan hebben we veel energie en gas gebruikt deze maand. 5. We kunnen zuiniger omgaan met energie en geld besparen. Wat zegt u? Goed idee, dan zal het bedrag op de rekening minder worden. Jammer, dan zal de energierekening wel hoog zijn. 6. Hoeveel graden is het vandaag denk je? Wat zegt u? Ik vind dat de verwarming lager mag, het is erg warm hier. Ik denk ongeveer 24 graden. Bekijk de antwoorden op p

18 LEZEN Opdracht 15. Zuinig omgaan met energie. Zuinig omgaan met energie is heel belangrijk. Het is namelijk goed voor het milieu. En voor uw portemonnee. Het kan uw energierekening lager maken elke maand. Hieronder staan vier tips over hoe u kunt bezuinigen op energie. Lees de tips. Energietips 1. Stand-by Uit onderzoek blijkt dat een gezin ongeveer 400 Kw verbruikt aan stand-by gebruik van elektrische apparaten. Hier kan gemakkelijk de helft vanaf: Schakel het toestel helemaal uit in plaats van op de stand-by modus. Dus haal de stekker uit het stopcontact als je het apparaat langere tijd niet gebruikt. Wanneer er meerdere apparaten bij elkaar staan kun je het beste een contactdoos met aan - uit knop gebruiken 2. Energie label Wanneerje een nieuw apparaat koopt, let dan op het energielabel. Huishoudtoestellen zijn voorzien van energielabels. A-toestellen zijn de meest zuinige. Een koelkast met A++ is bijzonder zuinig, terwijl een G-label het meest stroom verbruikt. 3. De juiste televisie Plasma televisies verbruiken meer energie verbruiken dan lcd tv s. Toch ligt hun verbruik toch lager dan vaak wordt gedacht. Een lcd-tv verbruikt evenveel of net iets minder dan tv-toestellen met beeldbuis. Een lcd- of breedbeeldtelevisie met een doorsneegrootte van 32 inch heeft een gemiddeld energieverbruik van 100 Watt. Een plasmatelevisie van dezelfde grootte verbruikt tussen 140 tot 400 Watt. Het energieverbruik per toestel ligt bij een plasma maximaal 30 procent hoger dan bij een lcd-tv. Wie meer helderheid en contrast wil, verbruikt 100 Watt meer. 4. In de keuken Kook met de deksels op de pannen! Dit scheelt je de helft aan warmte verlies. Haal diepgevroren producten eerder uit de diepvries zodat ze minder tijd nodig hebben om te verwarmen. Een elektrische kookplaat blijft, na uitschakeling, nog vrij lang warm. Deze tijd kun je gebruiken om het gerecht na te laten sudderen. Sluit deuren van koelkast en diepvriezer goed af en ontdooi je koelkast regelmatig! 18

19 VRAGEN Opdracht 16. Beantwoord nu de vragen over de energietips. 1. Hoe kan je energie besparen? Door alle apparaten in huis helemaal uit te schakelen als je ze niet gebruikt. Door alle apparaten in huis op de stand-by modus te zetten als je ze niet gebruikt. 2. Hoe kan je energie besparen? Door apparaten te kopen met een G-label. Door apparaten te kopen met een A-label. 3. Hoe kan je energie besparen? Door een plasmatelevisie te kopen. Door een LCD-televisie te kopen. 4. Hoe kan je energie besparen? Door de koelkast af en toe open te laten staan. Door deksels op de pannen te doen en de koelkast altijd goed te sluiten. Bekijk de antwoorden op p

20 SPREKEN Spreek samen! Doe samen met uw Taalvriend de spreekopdrachten. Lees samen. De een leest A, de ander B. Opdracht 17. Lees samen met uw taalvriend: A B Dit informatienummer kost, 10 cent per minuut. Dit informatienummer kost, 10 cent per minuut. Heeft u vragen over uw rekening? Heeft u vragen over uw rekening? Toets 1, toets 1. Heeft u een storing? Heeft u een storing? Toets 2, toets 2 Heeft u andere vragen? Heeft u andere vragen? Toets 3, toets 3. C D C D C D Goedemorgen, zegt u het maar. Goedemorgen, zegt u het maar. Ik heb een vraag over n rekening. Uw rekening? Ja, over mijn rekening. Waarom moet ik extra betalen? Waarom moet ik extra betalen? Omdat u veel energie gebruikt. Omdat u veel energie gebruikt. Maar dat valt reuze mee! Maar dat valt reuze mee! 20

21 SPREKEN Spreek samen! Opdracht 18. Lees samen met uw taalvriend. C D C D C D C Heeft u de méterstanden ingevuld? Heeft u de méterstanden ingevuld? Ja zeker, natuurlijk. Ja zeker, natuurlijk. Dan zoek ik het even voor u na. Dan zoek ik het even voor u na. Ach ja, ik zie het al. Ach ja, ik zie het al. Wat dan? Hoe zo? Wat dan? Hoe zo? We hebben een foutje gemaakt. We hebben een foutje gemaakt. Noemt u dat een foutje? Noemt u dat een foutje? O, het spijt ons vreselijk! O, het spijt ons vreselijk!?? VRAAG VAN DE LES?? Wat moet u invullen op het kaartje van het energiebedrijf? 21

22 LEZEN Opdracht 19. Lees. DE INFORMATIE. Energiegebruik Ieder huishouden gebruikt energie: gas en elektriciteit. Daar moet u iedere maand een vast bedrag voor betalen. Aan het einde van het jaar worden de meterstanden opgenomen. U moet dan op een kaartje de standen van de meter invullen. De meter zit meestal in een kast in de gang. Er is een meter voor elektriciteit en een voor gas. Het is belangrijk dat u de meterstanden goed invult en snel opstuurt. Het energiebedrijf rekent daarna uit hoeveel energie u echt in het afgelopen jaar hebt gebruikt. Dit wordt vergeleken met het geld dat u het afgelopen jaar al heeft betaald. Soms hoeft u niets bij te betalen en krijgt u geld terug. Maar soms moet u bij betalen. U krijgt daar dan een rekening voor. Gaat u verhuizen? Dan moet u dat op tijd aan het energiebedrijf doorgeven. En als u vragen over uw rekening heeft, kunt u ook naar het energiebedrijf bellen. Bij sommige bedrijven kunt u ook via internet contact opnemen. Als u minder gas en elektriciteit gebruikt, dan hoeft u ook minder te betalen. Er zijn veel manieren om minder energie te gebruiken: - Gaat u een uurtje weg? Zet de verwarming lager. - Houd de deuren naar buiten zo veel mogelijk dicht. - Doe s avonds de gordijnen dicht. - Laat geen lampen branden als het niet nodig is. Zo zijn er nog veel meer tips om minder energie te gebruiken. U kunt bij het energiebedrijf een folder met informatie aanvragen. TIP VAN DE WEEK 1 Als u naar het energiebedrijf belt, vraag dan: Heeft u ook tips om minder energie te gebruiken? Ik wil minder energie gebruiken. Wat moet ik doen? Ik heb een vraag over mijn rekening. Ik wil iets weten over mijn rekening. Als u iets niet kunt verstaan, zeg dan Kunt u het nog een keer zeggen? Kunt u wat langzamer praten? Sorry, ik heb u niet verstaan. 22

23 TIP VAN DE WEEK 2 Jong geleerd, is oud gedaan! Leer uw kinderen ook energie besparen. Dus: Doe de kraan goed dicht. Doe de deuren dicht. Sta niet te lang onder de douche. TIP VAN DE WEEK 3 Op ETV en de website ETV.nl. zijn ook programma s te vinden over hoe je zuinig kunt leven en geld kunt besparen. Bijvoorbeeld: Mijn portemonnee en Kijk op geld. PRAKTIJK Opdracht 20. Kijk in de praktijk. PRAKTIJKOPDRACHT OPBELLEN NAAR HET ENERGIEBEDRIJF Zoek het telefoonnummer van uw energiebedrijf, bijvoorbeeld op internet of op uw rekening. U moet informatie gaan vragen aan het energiebedrijf. Kies één van de twee opdrachten. Opdracht 1 1. Bel op naar het energiebedrijf. Vraag informatie over het gebruik van energie. Vraag bijvoorbeeld: - Hoe kan ik minder energie gebruiken? Of: - Heeft u tips om minder energie te gebruiken? 2. Praat duidelijk en rustig. Opdracht 2 1. Bel op naar het energiebedrijf. Vraag een folder met tips om minder energie te gebruiken. 2. Praat duidelijk en rustig. 3. Lees de informatie in de folder. 23

24 HOE GAAT HET? Opdracht 21. Kent u de woorden? Kruis aan. De rekening Het bedrag De energie Gebruiken Het gas De meterstand De bewoner De verwarming De graad Laag Dat scheelt 30 euro per jaar. Opdracht 22. Kunt u het in het Nederlands? Deze les ging over de rekening. U heeft geleerd om advies te vragen en te geven en om vragen te beantwoorden. En u? Kunt u advies geven en advies vragen? En kunt u waarom-vragen beantwoorden? Kunt u dat nu goed? Of een beetje? Of nog niet zo goed? Schrijf het op. Zet een kruisje. Goed Gaat wel Niet zo goed... Ik kan advies vragen. Ik kan advies geven. Ik kan waarom-vragen beantwoorden met omdat 24

25 ANTWOORDBLAD Opdracht Fout, opbellen naar Nuon kost 10 cent per minuut. 2. Goed, om de meterstanden door te geven moet u op 3 toetsen. 3. Goed, Tuma moet extra geld betalen. 4. Fout, elk jaar berekent Nuon hoeveel energie Tuma heeft gebruikt. 5. Goed, het maandbedrag is hetzelfde als het termijnbedrag. Opdracht Goed, het termijnbedrag van Tuma is 60 euro. 2. Fout, om de meterstanden door te geven moet u een kaartje invullen. 3. Goed, Tuma moet nog meer betalen. 4. Goed, Tuma heeft veel meer energie gebruikt dan dat ze heeft betaald. 5. Fout, Tuma woonde vorig jaar niet in dat huis. Opdracht Ja, dat klopt. Als u iets niet begrijpt, dan kunt u bellen naar het energiebedrijf. 2. Nee, dat klopt niet. In de zomer gebruikt u minder energie dan in de winter. 3. Ja, dat klopt. Een keer per jaar moet u de meterstanden doorgeven aan het energiebedrijf. 4. Nee, dat klopt niet. Als u weinig energie gebruikt, dan hoeft u ook niet zo veel te betalen. Als u veel energie gebruikt, dan moet u veel geld betalen. 5. Ja, dat klopt. Het energiebedrijf kan u advies geven. 6. Ja, dat klopt. Een spaarlamp gebruikt minder energie. Samenvatting Let op. Dit is een samenvatting van het gesprek, hierin staan de belangrijkste dingen uit het gesprek. Uw vijf zinnen kunnen anders zijn! Tuma belt op naar het energiebedrijf. Ze heeft een hoge energierekening gekregen. Ze begrijpt niet hoe dat kan, want ze betaalt iedere maand al een bedrag. De man van het energiebedrijf legt uit dat iedereen iedere maand een termijnbedrag betaalt. Dat is iedere maand hetzelfde bedrag. Een keer per jaar moet je dan de meterstanden invullen. Aan de meterstanden kan het energiebedrijf zien hoeveel energie je werkelijk hebt gebruikt. En hoeveel je daarvoor moet betalen. Het energiebedrijf kijkt dan of je het afgelopen jaar genoeg hebt betaald of dat je misschien iets bij moet betalen. Tuma heeft het afgelopen jaar veel energie gebruikt, daarom moet ze bijbetalen. De man van het energiebedrijf geeft haar tips om minder energie te gebruiken. 25

26 Opdracht Omdat u over het rapport gaat praten. 2. Omdat ze leren leuk vindt. 3. Omdat je pijn in je hoofd hebt. 4. Omdat je ander werk zoekt. 5. Omdat je medicijnen moet halen. 6. Omdat je een vraag hebt. Opdracht In de winter is de verwarming lekker warm. 2. Toen wij naar het bos gingen hebben we thuis het gas aan laten staan. 3. Wij hebben weer een energierekening gekregen die we moeten betalen. 4. Het is erg warm vandaag, het is 35 graden. 5. De nieuwe bewoner is erg blij met zijn huis. 6. Het bedrag dat we moeten betalen is gelukkig niet zoveel. Opdracht Dat vind ik een goed idee. 2. Ja, dat is een goed idee, dat moeten we niet vergeten. 3. Nee, ik vind het erg koud hier. 4. Dan hebben we weinig energie en gas gebruikt deze maand. 5. Goed idee, dan zal het bedrag op de rekening minder worden. 6. Ik denk ongeveer 24 graden. Opdracht Door alle apparaten in huis helemaal uit te schakelen als je ze niet gebruikt. 2. Door apparaten te kopen met een A-label. 3. Door een LCD-televisie te kopen. 4. Door deksels op de pannen te doen en de koelkast altijd goed te sluiten. Vraag van de les: De meterstanden. Op het kaartje van het energiebedrijf moet u de meterstanden van het gas en de elektriciteit invullen. 26

27 Hoe leer je Nederlands? Door veel te oefenen in de praktijk. Door de lessen van Edusom te volgen op radio, tv en internet. Door met deze lesbrieven te werken. En met Station Nederlands. Kijk ook eens op Oefenen.nl. Daar vindt u programma s over taal, maar ook over rekenen, gezondheid en nog veel meer. Kijk naar AT5 en Leef & Leer. Zoek een taalvriend om spreken en schrijven te oefenen. Een taalvriend is iemand die goed Nederlands spreekt. Een vriend. Of misschien iemand van uw werk. Of uw buurman. Het is handig als u een taalvriend heeft om samen de oefeningen mee te doen En zoek een taalcursus om nog meer te leren. U kunt ook naar het Taalspreekuur van de OBA gaan. Veel leerplezier! Meer oefenen? Kijk naar films van ETV Op de website ETV.nl vindt u films die gaan over rekeningen en geld. Opdracht 1. Bekijk de film van het programma Kijk op geld op: 27

28 Opdracht 2. Beantwoord de vragen. 1. Hoort de energierekening bij inkomsten of uitgaven?. 2. Is de energierekening een uitgave die moet of die mag?. 3. Bij welk onderdeel van de budgetplanner hoort de energierekening?. Opdracht 3. Lees de energierekening. 28

29 ANTWOORDEN EXTRA OEFENEN Opdracht Hoort de energierekening bij inkomsten of uitgaven? De energierekening hoort bij uitgaven. 2. Is de energierekening een uitgave die moet of die mag? De energierekening is een uitgave die moet. 3. Bij welk onderdeel van de budgetplanner hoort de energierekening? Woonlasten 29

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN http://www.edusom.nl Thema In en om het huis VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN Lesbrief 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 24. Een wasmachine kopen. Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u een wasmachine wilt kopen. Zeggen hoe groot iets is. Vergelijkingen. Veel

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 28. De belastingaanslag. Wat leert u in deze les? Informatie over uw inkomsten begrijpen. Informatie over uw uitgaven begrijpen.

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

Lesbrief 35. AOW aanvragen.

Lesbrief 35. AOW aanvragen. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 35. AOW aanvragen. Wat leert u in deze les? Informatie over AOW begrijpen. Uitleg vragen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den

Nadere informatie

Thema In en om het huis.

Thema In en om het huis. http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Opbellen naar een bedrijf. Wat leert u in deze les? Een telefoongesprek naar een bedrijf begrijpen. Een gesprek over een advertentie begrijpen.

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK

Nadere informatie

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 30. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:

Nadere informatie

Les 2. Naar het ziekenhuis.

Les 2. Naar het ziekenhuis. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes!

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 25. Een jurk ruilen. Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u een jurk gaat ruilen. Verleden tijd gebruiken. Vragen stellen. Veel succes! Deze

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 27. De vakopleiding. Wat leert u in deze les? Praten over het verleden, het heden en de toekomst. Een gesprek voeren met de studieadviseur.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau.

Thema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau. http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Naar het uitzendbureau. Wat leert u in deze les? Een gesprek bij het uitzendbureau begrijpen. Hoe je je kunt inschrijven bij het uitzendbureau. Wat u

Nadere informatie

Les 4. Naar de apotheek.

Les 4. Naar de apotheek. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. Naar de apotheek. Wat leert u in deze les? Waarschuwen. Een bijsluiter lezen. Informatie vragen en om hulp vragen. Wat u kunt zeggen als u iets niet weet of

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Wong, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes

Nadere informatie

Thema Kinderen en school

Thema Kinderen en school http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 18. Het 10-minutengesprek. Wat leert u in deze les? Vergelijkingen maken. Zeggen hoe vaak iets gebeurt. Verkleinwoordjes. Veel succes! Deze les is

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 28. Geld lenen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met een bank over geld lenen. Woorden en zinnen gebruiken die gaan over het

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze.

Thema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 12. In de pauze. Wat leert u in deze les? Iemand gelijk geven. Nee zeggen. Uw mening geven. Van twee woorden één woord maken. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek. Wat leert u in deze les? Een sollicitatiegesprek voeren. De voltooide tijd gebruiken. Vragen naar interesse stellen en

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.

Nadere informatie

Les 35. Een nieuw paspoort

Les 35. Een nieuw paspoort http://www.edusom.nl Thema Het stadhuis Les 35. Een nieuw paspoort Wat leert u in deze les? Informatie over het aanvragen en verlengen van uw paspoort of identiteitskaart. Vragen stellen bij het loket.

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 10. Het eindgesprek. Wat leert u in deze les? Een eindgesprek voeren. Informatie vragen en geven. Het verschil tussen werk en vrijwilligerswerk. De

Nadere informatie

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Beginnerslessen Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Wat leert u in deze les? Gesprekken over het inburgeringsexamen begrijpen. Welke examens bij het inburgeringsexamen horen. Waar u kunt oefenen met de

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25 Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 30. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Informatie vragen bij een instelling. Veel succes! Deze

Nadere informatie

Les 33. Zwangerschap

Les 33. Zwangerschap http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 33. Zwangerschap Wat leert u in deze les? Informatie begrijpen over zwanger zijn. Zeggen dat u zwanger bent of dat u zich niet lekker voelt. Woorden die hetzelfde

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Les 34. Een afspraak bij de GGD.

Thema Gezondheid. Les 34. Een afspraak bij de GGD. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 34. Een afspraak bij de GGD. Wat leert u in deze les? Informatie over vaccinaties begrijpen. Hoe u een afspraak kunt maken bij de GGD. Veel succes! Deze les is

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 29. Bent u goed verzekerd? Wat leert u in deze les? Informatie begrijpen over verzekeringen. Van één woord twee woorden maken. Verleden

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Meneer Bashir gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

Les 5. In het ziekenhuis.

Les 5. In het ziekenhuis. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. In het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? Een gesprek in het ziekenhuis begrijpen. Woorden omschrijven. Welke vragen u kunt stellen in het ziekenhuis. Vragen

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria

Nadere informatie

Les 1. Bij de huisarts

Les 1. Bij de huisarts http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 23. Een praatje met de buren. Wat leert u in deze les? Een praatje maken met de buren. Informatie over een rijbewijs begrijpen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 11. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 7, 8, 9 en 10. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts Thema Gezondheid Lesbrief 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Wong, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 29. Bellen over een probleem Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over een probleem op het werk. Woorden die aangeven hoe vaak

Nadere informatie

Les 34. Meedoen in het verpleeghuis

Les 34. Meedoen in het verpleeghuis http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 34. Meedoen in het verpleeghuis Wat leert u in deze les? Informatie over de activiteiten in het verpleeghuis begrijpen Van twee woorden één lang woord maken Vragen

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Thema Gezondheid Beginnerslessen

Thema Gezondheid Beginnerslessen http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Beginnerslessen Les 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken.

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts Thema Gezondheid Lesbrief 2. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Kaya, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?

Nadere informatie

Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken

Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken Wat leert u in deze les? Waar u op kunt letten als u een nieuwe woning zoekt. Een gesprek voeren over een nieuwe woning. Uitdrukkingen!

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Les 3. De huisarts

Thema Gezondheid. Les 3. De huisarts http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Bashir, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat

Nadere informatie

Lesbrief 1. Bij de huisarts

Lesbrief 1. Bij de huisarts Thema Gezondheid Lesbrief 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts beantwoorden. Veel

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet. Waar werkt? Wat leert u in

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. Ze belt naar een kinderdagverblijf. Is er een plaats vrij? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat

Nadere informatie

Thema Kinderen en school

Thema Kinderen en school http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 19. Lid worden van een club. Wat leert u in deze les? Hoe u lid kunt worden van een club. Vragen beantwoorden. Zeggen hoe vaak iets gebeurt. De toekomende

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 10. Voor het eerst naar school

Thema Kinderen en school. Lesbrief 10. Voor het eerst naar school Thema Kinderen en school. Lesbrief 10. Voor het eerst naar school brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat

Nadere informatie

Thema In en om het huis.

Thema In en om het huis. http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 23. Veilig verkeer Wat leert u in deze les? Hoe kinderen veilig kunnen spelen op straat Praten met de buren over de buurt en het verkeer Woorden met een

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten www.edusom.nl Thema Op het werk. Les14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Daarna

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Daarna laat Soumiya

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. www.edusom.nl Opstartlessen Les 2. Wonen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam

Nadere informatie

Thema Kinderen en school

Thema Kinderen en school http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 20. Het adviesgesprek. Wat leert u in deze les? Advies vragen. / woorden die hetzelfde betekenen. Advies geven. / woorden die hetzelfde betekenen.

Nadere informatie

Les 6. Herhaling thema.

Les 6. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 6. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 1, 2, 3, 4 en 5. Vragen beantwoorden. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine? www.edusom.nl Thema Op het werk Les 13. Hoe werkt de machine? Kofi is op het werk. Kofi moet aan de machine werken. De chef vertelt Kofi eerst hoe de machine werkt. Dan werkt Kofi met de machine. De machine

Nadere informatie

Lesbrief 6. Gezondheid

Lesbrief 6. Gezondheid www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 6. Gezondheid Wat leert u in deze les? Praten met de dokter. Zinnen maken. Zeggen dat iets niet zo is. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen

Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag

Nadere informatie

Pluslessen. Les 42. Contact met elkaar. Wat leert u in deze les? Succes! 0 Een praatje beginnen met onbekenden.

Pluslessen. Les 42. Contact met elkaar. Wat leert u in deze les? Succes!  0 Een praatje beginnen met onbekenden. http://www.edusom.nl Pluslessen Les 42. Contact met elkaar Wat leert u in deze les? 0 Een praatje beginnen met onbekenden. 0 Praten over uw persoonlijke situatie. 0 Vriendelijk zeggen wat iemand moet doen.

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school

Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Energiebesparingswijzer. STIJLGIDS COMMUNICATIE VERSIE 01 _Oktober 2012. Geld besparen met handige energietips voor thuis

Energiebesparingswijzer. STIJLGIDS COMMUNICATIE VERSIE 01 _Oktober 2012. Geld besparen met handige energietips voor thuis Energiebesparingswijzer STIJLGIDS COMMUNICATIE VERSIE 01 _Oktober 2012 Geld besparen met handige energietips voor thuis Energie besparen, snel verdiend! Ieder jaar betaal je veel geld voor een warm huis,

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Bashir komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen

Nadere informatie

Lesbrief 3. De fysiotherapeut.

Lesbrief 3. De fysiotherapeut. MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen

Nadere informatie

Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl

Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren in de bibliotheek en op het internet Grammatica: voltooide tijd Veel succes! Deze les is

Nadere informatie

Lesbrief 4. Naar de apotheek.

Lesbrief 4. Naar de apotheek. Thema Gezondheid Lesbrief 4. Naar de apotheek. Wat leert u in deze les? Waarschuwen. Een bijsluiter lezen. Informatie vragen en om hulp vragen. Wat u kunt zeggen als u iets niet weet of begrijpt. Veel

Nadere informatie

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Les 11. Herhaling Inleiding Deze les is een herhalingsles van de vier gesprekken van les 7 tot en met 10. Wat leert u in deze les? Vragen

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 24. Boodschappen doen in de supermarkt Wat leert u in deze les? Welke zinnen en woorden u kunt gebruiken tijdens het boodschappen doen. Welke producten

Nadere informatie

Lesbrief 5. In het ziekenhuis.

Lesbrief 5. In het ziekenhuis. Thema Gezondheid Lesbrief 5. In het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren in het ziekenhuis. Woorden omschrijven. Welke vragen u kunt stellen in het ziekenhuis. Vragen beantwoorden. Veel

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Les 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Les 2. De wachtkamer http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Bashir, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er

Nadere informatie

Zuinig wonen. 10. Doe de VREG-test! Bekijk zeker de website: http://www.vreg.be/nl/doe-de-v-test-voorgezinnen

Zuinig wonen. 10. Doe de VREG-test! Bekijk zeker de website: http://www.vreg.be/nl/doe-de-v-test-voorgezinnen 10. Doe de VREG-test! Bekijk zeker de website: http://www.vreg.be/nl/doe-de-v-test-voorgezinnen Hier vergelijk je de verschillende producten van de verschillende energieleveranciers. Zo kun je zien wat

Nadere informatie

Thema Kinderen en school

Thema Kinderen en school http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 21. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 17, 18, 19 en 20. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den

Nadere informatie

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Lesbrief 11. Herhaling Inleiding Deze les is een herhalingsles van de vier gesprekken van het thema. Wat leert u in deze les? Vragen naar werk. Je voorstellen.

Nadere informatie

Thema Kinderen en school.

Thema Kinderen en school. www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 20. Op het schoolplein Taban brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet Meryem. Waar

Nadere informatie

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl http://www.edusom.nl Actielessen Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Nieuwe woorden Grammatica: werkwoorden in de verleden tijd Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar

Nadere informatie

Pluslessen. Lesbrief 40. Budgetbeheer

Pluslessen. Lesbrief 40. Budgetbeheer http://www.edusom.nl Pluslessen Lesbrief 40. Budgetbeheer Wat leert u in deze les? 0 Woorden over geldzaken 0 Wat budgetbeheer is 0 Waar u meer informatie kunt vinden voor budgetbeheer Succes! 1 Deze les

Nadere informatie

Lesbrief 37. Aangifte doen bij politie

Lesbrief 37. Aangifte doen bij politie http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 37. Aangifte doen bij politie Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u aangifte gaat doen. De voltooide tijd. Praten over iets dat gestolen is. Veel

Nadere informatie