Thema In en om het huis.
|
|
- Rosa de Vos
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
2 HET GESPREK Opdracht 1. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren op de website. HET GESPREK DEEL 1. Miriam Amad zoekt een woning. Zij praat met Taban. Miriam: Hallo, hoe is het? Taban: Prima. Met jou? Miriam: Nou het gaat. Taban: Wat is er dan? Een probleem op je werk? Miriam: O nee, dat niet. Het is mijn huis, joh. Het gaat niet meer. Taban: O? Miriam: Het is veel te klein. Een tweekamerwoning, weet je. Met twee kinderen Echt heel klein. En de huisbaas doet er niets aan. Je moet de douche zien en de keuken! Zo oud, zo slecht. Nou, en dan nog die buren. Altijd lawaai, s avonds als de kinderen moeten slapen. Taban: Goh, wat vervelend allemaal. Miriam: Weet jij geen huis voor ons? Taban: Nee. Maar ben je al bij de gemeente geweest? Miriam: Ja, natuurlijk. Al voor mijn zoontje geboren werd! Taban: Dus je hebt een urgentiebewijs? Miriam: Ja, ik heb recht op een driekamerwoning. Of op een vierkamerwoning. Ik was gisteren nog bij de gemeente. Maar ze hebben gezegd dat ik ook zelf moet gaan zoeken. De wachtlijsten zijn zo lang, zeker drie jaar. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
3 DE WOORDEN Opdracht 2. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 2. Zet er een streep onder. U kunt de woorden ook beluisteren via de website. Te klein Voorbeeld: Een kind van twee jaar is nog te klein om naar school te gaan. Een kind moet naar school als het vier jaar is. De woning Een woning is een huis. Voorbeeld: De gemeente bouwt veel nieuwe woningen. Bij ons in de buurt zijn dertig nieuwe huizen gebouwd. De huisbaas Als je een huisbaas hebt, is het huis niet van jezelf. Het is van de huisbaas. Voorbeeld: Ons huis is van een huisbaas. Wij moeten huur aan hem betalen. De buren De buren zijn de mensen die in het huis naast je wonen. Voorbeeld: Naast mij wonen aardige mensen. Het zijn heel goede buren. Ze helpen me als het nodig is. Het lawaai Bijvoorbeeld: Mijn buren maken veel lawaai. Hun televisie staat heel hard. Ik kan s nachts niet slapen. Het urgentiebewijs U krijgt een urgentiebewijs als u heel erg snel een woning nodig heeft. Met een urgentiebewijs helpt de gemeente u een woning vinden. Recht op Als u recht heeft op honderd euro, dan moet u honderd euro krijgen. Als u recht heeft op een huis, dan moet u een huis krijgen (als dat huis er is). Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
4 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 3. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje. GOED FOUT 1 Miriam en Taban spreken over het werk. 2 Taban heeft een probleem op zijn werk. 3 Miriam heeft een klein huis. 4 Miriam ging gisteren voor de eerste keer naar de gemeente. 5 Miriam gaat zelf een huis zoeken want de wachttijden bij de gemeente zijn lang. Bekijk de antwoorden op p. 19. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
5 HET GESPREK Opdracht 4. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren via de website. HET GESPREK. DEEL 2 Taban en Miriam praten verder. Taban: Miriam: Taban: Miriam: Taban: Miriam: Miriam: Taban: Miriam: Taban: Miriam: Taban: Miriam: Taban: Miriam: Taban: Ben je ook bij de woningbouwverenigingen geweest? Ja, maar daar zijn ook lange wachtlijsten. Ja, ik weet het. En kijk je in de kranten? Ja, soms zie ik wel wat. Soms zie ik een goed huis. Maar dan is de huur weer te hoog. Dan kan ik het niet betalen. Maar je weet dat je huurtoeslag kunt krijgen? Als het huis te duur is? Dan kun je geld krijgen. Dan hoef je niet zoveel te betalen. Ja, dat heeft die man van de gemeente ook gezegd. Jij woont toch ook hier in de buurt? Hoe is jouw huis eigenlijk? O, ik heb een heel fijn huis. Een driekamerwoning? Ja, we hebben drie kamers: een grote woonkamer, een grote slaapkamer, en een kleine. En de keuken en de douche zijn ook groot. En nieuw. Wauw! Wat goed! Nou, ik heb het niet cadeau gekregen hoor. Ik heb heel lang gezocht. Hoe lang heb jij gewacht? Heel lang, wel zeven jaar. Maar toen heb ik ook een mooi huis gekregen. Nou, ik hoop dat ik het ook krijg. Ach, waarom niet? Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
6 DE WOORDEN Opdracht 5. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 5. Zet er een streep onder. Tip: U kunt de woorden ook via de website. De woningbouwvereniging Een woningbouwvereniging bouwt en verhuurt huizen. Als je een huis zoekt, kun je lid worden van een woningbouwvereniging. Bij een woningbouwvereniging kun je een huis huren. De krant Bijvoorbeeld: De krant komt iedere avond. Na mijn werk lees ik die krant. Ik wil het nieuws van die dag lezen. De huur Als je een huis huurt, moet je elke maand geld betalen. Dat geld is de huur. Bijvoorbeeld: Mijn huur is deze maand weer hoger geworden. Het is nu al 350 euro! De huurtoeslag Als je niet veel geld verdient en een hoge huur hebt, kun je huurtoeslag krijgen. Dan hoef je niet zo veel huur te betalen. Huurtoeslag vraag je aan bij de belastingdienst. De buurt De buurt is een deel van een stad of dorp. Bijvoorbeeld: Jannie woont met haar man en kinderen in een oude buurt. Er zijn heel veel oude huizen. EXTRA WOORDEN De kamer Voorbeeld: Het huis van Jade heeft drie kamers: een woonkamer en twee slaapkamers. Niets Voorbeeld: De koffie is gratis. Je hoeft niets te betalen. De douche Voorbeeld: Iedere morgen neem ik een douche. Dan kan ik me helemaal wassen. Dan ben ik lekker schoon. Oud Voorbeeld: De vader van Robert is heel oud. Hij is negentig jaar. Gisteren Bijvoorbeeld: Vandaag is het vrijdag, gisteren was het donderdag. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
7 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 6. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje. GOED FOUT 1 Miriam is bij de woningbouwvereniging geweest. 2 Als Miriam huurtoeslag krijgt dan hoeft ze niet zoveel te betalen. 3 Taban heeft een fijn huis. 4 Taban heeft een vierkamerwoning. 5 Taban heeft heel lang gewacht op een mooi huis. Bekijk de antwoorden op p. 19. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
8 Samenvatting Lees of beluister het hele gesprek nog een keer. Wat wordt er gezegd? Schrijf in vijf zinnen op waar het gesprek over gaat. Let op: schrijf dus alleen het belangrijkste op Bekijk de antwoorden op p. 19. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
9 Opdracht 7. Wat is niet hetzelfde? Streep het woord door dat er niet bij hoort. 1. keuken douche huurtoeslag kamer 2. krant - tijdschrift lawaai boek 3. éénkamerwoning tweekamerwoning vierkamerwoning urgentiebewijs 4. nieuw woningbouwvereniging groot mooi Opdracht 8. Vul het goede woord in Kies uit: - huisbaas - te klein - gemeente - huurtoeslag - lawaai - buurt 1. Miriam is op zoek naar een nieuwe woning. Ze gaat naar de. om te kijken of zij haar kunnen helpen. 2. Bij de belastingdienst vraagt ze... aan. 3. Het huis waar Miriam nu woont is.. 4. Er is ook erg veel om haar heen. 5. Het is namelijk erg druk in de 6. Als Miriam huursubsidie krijgt dan hoeft ze niet meer zoveel geld te betalen aan de Bekijk de antwoorden op p. 19. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
10 SCHRIJVEN Opdracht 9. Wat hoort bij een huis zoeken? Schrijf vijf woorden op die volgens u bij een huis zoeken horen, bijvoorbeeld huur of buurt. huur buurt Bekijk de antwoorden op p. 20. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
11 GRAMMATICA Opdracht 10. Praten over wat is gebeurd. Iets is gisteren of vorige week of vorige maand gebeurd. Dat kun je zeggen met: hebben + gewacht, gewerkt, gepraat, enzovoort. Kijk maar naar de voorbeelden. Heeft de man van de gemeente dat gisteren gezegd? Ja, dat heeft hij gezegd. Heeft u toen een urgentiebewijs gekregen? Ja, dat heb ik gekregen. Nu zelf. Vul de goede woorden in op de 1. Heeft u gisteren een schoolgids gekregen? Ja, die heb ik. 2. Heb je de brief geschreven? Ja, die heb ik. 3. Heb je vorige week een nummer gekregen? Ja, dat heb ik. 4. Heeft u al werkkleding gekregen? Ja, die heb ik al. 5. Hebben de buren weer lawaai gemaakt? Ja, ze hebben weer lawaai. 6. Heb je een woning gekregen? Ja, vorige maand heb ik een woning. 7. Heeft de huisbaas het huis gemaakt? Ja, hij heeft het huis Bekijk de antwoorden op p. 20. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
12 GRAMMATICA Opdracht 11. Maak een goede zin! Iets is gisteren of vorige week of vorige maand gebeurd. Dat kun je zeggen met heb en met gewacht, gewerkt, gepraat, enzovoort. Dit heb je al geoefend bij opdracht 10. De woorden gewacht, gewerkt, gepraat enzovoort staan vaak aan het einde van de zin. Maak nu van de woorden een goede zin. 1. gepraat met Taban Gisteren heb ik 2. van de gemeente De man gisteren heeft gezegd - dat 3. een urgentiebewijs gekregen Ik - heb toen 4. Gisteren in de krant gezocht heb - ik naar een nieuw huis 5. Taban gewacht op een nieuwe woning 7 jaar - heeft Bekijk de antwoorden op p. 20. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
13 SPREKEN Spreek samen! Doe samen met uw taalvriend de spreekopdrachten. Opdracht 12. Doe mee, praat mee Hallo, hoe gaat het? Hallo, hoe gaat het? A; Prima, met jou? A: Prima, met jou? B: Nou het gaat... B: Nou het gaat Wat is er dan met je? Wat is er dan met je? A: Ik heb een probleem A: Ik heb een probleem Een probleem op je werk? Een probleem op je werk? B: Ach welnee B: Ach welnee. Wat is je probleem? Wat is je probleem? A: Het Is mijn huis A: Het is mijn huis Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
14 SPREKEN Spreek samen! Opdracht 13. Lees samen met uw taalvriend: A: Heeft u een groot huis? B: Nee, mijn huis is niet zo groot. A: Hoeveel kamers heeft uw huis? B: Ik heb een tweekamerwoning. A: Heeft u een zolder? B: Ja. A: Heeft u een balkon? B: Nee. A: Is er nieuwe keuken? B: Nee. A: Heeft u een goede douche? B: Gaat wel. A: Maken uw buren lawaai? B: Soms. A: Heeft u aardige buren? B: Gaat wel. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
15 SPREKEN Opdracht 14. Praat nu voor uzelf 1 Heeft u een klein huis? 2 Hoe ziet uw huis eruit? 3 Zoekt u in de krant naar een nieuw huis?. 4 Gaat u ook langs de gemeente? 5 Heeft u een urgentiebewijs? 6 Kunt u huurtoeslag krijgen? VRAAG VAN DE LES Vraag 1. U wilt een nieuw huis. Waar kunt u gaan zoeken naar een nieuw huis? Vraag 2. Wat is een urgentiebewijs? Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
16 LEZEN Opdracht 15. Lees. DE INFORMATIE. Een huis zoeken. Het is vaak moeilijk om een goede woning te vinden. Een goede woning is een huis met genoeg kamers, een goede keuken en een goede douche. Een huis dat niet te duur is en in een prettige buurt staat. Er is in veel plaatsen een tekort aan goede betaalbare huizen. De gemeente verdeelt vaak de woningen die vrij komen. Bij de gemeente kunt u een urgentiebewijs krijgen. Een urgentiebewijs betekent dat ook de gemeente vindt dat u dringend een huis nodig heeft. De gemeente helpt u dan een huis te krijgen. Wanneer krijg je zo n urgentiebewijs? Daar zijn regels voor. U moet een aantal jaar in de stad wonen, bijvoorbeeld langer dan twee jaar. Ook mag u niet heel veel verdienen. Verder moet u 18 jaar of ouder zijn. Zo zijn er nog meer regels. Als u het urgentiebewijs aanvraagt, moet u een legitimatie meenemen. Dus een paspoort, rijbewijs, enzovoort. Het urgentiebewijs kost ook geld. Met een urgentiebewijs komt u op een wachtlijst. Na enige tijd zal de gemeente u een woning aanbieden. Maar dat kan wel lang duren. U moet dus ook zelf gaan zoeken. U kunt u ook inschrijven bij een woningbouwvereniging. U kunt kijken naar advertenties in kranten en in winkels. En u kunt ook zoeken op het internet, via de Startpagina komt u bij Wonen en dan bijvoorbeeld bij Huurdersverenigingen in Nederland. Als een huis te duur is, kunt u huurtoeslag krijgen. Dan hoeft u niet zoveel te betalen. Hoe kunt u huurtoeslag aanvragen? Dat doet u bij de belastingdienst. Ook daar zijn regels voor. U moet ouder dan 18 jaar zijn. U mag niet veel verdienen, enzovoort. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
17 PRAKTIJK Opdracht 16. Kijk in de praktijk. PRAKTIJKOPDRACHT - Zoek informatie over huizen die te huur zijn. - Neem bijvoorbeeld bij de supermarkt een gratis woningblad mee. Of kijk in de krant. Of in een huis-aan-huisblad. - Zoek een huis uit dat te huur is. Kijk: 1. Hoeveel kamers heeft het huis? 2. Hoe hoog is de huur? 3. In welke buurt is het huis? TIP VAN DE LES U bent op zoek naar een woning. U vraagt een kennis of hij iets weet. Dit kunt u zeggen: - Ik ben op zoek naar een huis. Weet jij iets? - Ik heb een woning nodig. Wat kan ik doen? - Ik zoek een andere woning. Kunt u me misschien helpen? - Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
18 HOE GAAT HET? Opdracht 17. Kent u de woorden? Kruis aan. de buurt te klein lawaai het urgentiebewijs de krant de gemeente de huurtoeslag de huisbaas de huur Opdracht 18. Kunt u het in het Nederlands? Deze les ging over het zoeken naar een huis. U spreekt met iemand over het zoeken naar een huis en over uw huis. Kunt u dat nu goed? Of een beetje? Of nog niet zo goed? Schrijf het op. Zet een kruisje. Praten over je huis. Informatie zoeken over het zoeken naar een nieuw huis. Iets zeggen dat al is gebeurd. Goed! Gaat wel Nog niet goed Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
19 ANTWOORDBLAD Opdracht Fout. Miriam en Taban spreken over het huis van Miriam. 2. Fout. Miriam heeft een probleem met haar huis. 3. Goed. Miriam heeft een klein huis. 4. Fout. Miriam is al eerder bij de gemeente geweest. 5. Goed. De wachttijd bij de gemeente is drie jaar, Miriam gaat zelf een huis zoeken. Opdracht Goed. Miriam is bij de woningbouwvereniging geweest. 2. Goed. Miriam hoeft dan niet zoveel te betalen. 3. Goed. Taban heeft een fijn huis. Samenvatting Let op! Dit is een samenvatting van het gesprek, hierin staan de belangrijkste dingen uit het gesprek. Uw vijf zinnen kunnen anders zijn. Miriam praat met Taban. Zij heeft een probleem met haar woning. Het huis is veel te klein. De douche en de keuken zijn niet goed. En de buren maken lawaai. Taban vraagt of Miriam al bij de gemeente is geweest. Hij vraagt ook of ze een urgentiebewijs heeft. Miriam is bij de gemeente geweest. Ook heeft zij een urgentiebewijs. Ze heeft recht op een grotere woning. Maar de wachtlijsten voor huizen zijn heel lang. Miriam is ook bij woningbouwverenigingen geweest. Ook weet zij dat je huursubsidie kunt krijgen. Dan praten ze over het huis van Taban. Hij heeft een mooi huis. Maar hij heeft wel lang moeten wachten. Opdracht de buurt 2. lawaai 3. urgentiebewijs 4. woningbouwvereniging Opdracht Miriam is op zoek naar een nieuwe woning. Ze gaat naar de gemeente om te kijken of zij haar kunnen helpen. 2. Bij de belastingdienst vraagt ze huurtoeslag aan. 3. Het huis waar Miriam nu woont is te klein. 4. Er is ook erg veel lawaai om haar heen. 5. Het is namelijk erg druk in de buurt. 6. Als Miriam huursubsidie krijgt dan hoeft ze niet meer zoveel geld te betalen aan de huisbaas. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
20 Opdracht 9. Woorden die bij een huis zoeken horen: huur buurt woningbouwvereniging gemeente krant huurtoeslag urgentiebewijs wachtlijst wachttijd recht hebben op Opdracht gekregen 2. geschreven 3. gekregen 4. gekregen 5. gemaakt 6. gekregen 7. gemaakt Opdracht Gisteren heb ik met Taban gepraat. 2. De man van de gemeente heeft dat gisteren gezegd. 3. Ik heb toen een urgentiebewijs gekregen. 4. Gisteren heb ik in de krant naar een nieuwe woning gezocht. 5. Taban heeft 7 jaar op een nieuwe woning gewacht. De antwoorden bij de vragen op de les Antwoord op vraag 1. U kunt zoeken in de krant, advertenties bekijken in een woningblad of in huis-aanhuisbladen. U kunt ook naar de gemeente gaan of zoeken op internet. Antwoord op vraag 2 Een urgentiebewijs betekent dat ook de gemeente vindt dat u dringend een huis nodig heeft. De gemeente helpt u dan een huis te krijgen. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
21 EXTRA OEFENEN VOOR HET INBURGERINGSEXAMEN Deze les over Een huis zoeken past in het thema 3 Wonen van KNS van het Inburgeringsexamen. OEFENEN VOOR HET EXAMEN LUISTEREN Luister naar het gesprek van de les. Luister via en / of via Maak daarbij de vragen van opdrachten 3 en 6 en maak de oefeningen van Station Nederlands. OEFENEN VOOR HET EXAMEN SPREKEN Zoek een taalvriend, iemand die goed Nederlands spreekt. Doe opdracht 12, 13 en 14 uit deze les met uw taalvriend. OEFENEN VOOR HET EXAMEN LEZEN Voor het examen Lezen kunt u oefenen met de opdrachten 3 en 6 bij de tekst van de gesprekken uit deze les. Ook kunt u oefenen met de extra opdrachten op p OEFENEN VOOR HET EXAMEN SCHRIJVEN Zoek een taalvriend, iemand die goed Nederlands spreekt. Doe opdracht 6 (de samenvatting) uit deze les met uw taalvriend. Kijk voor meer informatie over het inburgeringexamen op: Maak de voorbeeldexamens. Beginnersles 42 van Station Nederlands gaat ook over het examen. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
22 Hoe leer je Nederlands? Door veel te oefenen in de praktijk. Door de lessen van Edusom te volgen op radio, tv en internet. Door met deze lesbrieven te werken. En met Station Nederlands. Kijk ook eens op Oefenen.nl. Daar vindt u programma s over taal, maar ook over rekenen, gezondheid en nog veel meer. Kijk naar AT5 en Leef & Leer. Zoek een taalvriend om spreken en schrijven te oefenen. En zoek een taalcursus om nog meer te leren. U kunt ook naar het Taalspreekuur van de OBA gaan. Veel leerplezier! Meer oefenen? Kijk naar films van ETV. Op ETV en de website zijn veel programma s over wonen en samenleven te vinden. Doe de extra opdrachten. Opdracht 1. Bekijk een aflevering op ETV.nl van het programma Praatwijzer. Het gaat over een huis zoeken. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
23 Opdracht 2. Geef antwoord op de vragen 1. Waarom gaat de vrouw verhuizen? 2. Wat is de woningbouwvereniging? 3. Waarom mag de vrouw niet zomaar gaan kijken bij het huis? 4. Hoe lang staat de vrouw al op de wachtlijst? 5 jaar 10 jaar 2 jaar 5. Hoe kan je je voorkeur doorgeven? 6. Waarom gaat de vrouw niet verhuizen? Opdracht 3 Lees de tekst. Het is een advertentie. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
24 Beantwoord de vragen. Te huur in de gemeente Utrecht: In de Bilthovenstraat, dichtbij het winkelcentrum staat deze driekamerwoning. Het huis heeft een klein balkon op het Zuiden en de badkamer is net nieuw. Aan de achterkant van het huis ligt de tuin. Hier staat ook een schuur voor de tuinspullen en de fietsen. Het huis staat in een gezellige buurt waar veel gezinnen met kinderen wonen. 1. In welke gemeente staat dit huis? a. In Bilthoven. b. In Utrecht. c. In Amsterdam. 2. Waar ligt de tuin? a. Het huis heeft geen tuin. b. Aan de voorkant van het huis. c. Aan de achterkant van het huis. 3. Wat staat er in de tuin? a. De fietsen. b. De tuinspullen. c. Een schuur. 4. Wat voor buurt is het? a. Een drukke buurt met veel verkeer. b. Een gezellige buurt met veel gezinnen. c. Een stille buurt met veel kantoren. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
25 ANTWOORDBLAD BIJ OEFENEN MEER OEFENEN Opdracht 2 1. Waarom gaat de vrouw verhuizen? Ze wil weer eens wat anders. 2. Wat is de woningbouwvereniging? Een bedrijf dat mensen aan woningen helpt. 3. Waarom mag de vrouw niet zomaar gaan kijken bij het huis? Ze moet eerst haar voorkeur doorgeven en afwachten of ze in aanmerking komt. 4. Hoe lang staat de vrouw al op de wachtlijst? 10 jaar 5. Hoe kan je je voorkeur doorgeven? - Je kan de bon invullen uit het blad. - Je kan je voorkeur doorgeven via internet. - Je kan bellen naar de woningbouwvereniging. 6. Waarom gaat de vrouw niet verhuizen? Het huis is veel te klein. (Ook vindt de vrouw het huis oud, verrot en te duur) Opdracht 3 1. b. In Utrecht. 2. c. Aan de achterkant van het huis. 3. c. Een schuur. 4. b. Een gezellige buurt met veel gezinnen. Les 22 Beginners- Station Nederlands - Edusom ITTA
Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken
http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken Wat leert u in deze les? Waar u op kunt letten als u een nieuwe woning zoekt. Een gesprek voeren over een nieuwe woning. Uitdrukkingen!
Lesbrief 14. Naar personeelszaken.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.
Thema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25 Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten
www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 30. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Informatie vragen bij een instelling. Veel succes! Deze
Thema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau.
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Naar het uitzendbureau. Wat leert u in deze les? Een gesprek bij het uitzendbureau begrijpen. Hoe je je kunt inschrijven bij het uitzendbureau. Wat u
Opstartlessen. Les 1. Kennismaken
www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK
Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Daarna laat Soumiya
Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang
Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven
Thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Opbellen naar een bedrijf. Wat leert u in deze les? Een telefoongesprek naar een bedrijf begrijpen. Een gesprek over een advertentie begrijpen.
Les 35. Een nieuw paspoort
http://www.edusom.nl Thema Het stadhuis Les 35. Een nieuw paspoort Wat leert u in deze les? Informatie over het aanvragen en verlengen van uw paspoort of identiteitskaart. Vragen stellen bij het loket.
Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.
www.edusom.nl Opstartlessen Les 2. Wonen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek
Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama
Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen
Beginnerslessen Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Wat leert u in deze les? Gesprekken over het inburgeringsexamen begrijpen. Welke examens bij het inburgeringsexamen horen. Waar u kunt oefenen met de
Thema In en om het huis.
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 23. Veilig verkeer Wat leert u in deze les? Hoe kinderen veilig kunnen spelen op straat Praten met de buren over de buurt en het verkeer Woorden met een
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 28. De belastingaanslag. Wat leert u in deze les? Informatie over uw inkomsten begrijpen. Informatie over uw uitgaven begrijpen.
Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Les 11. Herhaling Inleiding Deze les is een herhalingsles van de vier gesprekken van les 7 tot en met 10. Wat leert u in deze les? Vragen
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 29. Bellen over een probleem Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over een probleem op het werk. Woorden die aangeven hoe vaak
Lesbrief 35. AOW aanvragen.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 35. AOW aanvragen. Wat leert u in deze les? Informatie over AOW begrijpen. Uitleg vragen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den
Les 33. Zwangerschap
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 33. Zwangerschap Wat leert u in deze les? Informatie begrijpen over zwanger zijn. Zeggen dat u zwanger bent of dat u zich niet lekker voelt. Woorden die hetzelfde
Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. Ze belt naar een kinderdagverblijf. Is er een plaats vrij? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat
Thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 10. Het eindgesprek. Wat leert u in deze les? Een eindgesprek voeren. Informatie vragen en geven. Het verschil tussen werk en vrijwilligerswerk. De
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 30. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:
Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN Lesbrief 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Les 2. Naar het ziekenhuis.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes!
Thema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 24. Boodschappen doen in de supermarkt Wat leert u in deze les? Welke zinnen en woorden u kunt gebruiken tijdens het boodschappen doen. Welke producten
Thema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 12. In de pauze. Wat leert u in deze les? Iemand gelijk geven. Nee zeggen. Uw mening geven. Van twee woorden één woord maken. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel
Thema Gezondheid. Les 2. De wachtkamer
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Bashir, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er
Thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek. Wat leert u in deze les? Een sollicitatiegesprek voeren. De voltooide tijd gebruiken. Vragen naar interesse stellen en
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Wong, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen.
Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het
Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Bashir komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Thema Gezondheid. Les 3. De huisarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Bashir, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat
Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria
Thema Kinderen en school
http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 18. Het 10-minutengesprek. Wat leert u in deze les? Vergelijkingen maken. Zeggen hoe vaak iets gebeurt. Verkleinwoordjes. Veel succes! Deze les is
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 28. Geld lenen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met een bank over geld lenen. Woorden en zinnen gebruiken die gaan over het
Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.
Thema Nederlandse cultuur en gewoontes
http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les
Les 4. Naar de apotheek.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. Naar de apotheek. Wat leert u in deze les? Waarschuwen. Een bijsluiter lezen. Informatie vragen en om hulp vragen. Wat u kunt zeggen als u iets niet weet of
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.
Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag
Les 34. Meedoen in het verpleeghuis
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 34. Meedoen in het verpleeghuis Wat leert u in deze les? Informatie over de activiteiten in het verpleeghuis begrijpen Van twee woorden één lang woord maken Vragen
Thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 11. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 7, 8, 9 en 10. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw, Maria, gaat weer naar de winkel om over werk te
Thema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 24. Een wasmachine kopen. Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u een wasmachine wilt kopen. Zeggen hoe groot iets is. Vergelijkingen. Veel
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.
Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK
Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les
Thema Gezondheid Beginnerslessen
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Beginnerslessen Les 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken.
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Thema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 25. Een jurk ruilen. Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u een jurk gaat ruilen. Verleden tijd gebruiken. Vragen stellen. Veel succes! Deze
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Thema Kinderen en school. Les 18. Voor het eerst naar school
Thema Kinderen en school. Les 18. Voor het eerst naar school Taban brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat
Lesbrief 41. Verhuizen
http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 41. Verhuizen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over verhuizen. Zinnen maken met: als dan. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Thema Op het werk. Les14. Opdrachten
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Daarna
Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert
Les 4. De fysiotherapeut.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Bashir, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij zegt
Thema Kinderen en school. Lesbrief 10. Voor het eerst naar school
Thema Kinderen en school. Lesbrief 10. Voor het eerst naar school brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Les 5. In het ziekenhuis.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. In het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? Een gesprek in het ziekenhuis begrijpen. Woorden omschrijven. Welke vragen u kunt stellen in het ziekenhuis. Vragen
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 27. De vakopleiding. Wat leert u in deze les? Praten over het verleden, het heden en de toekomst. Een gesprek voeren met de studieadviseur.
Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag
Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt
Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk
Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Lesbrief 11. Herhaling Inleiding Deze les is een herhalingsles van de vier gesprekken van het thema. Wat leert u in deze les? Vragen naar werk. Je voorstellen.
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Meneer Bashir gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten.
Les 1. Bij de huisarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts
Thema Kinderen en school.
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 20. Op het schoolplein Taban brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet Meryem. Waar
Lesbrief 38. Aangifte doen van geboorte
http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 38. Aangifte doen van geboorte Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u aangifte gaat doen van een geboorte. Woorden van bezit. Veel succes! Deze les
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en
Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken
Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.
Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl
http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren in de bibliotheek en op het internet Grammatica: voltooide tijd Veel succes! Deze les is
Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts
Thema Gezondheid Lesbrief 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Wong, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?
Lesbrief 37. Aangifte doen bij politie
http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 37. Aangifte doen bij politie Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u aangifte gaat doen. De voltooide tijd. Praten over iets dat gestolen is. Veel
Lesbrief 39. Vrije tijd en vakantie
http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 39. Vrije tijd en vakantie Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over vakantie. Een gesprek voeren over vrije tijd. Een vakantiehuisje huren Informatie
Thema Op zoek naar werk
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar
Thema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 23. Een praatje met de buren. Wat leert u in deze les? Een praatje maken met de buren. Informatie over een rijbewijs begrijpen. Veel succes! Deze les
Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl
http://www.edusom.nl Actielessen Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Nieuwe woorden Grammatica: werkwoorden in de verleden tijd Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Lesbrief 3. De fysiotherapeut.
MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij
Thema Kinderen en school. Les 21. Herhaling thema
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 21. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van ouders gelezen. U heeft in les 17, 18, 19 en 20 veel geleerd over kinderen en school.
Pluslessen. Les 42. Contact met elkaar. Wat leert u in deze les? Succes! 0 Een praatje beginnen met onbekenden.
http://www.edusom.nl Pluslessen Les 42. Contact met elkaar Wat leert u in deze les? 0 Een praatje beginnen met onbekenden. 0 Praten over uw persoonlijke situatie. 0 Vriendelijk zeggen wat iemand moet doen.
Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Lesbrief 7. Leren & werken
www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 7. Leren & werken Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over leren en werken. Zeggen dat iets mooier of leuker is. Goede zinnen maken. Veel succes! Deze les is
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 27. Bellen over een cursus Wat leert u in deze les? Een instelling bellen om informatie te vragen over een cursus. Een brochure aanvragen.
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts
Thema Gezondheid Lesbrief 2. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Kaya, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?
Lesbrief 6. Gezondheid
www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 6. Gezondheid Wat leert u in deze les? Praten met de dokter. Zinnen maken. Zeggen dat iets niet zo is. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Thema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine?
www.edusom.nl Thema Op het werk Les 13. Hoe werkt de machine? Kofi is op het werk. Kofi moet aan de machine werken. De chef vertelt Kofi eerst hoe de machine werkt. Dan werkt Kofi met de machine. De machine
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 29. Bent u goed verzekerd? Wat leert u in deze les? Informatie begrijpen over verzekeringen. Van één woord twee woorden maken. Verleden
Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken
Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.
Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen
www.edusom.nl Opstartlessen Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u iets lekker vindt of ergens van houdt. Praten over eten en drinken. Praten over boodschappen
Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. Kofi gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef
Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school
Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat
Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein
Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet. Waar werkt? Wat leert u in
Pluslessen. Lesbrief 38. Het werkoverleg. Wat leert u in deze les? Succes! http://www.edusom.nl
http://www.edusom.nl Pluslessen Lesbrief 38. Het werkoverleg Wat leert u in deze les? D D D Woorden over het werk en het werkoverleg Hoe een werkoverleg gaat Afspraken maken met zinnen met als Succes!
Les 6. Herhaling thema.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 6. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 1, 2, 3, 4 en 5. Vragen beantwoorden. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Thema Kinderen en school
http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 19. Lid worden van een club. Wat leert u in deze les? Hoe u lid kunt worden van een club. Vragen beantwoorden. Zeggen hoe vaak iets gebeurt. De toekomende