Oefenzinnen module 1. Oefenzinnen module 2. Luister goed en schrijf de zin op.

Transcriptie

1 Oefenzinnen module 1 1. Ik schrijf me in bij de gemeente. 2. Wat is uw nieuwe adres? 3. Naar welke woonplaats verhuis jij? 4. Ik heb de Nederlandse nationaliteit. 5. Ben jij getrouwd of gescheiden? 6. Ik wil mijn verhuizing doorgeven. 7. Ik kan de geboorte van mijn kind melden. 8. Wanneer is uw kind geboren? 9. Weet u wat ondertrouw betekent? 10. Ik lees een folder van de gemeente. Oefenzinnen module 2 1. Ik wil een nieuw paspoort aanvragen. 2. Mijn achternaam is Mulder. 3. Ik ga naar het gemeentehuis. 4. Heb jij al een nieuw rijbewijs? 5. Ik wil graag een afspraak maken. 6. Waar moet ik me inschrijven? 7. Je moet naar de balie. 8. Vul het formulier goed in. 9. Ik moet een pasfoto laten maken. 10. Je krijgt het per post thuis.

2 Oefenzinnen module 3 1. Ik wil aangifte doen. 2. Wat is er gebeurd? 3. Mijn fiets is gisteren gestolen. 4. U moet uw rekening laten blokkeren. 5. De dader heeft kort haar. 6. Ga altijd naar de politie. 7. Er is in mijn huis ingebroken. 8. Het was een grote, groene tas. 9. De agent wil vragen stellen. 10. Je moet meteen bellen. Oefenzinnen module 4 1. Ik wil graag een rekening openen. 2. U moet uw pasje laten blokkeren. 3. Toets hier uw pincode in. 4. Ik wil een opdracht geven aan de bank. 5. Ik heb een brief van de bank ontvangen. 6. Ik wil geld opnemen van mijn rekening. 7. Mark moet een formulier invullen. 8. Wil jij meteen dat geld voor mij overschrijven? 9. Weet jij het nummer van jouw pincode? 10. Ik wil het bedrag automatisch laten afschrijven.

3 Oefenzinnen module 5 1. Ik wil een verzekering afsluiten. 2. Ben jij goed verzekerd? 3. In de folder staat alles over de korting. 4. Ik heb schade aan mijn auto. 5. Hoeveel premie betaal jij per jaar? 6. Vul het formulier goed in. 7. De verzekering betaalt de schade. 8. Je kunt zelf zorgtoeslag aanvragen. 9. Het is verstandig om je goed te verzekeren. 10. Welke verzekering heb jij voor de tandarts? Oefenzinnen module 6 1. Ik wil een huis huren. 2. Je moet je inschrijven. 3. Hij woont in een mooie huurwoning. 4. Mijn huis heeft een balkon. 5. Hoeveel slaapkamers heb jij? 6. Ik woon in een flat met een grote keuken. 7. Morgen krijg ik het nieuwe huurcontract. 8. Wij verhuizen pas over een maand. 9. Moet jij ook zo veel belasting aan de gemeente betalen? 10. Dat moet ik nog aan het energiebedrijf doorgeven.

4 Oefenzinnen module 7 1. Ik wil de meterstand doorgeven. 2. Hij moet de rekening voor het gas betalen. 3. Begrijp jij de jaarafrekening? 4. Ik kan met het energiebedrijf praten. 5. Zij gebruikt haar elektriciteit veilig. 6. Regel jij de telefoonaansluiting? 7. Vul de acceptgiro in. 8. Ken jij iemand die goed kan koken? 9. Eet hij veel of weinig tussen de middag? 10. De lerares geeft les op deze school. Oefenzinnen module 8 1. Het restafval moet in de grijze bak. 2. Afval apart inzamelen, is goed voor het milieu. 3. Het papier moet in de blauwe bak. 4. Op welke dag wordt jouw huisvuil opgehaald? 5. Hoeveel kun je besparen op jouw energie? 6. Zet de verwarming s avonds een graadje lager. 7. Haal de stekker uit het stopcontact. 8. De afvalkalender hangt in de gang. 9. Glas en flessen moeten in de glasbak. 10. Ik krijg jaarlijks de rekening voor mijn afval.

5 Oefenzinnen module 9 1. Ik meld me aan bij de beroepsopleiding. 2. Goedemiddag, ik wil me graag inschrijven. 3. In het buurthuis kun je fietsles krijgen. 4. Hij moet een formulier invullen. 5. Kun jij goed op de computer werken? 6. Welke opleiding gaat hij volgen? 7. Ik ga een cursus Engels doen. 8. Begrijp jij alles wat de docent zegt? 9. Je moet controleren of het formulier goed is ingevuld. 10. Er werken drie medewerkers op dat kantoor. Oefenzinnen module Ik maak kennis met de buren. 2. Ik nodig de buren uit voor een kopje koffie. 3. Van harte gefeliciteerd met de geboorte van jullie dochter. 4. Zullen we een keer wat afspreken? 5. Ik heb nu helaas geen tijd. Kan het ook later? 6. Proficiat met jullie huwelijk. 7. Heel veel sterkte toegewenst. 8. Morgen heb ik een feestje en het kan overlast geven. 9. Zorg dat het niet nog eens gebeurt. 10. Ga je binnenkort mee naar de bioscoop?