Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.
|
|
- Sofie Aalderink
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee, ik vind het nog moeilijk 2 Staan werkwoorden in jouw taal soms ook in de tijd voor vroeger of voor de toekomst? ja / ik weet het niet / nee 3 Kijk naar de oefeningen bij Uitvoeren. a Welke is moeilijk, denk je? b En welke is makkelijk, denk je? Tijden In hoofdstuk 2 heb je informatie over de tijd van nu gehad. Hier krijg je informatie en oefeningen over de andere tijden: vroeger en toekomst. Tijd nu toekomst (= later) vroeger 1 vroeger 2 Voorbeeld Ik woon in Rotterdam. We zitten nu in de klas. Ik kom morgen wat later. Ik ga in de pauze koffie drinken. We zullen het huiswerk vanavond maken. Ik heb het huiswerk gisteravond gemaakt. We zijn in de vakantie in Turkije geweest. Hij rookte vroeger veel. De leraar kwam vanmorgen te laat. De toekomst In een zin over de toekomst zie je vaak het werkwoord gaan of het werkwoord zullen. Soms staat er alleen een werkwoord in de tijd voor nu, bijvoorbeeld kom. Vaak staan er ook woorden voor de toekomst. morgen, vanavond. 1 van 8
2 Vroeger Er zijn twee tijden voor vroeger: 1 Vroeger 1 In de zin staat een vorm van hebben of zijn. Dan staat er nog een werkwoord, dat meestal begint met ge-: geweest, gemaakt. Ik heb het huiswerk gisteravond gemaakt. We zijn in de vakantie in Turkije geweest. Soms begint het tweede werkwoord niet met ge- Ik ben pas met een nieuwe baan begonnen. We hebben in de les de grammatica herhaald. 2 Vroeger 2 In de zin staat vaak een werkwoord dat eindigt op -de of -te (voor 1 persoon), of op -ten of -den (voor meer personen). Hij rookte vroeger veel. We woonden vorig jaar nog in Polen. Soms ziet het werkwoord er een beetje anders uit dan het werkwoord voor nu. Voor meer personen eindigt de vorm op -en. Ik sliep slecht. (vroeger) Hij kwam te laat. (vroeger) We lazen de tekst. (vroeger) Jullie wilden dat niet. (vroeger) Ik slaap slecht. (nu) Hij komt te laat. (nu) We lezen de tekst. (nu) Jullie willen dat niet. (nu) Vaak staan in de zin met werkwoorden voor vroeger ook andere woorden voor vroeger. gisteravond, vorig jaar. 2 van 8
3 Oefening 2 Lees de van een docent aan haar cursisten. Alle werkwoorden zijn cursief. Onderstreep nu alle woorden voor een tijd (bijvoorbeeld: woensdag) Beste cursisten Zoals jullie weten, gaan we woensdag met elkaar in het park picknicken. Ik mail jullie daarom nog even, want ik wil nog een paar dingen afspreken. Ik kom met de auto naar de picknick. En ik zal voor iedereen drinken meenemen. Willen jullie allemaal iets lekkers uit je eigen land meenemen? Niet te veel hoor, neem eten voor 1 persoon mee. We ontmoeten elkaar dan om 12 uur bij de ingang van het park. Het duurt tot ongeveer 2 uur. De picknick is in plaats van de les. Let op: Er is woensdag dus geen les om 2 uur. Het wordt waarschijnlijk lekker weer. Maar als het toch regent, dan mail ik jullie s ochtends voor 10 uur. Dan is er woensdag gewoon les. Ik hoop dat alles duidelijk is. Anders kun je me nog terugmailen. Hartelijke groet, jullie docent Heleen Oefening 3 Kruis aan. Wanneer gebeurt het, nu of woensdag, dus in de toekomst? Regel Nu Woensdag (toekomst) 2 Zoals jullie weten 2 gaan we woensdag met elkaar in het park picknicken. 3 Ik mail jullie daarom nog even 3 want ik wil nog een paar dingen afspreken. 4 Ik kom met de auto naar de picknick. 4 En ik zal voor iedereen drinken meenemen. 5 Willen jullie allemaal iets lekkers uit je eigen land meenemen? 6 neem eten voor 1 persoon mee. 7 We ontmoeten elkaar dan om 12 uur 7-8 Het duurt tot ongeveer 2 uur. 9 De picknick is in plaats van de les. 10 Het wordt waarschijnlijk lekker weer. 11 Maar als het toch regent, dan mail ik jullie s ochtends voor 10 uur. 13 Ik hoop dat alles duidelijk is. 3 van 8
4 Oefening 4 Lees de van een cursiste aan haar docent. Alle werkwoorden zijn cursief. Onderstreep nu alle woorden voor een tijd (bijvoorbeeld: morgen) Beste Heleen, Morgen hebben we de picknick. Ik kom wel, maar ik kom wat later. Ik moet tot 12 uur werken. Normaal ben ik niet te laat, want dan begint de les om 2 uur. Maar morgen kan ik er niet op tijd zijn. Ik heb nog een ander probleem. Je hebt in je mail geschreven dat we morgen allemaal iets te eten moeten meenemen. Dat wilde ik ook doen. Want ik vind het een heel leuk idee! Ik heb vanavond zelf een taart gebakken. Maar toen de taart in de oven stond, ging mijn telefoon. Het was mijn vriendin. Ze vertelde een heel verhaal. Daardoor vergat ik de taart. Die kwam helemaal zwart uit de oven! Daarna ben ik nog naar de supermarkt gegaan. Ik heb heel hard gefietst, omdat het bijna 9 uur was. De supermarkt gaat altijd om 9 uur dicht. Maar ik was er om 5 over 9. Dus ik had geen spullen om een nieuwe taart te bakken. Morgenochtend moet ik dus werken, dan heb ik geen tijd meer om iets te maken. Sorry, maar ik kom dus zonder eten. Hopelijk is dat geen probleem? Met vriendelijke groet, Paula Oefening 5 Kruis aan. Wanneer gebeurt het, in de toekomst (morgen) of vroeger? Regel Vroeger Morgen (toekomst) 2 Morgen hebben we de picknick. 2 Ik kom wel, maar ik kom wat later. 2-3 Ik moet tot 12 uur werken. 4-5 Maar morgen kan ik er niet op tijd zijn. 7 Je hebt in je mail geschreven 7-8 dat we morgen allemaal iets te eten moeten meenemen. 9 Dat wilde ik ook doen. 10 Ik heb vanavond zelf een taart gebakken Maar toen de taart in de oven stond, ging mijn telefoon. 11 Het was mijn vriendin. 11 Ze vertelde een heel verhaal Daardoor vergat ik de taart. 4 van 8
5 Regel Vroeger Morgen (toekomst) 12 Die kwam helemaal zwart uit de oven! 13 Daarna ben ik nog naar de supermarkt gegaan. 13 Ik heb heel hard gefietst omdat het bijna 9 uur was Maar ik was er om 5 over Dus ik had geen spullen om een nieuwe taart te bakken. 16 Morgenochtend moet ik dus werken 16 dan heb ik geen tijd meer om iets te maken. 17 ik kom dus zonder eten. Oefening 6 Lees deze zinnen over vroeger. Zet het hele werkwoord achter de zin. Kies uit de werkwoorden: begrijpen beginnen blijven brengen denken doen drinken geven lezen mogen vinden zijn 1 Ik begreep het niet. 2 Ik bracht haar naar huis. 3 Hoe vond je de les? 4 Hij gaf me bloemen. 5 We begonnen om 8 uur. 6 Ik mocht vroeger niet roken. 7 We dronken samen koffie. 8 Ze las een boek. 9 Ik dacht er niet aan. 10 We waren te laat. 11 Hij bleef bij haar. 12 We deden iets leuks. 5 van 8
6 Kies uit de werkwoorden: dragen gaan hebben helpen liggen lopen moeten schrijven verstaan vragen zien zoeken 13 Ze vroeg een glas water. 14 We liepen naar school. 15 Ze droeg haar kind. 16 Ik zag mijn vriend op het station. 17 Hij ging naar huis. 18 We hadden geen tijd. 19 Ik verstond je niet. 20 Ik zocht mijn sleutels. 21 Ik lag nog in bed. 22 Hij moest werken. 23 Ze schreef een Ze hielp me met koken. Kies uit de werkwoorden: kijken komen kopen nemen rijden slapen spreken staan vallen weten zeggen zitten 25 We keken tv. 26 Zat jij daar? 27 Ik sliep slecht vannacht. 28 Hij kwam te laat. 29 Wat zei je? 30 Ze kocht een nieuwe jas. 31 Ze nam een kopje thee. 32 Hij reed te hard. 33 Dat wist ik niet. 34 Ze sprak geen Nederlands. 35 We stonden te wachten. 36 Ze viel van de trap. 6 van 8
7 Oefening 7 Zet de woorden voor een tijd op de goede plaats. Let op: Sommige woorden kunnen vroeger, nu en toekomst zijn. Vandaag is het woensdag = nu We gaan woensdag picknicken = toekomst We hebben woensdag gepicknickt = vroeger Kies uit: 1 week geleden aanstaande maandag afgelopen weekend deze week dit jaar eergisteren komende woensdag maandag om 3 uur over 3 weken toen overmorgen vandaag volgende week vorige week daarna Altijd: vroeger Vroeger, nu of toekomst Altijd: toekomst 7 van 8
8 Oefening 8 Zoek de vormen van vroeger in tekst 4 in het boek op bladzijde 77 en vul ze in. Nu Vroeger 1 Ik kijk zelf ook. Ik heb zelf ook al. 2 Ik kan niks vinden. Ik niks vinden. 3 Ik betaal 20. Ik heb We gaan met het openbaar vervoer. We zijn met het openbaar vervoer. 5 De trein gaat weg. De trein weg. 6 Een collega vertelt erover. Een collega erover. 7 Hoe duur is dat dan? Hoe duur dat dan? 8 Hoeft ze niet lang te wachten? ze niet lang te wachten? Oefening 9 Vul in onder Tijd : nu toekomst vroeger vroeger. Geef dan antwoorden op de vragen. Tijd Vraag en antwoord 1 1 Waar ben je nu? 2 2 Wat ga je morgen doen? 3 3 Waar was je gisteravond? 4 4 Wat heb je gisteren gegeten? Oefening 10 Controleer oefening 1 tot en met 9 met de antwoorden op de website. Begrijp je de fouten? ja / nee, ik heb nog uitleg nodig van de docent 8 van 8
Spreekopdrachten thema 4 Wonen
Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.
Nadere informatieKijk nog eens in het boek op bladzijde 58 naar Verschillende vormen van werkwoorden. Onderstreep nu de werkwoorden in je zinnen.
Grammaticaoefeningen 2 Gezondheid Verschillende vormen van werkwoorden Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 58 naar Verschillende vormen van werkwoorden. 1 Begrijp je deze informatie? ja /
Nadere informatieHerhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie
Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in
Nadere informatieANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 8 OPLEIDINGEN
ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 8 OPLEIDINGEN Opdracht 1 het diploma de docent het lokaal de kunst Opdracht 11 Inschrijfformulier MBO Graag voor 1 april volledig en duidelijk ingevuld opsturen. Gegevens
Nadere informatieDag! kennismaken. Ik ben Eric.
Vocabulaire Oefening 1 Woordweb Dag! Waar kom je vandaan? groeten Goedemorgen! de ontmoeting Hoe heet je? kennismaken Hoi! mensen Hallo! Ik ben Eric. nieuw Ik kom uit Engeland. Hallo, ik ben Mila. Ik ben
Nadere informatieSignaalwoorden en verschillende vormen van woorden
Grammaticaoefeningen 4 Sociale contacten Signaalwoorden en verschillende vormen van woorden Oefening 1 Bespreek de vragen. 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 100 naar Signaalwoorden. Begrijp je al
Nadere informatieO, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.
Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan
Nadere informatie1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.
1 Werkwoord (wonen, werken, lopen,...) wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 8 Grammatica is niet moeilijk 1.1 woon, woont, wonen Ik woon nu in Nederland. Jij woont nu in Nederland. U woont nu
Nadere informatieWerkwoordoefeningen bij les 5
Werkwoordoefeningen bij les 5 Werkwoordoefening 1 1 Ik loop. Ik liep. 2 Ik loop naar huis. Ik liep naar huis. 3 Ik loop op straat. Ik liep op straat. 4 Ik ga naar school. Ik ging naar school. 5 Ik ga naar
Nadere informatieOefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin.
Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. 1. Ga opnemen de telefoon je? 2. Ik te laat altijd kwam in de les. 3. Wat zijn
Nadere informatieenkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor vertrekt
Herhalingsoefeningen Thema 6 Reizen, openbaar vervoer 1 Woorden Lees de dialoog en vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor
Nadere informatiede aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.
Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.
Nadere informatieIris marrink Klas 3A.
Iris marrink Klas 3A. 1 Inhoud. 1- Voorpagina 2- Inhoud, inleiding & mijn mening 3- Dag 1 4- Dag 2 5- Dag 3 6- Dag 4 7- Dag 5 Inleiding. Ik kreeg als opdracht om een dagverslag te maken over Polen. 15
Nadere informatieThema Nederlandse cultuur en gewoontes
http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les
Nadere informatieREGELS. Onderstreep het onregelmatige werkwoord in de zin.
261 261 REGELS 1 Onderstreep het onregelmatige werkwoord in de zin. 1 Kun je het boek even aanpakken? 2 Het hangt ervan af of je het goed aantekent. 3 Voordat ik het bekendmaak, zal ik je bellen. 4 Ik
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria
Nadere informatieHandboek NT2 in het volwassenenonderwijs
Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Lesmateriaal hoofdstuk 4 Spreken Oefeningen uit Voorbereiding op Werk De volgende tien oefeningen zijn afkomstig van de website behorende bij: Verboog, M. & Adèr,
Nadere informatieAntwoorden bij de extra opdrachten bij hoofdstuk 1
Antwoorden bij de extra opdrachten bij hoofdstuk 1 Nederlands in actie Methode NT2 voor hoogopgeleide anderstaligen Berna de Boer Margaret van der Kamp Birgit Lijmbach Derde, herziene druk u i t g e v
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 7 Werken
Spreekopdrachten thema 7 Werken Opdracht 2 bij 7.2 ** Knip de volgende pagina door. Je bent leidinggevende in een restaurant. Vandaag is de eerste werkdag van een nieuwe werknemer. Leg uit wat hij moet
Nadere informatieU leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.
TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een
Nadere informatieTake a look at my life 12
Take a look at my life 12 Verslaafd aan foto,s maken. Elke dag weer mijn mobiel uit me zak halen en foto,s maken van de dingen die ik mee maak of tegenkom. Er zijn al zoveel mensen die gebruik maken van
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes
Nadere informatieWat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.
103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar
Nadere informatieEen retour Rotterdam
71 71 HOOFDSTUK 5 Een retour Rotterdam WOORDEN 1 Wat hoort bij elkaar? 1 zebrapad a pinnen 2 auto b binnengaan 3 automaat c oversteken 4 ingang d parkeren 2 Kies uit: tram vertraging door de week strippenkaart
Nadere informatieVoor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02
Papahoorjeme_bw.indd 2 05-05-11 15:02 Papahoorjeme_bw.indd 3 05-05-11 15:02 Voor Indigo en Nhimo Tamara Bos Papa, hoor je me? met tekeningen van Annemarie van Haeringen Leopold / Amsterdam De liefste
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 5 Gemeente
Spreekopdrachten thema 5 Gemeente Opdracht 2 bij 5.1 ** Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je werkt op het gemeentehuis. Cursist B: je bent bij het gemeentehuis. Kies zelf wat je daar komt doen: bijvoorbeeld
Nadere informatieirregular verbs sterk werkwoord strong verb Ik woon in Amsterdam. Ik woonde vroeger in Amsterdam. Ik heb in Amsterdam gewoond.
irregular verbs wonen t kofschip? Ik woon in Amsterdam. Ik woonde vroeger in Amsterdam. Ik heb in Amsterdam gewoond. Hij werkt als docent. Hij werkte vroeger als docent. Hij heeft als docent gewerkt. wonen
Nadere informatieThema Op het werk. Les14. Opdrachten
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Daarna
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 12. In de pauze. Wat leert u in deze les? Iemand gelijk geven. Nee zeggen. Uw mening geven. Van twee woorden één woord maken. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Nadere informatieGeregeld spreken. Ditte Oost & Monique Schoorl ANTWOORDEN
Geregeld spreken Ditte Oost & Monique Schoorl LES 1 11 Maak de zinnen af 1 Het meisje is blij. 2 De dokter is in het ziekenhuis. 3 De kinderen zijn op school. 4 De man is bij de gemeente. 5 De docent is
Nadere informatieThema 2 De Samenleving: samen of ieder voor zich?
Thema 2 De Samenleving: samen of ieder voor zich? Oefening 2 1. b. Alle mensen zijn anders en dat moeten we respecteren. 2 Han van Eijk - Leef Niemand hoeft alleen maar goed of slecht te zijn. Niemand
Nadere informatieKies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.
21 21 HOOFDSTUK 2 Te laat! WOORDEN 1 Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 2 Ron,! De bus komt bijna! 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag. 4 We komen
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Nederland
Spreekopdrachten thema 1 Nederland Opdracht 1 bij 1.3 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij kan. Bijvoorbeeld: Ik kan koken. Laat de eerste cursist herhalen
Nadere informatieHoofdstuk 1- oefening 21 Extra schrijfoefeningen. Temposchrijven - 5 schrijfopdrachten in 11 minuten. Opdracht 1:
Hoofdstuk 1- oefening 21 Extra schrijfoefeningen Opdracht 1: Temposchrijven - 5 schrijfopdrachten in 11 minuten Bij het staatsexamen is het belangrijk dat u de tijd goed verdeelt over de opdrachten. Met
Nadere informatieVoorwoord 6. Woordenlijst 283
Inhoud Voorwoord 6 Thema s 1 Kennis maken en afspreken 10 2 Feesten 30 3 Boodschappen doen en winkelen 52 4 Vervoer 74 5 Vrije tijd 94 6 Wonen 116 7 Gezondheid 138 8 Uiterlijk en karakter 162 9 Opleiding
Nadere informatieAuteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design
Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door
Nadere informatieBEGINNERSCURSUS DAG 8
1 BEGINNERSCURSUS DAG 8 A. FORCING Tekst: Bij de dokter B. GRAMMATICA Gebruik van de infinitief: dubbele inf. om + te + inf. aan het + inf. te + inf. De stamtijden (Dag 6 pagina s 8-11) C. CONVERSATIE
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Nadere informatie2c nr. 1 zinnen met want en omdat
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieDe wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het
De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het Maar het duurt maar heel even dat op de kop staan De wereld
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieWeekje weg: shoppen, interview/fotoshoot en veel praten
Weekje weg: shoppen, interview/fotoshoot en veel praten Naar mijn vriendin 19 maart ging ik in de middag naar Den-Haag met de trein. Ik zag hier wel erg tegenop met 6 maanden zwangerschap zo,n lange reis
Nadere informatieDe ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.
Over dit boek De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters. Dit boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over een man die vlucht naar Europa.
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag
Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt hem
Nadere informatieThema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag
Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt
Nadere informatieNiemand op mijn kerstfeest
Niemand op mijn kerstfeest Das liep zijn hol uit en voelde de sneeuw eerder dan hij het zag. Hij sprong achteruit zijn sneeuwvrije hol weer in en maakte een sissend geluid van onvrede. Bah, ook dat nog,
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieWat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.
Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen
Nadere informatieThema Op het werk. Les 15. Vrij vragen
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag
Nadere informatieAntwoordenmodel. Herhalingsoefeningen De Sprong, Thema 1. Oefening 1. studiejaar 2007/2008 studiejaar 2008/2009. 255 euro per maand 272 euro per maand
Antwoordenmodel Herhalingsoefeningen De Sprong, Thema 1 Oefening 1 1. studiejaar 2007/2008 studiejaar 2008/2009 255 euro per maand 272 euro per maand 182.000 studenten 200.000 studenten 5.800 Nederlandse
Nadere informatieSchrijfpalet. Denk goed na! 12. Olifant met gsm?
12. Olifant met gsm? Ontspannende tekst: kort verhaal Gisteren was het markt in de stad. Ik pakte m n fiets en reed naar de markt. Het was er erg druk. Opeens zag ik mijn neefje staan. Ik riep hem en zwaaide.
Nadere informatieAntwoorden Thema 5 Vrije tijd
Antwoorden Thema 5 Vrije tijd Luisteren Oefening 2 hobby Willem Linda hockeyen squashen tennissen voetballen bioscoop theater ballet kroegbezoek concertbezoek popmuziek jazz klassieke muziek Spreken Oefening
Nadere informatieDe meester is een Vampier
De meester is een Vampier Door Wout Terpstra Het is maandag en Tom werd wakker. Hij vindt het altijd heel leuk op school. Maar vandaag weet hij het niet. Want ze krijgen een nieuwe meester. Tom!Tom! Ben
Nadere informatie1. Luisteren. 2. Luisteren
1. Luisteren Lees eerst de zinnen 1 t/m 5. 1. Maria komt uit het zuiden van Brazilië. 2. Maria heeft twee zussen en een broer. 3. De vriendin van Maria heet Jaap. 4. Den Haag ligt in de provincie Zuid-Holland.
Nadere informatieU leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.
UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 6 Werk zoeken
Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Opdracht 1 bij 6.1 * Beantwoord de vragen. 1. Waar zoek je vacatures? In de krant, op internet of ergens anders? 2. Ga je naar het UWV WERKbedrijf? 3. Ga je naar een
Nadere informatie"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"
"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5" Voor het eerst alleen Ik werd wakker in een kamer. Een witte kamer. Ik wist niet waar ik was, het was in ieder geval niet de Isolatieruimte. Ik keek om me
Nadere informatieRuth 1. Ruth en Noömi
Ruth 1 Ruth en Noömi Elimelech en zijn familie 1 Toen de rechters het land bestuurden, was er eens hongersnood in Juda. Daarom besloot een man uit Betlehem naar het land Moab te gaan. Zijn vrouw en zijn
Nadere informatie2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieLesbrief 8. Een taxi bellen
www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 8. Een taxi bellen Wat leert u in deze les? Een taxi bellen. Het tegenovergestelde van dingen zeggen. Zeggen wat u mooi vindt, of waar u gek op bent. Veel succes! Deze
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.
Nadere informatieThema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. Ze belt naar een kinderdagverblijf. Is er een plaats vrij? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat
Nadere informatieThema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang
Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven
Nadere informatieBijbellezing: Johannes 4 vers Zit je in de put? Praat es met Jezus!
Bijbellezing: Johannes 4 vers 7-27 Zit je in de put? Praat es met Jezus! Wij hadden vroeger een waterput Vroeger is meer dan 55 jaar geleden Naast ons huis aan de Kerkstraat in Harkema Ik weet nog hij
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieHEB JE HUISWERK VANDAAG?
BLAD 1 HEB JE HUISWERK VANDAAG? Je kind moet thuis werken voor school. In de agenda kan je kijken wat je kind moet doen. Wat moet je doen? 1 Maak oefening 1 op blad 2: Wat doet je kind na de school? 2
Nadere informatieGrammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6
Grammatica Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Zinnen knippen 4 Het onderwerp 7 De persoonsvorm 11 Het gezegde 17 Het werkwoordelijk gezegde 21 Het naamwoordelijk gezegde 24 Het lijdend
Nadere informatiewerkbladen thema 5 werk
werkbladen thema 5 werk 5.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Jan staat voor het uitzendbureau. Jan heeft werk. Tarik wil taxichauffeur
Nadere informatieEEN BRIEF VAN EEN MEDECURSIST
EEN BRIEF VAN EEN MEDECURSIST Twee cursisten werken samen aan een presentatie. Ze schrijven een e-mail naar elkaar om af te spreken. Wat moet je doen? 1. Lees de e-mails op blad 2. 2. Beantwoord de vragen
Nadere informatieActielessen. Lesbrief 1. Nederlands leren. Wat leert u in deze les? Veel succes!
http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 1. Nederlands leren Wat leert u in deze les? Op welke manieren je Nederlands kunt leren. Zinnen met als. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Nadere informatieMijn naam is: Klas: 1 A/B/C/D/E. De naam van mijn mentor is:
Mijn naam is: Klas: 1 A/B/C/D/E De naam van mijn mentor is: Aan onze nieuwe Walewycers! Welkom op je nieuwe school. We hopen dat je een hele fijne vakantie hebt gehad, en dat je klaar bent voor dit nieuwe
Nadere informatieHandleiding basiswoordenschat.
basiswoordenschat. Inleiding. In de basismodule wordt een basis van ongeveer 80 woorden gelegd. Deze woorden worden aangeboden om de woordenschat, maar ook om de communicatieve vaardigheden van de cursist
Nadere informatieGrammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.
Grammatica Inhoud 1. De en het 2. Meervoud 3. Werkwoord 4. Vraagwoorden 5. Zinnen maken 1 6. Zinnen maken 2 7. Zinnen maken 3 8. Zinnen maken 4 9. Niet en geen 10. Lange woorden 11. Het verkleinwoord 12.
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.
Nadere informatieOpdracht 1 Temposchrijven - vijf schrijfopdrachten in 11 minuten. Hulpkaart Schrijven. Vooruitkijken. Uitvoeren
Hoofdsuk 1 - Oefening 21 - Extra schrijfoefeningen Opdracht 1 Temposchrijven - vijf schrijfopdrachten in 11 minuten Bij het staatsexamen is het belangrijk dat u de tijd goed verdeelt over de opdrachten.
Nadere informatieOPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)
OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1) In de les leer je vaak nieuwe woorden. Je docent kan je helpen, maar je kan nieuwe woorden ook in het woordenboek opzoeken. Wat moet je doen? 1. Neem een woordenboek en
Nadere informatieWat heb je gisteren gedaan?
Wat heb je gisteren gedaan? Uitleg 1 Het perfectum (I) In de volgende tekst zijn de vormen van het perfectum vetgedrukt. Gisteren heb ik een drukke dag gehad. s Morgens heb ik hard gewerkt. Daarna heb
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieL Voor aanvang van de dienst : Keruchma zingt voor ons: Heer, U bent
1 Voor aanvang van de dienst : Keruchma zingt voor ons: Heer, U bent 2 3 4 5 6 Keruchma zingt voor ons: Aan uw voeten Heer Welzalig de man 7 8 Bijbellezing: Lucas 2 : 40 50 De 12-jarige Jezus in de tempel
Nadere informatieDeel D Spreken - Thema 11 Milieu
Deel D Spreken - Thema 11 Milieu Stel een vraag. Je buren gaan op vakantie. Jij gaat voor hun poezen zorgen. Je weet niet wat de poezen moeten eten en hoe vaak ze moeten eten. Wat vraag je aan je buren?
Nadere informatieMijn naam is: Ik zit in klas: De naam van mijn mentor is:
Mijn naam is: Ik zit in klas: De naam van mijn mentor is: Aan onze nieuwe Walewycers! Welkom op je nieuwe school. We hopen dat je een hele fijne vakantie hebt gehad, en dat je klaar bent voor dit nieuwe
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw, Maria, gaat weer naar de winkel om over werk te
Nadere informatieANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND
ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND Opdracht 1 een afspraak maken het Nederlandse landschap Sinterklaas het kaartje Opdracht 13 Carola Hadassa Carola Hadassa Carola Hadassa Opdracht 18 Hallo,
Nadere informatie1c nr. 1: zinnen maken
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieGezond thema: DE HUISARTS
Gezond thema: DE HUISARTS 1. Wat gaan we doen? Praten over de huisarts en wat de huisarts doet. Nieuwe woorden leren over de huisarts. Het gesprek met de huisarts oefenen. 2. Wat vind ik van? Als je een-op-een
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Vervoer
Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.
Nadere informatieLes 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas
Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo
Nadere informatieHoe gaat het met je studie?
195 195 HOOFDSTUK 12 Hoe gaat het met je studie? WOORDEN 1 Kies uit: onvoldoende controleren gymnastiek mening huiswerk 1 Heb je je al gemaakt? 2 Ik was op school niet zo goed in. Ik vond sport niet leuk.
Nadere informatie3 Jij gaat toch volgende week verhuizen? Je mag het... van mijn vriendin wel gebruiken! a bus b busje
131 131 REGELS 1 Wat hoort bij elkaar? 1 de wijn a het kamertje 2 de winkel b het boodschapje 3 de zus c het winkeltje 4 de boodschap d het wijntje 5 de kamer e het zusje 2 Onderstreep de diminutief in
Nadere informatieDaniël 6 Leven met overtuiging 2 maart 2014 Voor de leeuwen gegooid
Preek I Vanavond gaat het over de leeuwenkuil. Ik moet eigenlijk zeggen: over twee leeuwenkuilen. Twee? Ik zal uitleggen hoe dat zit. Eerst gaan we naar de eerste leeuwenkuil, die van Daniël. Laten we
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieThema 3 Vervoer. Inhoudsopgave
Thema 3 Vervoer Inhoudsopgave 3.1 Met de taxi 155 3.2 Regels in het verkeer 156 3.3 De tijd 157 3.4 Reizen met de trein 160 3.5 Wie, wat, waar? 161 3.6 Komen en gaan 163 3.7 Reizen met de auto 165 3.8
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Nadere informatieHerhalingsoefeningen. Thema 7 Wonen. 1 Woorden. 2 Woorden. Zet de objecten in de juiste kolom:
Herhalingsoefeningen Thema 7 Wonen 1 Woorden Zet de objecten in de juiste kolom:. het aanrecht de bank het bed het fornuis de gootsteen de houthaard de kledingkast de koelkast de kraan het nachtkastje
Nadere informatieEen buik van wol. Tom! Tom! Cato kwam hard aan rennen. En zei: vandaag word mevr. Catharina. 90 jaar en ik wil haar een heel mooi cadeau
Een buik van wol. Tom! Tom! Cato kwam hard aan rennen En zei: vandaag word mevr. Catharina 90 jaar en ik wil haar een heel mooi cadeau Geven. Ja maar wat zei Tom. Umm wacht ik Weet het zei Cato een herinnering.
Nadere informatie