Melkweg. Hier is de bon. Lezen Alfa A. Naar de winkel

Transcriptie

1 Melkweg Lezen Alfa A Hier is de bon Naar de winkel

2 Colofon Melkweg Lezen Alfa A, Hier is de bon, 205 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting Melkweg +. Stichting Melkweg + stelt zich ten doel bij te dragen aan de kwaliteit van het onderwijs aan laaggeletterden. Dit katern mag vrij gebruikt worden in het onderwijs. Commercieel gebruik is nadrukkelijk verboden. Voor het opnemen in readers dient men zich te wenden tot Stichting Melkweg +. Contact: info@melkwegplus.nl Melkweg is winnaar van de Lestrofee 202!

3 Melkweg De Melkweg ligt in Leerdam. Het is een fijne straat. Wie wonen daar? Jal en Noor Ze wonen op Melkweg 2. Ze komen uit Marokko. Lin en Wen Ze wonen op Melkweg 4. Ze komen uit China. Jet en Kojo Ze wonen op Melkweg 6. Kojo komt uit Ghana. Jet komt uit Nederland. Elif en Ozan Zij wonen op Melkweg. Ze komen uit Turkije. Melkweg - Naar de winkel 3

4 Koop bij Koos Vragen Waar koopt u eten? Wat koopt u vaak? Wat is dit? a.... b.... c.... Hoe duur is een kilo kaas? a 2 b 8 2 Hoe duur is een kilo vis? a 8 b 0 3 Hoe duur is een kilo ui? a b 2 4 Wat is waar? a Ei is duur, maar kaas niet. b Kaas is duur, maar ei niet. 4 Melkweg - Naar de winkel

5 Koop bij Koos! Kaas Nu: 8 per kilo Ei,50 per doos 0 stuks Vis 0 euro per kilo Ui kilo voor 2 Lekker en niet duur! Melkweg - Naar de winkel 5

6 Taken A lees Lees vijf keer. Lees snel. een 2 twee 3 drie 4 vier 5 vijf 6 zes 7 zeven 8 acht 9 negen 0 tien B Hoeveel? 6 Melkweg - Naar de winkel

7 En u? Welk eten is duur? Welk eten is niet duur? Wat vindt u? x De les maakt mij... O moe O blij O boos Kent u dit woord? x Ken ik Woord koop de kaas nu de kilo het ei de doos de vis de ui lekker niet duur de euro kopen Melkweg - Naar de winkel 7

8 2 Welkom bij Jumbo Noor gaat naar Jumbo. Dat is een winkel. Welke winkels kent u? Vragen a.... b.... c.... Het is maandag. Hoe laat gaat de winkel open? a Acht uur b Negen uur 2 Het is maandag. Hoe laat gaat de winkel dicht? a Acht uur b Negen uur 3 Het is vrijdag. Hoe laat gaat de winkel dicht? a Acht uur b Negen uur 4 Wat mag niet? a Een kar nemen b Roken 8 Melkweg - Naar de winkel

9 Noor is in de winkel. Ze leest een bord. Welkom Welkom bij Jumbo. Wanneer zijn wij open? Maandag van 8 uur tot 20 uur Dinsdag van 8 uur tot 20 uur Woensdag van 8 uur tot 20 uur Donderdag van 8 uur tot 2 uur Vrijdag van 8 uur tot 2 uur Zaterdag van 8 uur tot 20 uur Zondag van 2 uur tot 8 uur Wat mag en wat moet? Neem een kar of een mandje. Dat moet. Uw tas moet aan de haak. Ik mag niet mee. U mag hier niet roken. Melkweg - Naar de winkel 9

10 Taken A Maak de klok goed uur 9 uur 20 uur B Maak de week goed. maandag dinsdag maandag donderdag dinsdag vrijdag zaterdag zondag woensdag 0 Melkweg - Naar de winkel

11 En u? Hoe laat staat u op? Hoe laat gaat u naar school? Hoe laat eet u? Hoe laat gaat u naar bed? Wat vindt u? x De les maakt mij... O moe O blij O boos Kent u dit woord? x Ken ik Woord welkom wanneer open maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Melkweg - Naar de winkel

12 3 Hier is de bon Eerst dit Krijgt u een bon in de winkel? Leest u de bon? Vragen a.... b.... c.... Waar koopt Jet kaas? a Bij Aldi b Bij Jumbo 2 Hoe duur is de sla? a b 2 3 Jet koopt brood. Hoeveel? a brood b 2 broden 4 Jet is bij Jumbo. Ze is bij de kassa. Hoe duur is het? a 7 b 4 2 Melkweg - Naar de winkel

13 Jet koopt eten. Ze gaat naar Aldi. En ook naar Jumbo. Hier is de bon. Sla zak Ui kilo Peer kilo 2 Tomaat doos 2 Thee doos Totaal 7 Kaas stuk 5 Melk pak Thee doos Brood bruin 2 Brood wit 2 Koek pak Sap fles 2 Totaal 4 Datum november 205 Melkweg - Naar de winkel 3

14 Taken A Trek een lijn. een twee 2 6 drie vier vijf zes zeven acht negen tien B Lees vijf keer. lees bon peer koek zak doos pak sla thee melk brood kilo tomaat totaal datum 4 Melkweg - Naar de winkel

15 En u? Gaat u naar de winkel? Lees de bon. Welke woorden kent u? Wat vindt u? x De les maakt mij... O moe O blij O boos Kent u dit woord? x Ken ik Woord de bon de sla de peer de tomaat de thee de melk het brood de koek de zak het pak de fles de datum eten Melkweg - Naar de winkel 5

16 4 Geld voor de kar Eerst dit Wat ziet u? Vragen a.... b.... c.... Waar of niet waar? Het is mooi weer. a Dat is waar. b Dat is niet waar. 2 Er moet in de kar. a Dat is waar. b Dat is niet waar. 3 De man geeft geld aan Noor. a Dat is waar. b Dat is niet waar. 4 Noor vindt de muziek mooi. a Dat is waar. b Dat is niet waar. 6 Melkweg - Naar de winkel

17 Dit is een verhaal over Noor. Noor gaat naar de winkel. Het is een mooie dag. Noor gaat naar de winkel. Ze ziet een man. Hij maakt muziek. Noor wil een kar. Er moet geld in. Noor zoekt in haar tas. Daar is een euro. Ze doet het geld in de kar. Noor is klaar. Ze zet de kar weg. Ze neemt de euro uit de kar. Ze geeft de euro aan de man. De muziek was mooi! zegt ze. Dank je wel! Melkweg - Naar de winkel 7

18 Taken A lees Noor wil een kar. Er moet geld in. Noor zoekt in haar tas. Daar is een euro. Ze doet het geld in de kar. B x Welk woord begint met t? 8 Melkweg - Naar de winkel

19 En u? Houdt u van muziek? Maakt u zelf muziek? Wat vindt u? x De les maakt mij... O moe O blij O boos Kent u dit woord? x Ken ik Woord de dag de winkel zij ziet de man de muziek het geld de tas klaar zij geeft mooi dank je wel zien geven Melkweg - Naar de winkel 9

20 Woorden de doos het ei de euro de kaas de ui de vis 2 Zoek de dagen van de week. Jal werkt op maandag. 2 Zondag ben ik vrij. 3 Kun je me zaterdag helpen? 4 Lin gaat dinsdag naar de les. 5 Woensdag ga ik naar mijn zus. 6 Ga je vrijdag mee? 7 Wat doe je donderdag? 20 Melkweg - Naar de winkel

21 3 de sla de peer de tomaat de thee de melk het brood 4 Noor een man. 2 Hij maakt. 3 Noor vindt de muziek. 4 Ze geeft aan de man. geld mooi muziek ziet 5 Wat hoort bij elkaar? de winkel welkom de koek de datum de dag, de maand en het jaar het is zoet, je kunt het eten fijn dat je er bent! daar kun je iets kopen Melkweg - Naar de winkel 2

22 6 x Welk woord hoort er niet bij? 2 3 de kaas het brood de koek de fles de thee de melk het ei het water maandag wanneer vrijdag zondag 7 Wat hoort bij elkaar? niet open mooi lekker duur dicht lelijk vies goedkoop wel Waar jij kaas? 2 Is de kaas? 3 Hij kost 8 euro per. 4 Ik doe de kaas in mijn. duur kilo koop tas 22 Melkweg - Naar de winkel

23 koek man peer sla vis welkom winkel Van links naar rechts Fijn dat je er bent. 2 Het woont in de zee. Je kunt het eten. 3 Jal is geen vrouw. Hij is een... 4 Het is zoet en lekker. 5 Wat ziet u? 6 Wat ziet u? Van boven naar beneden Jumbo is een... Aldi is ook een... En HEMA is een... Melkweg - Naar de winkel 23

24 0 de doos de zak het pak de fles de bon de tas Wat hoort bij elkaar? de fles het pak de doos de zak ei peren melk wijn 2 x Op welke heb je les? 2 Heb je les? 3 Hoe laat is de les? dag klaar nu 24 Melkweg - Naar de winkel

25 3 Lin vis. 2 Ze geld aan de man. 3 De man zegt:. dank je wel geeft koopt 4 Zoek de woorden. x e u r o g h b k i l o q t r y p m u z i e k w l e k k e r p m n b c c d t a s b w q r t p k l h g f k p t o m a a t d z x c v w t r p k b o n s d p w i n k e l v b z d g e l d b r m o o i t bon euro geld kilo lekker mooi muziek tas tomaat winkel Melkweg - Naar de winkel 25

26 Sleutels Tekst Vragen b 2 b 3 b 4 b Taken B Tekst 2 Vragen a 2 a 3 b 4 b Taken A B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag 26 Melkweg - Naar de winkel

27 Tekst 3 Vragen b 2 a 3 b 4 b Taken A een 2 twee 3 drie 4 vier 5 vijf 6 zes 7 zeven 8 acht 9 negen 0 tien Tekst 4 Vragen a 2 a 3 b 4 a Taken B doos x tomaat x trap douche wortel x tas sla x thee Melkweg - Naar de winkel 27

28 Woorden de doos de vis de ui het ei de euro de kaas 2 Jal werkt op maandag. 2 Zondag ben ik vrij. 3 Kun je me zaterdag helpen? 4 Lin gaat dinsdag naar de les. 5 Woensdag ga ik naar mijn zus. 6 Ga je vrijdag mee? 7 Wat doe je donderdag? 3 de tomaat de sla de peer het brood de melk de thee 4 ziet 2 muziek 3 mooi 4 geld 28 Melkweg - Naar de winkel

29 de winkel welkom de koek de datum daar kun je iets kopen fijn dat je er bent! het is zoet, je kunt het eten de dag, de maand en het jaar 6 de fles 2 het ei 3 wanneer niet open mooi lekker duur wel dicht lelijk vies goedkoop 8 koop 2 duur 3 kilo 4 tas 9 w e l k o m 2 v i s 3 m a n 4 k o e k 5 p e e r 6 s l a Melkweg - Naar de winkel 29

30 0 de tas het pak de doos de zak de bon de fles de fles het pak de doos de zak wijn melk ei peren 2 dag 2 nu 3 klaar 3 koopt 2 geeft 3 dank je wel 4 x e u r o g h b k i l o q t r y p m u z i e k w l e k k e r p m n b c c d t a s b w q r t p k l h g f k p t o m a a t d z x c v w t r p k b o n s d p w i n k e l v b z d g e l d b r m o o i t 30 Melkweg - Naar de winkel

31 Wat betekent dat plaatje? U moet praten. lees U moet lezen. U moet schrijven. a.... b.... c.... Zet een rondje om het goede antwoord. x Zet een kruisje. Wat hoort bij elkaar? Voorbeeld: de kleur - geel Wat hoort bij elkaar? Voorbeeld: zwart - wit hoog - laag Melkweg - Naar de winkel 3

32 Melkweg is een uitgave van Stichting Melkweg + Meer Melkweg? Kijk op