Melkweg. Wat doe jij? Lezen Alfa A. Werk

Transcriptie

1 Melkweg Lezen Alfa A Wat doe jij? Werk

2 Colofon Melkweg Lezen Alfa A, Wat doe jij?, 2015 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting Melkweg +. Stichting Melkweg + stelt zich ten doel bij te dragen aan de kwaliteit van het onderwijs aan laaggeletterden. Dit katern mag vrij gebruikt worden in het onderwijs. Commercieel gebruik is nadrukkelijk verboden. Voor het opnemen in readers dient men zich te wenden tot Stichting Melkweg +. Contact: info@melkwegplus.nl Melkweg is winnaar van de Lestrofee 2012!

3 Melkweg De Melkweg ligt in Leerdam. Het is een fijne straat. Wie wonen daar? Jal en Noor Ze wonen op Melkweg 2. Ze komen uit Marokko. Lin en Wen Ze wonen op Melkweg 4. Ze komen uit China. Jet en Kojo Ze wonen op Melkweg 6. Kojo komt uit Ghana. Jet komt uit Nederland. Elif en Ozan Zij wonen op Melkweg 11. Ze komen uit Turkije. Melkweg - Werk 3

4 1 Een brief over het werk Wat ziet u? Vragen a.... b.... c Voor wie is de brief? a De brief is voor Mo. b De brief is voor Noor. 2 Noor werkt op maandag. Hoe laat? a Van 9 uur tot 3 uur. b Van 9 uur tot 4 uur. 3 Wanneer is Noor vrij? a Dinsdag en vrijdag b Donderdag en vrijdag 4 Noor heeft een vraag. Wat doet ze? a Zij belt Mo Vaal. b Zij schrijft met Mo Vaal. 4 Melkweg - Werk

5 Noor leest een brief. De brief gaat over haar werk. Leerdam, 23 oktober 2015 Dag Noor Aras, LEERDAM GLAS Deze brief gaat over uw werk. Wanneer moet u werken? U ziet het hier. dag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag tijd 9 uur tot 4 uur 9 uur tot 3 uur 9 uur tot 12 uur vrij vrij Hebt u een vraag? Bel dan met Groet, Mo Vaal Melkweg - Werk 5

6 Taken A Lees vijf keer. lees tijd blij vrij wij groot groet grot graag vraag graag draag kraag B Hoe laat is het? a.... b.... c a Het is drie uur. b Het is twee uur. 2 a Het is negen uur. b Het is tien uur C Maak de week goed. maandag maandag dinsdag vrijdag zondag zaterdag woensdag dinsdag donderdag 6 Melkweg - Werk

7 En u? Hebt u werk? Hoe laat gaat u werken? Hoe laat bent u klaar? Wat vindt u? x De les maakt mij... O moe O blij O boos Kent u dit woord? x Ken ik Woord de brief het werk maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag de vraag bel dan de groet bellen Melkweg - Werk 7

8 2 Welk werk doe jij? Wat ziet u? Vragen a.... b.... c Wat doet Jet? a Ze knipt. b Ze kookt. 2 Wat doet Kojo? a Hij maakt de auto. b Hij veegt de gang. 3 Wat doet Wen? a Hij wast het haar. b Hij maakt soep. 4 Wat doet Ozan? a Hij kookt rijst. b Hij veegt de gang. 8 Melkweg - Werk

9 Vier mensen praten over hun werk. Jet Ik was het haar. Ik kleur het haar met verf. Ik heb een schaar. Ik knip het haar. Ik ben kapper. Kojo De auto is stuk. De auto heeft een deuk. Ik maak de auto. Ik ben monteur. Wen Ik werk in de keuken. Ik maak soep. Ik bak vlees. Ik kook rijst. Ik ben kok. Ozan Ik maak schoon. Ik veeg de gang. Ik poets de deur. Ik dweil de vloer. Ik ben schoonmaker. Melkweg - Werk 9

10 Taken A Lees vijf keer. lees de kleur de deuk de deur leuk ik knip ik knijp de knop knap ik poets de toets de vloer stoer B x Waar hoor je eu? C a.... b.... c.... Wat is goed? 1 a Ik werk. b Ik werkt. 2 a Hij maak. b Hij maakt. 3 a Ik knip. b Ik knipt. 4 a Jij kook. b Jij kookt. 10 Melkweg - Werk

11 En u? Hebt u werk? Wat doet u op uw werk? Kent u iemand die werkt? Vraag wat zij doet. Wat vindt u? x De les maakt mij... O moe O blij O boos Kent u dit woord? x Ken ik Woord het haar ik was de kapper ik knip de auto stuk de keuken ik maak ik bak het vlees ik veeg de deur de vloer wassen knippen maken bakken vegen Melkweg - Werk 11

12 3 Mijn loon Eerst dit Wat ziet u? Vragen a.... b.... c.... Waar of niet waar? 1 Kojo krijgt loon. a Dat is waar. b Dat is niet waar. 2 Kojo werkt 12 uur. a Dat is waar. b Dat is niet waar. 3 Kojo krijgt 9 euro per maand. a Dat is waar. b Dat is niet waar. 4 Het geld is in de kast. a Dat is waar. b Dat is niet waar. 12 Melkweg - Werk

13 Kojo praat over zijn loon. Mijn loon Ik werk. Ik krijg geld van mijn baas. Ik krijg elke maand loon. Ik werk 20 uur per week. Ik verdien 12 euro per uur. Van mijn loon gaat geld af. Geld voor het land. Ik krijg 9 euro per uur. Dat is 720 euro per maand. Ik krijg elke maand 720 euro. Het geld staat op de bank. Melkweg - Werk 13

14 Taken A Hoeveel? 1 12 euro B lees Lees vijf keer. Lees snel. Ik werk 8 uur per week. Jij werkt 12 uur per week. Hij werkt 20 uur per week. Zij werkt 16 uur per week. U werkt 18 uur per week. 14 Melkweg - Werk

15 En u? Krijgt u loon? Elke dag? Elke week? Elke maand? Wat vindt u? x De les maakt mij... O moe O blij O boos Kent u dit woord? x Ken ik Woord het uur de week de maand het loon de euro het geld mijn de baas per ik krijg het land de bank krijgen Melkweg - Werk 15

16 4 De krekel en de mier Eerst dit Wat ziet u? Vragen a.... b.... c Wie werkt? a Krekel b Mier 2 Wie zingt? a Krekel b Mier 3 Wie heeft honger? a Krekel b Mier 4 Wie heeft eten? a Krekel b Mier 16 Melkweg - Werk

17 De krekel en de mier Mier werkt hard. Ze neemt eten mee naar huis. Straks is het koud. Dus spaart ze eten. Mier werkt hard. En spaart veel eten. Krekel ziet mier werken. Hij denkt: Nu is het warm. Nu zing ik een lied. Want nu ben ik blij. Dan wordt het koud. Krekel heeft geen eten. Krekel vraagt: Lieve Mier, heb je eten voor mij? Mier zegt: Jij werkt niet. Jij spaart niet. Ik geef je geen eten. Maar krekel zegt: Ik zing mooi. Ik zing voor jou. Dan word je blij. Krekel zingt voor mier. En mier geeft eten aan krekel. Ze eten samen. Melkweg - Werk 17

18 Taken A Lees vijf keer. lees strak straks straf stram straat straal strook streep spaar spar spel spoor spin spier spek spul B Wat rijmt? 1 mier hier lied 2 blij mij ik 3 niet spaar ziet 4 werk sterk een C x Waar hoor je ie? 18 Melkweg - Werk

19 En u? Wat vindt u van de mier? Wat vindt u van de krekel? Wat vindt u? x De les maakt mij... O moe O blij O boos Kent u dit woord? x Ken ik Woord de mier hard het eten het huis zij spaart veel niet hij zingt blij mooi samen koud warm sparen zingen Melkweg - Werk 19

20 Woorden 1 1 Dag Noor Aras, Deze gaat over uw werk. 2 Heeft u een vraag? Vriendelijke, Mo Vaal Bel brief groet 2 1 Ik ben kapper. Ik knip het. 2 Ik ben monteur. Ik maak de. auto haar vlees vloer 3 Ik ben kok. Ik bak het. 4 Ik ben schoonmaker. Ik veeg de. 20 Melkweg - Werk

21 3 1 Ik krijg 12 euro uur. 2 Van mijn loon gaat af. 3 Ik hou 9 over. 4 Dat geld ik. 5 Ik krijg het geld op de. euro geld per bank krijg 4 1 Mier werkt. 2 Ze neemt eten mee naar. 3 Ze eten. 4 Krekel een lied. 5 Want hij is. 6 Ze eten. hard huis spaart blij samen zingt 5 x Welk woord hoort er niet bij? maandag dinsdag de keuken zondag woensdag stuk donderdag vrijdag blij zaterdag mooi leuk Melkweg - Werk 21

22 6 1 Ik ben. 2 Ik kan niet. 3 Ik bel mijn. baas werken ziek 7 Wat hoort bij elkaar? het loon de maand de honger mijn vier weken van mij het eten het geld 8 Wat hoort bij elkaar? niet veel koud mooi lelijk warm wel weinig 22 Melkweg - Werk

23 9 Welk plaatje hoort erbij? 1 Ik kook rijst en soep. 2 Ik maak de vloer schoon. 3 Ik maak de auto. 4 Ik knip het haar. Melkweg - Werk 23

24 10 ik bak ik was ik bel ik veeg ik knip 11 1 Een dag heeft dagen is een 3 In welk woon je? land uur week 24 Melkweg - Werk

25 12 Wat leest u? 1 blij brief mier 2 3 Zoek de woorden. z g e l d r t b b p f g v b k l p t b r i e f x s t m a a n d a g r t y g r o e t x c v l e e s f h j t s a m e n p w t f b a a s h k q z r t g w m t b c x m a a n d v k a p p e r z v e g e n brief maandag groet kapper vlees vegen maand geld baas samen Melkweg - Werk 25

26 Sleutels Tekst 1 Vragen 1 b 2 b 3 b 4 a Taken B 1 a 2 a C maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Tekst 2 Vragen 1 a 2 a 3 b 4 b Taken B de neus de deur C 1 a 2 b 3 a 4 b 26 Melkweg - Werk

27 Tekst 3 Vragen 1 a 2 b 3 b 4 b Taken A 12 euro (twaalf euro) 9 euro (negen euro) 11 euro (elf euro) 6 euro (zes euro) Vragen 1 b 2 a 3 a 4 b Taken B 1 mier - hier 2 blij - mij 3 niet - ziet 4 werk - sterk C Tekst 4 de fiets drie Melkweg - Werk 27

28 Woorden 1 1 brief 2 Bel 3 groet 2 1 haar 2 auto 3 vlees 4 vloer 3 1 per 2 geld 3 euro 4 krijg 5 bank 4 1 hard 2 huis 3 spaart 4 zingt 5 blij 6 samen 5 1 de keuken 2 stuk 3 zaterdag 6 1 ziek 2 werken 3 baas het loon de maand de honger mijn het geld vier weken het eten van mij 28 Melkweg - Werk

29 niet veel koud mooi wel weinig warm lelijk ik bel ik bak ik knip ik veeg ik was Melkweg - Werk 29

30 11 1 uur 2 week 3 land 12 1 brief 2 mier 3 blij 13 z g e l d r t b b p f g v b k l p t b r i e f x s t m a a n d a g r t y g r o e t x c v l e e s f h j t s a m e n p w t f b a a s h k q z r t g w m t b c x m a a n d v k a p p e r z v e g e n 30 Melkweg - Werk

31 Wat betekent dat plaatje? U moet praten. lees U moet lezen. U moet schrijven. a.... b.... c.... Zet een rondje om het goede antwoord. x Zet een kruisje. Wat hoort bij elkaar? Voorbeeld: de kleur - geel Wat hoort bij elkaar? Voorbeeld: zwart - wit hoog - laag Melkweg - Werk 31

32 Melkweg is een uitgave van Stichting Melkweg + Meer Melkweg? Kijk op