Voor onze broers en zussen met een verstandelijke beperking.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Voor onze broers en zussen met een verstandelijke beperking."

Lien Brander
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Hoe je hier mee om wilt gaan? Zou het in de vorm van een aantal lessen doen Uit het verhaal kun je zelf vragen bedenken voor een bespreking met de catechisanten. Zie dit als een aanzetje Ben ik iets vergeten of verkeerd neergezet Mail of bel me a.u.b. We kunnen altijd van elkaar leren Het gaat niet om ons maar om die andere Wopke van der Ploeg Ropta KH Drachten tel Belijdenis doen Voor onze broers en zussen met een verstandelijke beperking. Jij, jullie hebben verteld dat je graag belijdenis wilt doen. Jullie willen graag aan iedereen vertellen dat je een kind van de Here Jezus wilt zijn. Dat is geweldig. Je gaat al een hele tijd naar catechisatie en weet al een heleboel van de Here Jezus. We gaan beginnen bij je doop: Toen je nog een kleine baby was hebben je ouders jou in de kerk gebracht om je te laten dopen. Jij wist nog helmaal niks van de Here Jezus. Maar de Here wist wel van jou. Hij kende jou al. Over de doop is veel te vertellen. Als er zondag, s in de kerk een kindje wordt gedoopt, staat alles al klaar. Er staat een schaal met water op een tafel.

2 Dat noem je een doopvont. De dominee verteld aan de mensen in de kerk wat het is om gedoopt te worden en wat het betekent. De dominee vraagt dan aan de ouders of ze in de Here God geloven en vraagt of ze het kindje veel willen vertellen over De Here Jezus en over God. Daar gaan de ouders dan ja op zeggen. Dan doopt de dominee de baby met water uit de schaal. Hij doet wat water op het hoofdje van de baby en zegt: Eva: ik doop je in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Zo is het bij jou ook gegaan. Jij weet dat niet meer. Daar was je te klein voor. Je ouders weten het nog wel. De Here weet dat ook nog heel goed. Die vergeet dat nooit weer. Zijn merkteken staat op jou voorhoofd. Je kunt het niet zien, niet voelen, maar het is er wel. Daarmee laat de Here aan jou zien dat je zijn kind bent. Zijn kind voor altijd. De doop is er niet altijd geweest. Heel lang geleden liepen de Here Jezus en zijn leerlingen nog op de aarde rond. De mensen die toen leefden kwamen tot geloof. Tot geloof door wat de Here Jezus aan hun vertelde. Doordat ze deze blijde boodschap hoorden konden ze gedoopt worden. Ze werden dan gedoopt in een meertje of een rivier. Ze gingen dan heel even kopje onder. Heel even zag je de mensen niet meer. Ze waren dan onder water.

3 Zo, n doop noem je een onderdompeling. Ze zeiden ook wel dat de doop het schoonwassen van de zonde was. Je werd door de doop een nieuw mens. Nu een vraag: Wast de doop je zonde weg? Wat de jou zonde weg wast:, weg doet, is wat de Here deed. Deed voor jou en mij aan het kruis. Daar is onze zonde, onze verkeerde dingen weggewassen. We zijn schoongemaakt door de Here Jezus. Gaat dan alles weer gewoon verder als je gedoopt bent? Als je de Here niet meer aardig vindt? Als je niet meer bidt? Als je niet meer naar de kerk wilt? Wat dan? Het water van de doop is allang weer opgedroogd. Het merkje van de doop staat nog steeds op je voorhoofd. Weet je nog wel? Je kunt het niet zien. Je kunt het ook niet voelen. Maar het zit er wel. Zeker weten! Want je bent een kind van de Here, dat blijf je altijd. Dat heeft God zelf gezegd. Je bleef geen kleine baby. Je lag eerst in een box en in de kinderwagen. Je wist nog niks van de Here. Met 3 jaar ook nog niet. Met 5 jaar een klein beetje. Heb je daar wel eens over nagedacht? Over hoe dat nou was? Hoe dat nou kon?

4 Er is een liedje over gemaakt wat je vast wel kent Dat gaat over groeien. Lees je bijbel Bid elke dag Bid elke dag, bid elke dag. Lees je bijbel, bid elke dag Dat je groeien mag Dat je groeien mag. Groeien? Ja groeien, dat je steeds meer van de Here Jezus wilt weten, dat je steeds meer van Hem gaat houden. Je ging toen je klein was met je vader en moeder naar de kerk. Of als je niet meer thuis woonde met de begeleiding. Dat was niet altijd gemakkelijk. Heel veel moeilijke woorden en zo. Je wist vaak niet waar het over ging. Maar toch, je was wel mee naar de kerk. Als de dominee zei: Nou gaan we bidden, wist je wel wat er ging gebeuren. Je ging je handen vouwen. Je deed je ogen dicht. Luisterde, hoe de dominee met God ging praten. Ook werden er in de kerk liederen gezongen. Die je op school of van je vader en moeder of de begeleiding Had geleerd. Die liederen kende je wel. Dus kon je mooi mee doen in de kerk. Door naar de kerk te gaan. Door naar de catechisatie te gaan. Door er over te praten met je ouders of de begeleiding, Gaat het geloof groeien, groeien in je hart. Je vindt het mooi om over de Here te praten.

5 Zo ga je groeien. Groeien van patat en taart? Nee, groeien in het geloof. De Heilige Geest werkt in jou hart. Hij maakt het zo, dat je steeds meer van de Here wilt weten. Dat noem je groeien. Om meer te weten te komen van de Here Jezus hebben we de bijbel gekregen. Niet alleen de gewone bijbel. De kinderbijbel en nog veel meer boeken. Boeken die we wat beter kunnen begrijpen. De Here Jezus heeft ons twee grote cadeau, s gegeven. Toen de Here nog op de aarde was. We kregen de doop en het avondmaal. Door de doop en het avondmaal wil de Here ons iets laten zien! Zien hoe dan? Zien? Ja je kunt het echt zien! Denk maar aan het dopen van een baby Over het dopen hebben we het gehad. Denk ook maar aan het avondmaal. Daaraan kun je zien dat het woord van God echt waar is. Dat het echt de blijde boodschap is voor de mensen. Nu dan over het avondmaal. We hebben gezegd dat het dopen er niet altijd is geweest. Ook het avondmaal is er niet altijd geweest. De Here Jezus heeft het bedacht. Vlak voordat de Here Jezus stierf aan het kruis. Voor onze verkeerde dingen.

6 Ging Hij nog een keer eten. Met zijn vrienden, de discipelen. Hij nam een stuk brood in zijn hand. Hij brak er een stuk af. Dankte God en gaf een stuk brood aan zijn leerlingen. Hij zei: Dit is mijn lichaam voor jullie Toen gaf Hij hun de beker met wijn. Hij zei: Dit is mijn bloed voor jullie. De Here zei ook nog: Als ik er straks niet meer ben moeten jullie en alle mensen die in Mij geloven dit zo vieren. Jullie moeten dit zo lang en vaak vieren totdat Ik terug kom op de wolken. Daarom zien we dat er avondmaal wordt gevierd in de kerk. We vieren avondmaal om er aan te denken wat de Here heeft Gedaan. Gedaan voor jou en mij. Dat doen we met brood en wijn. We zeggen hierbij dat het brood het lichaam is van de Here Dat de wijn het bloed is van de Here. Dat is natuurlijk niet echt. Maar zo moeten we daar aan denken. Dat heeft de Here bedoeld. Avondmaal vieren doe je niet alleen natuurlijk. Je kunt wel alleen eten, dat kan best. Maar alleen avondmaal vieren, dat kan niet. De stukjes brood die de dominee aan de mensen geeft is eerst een groot brood geweest. Dat ene grote brood is de kerk een grote familie. Van broers en zussen die bij elkaar horen. Die bij de Here horen.

7 Allemaal kinderen van de Vader in de Hemel. Die elkaar liefhebben en veel voor elkaar willen doen. Zouden hele kleine kinderen ook aan het avondmaal kunnen? Als kleine kinderen aan het avondmaal gaan zouden ze misschien zeggen: Wat vreemd brood er zit geen boter op. Geen kaas, geen jam. Nou dat lust ik niet hoor. Bij de wijn zullen ze misschien zeggen: Wijn? Ik heb liever cola. Dat kan dus niet. Als je avondmaal viert in de kerk is belangrijk. Belangrijk dat je een klein beetje begrijpt wat het is om avondmaal te vieren. Bij ons in de kerk hebben we afgesproken dat je eerst belijdenis doet. Dan kun je mee doen met het avondmaal. Vroeger op school en voor sommigen nog op school. Leerde je sommem en taal en rekenen. Later leerde je koken, borduren, timmeren, kleien, enz. Je kon het nog niet. Dus moest je leren hoe het was om die dingen te doen. Ook leerde je meer over de Here. Door de Bijbelverhalen, door de liederen die je zong. Vaak hele mooie liederen, die je nou nog weleens zingt. Ook dat is leren. Op de catechisatie werd verteld over de Here God. Er werden vragen aan jou gesteld, soms wist je het antwoord. Heel langzaam ging je meer begrijpen. Ook dat was leren.

8 Langzaam groeide je er naar toe om ja te zeggen. Ja, tegen de Here God. Ook jij wilt een schaapje van de Here Jezus zijn. Dat betekent dat je dan belijdenis mag doen. Dan kun je samen met de andere mensen in de kerk aan het avondmaal. Samen met je broers en zussen die ook in God geloven. Is dat niet geweldig? Als je dan voor in de kerk staat, zal de dominee aan je vragen: Wil jij een kind van de Here Jezus zijn? Geloof jij dat God de hemel en de aarde heeft gemaakt? De mensen, de bloemen, de dieren, en alles wat er is? Als je daar ja op kunt zeggen heb je belijdenis gedaan. Wat een feest zal dat zijn in de hemel en op de aarde. Overal!!!!!, geweldig

Vergelijkbare documenten

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Voor jou! 9 Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou. Het boek gaat over geloven. Het gaat over jouw geloof! Lees en bekijk alles goed. Je