Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
|
|
- Tania Veenstra
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets is gemaakt door. Oefentoets 1 DEEL A - WOORDEN Je ziet een woordrij. Dit is het voorbeeld: Luister naar woordrij A. Je ziet nu 4 woordrijen. Luister eerst naar de piep. Lees daarna hardop. Woordrij A : of kop hak pin zee bom vul laan woordrij 1 woordrij 2 woordrij 3 woordrij 4 ga lek rug pil zak tot daar teen eens kast hals feest breek spoor maart steen gangen tegen spreek manier toets kabel deken bakker oppassen knieën vanavond ziekenhuis dijk station wisselen agenda
2 Deel B - ZINNEN Je ziet een zin. Dit is het voorbeeld: Luister naar zin A. Zin A: De grote man ligt in het bed. Je ziet nu 8 zinnen. Luister eerst naar de piep. Lees daarna hardop. 1 Bij de volgende halte moet je uitstappen. 2 Zij geeft een flinke klap op de tafel. 3 De baby ligt de hele middag lekker te slapen. 4 Op de ijsbaan is het erg druk. 5 De bomen hebben in de winter geen bladeren. 6 De vrouw zit in haar bikini op het balkon. 7 s Avonds willen de kinderen liever laat naar bed. 8 Op de basisschool leer je lezen, schrijven en rekenen.
3 Deel C - TEKSTEN Je moet drie teksten lezen. Lees in een gewoon tempo. Lees niet snel. Lees niet langzaam. Lees altijd één tekst in 30 seconden. Je ziet nu een voorbeeld: Luister naar tekst A. Tekst A: De man ligt in het grote bed. Hij slaapt. Dan hoort hij de wekker. Hij wordt wakker. De man ziet hoe laat het is. Hij schrikt. Het is al negen uur. Hij is te laat voor een goed ontbijt. De man zal te laat komen op zijn werk. Je ziet hier drie teksten. Luister altijd eerst naar de piep. Lees daarna hardop. Tekst 1 Tekst 2 Op de tafel staat een fles met limonade. Tanja koopt druiven op de markt. Het kind ziet de fles en doet de fles open. Ze doet de druiven in haar tas. Het kind drinkt uit de fles. Daarna gaat zij naar de bibliotheek. Dan stroomt alle limonade uit de fles. Daar haalt Tanja vijf dikke boeken. De limonade komt op de kleren van het kind. Thuis maakt ze haar tas leeg. Het kind is helemaal nat en huilt. Onder de boeken liggen de druiven. De druiven zijn plat en nat. De tas is vies. Tekst 3 Het is herfst. Het waait en het regent. Het is niet fijn buiten. Ik zit bij het raam en ik kijk naar buiten. Ik denk aan een warm land met veel zon. De bladeren vallen van de boom, ik zie het. Ik ben gewoon in Nederland. Helaas!
4 Deel D ZINNEN AANVULLEN Je moet 28 zinnen hardop lezen. Je moet alle zinnen lezen en aanvullen met één woord. Je moet altijd kiezen uit drie woorden. De tijd is belangrijk: je moet de zin plus het goede woord lezen binnen de tijd. Je ziet nu een voorbeeld: Luister naar zin A. Je ziet nu 28 zinnen. Luister eerst naar de piep. Lees daarna de zinnen één voor één hardop. Zin A: sleutel De man schrijft met een. pen auto Lees de zinnen en vul de zinnen aan. maken Ik vind het examen hartstikke moeilijk. Ik kan het niet. passen zijn water? Gooi jij even de flessen in de kraan? glasbak? alstublieft In dit hele gebouw is roken niet... sigaretten toegestaan In dat vakantiedorp wonen niet veel mensen. Maar er zijn wel veel blokkeren Mijn bankpasje is gestolen. Nu moet ik mijn bankrekening pinnen betalen kopen? Deze trui vind ik niet zo mooi. Mag ik hem wassen? ruilen? strand hotels klimaat oud We zoeken een nieuw huis, maar we vinden de prijzen op dit moment te klein hoog In dat land wonen ongeveer vijf miljoen vissen mensen huizen
5 Lees de zinnen en vul de zinnen aan. boeken Ik ga naar school. In mijn groep zitten twaalf... leerlingen klassen brood De vrouw is niet lekker. Zij heeft pijn in haar eten buik belasting De man heeft al twee jaar geen werk. Hij krijgt van de gemeente een uitkering vakantie arts Mijn haar is te lang. Ik heb vanmiddag om vier uur een afspraak met de gemeente kapper papier De cursisten schrijven alle woorden in hun pen schrift boodschappen Het spijt me, mijn vrouw is niet. telefoon aanwezig water Je moet de kraan niet open laten. staan nat grond Er ligt een stuk papier op de schrijven lezen weekend Ik geef zaterdag een feest. Er komen wel vijftig mensen bij mij.. cadeau thuis drinkt De baby huilt. Ik denk dat hij honger heeft eet
6 Lees de zinnen en vul de zinnen aan. iedereen Fruit is gezond. Dat weet toch lekker altijd Over een half uurtje kunnen we de aardbeien Niet alle oefeningen in dit boek zijn moeilijk druk vol hangen eten gooien kop Volgende maand ga ik naar de specialist. Zij onderzoekt mijn ogen melk In sommige landen eten de mensen drie keer per dag rijst remmen Tijdens het autorijden mag je niet sturen bellen honger nek Ik lig in de stoel bij de tandarts. Zij controleert mijn tanden lippen schoen keer Wij zijn nog nooit met het vliegtuig op reis geweest. Het is voor ons de eerste paspoort reisbureau steen Jullie hebben een heel leuk huis. En jullie hebben ook erg mooie. meubels bril in In dat land is het in de winter heel koud. Alle mensen blijven dan meestal binnen snel
7 Deel E TEKSTEN met vragen Je moet drie teksten stil lezen. Je moet ook de vragen stil lezen. De leestijd is iets minder dan twee minuten. Het antwoord zeg je altijd hardop. Het antwoord is altijd kort. Je mag een pen gebruiken. Je ziet nu eerst een voorbeeld: Lees tekst A (stil!). Tekst A: Meneer De Jong loopt samen met meneer De Koning in de stad. Het is mooi weer. Zij willen iets drinken op een terras. Dan zien zij een mooie plek. Ze gaan zitten en bestellen bij de ober twee cola. De ober komt terug met twee biertjes. Meneer De Jong is niet tevreden. Hij wil zijn cola. Maar meneer De Koning is wel blij. Hij drinkt toch liever bier dan cola. De ober haalt een glas cola voor meneer De Jong. Vragen 1 Hoeveel mannen gaan op het terras zitten? 2 Wat bestellen de mannen? Na ongeveer twee minuten hoor je: Zeg het antwoord bij vraag 1 Luister naar de piep en zeg dan duidelijk : Twee. Daarna hoor je: Zeg het antwoord bij vraag 2 Luister naar de piep en zeg dan duidelijk : Cola. Of zeg: Twee cola. Dit was het voorbeeld. Nu is het jouw beurt. Lees stil na de piep.
8 Tekst 1 Het is tien uur in de avond. Kees zit in zijn huis op de bank. Hij kijkt naar de televisie. Het programma is saai en hij valt in slaap. Dan hoort Kees zijn naam. Hij doet langzaam zijn ogen open. Hij ziet dat zijn vrouw de televisie uitdoet. Hij krijgt een zoen van haar. De vrouw van Kees zegt : Kom mee naar bed lieverd, want slapen doe je in de slaapkamer en niet op de bank bij de televisie. Vragen 1. Wat vindt Kees van het televisieprogramma? 2. Wie doet de televisie uit? 3. Wat geeft de vrouw aan Kees? 4. Waar gaan Kees en zijn vrouw slapen? Tekst 2 In het gras lopen drieëntwintig mannen. Zij spelen met een bal. Elf personen dragen blauwe kleren. Elf andere mensen hebben oranje kleren aan. Eén man loopt in een zwart T-shirt en in een korte zwarte broek. Deze man heeft een fluitje in zijn hand. Soms blaast hij op zijn fluit. Dan stopt iedereen met het spel. Maar daarna gaan de drieëntwintig mannen weer spelen met de bal. Veel mensen kijken naar het spel. Dit spel heet voetbal. Vragen 5. Hoeveel mannen lopen in blauwe kleren? 6. Waarmee spelen de mensen? 7. Wat heeft de man met de zwarte kleren in zijn hand? 8. Wat is de naam van dit spel? Tekst 3 Maria is ongeveer zeventig jaar. Zij heeft geen kinderen. Ze is niet getrouwd. Zij woont in haar kleine huis samen met twee varkens. Het huis heeft een klein tuintje. Soms zijn de varkens in de tuin, maar heel vaak zijn ze binnen. s Nachts slapen ze in de woonkamer op de bank. Maria en de twee varkens zijn samen heel gelukkig. Maar de buren van Maria zijn niet zo blij met de varkens. Zij vinden dat de varkens vies zijn. Vragen 9. Hoe oud is Maria ongeveer? 10. Waar slapen de varkens? 11. Hoeveel mensen wonen in het huis van Maria? 12. Wie zijn niet zo blij met de varkens? Dit was de toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen. Deze toets is gemaakt door.
9 Sleutel D 1 maken 2 glasbak 3 toegestaan 4 hotels 5 blokkeren 6 ruilen 7 hoog 8 mensen 9 leerlingen 10 buik 11 uitkering 12 kapper 13 schrift 14 aanwezig 15 staan 16 grond 17 thuis 18 heeft 19 iedereen 20 eten 21 moeilijk 22 ogen 23 rijst 24 bellen 25 tanden 26 keer 27 meubels 28 binnen Sleutel E (Soms zijn meer antwoorden mogelijk. In dat geval zie je een schuine streep -/- ) 1 saai 2 vrouw 3 zoen 4 slaapkamer / bed 5 elf 6 bal 7 fluit 8 voetbal 9 zeventig 10 bank/woonkamer/binnen 11 één 12 buren
Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Oefentoets 1 - Leesvaardigheid A1
Oefentoets 1 - Leesvaardigheid A1 Dit is een oefentoets Leesvaardigheid A1 voor het Basisexamen Inburgering. Bij het echte examen is de toets Leesvaardigheid digitaal je maakt de toets op de computer.
Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel
Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl
de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.
Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.
Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design
Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door
Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement
51 51 HOOFDSTUK 4 Te huur WOORDEN 1 1 Ik woon in een flat op de vierde.... a verdieping b appartement 2 Het is een rijtjeshuis met een grote woonkamer en drie.... a tuinen b slaapkamers 3 Mijn woonkamer
Geregeld spreken. Ditte Oost & Monique Schoorl ANTWOORDEN
Geregeld spreken Ditte Oost & Monique Schoorl LES 1 11 Maak de zinnen af 1 Het meisje is blij. 2 De dokter is in het ziekenhuis. 3 De kinderen zijn op school. 4 De man is bij de gemeente. 5 De docent is
Spreekopdrachten thema 4 Wonen
Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in
Spreekopdrachten thema 4 Wonen
Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.
ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN
STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?
Spreekopdrachten thema 2 Geld
Spreekopdrachten thema 2 Geld Opdracht 1 bij 2.1 Cursist A is groenteman. Cursist B koopt iets bij hem op de markt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemiddag!
1c nr. 1: zinnen maken
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen
Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.
Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis
Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis 1 Woorden 1 de badkamer 2 het bed 3 de deur 4 de doek 5 de doos 6 de douche 7 het huis 8 de huiskamer 9 de kapstok 1 10 de keuken 11 de muis 12 de muur 13
Melkweg. Help je mee? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Vrijwilligerswerk
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Help je mee? Vrijwilligerswerk Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Help je mee?, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern
ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD
ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD Opdracht 1: de pinpas de geldautomaten het geld het bedrag Opdracht 8 1. Hij betaalt in Nederland met de euro. 2. Wij wisselen geld. 3. Je hebt briefjes en munten.
ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN
ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN Opdracht 1 het gas de buren de woning de keuken Opdracht 11 1. De man werkt in de tuin. 2. De man leest in de woonkamer. 3. De man staat in de keuken. 4. De vrouw
Melkweg. Een dak boven je hoofd. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Het huis
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Een dak boven je hoofd Wonen: Het huis Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Een dak boven je hoofd, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.
61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis
Spreekopdrachten thema 1 Nederland
Spreekopdrachten thema 1 Nederland Opdracht 1 bij 1.3 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij kan. Bijvoorbeeld: Ik kan koken. Laat de eerste cursist herhalen
LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1
12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.
Antwoorden Thema 5 Vrije tijd
Antwoorden Thema 5 Vrije tijd Luisteren Oefening 2 hobby Willem Linda hockeyen squashen tennissen voetballen bioscoop theater ballet kroegbezoek concertbezoek popmuziek jazz klassieke muziek Spreken Oefening
Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie
Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,
Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)
Spreekoefeningen (voor het inburgeringsexamen - spreken) Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen Eet u vaak brood? Wat voor groente eet u vaak? Wat vindt
Spreekopdrachten thema 3 Vervoer
Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.
VOORZETSEL. A) Vul in met een voorzetsel aan in met naast onder op uit. B) De klas : vul het juiste voorzetsel in. 1. Het boek ligt de tafel.
A) Vul in met een voorzetsel aan in met naast onder op uit 1. Het boek ligt de tafel. 2. Het kopje staat de kast. 3. Ik neem mijn schrift mijn boekentas. 4. De studenten hangen hun jas de kapstok. 5. Mijn
Oefeningen met de belangrijke woorden
Oefeningen met de belangrijke woorden 2 Gezondheid Bekijk op de website de woordenlijst bij hoofdstuk 2. Deze woorden moet je onthouden. Samengestelde woorden Sommige woorden zijn van twee of meer andere
Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen
Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Opdracht 1 bij 8.2 Lees de vragen. Geef antwoord. 1. Kun je bij jou in de buurt cursussen volgen? Waar dan? 2. Volg jij een cursus of heb je een cursus gevolgd? Welke
Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.
103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar
afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten
Woordenlijst bij hoofdstuk 7 Deel 1 aanhebben (kleren) dragen Hij h een warme trui a, want het is koud. afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten
Les 5. Tijd & het weer
www.edusom.nl Opstartlessen Les 5. Tijd & het weer Wat leert u in deze les? Praten over het weer. Praten over de tijd. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
Leesboekje eten en drinken
Leesboekje eten en drinken Leesboekje Eten en Drinken Pagina 1 Dit is de groente Dit is het fruit. Dit is de sinaasappel. Dit is de banaan. Dit is de tomaat. Dit is de appel. Dit zijn de druiven. Dit is
Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.
Wild Op het laatste moment ziet Lisa de man pas. Ze hangt de was op in de tuin. En ineens komt hij achter de lakens vandaan. Lisa laat het mandje met was in het gras vallen. Ze gilt. De man ziet er slecht
- je kan me wat - module 4. docere delectare movere
- je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3
Gezond thema: DE HUISARTS
Gezond thema: DE HUISARTS 1. Wat gaan we doen? Praten over de huisarts en wat de huisarts doet. Nieuwe woorden leren over de huisarts. Het gesprek met de huisarts oefenen. 2. Wat vind ik van? Als je een-op-een
Leesboekje het huis. Leesboekje Het Huis Pagina 1
Leesboekje het huis Leesboekje Het Huis Pagina 1 Dit is het huis. Dit is de tuin. Dit is de woonkamer. Dit is de keuken. Dit is de slaapkamer. Dit is de zolder. Dit is het dak. Dit is de trap. Dit is de
bruin bruin de kuil de ui de uil de muis het huis de tuin de fluit het fruit de huid a/aa, e/ee, o/oo, u/uu, i/ ie, ij/ei, oe, ui, eu, au/ou
Pen! nr. 11 - de bruine trui 1 11.1 Lees en schrijf de ui de uil de muis het huis de ui de uil de muis het huis de tuin de fluit het fruit de huid de tuin de fluit het fruit de huid de kuil bruin bruin
Kijk op YouTube spreekvaardigheid A1
Kijk op YouTube spreekvaardigheid A1 Oefenexamen Ad Appel Spreekvaardigheid A1 10 vragen serie A 1. Hoe vaak doet u boodschappen? 2. Wanneer bent u geboren? 3. Wat drinkt u het liefst? 4. Wat vindt u van
1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.
1. Joris Hé Roos, fiets eens niet zo hard. Roos schrikt op en kijkt naast zich. Recht in het vrolijke gezicht van Joris. Joris zit in haar klas. Ben je voor mij op de vlucht?, vraagt hij. Wat een onzin.
Ria Massy. De taart van Tamid
DE TAART VAN TAMID Ria Massy De taart van Tamid De taart van Tamid 1 Hallo broer! Hallo Aziz! roept Tamid. Zijn hart klopt blij. Aziz belt niet zo dikwijls. Hij woont nog in Syrië. Bellen is moeilijk in
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Hoe gaat het in groep 1/2 b
Hoe gaat het in groep 1/2 b Binnenkomst: - Als je op school komt hang je je jas op je eigen haakje onder je tent. Je tas zet je op de plank. - In de klas geef je de juf een hand en je pakt een spelletje
Take a look at my life week 13
Take a look at my life week 13 Dit was me wel een weekje zeg een nogal saai weekje. Met heel veel op bed liggen omdat ik ziek ben. Hoest de longen uit me lijf, ben onwijs verkouden, totaal geen energie
MODULE 1 OPDRACHT 16. OPDRACHT heten 2. heet 3. heet 4. heten 5. heet 6. heten 7. heet 8. heet 9. heten 10. heet
MODULE 1 OPDRACHT 16 OPDRACHT 13 1. heten 2. heet 3. heet 4. heten 5. heet 6. heten 7. heet 8. heet 9. heten 10. heet OPDRACHT 14 1. fout 2. goed 3. goed 4. fout 5. goed OPDRACHT 15 1. heten 2. heet 3.
Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager
119 119 HOOFDSTUK 8 Dat is een koopje! WOORDEN 1 2 3 1 Ik ga even naar de.... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager 2 Wil je wat drinken? Ja graag, een... koffie alsjeblieft. a fles b beker
1b nr. 1 Wie of wat?
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,
ij / ei/ sch 9 De geit is grijs Kijk en schrijf de... A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X IJ Z
Pen! nr. 9 - De geit is grijs versie 1 november 2017 1 9 De geit is grijs de geit het schaap Kijk en schrijf de... ij / ei/ sch Pen! nr. 9 - De geit is grijs versie 1 november 2017 2 9.1 Lees, luister
Spreekopdrachten thema 5 Gemeente
Spreekopdrachten thema 5 Gemeente Opdracht 2 bij 5.1 ** Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je werkt op het gemeentehuis. Cursist B: je bent bij het gemeentehuis. Kies zelf wat je daar komt doen: bijvoorbeeld
Melkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann
Melkweg Lezen van Alfa B naar Alfa C Naar de speelzaal Taal en ouders: Peuters Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Colofon Melkweg: Naar de speelzaal, 0 Dit boekje is een uitgave van Stichting
OEFENBOEKJE Zes oefentoetsen Leesvaardigheid A1. Basisexamen Inburgering. Ad Appel
- 023 76 000 21 - www.basisexameninburgering.nl OEFENBOEKJE Zes oefentoetsen Leesvaardigheid A1 Basisexamen Inburgering Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout, november 2015 Verkoopprijs 2,95 Ad Appel Te
- je kan me wat - module 5. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 5. tekeningen -
- je kan me wat - module 5 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan O p e me n wat S c h o o l nt2taalmenu.nl A m s t e r d module a m Z u 5i d - O o s t 1
Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken
Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Opdracht 1 bij 6.1 * Beantwoord de vragen. 1. Waar zoek je vacatures? In de krant, op internet of ergens anders? 2. Ga je naar het UWV WERKbedrijf? 3. Ga je naar een
Basisexamen inburgering in het buitenland. Auteurs: Karine Bloks-Jekel, Willemijn de Graaf, Marieta Plattèl, Rian Senden, Rosanne Vermaat
TAALCOMPLEET Basisexamen inburgering in het buitenland Inburgeringsexamen buitenland 1e druk 2014 ISBN Inburgeringsexamen buitenland: 978-94-90807-21-4 Copyright: KleurRijker B.V., info@kleurrijker.nl
grijs de bij het ijs de wijn de vijf de prijs de rijst de dijk het rijbewijs a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Pen! nr. 9 - Vijf mei is vrij 1 9.1 Lees en schrijf 5 de bij het ijs de wijn de vijf de bij het ijs de wijn de vijf de prijs de rijst de dijk het rijbewijs de prijs de rijst de dijk het rijbewijs een fles
Spreekopdrachten thema 3 Vervoer
Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.
- je kan me wat - module 4. docere delectare movere
- je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3
Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. Ze belt naar een kinderdagverblijf. Is er een plaats vrij? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat
MAMA MIA! FLYNN IS AL GROOT. * 1. Flynn en zijn broers Gil en Kato Dit is Flynn. Hij is vier jaar.
MAMA MIA! FLYNN IS AL GROOT. * 1. Flynn en zijn broers Gil en Kato Dit is Flynn. Hij is vier jaar. -Wijs zelf Flynn aan -Zijn jullie even oud als Flynn /ook vier jaar? Wie is ouder dan Flynn /dus vijf
- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen -
- je kan me wat - module 2 docere delectare movere je O kan ROC p e me n van S wat Amsterdam c h o o l - A nt2taalmenu.nl educatie m s t e r - d ROC a m van module Z Amsterdam u i d - O 2 o s t tekeningen
BEGINNERSCURSUS DAG 8
1 BEGINNERSCURSUS DAG 8 A. FORCING Tekst: Bij de dokter B. GRAMMATICA Gebruik van de infinitief: dubbele inf. om + te + inf. aan het + inf. te + inf. De stamtijden (Dag 6 pagina s 8-11) C. CONVERSATIE
Wat eten we vanavond?
35 35 HOOFDSTUK 3 Wat eten we vanavond? WOORDEN 1 Kies uit: jam school slager boodschappen vegetariër 1 Dorien eet geen vlees. Ze is. 2 Moniek houdt van zoet. Ze eet graag op brood. 3 Johan, ik ga naar
- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen -
- je kan me wat - module 3 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat ROCvA nt2taalmenu.nl - educatie - ROCvA module 3 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5
Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.
Programma Nederlands Praten
Nederlands Praten 1 / Basisvaardigheden, hoofdstuk 3 Oefeningen werkwoorden hebben en zijn Oefening 1: Wat is het juiste werkwoord? (zijn) Jij ben/bent een leerling (zijn) Hij is/bent een man (zijn) Zij
1. Luisteren. 2. Luisteren
1. Luisteren Lees eerst de zinnen 1 t/m 5. 1. Maria komt uit het zuiden van Brazilië. 2. Maria heeft twee zussen en een broer. 3. De vriendin van Maria heet Jaap. 4. Den Haag ligt in de provincie Zuid-Holland.
Auditieve oefeningen bij het thema:
Auditieve oefeningen bij het thema: Boek van de week: 1; Olifant en de tijdmachine 2; Kikker en het Nieuwjaar 3; Tijd 4; Vriendjes vandaag en morgen Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen:
Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave
Thema 3 Vervoer Inhoudsopgave 3.1 Met de taxi 155 3.2 Regels in het verkeer 156 3.3 De tijd 157 3.4 Reizen met de trein 160 3.5 Wie, wat, waar? 161 3.6 Komen en gaan 163 3.7 Reizen met de auto 165 3.8
Melkweg. Wat eet u vandaag? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Gezond eten
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Wat eet u vandaag? Gezond eten Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Wat eet u vandaag?, 2014 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit
Melkweg. Lijn 5. Lezen Alfa A. Reizen
Melkweg Lezen Alfa A Lijn 5 Reizen Colofon Melkweg Lezen Alfa A, Lijn 5, 05 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting Melkweg +. Stichting Melkweg
en waar is de gebruiksaanwijzing?? Over de eerste spannende dagen met je
en waar is de gebruiksaanwijzing?? Over de eerste spannende dagen met je baby Verwachtingen Wordt dit jullie eerste, tweede, volgende kindje? Weet je al hoe je je baby gaat voeden? Als je al een kind hebt:
A) Onderstreep telkens de bijwoord in onderstaand zinnen (soms staat er geen).
A) Onderstreep telkens de bijwoord in onderstaand zinnen (soms staat er geen). 1. Je tekent mooi, zeg. 2. Wat een mooi schilderij! 3. Ik heb iets moois voor jou. 4. Mijn vader is een harde werker. 5. Het
Rick de Leeuw. Hou me stevig vast
Rick de Leeuw Hou me stevig vast Ik zit op de trap En luister naar de radio Er klinkt een mooi en triestig lied Ik neurie zachtjes mee Ik wil muziek als het sneeuwt Ook al sneeuwt het nu even niet Ik neem
Melkweg. Pinnen mag. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Geld
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Pinnen mag Geld Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Pinnen mag, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave
Luister naar het gedicht en lees mee met de tekst. Vul de ontbrekende woorden in.
6 Kees Spiering Thuis werkblad 1 Luister naar het gedicht en lees mee met de tekst. Vul de ontbrekende woorden in. Thuis Kees Spiering Alsof je een plek (1). Om je heen kijkt en weet dat je thuis bent.
Melkweg. Iedereen fit! Lezen van Alfa A naar Alfa B. Gezondheid: Sporten en bewegen
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Iedereen fit! Gezondheid: Sporten en bewegen Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Iedereen fit, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann
SPROET DE BRUID DE BRUILOFT
opdrachten Nog meer Hotel Hallo - Thema 6 Wat een feest! SPROET DE BRUID 1 Knip de strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken
Spekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken.
Spekkoek Oma heeft de post gehaald. Er is een brief van de Sociale Werkplaats. Snel scheurt ze hem open. Haar ogen gaan over de regels. Ze kan het niet geloven, maar het staat er echt. Igor mag naar de
De arme man en zijn parkiet
De arme man en zijn parkiet deel 3/3 Iedereen op straat is blij dat de arme straatmuzikant niet arm meer is. s Avonds brengt hij zijn volle buideltjes met geld naar de bank. Dat is heel veel en thuisgekomen
Teksten Peuterplein Liedjes bij cd Dirk Scheele
Teksten Peuterplein Liedjes bij cd Dirk Scheele De bekende kinderliedjescomponist en zanger Dirk Scheele heeft speciaal voor Peuterplein 8 themaliedjes geschreven. De liedjes staan op de Peuterplein liedjes-cd.
Een nieuw leven. Een maand eerder. Zondag 25 juli
Een maand eerder Zondag 25 juli Een nieuw leven Het lijkt me zo leuk om naar Aruba te verhuizen. Simon krijgt daar een topbaan en ik kan mijn leven weer op orde brengen. Ik kan gaan doen wat ik wil. Een
Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1
Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1 een hark Een lange steel met een soort kam van ijzer eraan. de fontein Een bak waaruit water spuit. Het is voor de sier. Een wasbak in de badkamer wordt ook
NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.
Vos en Waar is Haas het ijs? NAAM Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever. Wat een raar beest! lacht Uil.
- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen -
- je kan me wat - module 2 docere delectare movere je O kan ROC p e me n van S wat Amsterdam c h o o l - A nt2taalmenu.nl educatie m s t e r - d ROC a m van module Z Amsterdam u i d - O 2 o s t tekeningen
R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl
R O S A D E D I E F Arco Struik Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl In de winkel 3 Bart 5 Een lieve dief 7 De telefoon 9 Bij de dokter 11 De blinde vrouw 13 Een baantje 15 Bijna betrapt
Melkweg. Straat schoon, heel gewoon. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Afval
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Straat schoon, heel gewoon Wonen: Afval Colofon Melkweg: Straat schoon, heel gewoon 0 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een
1. De verjaardag OPDRACHT 1. OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar
1. De verjaardag OPDRACHT 1 OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar OPDRACHT 3 1. a) Wij praten over de kinderen met de buurman. 2. b) Zal ik me even voorstellen?
Wat kan ik voor u doen?
139 139 HOOFDSTUK 9 Wat kan ik voor u doen? WOORDEN 1 1 Peter is op vakantie. Hij stuurde mij een... uit Parijs. a brievenbus b kaart 2 Ik heb die kaart gisteren.... a ontvangen b herhaald 3 Bij welke...
Op reis naar Bethlehem
Op reis naar Bethlehem Rollen: Verteller Jozef Maria Engel Twee omroepers Kind 1 Kind 2 Kind 3 Receptionist 1 Receptionist 2 Receptionist 3 Kind 4 Kind 5 Herder 1 Herder 2 Herder 3 Herder 4 Drie wijzen
ISK Leerlijn. Alfabetisering. zitten. een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien
1. Ik ga naar school agenda begrijpen (ik begrijp het niet) boek bord computer dicht (doe dicht) dit docent doe (doen) duidelijk en even fout ga (gaan) geven goed (dat is goed) groep gum klaar klas kom