Melkweg. Een dak boven je hoofd. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Het huis

Transcriptie

1 Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Een dak boven je hoofd Wonen: Het huis

2 Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Een dak boven je hoofd, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting Melkweg +. Stichting Melkweg + stelt zich ten doel bij te dragen aan de kwaliteit van het onderwijs aan laaggeletterden. Dit katern mag vrij gebruikt worden in het onderwijs. Commercieel gebruik is nadrukkelijk verboden. Voor het opnemen in readers dient men zich te wenden tot Stichting Melkweg +. Contact: info@melkwegplus.nl Melkweg is winnaar van de Lestrofee 2012!

3 Melkweg De Melkweg ligt in de stad Leerdam. Het is een fijne straat. Deze mensen wonen op de Melkweg: Jal en Noor Aras Ze wonen op Melkweg 2. Hun kinderen zijn al groot. Jal en Noor zijn geboren in Marokko. Lin en Wen Kam Ze wonen op Melkweg 4. Ze zijn in China geboren. Ze hebben een zoon. Hij is 15 jaar. Wen en Lin hebben een winkel. Jet van Beek en Kojo Owosu Ze wonen op Melkweg 6. Kojo is in Ghana geboren. Hij woont nog niet lang in Nederland. Jet is Nederlandse. Elif en Ozan Yilmaz Zij wonen op Melkweg 11. Ze hebben drie kinderen. Het jongste kind is 16 jaar. Het oudste kind is 22 jaar. Elif en Ozan zijn geboren in Turkije. Melkweg - Het huis 3

4 1 De buurtkrant Eerst dit Kijk naar het plaatje. Welke woorden kent u? Vragen a.... b.... c Hoeveel huizen staan aan de Melkweg? a 3 b 24 c 75 2 Waar is de badkamer? a Naast de keuken b Naast de slaapkamer c Naast de voordeur 3 Wat is de kleur van de voordeur? a Groen b Rood c Wit 4 Welk huis staat aan de Melkweg? a b c 4 Melkweg - Het huis

5 Deze tekst gaat over de Melkweg. Deze tekst komt uit de buurtkrant. De buurtkrant is een gratis krant. De krant komt elke maand. De Melkweg Aan de Melkweg staan 24 huizen. De huizen zijn oud. Ze zijn al 75 jaar oud. De huizen hebben een kelder en een zolder. Ze hebben boven drie slaapkamers. Beneden is de woonkamer. De woonkamer is acht meter lang. De badkamer is naast de keuken. De wc is in de gang. De wc is naast de voordeur. Er zijn vier ramen aan de voorkant. De ramen zijn mooi. Ze hebben mooie kleuren. De voordeur is groen. De muur is wit. Het dak is rood. Het is een schuin dak. Het huis heeft een kleine tuin. De mensen wonen graag aan de Melkweg. Melkweg - Het huis 5

6 Taken A Lees de zinnen hardop. lees Het huis heeft 3 slaapkamers. Het huis heeft 4 ramen aan de voorkant. De woonkamer is 8 meter lang. Het huis is 75 jaar oud. B lees Lees de woorden vijf keer. Kleur de vakjes. rood wit geel oranje bruin zwart groen blauw grijs roze paars oranje C Lees de woorden vijf keer. lees groen groot grijs graag gras gram blauw bloem blij blaas blik bloed kleur klein klaar klas klok klap 6 Melkweg - Het huis

7 En u? Lees de tekst nog een keer. Hoe ziet uw huis er uit? Wat vindt u van uw huis? Wat vindt u fijn? Wat vindt u niet zo fijn? Wat vindt u? x Ik vind de tekst makkelijk. Ik vind de tekst moeilijk. Ik vind de tekst leuk. Ik heb iets geleerd. Welke woorden kent u? x Ken ik Woord Komt van de huizen oud de slaapkamers de woonkamer de badkamer naast de keuken de wc de voordeur de ramen mooi de kleuren de muur kleine graag rood groen wit het huis de slaapkamer het raam de kleur klein Melkweg - Het huis 7

8 2 Een plattegrond Eerst dit In welke kamer bent u nu? Hoe lang is die kamer? Hoe breed is die kamer? Vragen a.... b.... c Hoe lang is de woonkamer? a 2,5 meter b 4 meter c 8 meter 2 Hoe breed is de keuken? a 2,5 meter b 4 meter c 8 meter 3 Waar is de deur naar de kelder? a In de badkamer b In de gang c In de tuin 4 Hoe breed is kamer op plaatje 3? a 3 meter b 6 meter c 25 meter 8 Melkweg - Het huis

9 4 m 2,5 m 4,5 m 2 m 2,5 m 8 m 5 m 3 m 8 m 3 m 2 4 m 6 m 1 Dit is een plattegrond van een huis. Kijk naar de plattegrond. Er zijn drie plaatjes. Plaatje 1 is beneden. Daar is de woonkamer. Plaatje 2 is boven. Daar zijn de slaapkamers. Plaatje 3 is de zolder. U ziet hoe lang de kamer is. U ziet ook hoe breed de kamer is. In de gang is nog een deur. Dat is de deur naar de kelder. Op het plaatje ziet u 8 m. Dit is 8 meter. 3 Melkweg - Het huis 9

10 Taken A Lees hardop. lees 1 meter 2 meter 3 meter 4 meter 5 meter 6 meter 7 meter 8 meter 9 meter 10 meter 1,5 meter Zeg: Een meter vijftig 2,5 meter Zeg: Twee meter vijftig 3,5 meter Zeg: Drie meter vijftig 4,5 meter 5,5 meter 6,5 meter 7,5 meter 8,5 meter 9,5 meter 10,5 meter B lees Lees de woorden vijf keer. woonkamer huiskamer slaapkamer zitkamer eetkamer speelkamer badkamer keuken C lees Lees de woorden vijf keer. lang breed bang brood gang bruin wang broer 10 Melkweg - Het huis

11 En u? Maak een plattegrond van uw woonkamer. Hoe lang is de kamer? Hoe breed is de kamer? Wat vindt u? x Ik vind de tekst makkelijk. Ik vind de tekst moeilijk. Ik vind de tekst leuk. Ik heb iets geleerd. Welke woorden kent u? x Ken ik Woord Komt van lang breed de tuin boven beneden hoe de meter de plattegrond de zolder de kelder het plaatje kijk kijken de gang Melkweg - Het huis 11

12 3 Een gesprek met Tata Eerst dit Er zijn veel soorten huizen. Welke huizen kent u? Denk niet alleen aan Nederland. Denk ook aan huizen in andere landen. Vragen a.... b.... c Waar woont Tata? a In een flat b In een huis c In een woonwagen 2 Waar woonde de opa van Tata? a Hij bouwde een huis in een dorp. b Hij woonde op één plaats. c Hij woonde iedere week ergens anders. 3 Wat vindt Tata leuk aan een woonwagen? a De woonwagen is heel groot. b Tata heeft een paard. c Tata voelt zich vrij. 4 Waar is de douche van Tata? a Bij de keuken b Bij de slaapkamer c Buiten 12 Melkweg - Het huis

13 Noor leest de krant. Ze leest over Tata. Tata woont in een woonwagen. Een gesprek met Tata Dag Tata, mag ik jou iets vragen? Dat is goed. Waar ben je geboren? Ik ben geboren in Nederland. Waar woon je? Ik woon in een woonwagen. Wonen jouw ouders ook in een woonwagen? Ja, die wonen vlak bij mij. Mijn zus en mijn broers ook. En mijn opa en oma. Een andere zus woont in een flat. Waar woonden jouw opa en oma vroeger? Zij hadden een woonwagen en een paard. Zij woonden iedere week ergens anders. Hoeveel kinderen hebben jouw opa en oma? Ze hebben zeven kinderen. Ze woonden samen in één woonwagen. Vind je het leuk in een woonwagen? Ja, je voelt je vrij. Alle familie woont bij elkaar. We zorgen goed voor elkaar. Waar is jouw douche? De douche en de wasbak zijn buiten. De keuken is binnen. Daar was ik mijn handen niet. Dat vind ik niet schoon. Melkweg - Het huis 13

14 Taken A lees Ik woon in een huis. Jij woont in een bovenhuis. Hij woont in een woonboot. Zij woont in een tent. Wij wonen in een flat. Jullie wonen in een woonwagen. Zij wonen in een hut. B A, B, en C zijn hoofdletters. a, b en c zijn kleine letters. Kijk naar de tekst. Zet een streep onder de hoofdletters. Waarom staan daar hoofdletters? Dag Tata, mag ik jou iets vragen? Dat is goed. Waar ben je geboren? Ik ben geboren in Nederland. Waar woon je? Ik woon in een woonwagen. Wonen jouw ouders ook in een woonwagen? Ja, die wonen vlak bij mij. B lees Welk woord leest u? 1 woonwagen 2 geboren 3 oma 4 waar 5 leuk 14 Melkweg - Het huis

15 En u? Heeft u wel eens een woonwagen gezien? Staan er woonwagens in uw buurt? Waar? Wat vindt u? x Ik vind de tekst makkelijk. Ik vind de tekst moeilijk. Ik vind de tekst leuk. Ik heb iets geleerd. Welke woorden kent u? x Ken ik Woord Komt van het gesprek vragen goed waar geboren de woonwagen woonde de opa de oma het paard anders vrij hoeveel bij elkaar de familie nu leuk wonen Melkweg - Het huis 15

16 4 Een nieuwe bank Eerst dit Welke woorden kent u? Vragen a.... b.... c Waarom koopt Lin een bank? a Haar bank is niet mooi. b Haar bank is kapot. c Haar bank is zwart. 2 Is de winkel groot? a Ja b Nee 3 Kijkt Lin naar veel banken? a Ja b Nee 4 Neemt Lin een boek mee naar huis? a Ja b Nee 5 Kijken Wen en Lin in het boek? a Ja b Nee 6 Kiezen ze een zwarte bank? a Ja b Nee 16 Melkweg - Het huis

17 Dit verhaal gaat over Lin en Wen. Zij kopen een nieuwe bank. Een nieuwe bank Lin en Wen hebben een oude bank. De bank is kapot. Ik koop een nieuwe bank, denkt Lin. Wen is naar zijn werk. Lin gaat naar een winkel. De winkel is groot. In de winkel staan veel banken. Lin kijkt en kijkt. Een zwarte bank of een witte? Of liever een rode? Ze ziet veel banken. Ze weet het niet meer. Lin gaat naar huis. Ze neemt een boek mee naar huis. In dat boek staan veel banken. Samen kijken ze in het boek. Wen ziet een zwarte bank van leer. Die vindt hij mooi. Lin ziet een rode bank van stof. Die vindt zij mooi. Hun zoon Li kijkt in het boek. Hij ziet een rode bank van leer. Die vinden Win, Len en Li mooi. Hij is niet te duur. Die bank gaan ze kopen. Melkweg - Het huis 17

18 Taken A Lees de tekst een paar keer. Kijk dan op de klok. Lees de tekst snel. Kunt u het binnen 2 minuten? Lin en Wen hebben een oude bank. De bank is kapot. Ik koop een nieuwe bank, denkt Lin. Wen is naar zijn werk. Lin gaat naar een winkel. De winkel is groot. In de winkel staan veel banken. Lin kijkt en kijkt. Een zwarte bank of een witte? Of liever een rode? B Schrijf de woorden bij het goede plaatje. een bank een stoel een klok twee banken drie stoelen veel klokken 18 Melkweg - Het huis

19 En u? Welke meubels vindt u mooi? Vertel aan iemand wat u mooi vindt. U kunt ook een foto maken. Of een plaatje zoeken. Wat vindt u? x Ik vind de tekst makkelijk. Ik vind de tekst moeilijk. Ik vind de tekst leuk. Ik heb iets geleerd. Welke woorden kent u? x Ken ik Woord Komt van oude kapot nieuwe de bank denkt de winkel kijkt zwarte witte rode veel samen leer stof die kopen oud nieuw denken kijken zwart wit rood Melkweg - Het huis 19

20 Woorden 1 Vul in 1 Ik moet nodig naar de. 2 Ik ga door de naar binnen. 3 Ik kijk door het naar de tuin. 4 De is van rode stenen. 5 Mijn buurman woont mij. muur naast raam voordeur wc 2 Vul in 1 De is boven. 2 De is beneden. 3 heet jij? 4 Ik door het raam. 5 Er staat een boom in de. Hoe kelder kijk tuin zolder 20 Melkweg - Het huis

21 3 Vul in gesprek goed opa waar woonwagen 5 Van links naar rechts 2 Huis op wielen 4 Op welke plaats? 5 Niet slecht maar... Van boven naar beneden 1 Praten met iemand 3 De vader van mijn vader 4 Wat hoort bij elkaar? 1 de winkel nieuw 2 zwart kopen 3 stof wit 4 oud leer zwart en wit Melkweg - Het huis 21

22 5 Wat hoort bij elkaar? boven lang vragen mooi antwoorden lelijk beneden breed 6 Noor loopt door het huis. Waar loopt zij? 1 akbamerd b 2 kkeneu k 3 mwaerkoon w 4 lerked k 5 zderol z 6 gnga g 7 saaplmekar s 7 Vul in 1 De bank van Lin is oud en. 2 Ze wil een nieuwe kopen. 3 Ze gaat naar een grote. 4 Ze neemt een boek mee naar. 5 De familie kiest een mooie bank. bank huis kapot samen winkel 22 Melkweg - Het huis

23 8 x Welk woord hoort er niet bij? de familie de oma het plaatje leuk de plattegrond de meter kleuren kijken groen veel stof leer 9 Vul in 1 De baby is op 30 januari. 2 kost die bank? 3 De familie woont in een huis. 4 De oma is 95 jaar. Ze is heel. 5 Mijn moeder is dood. Ik veel aan haar. bij elkaar denk geboren Hoeveel oud 10 Vul in 1 Deze man is leuk. man is niet leuk. 2 Lin en Wen kopen een bank. oude bank is kapot. 3 Lin gaat meteen naar de winkel. 4 Lin ziet banken. 5 Ze naar plaatjes in een boek. Die Hun kijkt nu veel Melkweg - Het huis 23

24 11 Vul in 1 Noor in een huis. 2 Haar tuin is lang. 3 De tuin is. 4 Noor zit in de tuin. 5 Ze naar de bloemen. 2,5 m graag klein kijkt woont 12 Zet de woorden achter elkaar. Kijk naar de letters: rok - kat - teen kijk denkt kleur rood nieuw tuin 13 Welk woord hoort bij het plaatje? de bank het huis de keuken de paarden 24 Melkweg - Het huis

25 14 Wat hoort bij elkaar? een kleur een dier niet vast niet hetzelfde anders vrij het paard rood 15 Zoek de woorden. n g o e d g r a a g b g e s p r e k o q b o b r e e d d t b t r o o d l a n g l s a m e n r o b v q y l v k e l d e r y b a n k k e u k e n keuken graag kelder lang breed boven gesprek goed woonwagen bank rood veel samen r k c m b o v e n m r w o o n w a g e n e c s z o i v e e l Melkweg - Het huis 25

26 Sleutels Tekst 1 Vragen 1 b 2 a 3 a 4 b Taken B rood wit geel oranje bruin zwart groen blauw grijs roze paars Tekst 2 Vragen 1 c 2 a 3 b 4 b 26 Melkweg - Het huis

27 Tekst 3 Vragen A 1 c 2 c 3 c 4 c Taken B Dag Tata, mag ik jou iets vragen? Dat is goed. Waar ben je geboren? Ik ben geboren in Nederland. Waar woon je? Ik woon in een woonwagen. Wonen jouw ouders ook in een woonwagen? Ja, die wonen vlak bij mij. C 1 woonwagen 2 geboren 3 oma 4 waar 5 leuk Tekst 4 Vragen A 1 b 2 a 3 a 4 a 5 a 6 b Taken B drie stoelen een bank veel klokken twee banken een klok een stoel Melkweg - Het huis 27

28 Woorden 1 1 wc 2 deur 3 raam 4 voordeur 5 naast 2 1 zolder 2 kelder 3 Hoe 4 kijk 5 tuin 3 g w o o n w a g e n p s w a a r p r g o e d de winkel zwart stof oud boven lang vragen mooi kopen wit leer nieuw beneden breed antwoorden lelijk 28 Melkweg - Het huis

29 6 1 badkamer 2 keuken 3 woonkamer 4 kelder 5 zolder 6 gang 7 slaapkamer 7 1 kapot 2 bank 3 winkel 4 huis 5 samen 8 1 het plaatje 2 leuk 3 kijken 4 veel 9 1 geboren 2 Hoeveel 3 bij elkaar 4 oud 5 denk 10 1 Die 2 Hun 3 nu 4 veel 5 kijkt 11 1 woont 2 2,5 3 klein 4 graag 5 kijkt 12 kijk kleur rood denkt tuin nieuw Melkweg - Het huis 29

30 13 de bank het huis de keuken de paarden een kleur een dier niet vast niet hetzelfde rood het paard vrij anders n g o e d g r a a g b g e s p r e k o q b o b r e e d d t b t r o o d l a n g l s a m e n r o b v q y l v k e l d e r y b a n k k e u k e n r k c m b o v e n m r w o o n w a g e n e c s z o i v e e l 30 Melkweg - Het huis

31 Wat betekent dat plaatje? U moet praten. lees U moet iets lezen. U moet iets schrijven. U moet buiten de school iets doen. Voorbeeld: U moet een folder vragen. a.... b.... c.... Zet een rondje om het goede antwoord. x Vul in Zet een kruisje. Vul een woord in. Wat hoort bij elkaar? Voorbeeld: de kleur - geel Wat hoort bij elkaar? Voorbeeld: zwart - wit hoog - laag Melkweg - Het huis 31

32 Een dak boven je hoofd Wonen: Het huis Melkweg is een uitgave van Stichting Melkweg + Meer Melkweg? Kijk op