Bijbellezing: Johannes 4 vers Zit je in de put? Praat es met Jezus!

Transcriptie

1 Bijbellezing: Johannes 4 vers 7-27 Zit je in de put? Praat es met Jezus! Wij hadden vroeger een waterput Vroeger is meer dan 55 jaar geleden Naast ons huis aan de Kerkstraat in Harkema Ik weet nog hij was van beton, met een ijzeren deksel Wij als kinderen mochten er niet bij komen Stiekem, deden wij dat wel natuurlijk Maar het mocht echt niet. Mem werd dan best wel boos Je kon namelijk wel in zo, n put vallen En er is een keer een kindje in gevallen en verdronken Dat water uit die put werd gebruikt Voor thee en koffie zetten Om de planten water te geven Weet niet meer of we het ook op dronken Zo uit de put Volgens mij hadden heel veel mensen zo, n put bij huis Dat zie je nou bijna niet meer Af en toe nog wel maar echt niet veel. Dat water werd er met een emmer uitgehaald Je moest de emmer er op de kop in gooien Dan had je kans op het meeste water Sommige mensen hadden een pomp bij de put Dat was makkelijker dan had je geen emmer nodig Mijn Pake en Beppe hadden zo, n put Zo, n put met een pomp 1

2 Dat water kon je gewoon drinken Dat was best wel een beetje vreemd Dat vond ik toen Nou komt het water gewoon uit de kraan Nou zo gewoon is dat. Eigenlijk een klein wonder Je draait aan een kraan en floeps Het water stroomt alle kanten op Er zijn genoeg mensen die geen kraan hebben Niet alleen geen kraan Maar ook geen water In warme en arme landen bijvoorbeeld Dat heb je vast wel eens op de tv gezien In de tijd van de bijbel waren er geen kranen Het water moest allemaal uit putten komen Die putten waren gegraven door mensen De mensen moesten soms ver lopen Heel ver om water te halen Gek idee eigenlijk Een eind lopen om water te halen Toch gebeurde het zo En water heb je aaltijd nodig Om te drinken Om te koken Zonder water kun je echt niet In de bijbel staat ook een verhaal over water halen Water halen bij een put Dat verhaal staat in het nieuwe testament Het staat in het bijbelboek: Johannes 2

3 Het gaat zo: Jezus liep van Judea naar Galilea De leerlingen liepen ook mee Om in Galilea te komen moesten ze door Samaria Dat was een soort provincie Toen ze onderweg waren kwam in bij de stad Sichar Dat was een stad in Samaria Ze kwamen vlak bij een stuk land langs Dat land had vader Jacob vroeger aan Jozef gegeven Daar was ook de bron van Jacob Je zou ook zeggen een waterput Dat is misschien wat duidelijker Jezus was een beetje moe van het lopen Hij ging bij de put zitten Het was middag op de dag zeg maar 12 uur Op het warmst van de dag De leerlingen gingen naar de stad Daar gingen ze eten kopen Jezus ging niet mee Hij bleef bij de put Bij de waterbron Er kwam een vrouw aan lopen Dat was een Samaritaanse vrouw Jezus zag haar aan komen Hij wist gelijk wie ze was Haar ogen stonden erg verdrietig Ze was echt niet gelukkig Ze ging vaak op het heetst van de dag Naar de put toe Dan kon ze mooi alleen water halen 3

4 Dan waren er geen andere mensen Dan hoefde ze niet te praten Niet met anderen, die deden toch alleen maar stom Stom tegen haar want ze stond niet goed bekend De mensen vonden haar een slechte vrouw We was al een aantal keren getrouwd geweest En steeds ging het mis Nu woonde ze weer bij een man Met deze man was ze niet getrouwd Dat hoorde niet zo Je moest getrouwd zijn Punt uit De mensen in de stad scholden haar uit Gaven haar nare namen Dat deed haar erg zeer Ze zocht naar ware liefde Ze zocht naar iemand die echt om haar gaf Middag op de dag ging ze daarom water halen Dan waren er geen andere vrouwen Die konden haar dan niet uitschelden Gelukkig maar Wel apart Vrouwen gingen water halen Mannen deden dat echt niet En dan Ze komt bij de put Daar zit een man bij de put Dat is een Joodse man dat kun je zo zien Daar heeft ze geen last van Samaritanen en Joden praten niet met elkaar Lekker makkelijk Ook weer opgelost 4

5 Maar waarom kijkt die man haar zo aan? Ze kent hem helemaal niet Ze weet echt niet wie hij is Waarom zou Hij dat doen? Wat doet Hij daar bij de put? Hij vraagt haar om water, hij vraagt haar om water? Nou zeg Dat doe je toch niet, zomaar om water vragen Ze kijkt Hem stomverbaasd aan Wie is Hij, wat wil Hij? Dan zegt Hij: Als je wist wie Ik ben zou je Mij vragen: Geef mij wat water a.u.b. Dan zegt Hij het water wat ik geef Dat is pas zuiver water Jezus bedoelde: Als je in mij gelooft komt alles goed Als je mijn woorden goed kent Dan krijg je nooit weer dorst Dan heb je aan mijn woorden genoeg Wat wil hij nou? Is het water uit de put niet goed? Het is verkeerd of zo? Ze komt hier heel vaak om water te halen Ze dacht nog steeds alleen maar aan water Hij heeft niet eens een emmer bij zich Hoe wil hij dan water putten? Vreemd praat denkt ze Is hij goochelaar of zo? Wat weet hij allemaal van haar Weet hij dat zij opzoek is naar ware liefde? 5

6 Laat hem toch stil zijn denkt ze Maar hij is niet stil Hij zegt: Als je mijn water krijgt en drinkt, krijg je nooit weer dorst Weer bedoelde Jezus geloof in Mij Geloof in Mijn woorden Neem de bijbel serieus Hé denkt ze nooit weer dorst Hoe kan dat nou weer? Hoeft ze dan nooit weer naar de put te lopen Met zo, n zware kruik op haar hoofd Nooit hoeft ze weer die vrouwen tegen komen Ze begreep het nog niet helemaal Die vrouwen die haar pesten en zo Nare en lelijke dingen over haar zeggen Zou dat kunnen? Nou dat water wil ze heel graag Geef maar denkt ze, geef echt maar Maar dan zegt die man iets heel anders Hij zegt; Ga je man eens halen Hij zegt ook nog: Waar je nou mee woont dat is je man niet En zegt hij: Je bent al vaker getrouwd geweest Hoe weet hij dat allemaal Is hij dan toch helderziende. Of is hij een profeet Wie houden wij wel eens voor de gek? De Here of ons zelf? De dingen die wij zeggen kloppen die? Wat we doen klopt dat wel? 6

7 Gaan wij ook wel eens naar de put Naar de put om water te halen Levend water Het water wat de Here geeft De woorden die Jezus geeft Daar mogen we uit leven Of vinden we het moeilijk Moeilijk om het goede te doen Zo te doen als God het in zijn woord tegen ons zegt We kunnen zelf steeds weer kiezen. Water drinken uit de put Levend water, zoals Jezus bedoelde Met zijn woorden leven Of in de put gaan zitten De keuze is aan ons zelf De Here zegt tegen jou kies maar Wat voor water wil je hebben Wil je mijn woorden geloven De vrouw wil liever dit niet horen Horen wat die Joodse man tegen haar zegt Joden en Samaritanen praten niet met elkaar Dat weet die man toch ook? Ze probeert er onderuit te komen Ze zegt; U weet zoveel Waar moet je God aanbidden? In Jeruzalem of in Gerizim? Dat was slim Dat die man vast niet door 7

8 Nou moest Hij antwoord geven Jezus kijkt haar aan Hij gaat op de vraag in. Hij geeft haar antwoord Hij zegt: Er zal een tijd komen dat het niet uitmaakt Niet uitmaakt waar je God aanbidt Of het nu in Jeruzalem, Gerizim of Friesche Palen is God wil overal wel aanbeden worden Dat weet ik wel zei de vrouw Ik weet wanneer dat is Dat is als de Messias komt Dan is het zover De man zegt ineens: Ik ben de Messias Zo het echt zo zijn? Zij gelooft het Dit moeten de mensen uit de stad weten De mensen moeten weten wat er gebeurd is Dit is geweldig. Dit is machtig mooi Wat een groot wonder. Ze zullen verbaasd zijn Verbaasd over wat ik heb gehoord Gehoord daar bij die waterput Zomaar bij de waterput Midden op de dag Een groot wonder Geloof jij daar ook in Dat grote wonder wat de Here heeft gedaan Gedaan voor jou en mij Hij gaf en geeft niet alleen levend water Hij gaf zijn woord en zijn bijbel Hij geeft en gaf nog veel meer Hij gaf zijn leven voor jou Voor mij 8

9 Voor een ieder die in hem geloofd Daardoor kun jij later bij God komen wonen Omdat Jezus zijn leven gaf voor ons Heel snel liep de vrouw naar de stad terug Ze liep haar kruik bij de put staan Ze nam niet eens water mee in de kruik Dat was ze helemaal vergeten Door wat ze allemaal gehoord had Ze had nou even geen water nodig Ze had woorden gehoor Woorden die veel belangrijker waren Belangrijker dan een kruik met water Wat zouden de vrouwen in de stad wel niet denken Wat zouden ze wel niet zeggen Misschien denken de vrouwen wel: Ze zal wel weer een nieuwe man hebben Als ze nou maar niet naar tegen haar deden Eigenlijk was ze daar nou niet meer bang voor Jezus was met haar Dat wist ze zeker En als Jezus met je is kan er niks fout gaan Toen niet Nu niet nooit niet. Reken daar maar op Jezus houdt zijn woord voor altijd Hij is altijd bij jou Als jij Hem als redder ziet Dan laat hij je nooit alleen Hebben wij dat ook wel eens Er komt iemand wat moois vertellen Wij denken dan wel eens Ja hoor zal wel 9

10 Of zijn we jaloers Jaloers op de blijde boodschap van iemand anders Denk daar maar eens over na Over na of dat wel klopt Misschien moet je gewoon blij zijn Blij zijn met die broer of zus die blij is Dan ben je met je naaste bezig Zo heeft God dat bedoeld Maar de vrouw had geen nieuw liefje Ze had de Grote liefde gevonden De grootste die bestaat Ze had Jezus gevonden Ze had met Jezus gepraat En Jezus had haar blij gemaakt Ondanks dat hij alles van haar wist Al haar foute dingen had hij genoemd Maar Hij had haar niet afgewezen Echt niet Dat doet Jezus niet Hij zegt wel doen geen domme dingen Doe geen verkeerde dingen Jezus had haar blij gemaakt Nu zou alles goed komen Goed komen voor altijd Ben een tijdje geleden weer in Harkema geweest Dat is het dorp waar ik geboren ben Mijn oudste broer wist daar nog een waterput Daar ben ik geweest. Het was bij mensen die mijn broer kende Een echte waterput Leuk om te zien 10

11 Niet alleen leuk om te zien Je gaat dan weer denken Denken aan het verhaal van vanmiddag Toen dacht ik: Als Jezus nou bij de put zit Wat zegt hij dan tegen mij Wat zeg ik tegen hem? Zegt hij misschien heb je dorst Wopke? Dorst naar het water wat ik kan geven? Weet je dat ik jou het leven kan geven Geloof je in mijn woorden Geloof je in mij Dan krijg je een leven zonder dorst naar water Dan krijg je het eeuwige leven Zeg ik dan ja Heer ik heb dorst Help mij Heer om geen dorst meer te krijgen Help mij om in U te geloven En in u woorden Zodat ik later bij U mag komen Bij U en Uw Vader in de hemel Zodat we U en Uw Vader daar kunnen loven en prijzen Voor altijd Wat zal dat geweldig zijn Halleluja prijs de Heer! Amen 11

12