Programma Nederlands Praten
|
|
- Gijs Thys
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Nederlands Praten 1 / Basisvaardigheden, hoofdstuk 3 Oefeningen werkwoorden hebben en zijn Oefening 1: Wat is het juiste werkwoord? (zijn) Jij ben/bent een leerling (zijn) Hij is/bent een man (zijn) Zij (enk.) is/ben een vrouw (zijn) Het zijn/is een fiets (zijn) Wij bent/zijn op school (zijn) Jullie is/zijn thuis (zijn) Zij (pl.) bent/zijn aardig (hebben) jij hebben/hebt een fiets (hebben) Hij hebt/heeft een auto (hebben) Zij (enk.) heb/heeft sokken (hebben) Het hebben/heeft een dak (hebben) Wij heb/hebben een telefoon (hebben) Jullie heeft/hebben een huis (hebben) Zij (pl.) hebben/heb een computer Oefening 2: Wat is het juiste werkwoord? (zijn) Jullie zijn/bent op school (zijn) Ik ben/zijn aardig (zijn) Wij is/zijn thuis (zijn) Het bent/is groen (zijn) Zij (pl.) zijn/bent begonnen (zijn) Hij zijn/is een Nederlander (zijn) Zij (enk.) is/ben Poolse (zijn) Jij ben/bent gek (hebben) Wij hebt/hebben een telefoon (hebben) Jij heb/hebt een droom (hebben) Hij heb/heeft ervaring (hebben) Zij (pl.) hebt/hebben zeep (hebben) Het hebben/heeft twee benen (hebben) Jullie heeft/hebben huizen (hebben) Zij (enk.) heeft/hebben een krant (hebben) Ik heb/hebt een tas Oefening 3: Wat is het juiste werkwoord? (zijn) Jij zijn/bent in de klas (hebben) Wij hebt/hebben papier (zijn) Hij zijn/is een man (hebben) Ik hebt/heb een stoel (zijn) Zij (enk.) ben/is een vrouw (hebben) Zij (enk.) (zijn) Ik bent/ben een man (hebben) Zij (pl.) hebt/hebben vissen (zijn) Het zijn/is een kapstok (hebben) Jullie heeft/hebben een plant (zijn) Wij is/zijn boven (hebben) Jullie heeft/hebben een vork (zijn) Wij zijn/bent open (hebben) Ik heb/hebt Nederlands (zijn) Jij ben/bent op de trap (hebben) Wij heeft/hebben een ijsje (zijn) Ik ben/bent thuis (zijn) Jullie is/zijn in Hoorn (hebben) Wij heeft/hebben sleutels (zijn) Het is/bent een raam (hebben) Het hebben/heeft drie poten (zijn) Het zijn/is een televisie (hebben) Jullie heeft/hebben een radio (zijn) Zij (pl.) zijn/bent gek (hebben) Ik heb/hebt een jas (zijn) Het zijn/is een muur (hebben) jij heeft/hebt een lamp (zijn) Het is/zijn gesloten (hebben) Zij (pl.) hebt/hebben de sleutel (zijn) Wij is/zijn Nederlanders (zijn) Zij (enk.) bent/is beneden (hebben) Ik heb/hebt een pen Pagina 1 van 5
2 (zijn) Ik bent/ben op de trap (hebben) Jullie hebt/hebben school (zijn) Ik bent/ben een boer (zijn) Het bent/is een aanbieding (hebben) Jij hebben/hebt een puzzel (zijn) Hij is/bent in de winkel (zijn) Het is/ben droog (hebben) Jullie heeft/hebben een banaan (hebben) Wij heeft/hebben een voetbal (hebben) Jij heb/hebt een pan (zijn) Wij bent/zijn op school (hebben) Zij (pl.) heb/hebben een televisie (zijn) Wij bent/zijn moe (hebben) Ik hebt/heb een DVD (hebben) Zij (enk.) heeft/heb een appel (zijn) Jij heb/hebt een laptop (hebben) Ik heeft/heb een bril (zijn) Het bent/is een vliegtuig Oefening 4: vul het goede werkwoord in (zijn) Jij een kletsmajoor (zijn) Hij alleen (zijn) Zij (enk.) gek (zijn) Het rood (zijn) Wij leerlingen (zijn) Jullie docenten (zijn) Zij (pl.) met drie mensen (hebben) Jij een glas (hebben) Hij een bord (hebben) Zij (enk.) een lepel (hebben) Wij een telefoon (hebben) Jullie een huis (hebben) Zij (pl.) een computer Oefening 5: vul het goede werkwoord in (zijn) Zij (enk.) gek (zijn) Wij leerlingen (zijn) Jij een kletsmajoor (zijn) Hij alleen (zijn) Jullie docenten (zijn) Zij (pl.) met drie mensen (zijn) Het rood (hebben) Zij (enk.) een lepel (hebben) Wij een telefoon (hebben) Jij een glas (hebben) Hij een bord (hebben) Jullie een huis (hebben) Zij (pl.) een computer Oefening 6: vul het goede werkwoord in (hebben) Ik een krant (zijn) Wij docenten (hebben) Zij (enk.) een stoel (zijn) Jullie in de winkel (zijn) Ik een man (hebben) Zij (pl.) tafels (zijn) Ik gek (zijn) Jij aan het werk (hebben) Ik limonade (zijn) Zij (enk.) een vrouw (zijn) Jij een leerling (hebben) Jullie een televisie (zijn) Zij (pl.) thuis (hebben) Wij een auto (zijn) Zij (enk.) oranje (hebben) Jij een lepel (zijn) Het een plant (hebben) Wij een radio (zijn) Jullie heksen (zijn) Hij bij de politie (hebben) Zij (enk.) Nederlandse les Pagina 2 van 5
3 (hebben) Hij een Poolse vrouw (zijn) Het een doos (hebben) Ik een fiets (zijn) Jij een leerling (hebben) Wij een banaan (zijn) Zij (enk.) gelukkig (hebben) Jullie de auto (zijn) Het vreemd (hebben) Zij (pl.) een bril (zijn) Jullie goed (hebben) Het drie poten (zijn) Het koud (hebben) Ik een biertje (zijn) Wij goed (zijn) Zij (pl.) Pools (hebben) Het vier poten (zijn) Jullie Italiaans (hebben) Jij een appel (zijn) Zij (pl.) dom (hebben) Ik pech (zijn) Jij 50 jaar oud (hebben) Ik gelijk (zijn) Hij 5 jaar oud (hebben) Ik schoenen (zijn) Zij (pl.) slecht (hebben) Wij het warm (zijn) Het zeven uur (hebben) Jullie geluk Oefening 7: Vraagzinnen - Wat is het juiste werkwoord? (zijn) Bent/ben jij thuis? (zijn) Zijn/is hij een leerling? (zijn) Ben/is zij (enk.) een vrouw? (zijn) Is/bent het een deur? (zijn) Bent/zijn wij op school? (zijn) Zijn/ben jullie thuis? (zijn) Zijn/ben zij (pl.) verdrietig? (hebben) Hebt/heb jij een fiets? (hebben) Heb/heeft hij een lamp? (hebben) Hebben/heeft zij (enk.) een auto? (hebben) Heeft/hebt het vier wielen? (hebben) Hebt/hebben wij geld? (hebben) Hebben/hebt jullie een telefoon? (hebben) Hebben/heb zij (pl.) een computer? Oefening 8: Vraagzinnen - Wat is het juiste werkwoord? (zijn) Is/zijn wij thuis? (zijn) Bent/is hij Nederlander? (zijn) Ben/bent jij Pools? (zijn) Is/bent zij (enk.) ziek? (zijn) Bent/zijn jullie op het werk (zijn) Bent/is het een huis? (zijn) Zijn/ben zij (pl.) goed? (hebben) Hebt/heeft zij (enk.) een fiets? (hebben) Heb/hebben jullie een auto? (hebben) Hebben/heeft zij (pl.) een telefoon? (hebben) Hebben/hebt wij een televisie? (hebben) Hebt/hebben zij (pl.) een radio? (hebben) Heeft/hebt het een dak? (hebben) Hebben/heb jullie een computer? Oefening 9: Vraagzinnen - Wat is het juiste werkwoord? (zijn) Zijn/is jullie in de klas? (hebben) Hebt/hebben jullie koffie? (zijn) Is/bent zij (enk.) een vrouw? (hebben) Hebt/heb jij een radio? (zijn) Zijn/bent zij (pl.) vrouwen? (hebben) Zij (enk.) een fiets? (zijn) Ben/zijn zij (pl.) mannen? (zijn) Ben/bent jij een leerling? (zijn) Zijn/ben ik alleen? (hebben) Heb/hebben jullie een televisie (zijn) Zijn/bent jullie docenten? (hebben) Heb/hebt ik een computer? (zijn) Is/bent het een auto? (hebben) Heb/hebben wij thee? Pagina 3 van 5
4 (hebben) Hebben/hebt zij (pl.) koffie? (zijn) Ben/bent jij in de trein? (hebben) Heeft/hebben wij pauze? (zijn) Bent/ben ik een man? (hebben) Heb/hebben ik een pen? (zijn) Ben/zijn wij gesloten? (hebben) Hebben/hebt jullie een computer (zijn) Ben/is zij (enk.) op de trap? (hebben) Heeft/hebt zij een ijsje? (zijn) Zijn/is wij thuis? (hebben) Heb/hebt jij een auto? (zijn) Zijn/bent wij in Hoorn? (zijn) Is/bent het een kind? (hebben) Hebben/heb zij (pl.) een paard? (zijn) Zijn/is hij gek? (hebben) Heb/hebt ik een krant? (zijn) Is/zijn wij sterk? (hebben) Heb/hebt jij koffie? (zijn) Is/zijn het een huis? (hebben) Heeft/heb het vier poten? (zijn) Zijn/bent jullie gek? (zijn) Bent/ben jij gek? (hebben) Hebt/hebben zij een pan? (hebben) Heb/hebt ik een mes? (zijn) Zijn/bent zij (pl.) op school? (hebben) Heb/hebt jij een lepel? (zijn) Is/zijn jullie goed? (hebben) Hebt/heb jij een DVD? Oefening 10: Vraagzinnen - Vul het goede werkwoord in (zijn) ik een kletsmajoor? (hebben) ik een fiets? (zijn) jij een kletsmajoor? (zijn) hij alleen? (zijn) zij (enk.) gek? (zijn) het rood? (zijn) wij leerlingen? (zijn) jullie docenten? (zijn) zij (pl.) met drie mensen? Ben ik een kletsmajoor? Heb ik een fiets? (hebben) jij een glas? (hebben) hij een bord? (hebben) zij (enk.) een lepel? (hebben) wij een telefoon? (hebben) jullie een huis? (hebben) zij (pl.) een computer? Oefening 11: Vraagzinnen - Vul het goede werkwoord in (zijn) ik een kletsmajoor? (hebben) ik een fiets? (zijn) wij docenten? (zijn) ik gek? (zijn) zij (enk.) een vrouw? (zijn) jij in de winkel? (zijn) zij (pl.) Pools? (zijn) jullie goed? (zijn) het koud? (zijn) hij 50 jaar oud? Ben ik een kletsmajoor? Heb ik een fiets? (hebben) jullie een radio? (hebben) ik een auto? (hebben) hij een plant? (hebben) zij (pl.) een appel? (hebben) zij (enk.) een peer? (hebben) wij het warm? (hebben) jij schoenen? Oefening 12: Vraagzinnen - Wat is het juiste werkwoord? (zijn) jij een vrouw? (hebben) zij (enk.) een computer? (zijn) jullie thuis? (hebben) jij koffie? (zijn) ik op school? (hebben) wij een radio? (hebben) ik een DVD? (zijn) jij gek? (hebben) zij (pl.) een schaar? (zijn) wij met drie mensen? (hebben) jij een fiets? (zijn) het een auto? Pagina 4 van 5
5 (zijn) zij (pl.) in Nederland? (hebben) jullie thee? (zijn) hij in Polen? (zijn) wij docenten? (hebben) hij een televisie? (zijn) het een bril? (hebben) ik een ijsje? (zijn) zij (enk.) een vrouw? (hebben) hij een krant? (zijn) ik een man? (hebben) het een deur? (zijn) jullie leerlingen? (hebben) zij (enk.) een vork? (zijn) hij een jongen? (hebben) wij een pen? (zijn) zij (pl.) in Hoorn? (hebben) jullie vier handen? Oefening 13: Zet de zin om met het nieuwe persoonlijk voornaamwoord Ik ben een man (jij) Ik heb een fiets (wij) Ik heb een computer (jullie) Wij zijn thuis (jij) Zij hebben een auto (hij) Zij is een meisje (het) Wij hebben koffie (ik) Jullie zijn goed (wij) Jij bent geweldig (zij pl.) Hij heeft een DVD (zij enk.) Het is rood (wij) Jij hebt kaas (zij pl.) Jij bent een man Wij hebben een fiets Jullie zijn gek (wij) Jij hebt een fiets (zij pl.) Hij is een jongen (zij enk.) Het heeft twee handen (wij) Ik ben een docent (jullie) Wij hebben thee (jij) Zij zijn in de trein (hij) Zij heeft een krant (het) Wij zijn leerlingen (jij) Zij hebben genoeg (hij) Oefening 14: Vraagzinnen - Zet de zin om met het nieuwe persoonlijk voornaamwoord Ben ik een man? (jij) Heb ik een fiets? (wij) Ben jij een man? Hebben wij een fiets? Heb ik genoeg? (zij, pl.) Ben jij vader? (jullie) Heeft hij een radio (wij) Is zij rood? (het) Ben ik een leraar? (hij) Heb jij een televisie? (jullie) Zijn wij op school? (zij, pl.) Heeft het vier voeten? (zij, enk.) Ben ik in de trein? (hij) Heb jij gelijk? (ik) Zijn zij leerlingen? (jij) Hebben jullie een televisie (hij) Zijn wij getrouwd? (zij, enk.) Heeft het twee handen? (ik) Is hij een leerling? (jij) Hebben jullie een boek? (wij) Zijn zij rood? (het) Heeft zij een krant? (ik) Heeft hij geld? (jij) Ben ik een meisje? (zij, enk.) Pagina 5 van 5
MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatie1b nr. 1 Wie of wat?
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatie- je kan me wat - module 4. docere delectare movere
- je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3
Nadere informatieLeesboekje de school
Leesboekje de school Leesboekje De School Pagina 1 Dit is de juf. Dit is de meester. Dit is de leerling. Dit is de groep. Dit is de pen. Dit is het potlood. Dit is het boek. Dit is de map. Dit is het papier.
Nadere informatieHandleiding basiswoordenschat.
basiswoordenschat. Inleiding. In de basismodule wordt een basis van ongeveer 80 woorden gelegd. Deze woorden worden aangeboden om de woordenschat, maar ook om de communicatieve vaardigheden van de cursist
Nadere informatiede aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.
Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.
Nadere informatieGeregeld spreken. Ditte Oost & Monique Schoorl ANTWOORDEN
Geregeld spreken Ditte Oost & Monique Schoorl LES 1 11 Maak de zinnen af 1 Het meisje is blij. 2 De dokter is in het ziekenhuis. 3 De kinderen zijn op school. 4 De man is bij de gemeente. 5 De docent is
Nadere informatieAANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes?
A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? Ja, heb ik gedaan. 2. Komt Willem dit weekend? Nee, moet helaas werken. 3. Ga je met het vliegtuig naar Hamburg? Nee,
Nadere informatieLes 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas
Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo
Nadere informatieCursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis
Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis 1 Woorden 1 de badkamer 2 het bed 3 de deur 4 de doek 5 de doos 6 de douche 7 het huis 8 de huiskamer 9 de kapstok 1 10 de keuken 11 de muis 12 de muur 13
Nadere informatieVOORZETSEL. A) Vul in met een voorzetsel aan in met naast onder op uit. B) De klas : vul het juiste voorzetsel in. 1. Het boek ligt de tafel.
A) Vul in met een voorzetsel aan in met naast onder op uit 1. Het boek ligt de tafel. 2. Het kopje staat de kast. 3. Ik neem mijn schrift mijn boekentas. 4. De studenten hangen hun jas de kapstok. 5. Mijn
Nadere informatieGoedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed.
Vocabulaire En Action 5 : Nederlans naar Frans Unité 1 Goedendag! Ik ben Ik, ik ben ja Ben jij? En jij? Jij bent! nee één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien Unité 2 Gaat het? Het gaat goed.
Nadere informatieCursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel
Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel 1 Woorden 1 de appel 2 de banaan 3 het blikje 4 de boodschappen 5 de chocolade 6 de drop 7 het plakje kaas 8 de kassa 9 het nummer 1 10 het pak 11 de
Nadere informatieBEGINNERSCURSUS DAG 2
1 BEGINNERSCURSUS DAG 2 A. FORCING Tekst: Hans en Hilde B. GRAMMATICA Vorming O.T.T. Substantief: de/ het Vraagwoorden Vraagzin (inversie) C. CONVERSATIE Elkaar vragen stellen (cfr. Voorstelling) Een gewone
Nadere informatie3 Is dit een jongen of een meisje? 7 Is dit een vork of een mes?
A1 Woordenlijst boek jongen mes stoel glas kind pen tafel hand kopje plant telefoon hoed lamp potlood theepot hoofd land ring vinger huis man sigaar vork jas meisje sigaret vrouw OEFENING 1 Is dit een
Nadere informatieAuteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design
Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door
Nadere informatie1c nr. 1: zinnen maken
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieGrammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.
Grammatica Inhoud 1. De en het 2. Meervoud 3. Werkwoord 4. Vraagwoorden 5. Zinnen maken 1 6. Zinnen maken 2 7. Zinnen maken 3 8. Zinnen maken 4 9. Niet en geen 10. Lange woorden 11. Het verkleinwoord 12.
Nadere informatie- je kan me wat - module 4. docere delectare movere
- je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieAuditieve oefeningen bij het thema: Mijn huis
Auditieve oefeningen bij het thema: Mijn huis Boek van de week: 1; Een huis bouwen 2;De bouwvakker 3; Op de bouwplaats 4; Een hol voor mol Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat
Nadere informatieWC01 01A IK BEN EEN HEER IK BEN EEN MAN WC01 01B HIJ IS EEN MAN WC01 02A HIJ IS EEN HEER WC01 02B IK BEN EEN VROUW WC01 03A IK BEN EEN DAME
IK BEN EEN MAN WC01 01A IK BEN EEN HEER WC01 01B HIJ IS EEN MAN WC01 02A HIJ IS EEN HEER WC01 02B IK BEN EEN VROUW WC01 03A IK BEN EEN DAME WC01 03B ZIJ IS EEN VROUW WC01 04A ZIJ IS EEN DAME WC01 04B ZIJ
Nadere informatieWerkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.
Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent
Nadere informatieLeesboekje eten en drinken
Leesboekje eten en drinken Leesboekje Eten en Drinken Pagina 1 Dit is de groente Dit is het fruit. Dit is de sinaasappel. Dit is de banaan. Dit is de tomaat. Dit is de appel. Dit zijn de druiven. Dit is
Nadere informatie- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen -
- je kan me wat - module 3 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat ROCvA nt2taalmenu.nl - educatie - ROCvA module 3 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5
Nadere informatieOpstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen
www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieBasisexamen inburgering in het buitenland. Auteurs: Karine Bloks-Jekel, Willemijn de Graaf, Marieta Plattèl, Rian Senden, Rosanne Vermaat
TAALCOMPLEET Basisexamen inburgering in het buitenland Inburgeringsexamen buitenland 1e druk 2014 ISBN Inburgeringsexamen buitenland: 978-94-90807-21-4 Copyright: KleurRijker B.V., info@kleurrijker.nl
Nadere informatieKijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.
Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,
Nadere informatie1 Ik vind dat 2 Ik vind dat 3 Ik vind dat 4 Ik vind dat 5 Ik vind dat 6 Ik vind dat 7 Ik vind dat
opdracht 1: KIES DE GOEDE REDEN 1 Ik vind dat benzine voor auto's duurder moet zijn,... a omdat dan minder mensen auto rijden. b omdat dan iedereen auto kan rijden. c omdat benzine niet lekker is. 2 Ik
Nadere informatieIMMI Montjoie Montjoielaan, Ukkel
IMMI Montjoie Montjoielaan, 93-95 1180 Ukkel Opgelet: Voor de grammatica: Herhaal de theorie in je leerboek en doeboek Denk goed na bij iedere oefening Voor het schrijven Denk aan je grammatica! Varieer
Nadere informatieMoshi gaat met het vliegtuig naar Malawi
Malawi Auditieve analyse: 1.2 Eén en twee lettergrepen 1.3 Drie of meer lettergrepen Auditieve synthese 4.1 Lettergrepen samenvoegen tot een woord 4.2 Letters samenvoegen tot een woord Zon varken Malawi
Nadere informatieAflevering: 31. Te + infinitief
Te + infinitief A: Te + Infinitief: twee dingen tegelijk. Jan staat in de keuken. Hij doet de afwas. Jan staat in de keuken de afwas te doen. Tom zit op zijn stoel. Hij leest een boek. Tom zit op zijn
Nadere informatieALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN
STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?
Nadere informatieISK Leerlijn. Alfabetisering. zitten. een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien
1. Ik ga naar school agenda begrijpen (ik begrijp het niet) boek bord computer dicht (doe dicht) dit docent doe (doen) duidelijk en even fout ga (gaan) geven goed (dat is goed) groep gum klaar klas kom
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieNieuwsbrief De Vaarboom
Maart 2013 Beste ouders, Wat is er de afgelopen weken weer veel gebeurd! We hebben een fantastische start gemaakt in ons nieuwe gebouw. Zowel leerkrachten en leerlingen lijken zich helemaal op hun gemak
Nadere informatieRia Massy. De taart van Tamid
DE TAART VAN TAMID Ria Massy De taart van Tamid De taart van Tamid 1 Hallo broer! Hallo Aziz! roept Tamid. Zijn hart klopt blij. Aziz belt niet zo dikwijls. Hij woont nog in Syrië. Bellen is moeilijk in
Nadere informatie- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen -
- je kan me wat - module 2 docere delectare movere je O kan ROC p e me n van S wat Amsterdam c h o o l - A nt2taalmenu.nl educatie m s t e r - d ROC a m van module Z Amsterdam u i d - O 2 o s t tekeningen
Nadere informatieMelkweg. Straat schoon, heel gewoon. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Afval
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Straat schoon, heel gewoon Wonen: Afval Colofon Melkweg: Straat schoon, heel gewoon 0 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Nederland
Spreekopdrachten thema 1 Nederland Opdracht 1 bij 1.3 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij kan. Bijvoorbeeld: Ik kan koken. Laat de eerste cursist herhalen
Nadere informatieLES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1
12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,
Nadere informatieU leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.
TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een
Nadere informatieThema school. Deze werkbundel is van:
Deze werkbundel is van: VOORWERPEN TELLEN Tel hoeveel je er ziet van elk voorwerp. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de boekentas: de lijm: de klok: de lat: VOORWERPEN TELLEN Correctiesleutel
Nadere informatieVeertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel
Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl
Nadere informatieKijk op YouTube spreekvaardigheid A1
Kijk op YouTube spreekvaardigheid A1 Oefenexamen Ad Appel Spreekvaardigheid A1 10 vragen serie A 1. Hoe vaak doet u boodschappen? 2. Wanneer bent u geboren? 3. Wat drinkt u het liefst? 4. Wat vindt u van
Nadere informatieBIJLAGEN LESPAKKET 1.2
BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGE 1 A4 BLADEN THEMA S BIJLAGE 2 DOMINO EMOTIES BIJLAGE 3 MATCHING OEFENING GEVOELENS BIJLAGE 4 VRAGENLIJST FILM BIJLAGE 5 VRAGENSTROOKJES HOEKENWERK BIJLAGE 6 ANTWOORDENBLAD
Nadere informatieLesbrief. Introductie
Lesbrief Introductie Deze lesbrief hoort bij Lieve Stine, weet jij het? van Stine Jensen en Sverre Fredriksen. Dit boek bestaat uit 20 brieven en antwoorden van filosoof Stine. Deze lesbrief bestaat uit
Nadere informatieLes 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1
15/10/14 1 Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1 1. (komen) Waar.... jij vandaan? 2. Uit welk land.... u? 3. Brenda.... vandaag uit Engeland. 4. Wij.... uit België. 5. Wanneer.... zij thee drinken?
Nadere informatieBij H&M. Nederlandse Academie 02/2184707 A2
Bij H&M Tiebe is bij H&M. Zij is samen met haar kind. Het kind heet Laura. Laura is drie jaar. Tiebe is op de derde verdieping. Ze wil een jurk voor een feest kopen. Ze ziet veel mooie jurken. Dan kijkt
Nadere informatieVragenlijst last van geluid
Vragenlijst last van geluid voor kinderen en jongeren Dit is een vragenlijst die bedoeld is voor kinderen en jongeren die last hebben van geluid. Na het invullen van de vragenlijst kun je: - tips krijgen
Nadere informatie- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen -
- je kan me wat - module 2 docere delectare movere je O kan ROC p e me n van S wat Amsterdam c h o o l - A nt2taalmenu.nl educatie m s t e r - d ROC a m van module Z Amsterdam u i d - O 2 o s t tekeningen
Nadere informatieVollenhove Wonen op een havezate
D S T R K C N T Opdracht 1 Nodig: foto van jezelf als klein kind, fotoblad opdracht 1 In Vollenhove staat de havezate Oldruitenborgh. De havezate is al heel oud. Bijna 250 jaar geleden, rond 1770, woonden
Nadere informatieHeb je iets vergeten? Vraag aan je collega of hij je kan helpen.
VERGETEN! Heb je iets vergeten? Vraag aan je collega of hij je kan helpen. Wat moet je doen? 1. Deze activiteit doe je in een groepje van 4 à 5 studenten. Je speelt een kwartetspel. Lees de instructies
Nadere informatie- je kan me wat - module 1. docere delectare movere. tekeningen -
- je kan me wat - module 1 docere delectare movere je O kan ROC p e me n van S wat Amsterdam c h o o l l - A nt2taalmenu.nl educatie m s t e r - d ROC a m van module Z Amsterdam u i i d - O 1 o s t tekeningen
Nadere informatiePlaats: bij de oud papier doos in de dolfijnen groep. Nodig: oud papier doos.
Opdracht 1 Plaats: bij de oud papier doos in de dolfijnen groep. Nodig: oud papier doos. Flip heeft gezien dat jullie na het werken papiersnippers in de oud papier doos gooien en niet in de prullenbak.
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieOefenzinnen module 1. Oefenzinnen module 2. Luister goed en schrijf de zin op.
Oefenzinnen module 1 1. Ik schrijf me in bij de gemeente. 2. Wat is uw nieuwe adres? 3. Naar welke woonplaats verhuis jij? 4. Ik heb de Nederlandse nationaliteit. 5. Ben jij getrouwd of gescheiden? 6.
Nadere informatieDe leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 1 verhaal 1 groep 3. Thema 1 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek
De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 1 verhaal 1 groep 3 Thema 1 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek Waar is Rik? 1 Met wie gaat Rik op de foto? a Met groep 3 b Met Leen c Met groep
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieDinie Ea van Oort Verhaalland Taalleerlijn www.verhaalland.nl
E1. De werkwoorden 1. horen: ik hoor 2. zien: ik zie jij hoort jij ziet u hoort u ziet hij hoort hij ziet zij hoort zij ziet het hoort het ziet wij horen jullie horen zij (meer) horen wij zien jullie zien
Nadere informatieAlles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.
Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.
Nadere informatieDat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager
119 119 HOOFDSTUK 8 Dat is een koopje! WOORDEN 1 2 3 1 Ik ga even naar de.... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager 2 Wil je wat drinken? Ja graag, een... koffie alsjeblieft. a fles b beker
Nadere informatie- je kan me wat - module 8. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 8. tekeningen -
- je kan me wat - module docere delectare movere je kan me wat nt2taalmenu.nl module tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 9 10 1 2 3 4 5 6 7 9 10 1 1 2 3 4 5 6 7 9 10 1 2 3 4 5 6 7 9 10 2 1 2 3 4 5 6 7 9 10 1 2
Nadere informatieBijwoordelijke bepaling HV 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52704
Bijwoordelijke bepaling HV 2 Auteurs VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 July 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52704 Dit lesmateriaal is
Nadere informatieGrammatica Woordbenoemen 2. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6
Grammatica 2 Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Voegwoord 4 Telwoorden: hoofdtelwoorden 7 Telwoorden: rangtelwoorden 10 Telwoorden: hoofd- en rangtelwoorden 13 Persoonlijk voornaamwoord
Nadere informatieCHATTEN. verborgen verdriet MARIAN HOEFNAGEL
CHATTEN verborgen verdriet MARIAN HOEFNAGEL Stotteren Kom op, Roy. Het is allang tijd. De leraar informatica legt een hand op Roys schouder. Maar Roy kijkt niet op of om. Hij zit achter de fijnste computer
Nadere informatieDeel 1: Trrrring! De wekker geeft met veel lawaai aan dat het tijd is om op te staan. Je hoort een langgerekte geeuw, het is pas 6 uur s ochtends. Maar Jordie moet er uit want hij moet zijn krantenwijk
Nadere informatieZeesteen. Janneke Holwarda. roman
Zeesteen Janneke Holwarda roman De wereld verzaakt; in het dorp van mijn ouders zijn de bladeren rood. Buson 1980 Ze is de jongste. En de vreemdste. Moeder had het zelf gezegd toen de tantes op bezoek
Nadere informatieAuditieve oefeningen bij het thema: sport en spel
Auditieve oefeningen bij het thema: sport en spel Boek van de week: 1; Igor Stippelkampioen 2; Boris de kampioen 3; Grote Anna leert hockey spelen 4; Rintje rent het hardst Verhaalbegrip: Bij elk boek
Nadere informatieR O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl
R O S A D E D I E F Arco Struik Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl In de winkel 3 Bart 5 Een lieve dief 7 De telefoon 9 Bij de dokter 11 De blinde vrouw 13 Een baantje 15 Bijna betrapt
Nadere informatie- je kan me wat - module 5. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 5. tekeningen -
- je kan me wat - module 5 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan O p e me n wat S c h o o l nt2taalmenu.nl A m s t e r d module a m Z u 5i d - O o s t 1
Nadere informatieIk ben benieuwd naar de conclusies. CU Karin. Beste collega taaldocent,
Dag Petra, Zie hier mijn antwoorden. Ik heb ze roze gemaakt. Mijn belangrijkste antwoord is eigenlijk dat ik vind dat er in ALLE lokalen faciliteiten moeten zijn omdat docenten in andere vakken (weet ik
Nadere informatieMelkweg. De deur op slot. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Veilig wonen
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B De deur op slot Wonen: Veilig wonen Colofon Melkweg: De deur op slot, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van
Nadere informatiePapa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.
Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.
Nadere informatieWoordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1
Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1 een hark Een lange steel met een soort kam van ijzer eraan. de fontein Een bak waaruit water spuit. Het is voor de sier. Een wasbak in de badkamer wordt ook
Nadere informatie= een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een hoge lamp die langs de weg staat.
Woordenschat blok 1 gr4 Les 1 De heg De lantaarn De plant Het tuinhek Het terras De garage Het dorp De stad De zwerver De stoep De woonwijk = een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een
Nadere informatieLevel 1. Curriculum Text. Texto del curso Texte du cours Kursinhalt Testo del corso. Holandés. Olandese. Curriculum Text.
Nederlands Curriculum Text Level 1 dutch Level 1 Dutch Holandés Néerlandais Niederländisch Olandese Curriculum Text Texto del curso Texte du cours Kursinhalt Testo del corso RosettaStone.com RosettaStone.co.uk
Nadere informatieLeesboekje het huis. Leesboekje Het Huis Pagina 1
Leesboekje het huis Leesboekje Het Huis Pagina 1 Dit is het huis. Dit is de tuin. Dit is de woonkamer. Dit is de keuken. Dit is de slaapkamer. Dit is de zolder. Dit is het dak. Dit is de trap. Dit is de
Nadere informatieInhoudsopgave LES 1: NAAR SCHOOL LES 2: VRIJE TIJD LES 3: THUIS LES 4: NEDERLAND LES 5: TOEKOMST 126
Inhoudsopgave LES 1: NAAR SCHOOL 8 1 Ziek 8 2 Plus en min 14 3 Wat moet en wat is goed? 20 4 De bel 26 Woorden 32 LES 2: VRIJE TIJD 38 1 Naar de film 38 2 Rada wil fit zijn 44 3 Vrije tijd 50 4 Ik ben
Nadere informatieMilieuopdrachten Sarahs Wereld
Milieuopdrachten Sarahs Wereld Om de wereld milieuvriendelijker te maken, heeft Sarah zeven milieutips. 1. De ruil je rijk! tip 2. De koop tweedehands! tip 3. De kijk uit wat je koopt! tip 4. De haal het
Nadere informatiede bal het secretariaat de fietsenstalling het toilet het toiletpapier de trap
Het schoolgebouw de school We gaan naar school om veel te leren. de klas het klaslokaal In de klas krijgen we rekenen en taal. In het klaslokaal krijgen we rekenen en taal. de eetzaal de refter In de refter
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieDe Weier Vissedijk 35c 7602 CP Almelo
obs De Weier Vissedijk 35c 7602 CP Almelo tel. 0546-491218 fax. 0546-491245 Auditieve taalontwikkelingsoefeningen bij het onderwerp: Buiten spelen. 1. Auditieve Analyse: * Eén en twee lettergrepen. * Drie
Nadere informatieLesbrief. De vis op het droge. Laros & de Jong beeldmakerij. De vis op het droge. spreekwoorden en spelen met woorden
Laros & de Jong beeldmakerij spreekwoorden en spelen met woorden Beste leerkracht, Binnenkort gaat u met uw leerlingen naar de poppentheatervoorstelling de Vis op het Droge van Beeldmakerij Laros & de
Nadere informatie(Locatie: de zijgang voor het Mariaaltaar. Verzamelen bij het Mariaaltaar)
1 Verlamd zijn eerste ouders-kinderen activiteit blz. 1 (Locatie: de zijgang voor het Mariaaltaar. Verzamelen bij het Mariaaltaar) Als je twee gezonde benen hebt, kun je lopen en rennen, je kunt fietsen
Nadere informatiede pen het boek de map de leerling de meester
Werkbladen bij thema de school: dag 1 Naam:................. 1. Lezen en overschrijven: de pen het boek de map de leerling. de meester LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 1 Pagina 1 2. Invullen:
Nadere informatieHOTTENTOTTENTEN- TENTENTOONSTELLING
HOTTENTOTTENTEN- TENTENTOONSTELLING 6 Stap 1 Binnenkort is Tim jarig. Zijn ouders organiseren een feestje. Zijn familieleden willen graag weten waarmee ze hem een plezier kunnen doen. Tim wil hun een lijstje
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieLieke. redt de dieren
Lieke redt de dieren met tekeningen van ivan & ilia Uitgeverij Ploegsma Amsterdam Kijk ook op: www.ploegsma.nl www.wijzijnvriendinnen.nl AVI 7 / E5/M6 ISBN 978 90 216 7436 0 / NUR 282 Tekst: Jette Schröder
Nadere informatielo-pen bo-ten ha-len ze-ven spa-nen ko-gels ne-gen re-gen ra-ket wa-ter ka-no va-ren dra-ven ma-nen zwe-ven ho-ge
lo-pen bo-ten ha-len ze-ven spa-nen ko-gels ne-gen re-gen ra-ket wa-ter ka-no va-ren dra-ven ma-nen zwe-ven ho-ge Er staat een streepje onder een letter van het woord. Wat voor soort letter is dit?...
Nadere informatieLesbrief bij de voorstelling Tik Tak Slaap
Lesbrief bij de voorstelling Tik Tak Slaap Babette Groenewege Feikes Huis Introductie Binnenkort gaat u met uw klas naar de voorstelling Tik Tak Slaap: een voorstelling over Pop die niet kan slapen en
Nadere informatieSOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN
SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna
Nadere informatieDICTEE WOORDEN 1. DICTEE WOORDEN 1.1 1. ik 2. jij 3. ja 4. zij 5. hij. 6. wij 7. nee 8. de baby 9. het kind 10. de naam
DICTEE WOORDEN 1 DICTEE WOORDEN 1.1 1. ik 2. jij 3. ja 4. zij 5. hij DICTEE WOORDEN 1.2 1. vijf 2. nul 3. zes 4. één 5. vier 6. tien DICTEE WOORDEN 1.3 1. de rug 2. de bus 3. de arm 4. de buik 5. de fiets
Nadere informatieMelkweg. Een dak boven je hoofd. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Het huis
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Een dak boven je hoofd Wonen: Het huis Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Een dak boven je hoofd, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn
Nadere informatie