blok 7 les 6 In elke zak 10 poffertjes In 1 zak 10. Lekker! Vul de open plaatsen in. borden glazen zakken dozen

Transcriptie

1 blok 7 les 6 In elke zak 0 poffertjes. Vul de open plaatsen in. In zak 0. In zakken Lekker! zakken poffertjes Vul de open plaatsen in. tafels borden flessen 4 glazen zakken 0 poffertjes dozen 5 0 kaarsen 4 8

2 les 6 blok 7 3 Hoe laat is het? kwart over 7 half 9 5 minuten voor 6 5 minuten over 6 kwart voor klok. klok... klok klok klok minuten voor 0 minuten over 5 minuten voor half 0 5 minuten over half 3 0 minuten over half 9 klok klok klok klok klok 4 Teken de wijzers in de klok. half kwart over 5 minuten voor half 7 0 minuten over 0 0 minuten over half 5 5 Hoe laat is het?... 5 over half

3 blok 7 les 7 Hoe laat is het? Teken de wijzers. 3 uur 7 uur half 0 half 3 kwart over half 9 kwart voor 6 half 6 uur kwart over 6 Hoe laat is het? Trek een lijn. Welke tijd hoort bij de lege klokken? Teken de wijzers. 7 uur 0 voor half 0 0 voor 6 kwart voor 4 kwart over 5 5 voor half 3 0 over 4 5 voor 7 5 over half 5 over 3 4

4 les 7 blok 7 3 Vul de open plaatsen in. In zak 0 koeken. Ik heb zakken, dus flessen 3 5 glazen 5 tafels 4 5 stoelen zakken 3 6 borden koeken 0 poffertjes 0 4 Vul de open plaatsen in. zakken 5 tafels 0 koeken stoelen 4 6 flessen 0 borden 7 glazen poffertjes Hoe laat is het? Trek een lijn. Welke tijd hoort bij de lege klok? Teken de wijzers. 6 uur 5 over half 5 5 voor half 7 0 over half 5 0 voor half 8 5

5 blok 7 les 8 De poffertjesactie is vandaag. Het is 8 februari. Dan is het morgen al februari. Dan was het eergisteren Gisteren was het februari. februari. Over een week is het februari. De volgende woensdag is op februari. Kijk bij opgave. Januari heeft dagen. 3 februari is op een... dag. De derde vrijdag in februari is op februari. Zaterdag 6 februari komt na vrijdag februari. Januari heeft maandagen. 3 januari is op een... dag. De tweede woensdag in januari is op januari. Februari heeft zondagen. En zaterdagen. De zaterdagen in januari zijn op,, en januari. 6

6 les 8 blok 7 3 Reken uit en vul in. Hoe reken jij? Kleur die getallenlijn. Zo? Ik heb 45 poffertjes. En ik heb er 9. Dan hebben ze er samen Of zo? Of... 4 Reken uit en vul in. Maak steeds een getallenlijn. Teken hoe jij rekent. Juf Co heeft 60 poffertjes nodig. Ze heeft er al 5. Ze moet er nog bakken. Juf Rita heeft 39 poffertjes in een pan. Ze haalt er 9 uit. Ze houdt er over. Juf Co heeft 38 poffertjes. Juf Rita heeft er 39. Ze hebben samen poffertjes. Juf Rita heeft 53 poffertjes. Juf Co heeft er 35. Ze heeft er minder dan juf Rita. Juf Rita heeft 6 poffertjes. Juf Co heeft er 9 méér. Juf Co heeft poffertjes. 5 Bedenk er zelf een verhaaltjessom bij. Reken uit en vul in

7 blok 7 les 9 Reken uit. In een zak zitten 35 poffertjes. Joost haalt er 3 uit. Er zijn poffertjes over. Rob heeft 40 poffertjes nodig. Hij heeft er al 5. Rob moet nog poffertjes bakken. Ilse heeft 45 poffertjes. Roos heeft er 5 minder. Roos heeft poffertjes. Wat staat onder de vlek? In een doos zitten 45 glazen. Karin haalt er uit. Er zijn 34 glazen over. Koos heeft 50 glazen nodig. Hij heeft er al. Koos moet nog 35 glazen pakken. Anne heeft 37 glazen. Kim heeft er... minder. Kim heeft 5 glazen. 8

8 les 9 blok 7 3 Hoeveel dagen heeft januari? dagen Hoeveel dagen heeft april? dagen Hoeveel maandagen heeft februari? maandagen Het is woensdag februari. Morgen is het... dag februari. Het is zondag 30 januari. Gisteren was het... dag januari. Het is januari. Over precies een week is het... dag januari. Op welke dag is het Nieuwjaarsdag? Op... dag. Het is 5 april. Over twee weken is Rik jarig. Dat is op... dag april. 4 Hoeveel hebben de kinderen gegeten? Schrijf eerst de antwoorden op. Maak dan sommen met de getallen hiernaast: Ik at de helft van het aantal van Ali. Ik at 3 koeken minder dan Max. Ik heb 7 koeken gegeten. Rachid Ali Max = = = 7 9

9 blok 7 les 0 Reken uit en vul in. Teken de wijzers. Kok Remco bakt 0 koeken in uur. Het is nu: Remco Remco heeft 35 koeken nodig. Hij heeft nu al 5 koeken klaar. Remco moet nog koeken bakken. Hoe laat is hij klaar? Kok Sara bakt 5 koeken in uur. Het is nu: Sara Sara heeft 3 koeken nodig. Ze heeft nu al 7 koeken klaar. Sara moet nog koeken bakken. Hoe laat is zij klaar? Kok Mustafa bakt 4 koeken in uur. Het is nu: Mustafa Mustafa heeft 38 koeken nodig. Hij heeft nu al 6 koeken klaar. Mustafa moet nog koeken bakken. Hoe laat is hij klaar? 0

10 les 0 blok 7 Reken uit en vul in. Kijk op de kalender. januari ma di wo do vr za zo Elke maandag helpen kinderen na schooltijd. maandagen Hoeveel kinderen helpen in januari? kinderen kinderen Elke woensdag bakt Jelle 5 koeken. woensdagen In januari wil Jelle 0 koeken bakken. Hoeveel woensdagen moet hij bakken? koeken woensdagen Elke woensdagmiddag helpen 0 kinderen woensdagen Hoeveel kinderen helpen in januari? kinderen kinderen 3 Reken uit. Teken de wijzers. Kok Peter bakt 5 koeken in een half uur. Het is nu: Kok Peter heeft 45 koeken nodig. Hij heeft al 30 koeken klaar. Hoe laat is hij klaar?

11 oefenen blok 7 les 6 Reken uit. Doe het snel = = = 8 + = = = = = = = = = = = = = = 7 = 5 =,, 3, = 5 8 = 3 = = 6 9 = 3 4 = = 7 8 = 4 7 = 9 3 = 8 3 = 5 3 = 7 4 = 9 8 = 9 6 = 9 8 = 7 5 = 8 5 = 8 5 = 0 3 = 6 4 = les 8 Reken uit. Doe het handig = = + 7 = + 8 = = = + 7 = + 8 = = = = = = = = = = = = = = = = = 67